ECLI:NL:RBOVE:2025:1692

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
26 maart 2025
Publicatiedatum
26 maart 2025
Zaaknummer
C/08/318587 / HA ZA 24-303
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid RK Groep voor gebreken aan aangelegde tuin en vorderingen van beide partijen

In deze civiele zaak heeft de RK Groep B.V. in 2020/2021 de tuin rondom de woning van partij A aangelegd. Partij A heeft diverse gebreken aan de tuin geconstateerd en vordert schadevergoeding van RK Groep. RK Groep daarentegen vordert betaling van openstaande facturen. De rechtbank oordeelt dat de tuin op 30 juni 2021 is opgeleverd. Voor een aantal gebreken is RK Groep niet aansprakelijk, omdat partij A deze redelijkerwijs had moeten ontdekken. Voor andere gebreken, zoals een gebrekkig beregeningssysteem en een scheef hekwerk, wordt RK Groep wel aansprakelijk gesteld. De rechtbank kent een vervangende schadevergoeding van € 8.802,00 toe aan partij A, na verrekening van een deel van de vordering in reconventie. De vordering van RK Groep in reconventie wordt ook toegewezen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank wijst de vorderingen van beide partijen grotendeels toe, waarbij RK Groep in het ongelijk wordt gesteld voor meerdere gebreken.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/318587 / HA ZA 24-303
Vonnis van 26 maart 2025
in de zaak van
[partij A],
wonende te [woonplaats],
eisende partij in conventie,
gedaagde partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij A],
advocaat: mr. M.A. Schuring,
tegen
RK GROEP B.V.,
gevestigd te Enter,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: RK Groep,
advocaat: mr. R.W. Legters.

1.De beslissing in het kort

1.1.
RK groep heeft in 2020/2021 de tuin rondom de woning van [partij A] aangelegd. Volgens [partij A] is sprake van diverse gebreken aan de tuin en hij wil daarom onder meer een schadevergoeding van RK Groep. RK Groep wil daarentegen dat [partij A] de openstaande (factuur)bedragen aan haar betaalt.
1.2.
De rechtbank oordeelt dat de tuin op 30 juni 2021 is opgeleverd. Voor een aantal geconstateerde gebreken geldt dat [partij A] die redelijkerwijs ten tijde van de oplevering had moeten ontdekken en RK Groep daarvoor dus niet (meer) aansprakelijk is. Voor de overige vastgestelde gebreken wijst de rechtbank een bedrag van € 8.802,00 aan vervangende schadevergoeding toe, waarvan een deel (€ 694,00) is verrekend met de vordering in reconventie. De prijsstijgingen van na de omzettingsverklaring komen voor rekening van [partij A], omdat de schade ten tijde van de omzetting moet worden begroot. De vordering wegens onverschuldigde betaling wordt afgewezen. De overige (neven)vorderingen worden grotendeels toegewezen.
1.3.
De vorderingen van RK Groep wijst de rechtbank toe, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten.

2.De procedure

2.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in reconventie;
  • de conclusie van antwoord in reconventie.
2.2.
Op 10 februari 2025 heeft een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij was [partij A] aanwezig en namens RK Groep de heer [naam]. Beide partijen werden bijgestaan door hun advocaat. De advocaten hebben pleitaantekeningen overgelegd en RK Groep heeft een akte vermindering van eis in reconventie genomen.
2.3.
De beslissing wordt vandaag gegeven en toegelicht in dit vonnis.

3.De feiten

3.1.
In juni 2020 zijn partijen overeengekomen dat RK Groep de tuin (van 2000 m2) rondom de woning van [partij A] zou aanleggen. [partij A] heeft hiervoor in totaal een bedrag van € 63.987,98 aan RK Groep overgemaakt en een deel contant betaald.
3.2.
In maart 2021 is een opleverdocument opgesteld met zestien opleverpunten.
3.3.
Per e-mail van 29 april 2021 schrijft [partij A] aan RK Groep:
“We betalen alles achteraf en bij tevredenheid. Ik betaal per bank direct op de dag dat het naar tevredenheid is opgeleverd.”
3.4.
Op 30 juni 2021 vond de volgende mailwisseling plaats.
Van RK Groep aan [partij A]:
“Hoi [partij A],
Zou je even naar het opleveringsformulier goed willen kijken. Ik heb deze helemaal geüpdatet en de gemaakte afspraken erbij in vermeld. (…)”
[opmerking rechtbank: het gewijzigde opleveringsformulier is bij deze e-mail gevoegd, waarbij een groot deel van de opleverpunten als ‘afgerond’ staat aangevinkt.]
Van [partij A] aan RK Groep:
“Volgens mij klopt het opleveringsformulier, mis alleen nog de druppelleiding oplossen op die grondwal voor het huis. Of was dat inmiddels ook opgelost?”
Van RK Groep aan [partij A]:
“Je hebt gelijk, maar daarvoor kom ik vandaag langs;).”
Van [partij A] aan RK Groep:
“Oke top, volgens mij zou dan inderdaad alles kloppen. Ik zal deze week de betaling in orde maken! (…)”
3.5.
Op 3 juli 2021 heeft [partij A] het laatste openstaande bedrag, van € 10.802,99, aan RK Groep betaald.
3.6.
In augustus 2021 heeft RK Groep onderhoudswerkzaamheden verricht. De factuur die daarop ziet heeft [partij A] niet betaald. Ook zijn partijen daarbij overeengekomen dat een bedrag van € 500,00 contant zou worden betaald.
3.7.
Per brief van 9 november 2021 heeft Achmea Rechtsbijstand namens [partij A] RK Groep in de gelegenheid gesteld binnen vier weken gebreken te herstellen.
3.8.
Per brief van 10 januari 2022 heeft Achmea Rechtsbijstand aan de advocaat van RK Groep geschreven dat [partij A] aanspraak maakt op vervangende schadevergoeding.
3.9.
[partij A] heeft vervolgens [bedrijf] (hierna: [bedrijf]) ingeschakeld om de door RK Groep aangelegde tuin te beoordelen. Zij heeft op 2 maart 2022 de tuin beoordeeld. Beide partijen waren daarbij aanwezig. Op 15 maart 2022 heeft [bedrijf] een rapport uitgebracht.
3.10.
Bij brief van Achmea Rechtsbijstand van 18 maart 2022 wordt RK Groep gesommeerd de door [bedrijf] begrootte herstelkosten, de kosten van het rapport van [bedrijf] en een door [partij A] onverschuldigd betaald bedrag vóór 4 april 2022 aan [partij A] (terug) te betalen.
3.11.
RK Groep heeft Gras Advies ingeschakeld om te reageren op het rapport van [bedrijf]. Op 30 maart 2022 heeft Gras Advies een rapport daarover uitgebracht.
3.12.
Op 8 april 2022 heeft de advocaat van RK Groep gereageerd op de brief van Achmea Rechtsbijstand van 18 maart 2022; daarbij werd ter onderbouwing verwezen naar het rapport van Gras Advies.
3.13.
[bedrijf] heeft op 30 mei 2022 gereageerd op het rapport van Gras Advies en de brief van de advocaat van RK Groep van 8 april 2022.

4.Het geschil

4.1.
[partij A] vordert kort gezegd:
een bedrag van € 21.777,52 aan vervangende schadevergoeding;
een bedrag van € 2.751,84 aan vergoeding van de onderzoekskosten van [bedrijf];
een bedrag van € 1.252,35 aan vergoeding van de kosten van de reactie van [bedrijf] van 30 mei 2022;
een bedrag van € 2.400,00 wegens onverschuldigde betaling;
de wettelijke rente over de onder a) tot en met d) genoemde bedragen vanaf 18 maart 2022;
een bedrag van € 1.056,82 aan buitengerechtelijke kosten;
de proceskosten (inclusief nakosten van € 163,00 plus € 85,00 in geval van betekening), vermeerderd met de wettelijke rente.
4.2.
[partij A] stelt dat RK Groep haar verplichtingen uit de aannemingsovereenkomst niet (goed) is nagekomen en verwijst ter onderbouwing daarvan naar het rapport van [bedrijf]. Zo is volgens [partij A] het gazon niet groen en egaal, is het beregeningssysteem gebrekkig, zijn de grondwallen ondeugdelijk aangelegd, is sprake van gescheurde en loszittende tegels, zijn tegels onjuist gevoegd, is sprake van verzakkingen en is tot slot een hekwerk scheef geplaatst. Aangezien de prijzen in de bouw sinds het rapport van [bedrijf] flink zijn gestegen, vordert [partij A] 40% bovenop het in het rapport van [bedrijf] genoemde schadebedrag van € 15.555,38.
4.3.
RK Groep voert als verweer dat zij het werk naar behoren heeft uitgevoerd. Bovendien is het werk opgeleverd en kan zij dus niet meer aansprakelijk worden gehouden voor eventuele gebreken aan de tuin. Daarnaast kan geen waarde worden gehecht aan het rapport van [bedrijf], omdat [bedrijf] niet onafhankelijk zou zijn. RK Groep is bereid in totaal een bedrag van € 694,00 aan herstelkosten te betalen. Verder voert RK Groep verweer tegen de gevorderde prijsstijging van 40%. Deze prijsstijging moet volgens RK Groep worden afgewezen/verlaagd, onder meer omdat het voor rekening van [partij A] moet blijven dat hij RK Groep pas drie jaar na de oplevering heeft gedagvaard. Tot slot betwist RK Groep dat sprake is van een onverschuldigde betaling en voert zij verweer tegen de deskundigenkosten, de buitengerechtelijke kosten en de proceskosten.
4.4.
RK Groep vordert in reconventie veroordeling van [partij A] tot betaling van:
a. € 955,62, bestaande uit:
a. een openstaande factuur van € 1.149,62;
b. een contant overeengekomen bedrag van € 500,00;
c. minus de door RK Groep aan [partij A] toegezegde herstelbedragen van € 694,00;
de wettelijke rente over het onder a) genoemde bedrag vanaf 10 september 2021;
een bedrag van € 143,34 aan buitengerechtelijke incassokosten;
de proceskosten (inclusief nakosten), vermeerderd met de wettelijke rente.
4.5.
In reconventie vorderde RK Groep wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten (berekend) over het bedrag van € 1.649,62. Tijdens de mondelinge behandeling heeft RK Groep bij akte haar eis verminderd, waardoor zij nu alleen nog rente en buitengerechtelijke incassokosten vordert (berekend) over het bedrag van € 955,62.
4.6.
[partij A] is van mening dat hij de factuur niet hoeft te betalen, omdat de tuin ten tijde van de onderhoudswerkzaamheden niet was opgeleverd en de kosten daarvan daarom voor rekening van RK Groep moeten komen. Daarnaast voert [partij A] aan dat hij het genoemde ‘zwart’ overeengekomen bedrag van € 500,00 al heeft betaald.

5.De beoordeling

In conventie (vorderingen [partij A])
Waarde deskundigenrapport [bedrijf]
5.1.
De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van RK Groep dat geen waarde moet worden gehecht aan het rapport van [bedrijf]. Weliswaar heeft [partij A] eenzijdig de opdracht aan [bedrijf] gegeven en wordt [bedrijf] kennelijk vaker door Achmea Rechtsbijstand ingeschakeld, maar dit zijn geen redenen om aan de deskundigheid en het onafhankelijke oordeel van [bedrijf] te twijfelen. RK Groep heeft daarbij onvoldoende onderbouwd gesteld dat [bedrijf] voorbij is gegaan aan door RK Groep aangehaalde punten.
Oplevering
5.2.
Op grond van artikel 7:758 lid 3 BW is een aannemer ontslagen van aansprakelijkheid voor gebreken die de opdrachtgever ten tijde van de oplevering redelijkerwijs had moeten ontdekken.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat de tuin op 30 juni 2021 is opgeleverd. Op die dagheeft RK Groep immers een (gewijzigd) opleveringsformulier aan [partij A] toegestuurd. Daarop staat welke werkzaamheden zijn afgerond en welke opleveringspunten op dat moment nog open stonden. Aangezien [partij A] diezelfde dag in reactie daarop heeft gemaild dat alles op het opleveringsformulier klopt en hij de betaling in orde gaat maken, is de oplevering daarmee een feit.
5.4.
RK Groep kan dus alleen nog worden aangesproken voor gebreken die RK Groep ten tijde van de oplevering nog niet had hoeven ontdekken of die in het opleveringsformulier als openstaand punt zijn opgenomen. De gestelde gebreken worden hieronder afzonderlijk behandeld.
Gazon
-
niet groen
5.5.
Dat het gazon niet groen is, is onvoldoende door [partij A] onderbouwd. Hij verwijst alleen naar het rapport van [bedrijf], die daarover schrijft:
“de kleur van het gras was op expertisedatum echter redelijk voor de tijd van het jaar en grotendeels acceptabel.
(…)
de kleur van het gras wordt met een juist mestgift (weer) uniform.
(…)
het uitvoeren van een onderhoudsbemesting (…) behoort bij normaal onderhoud.”
5.6.
[bedrijf] vindt aldus dat geen sprake is van een gebrek, en dat de onderhoudsbemesting voor rekening van [partij A] dient te komen. De rechtbank sluit zich daarbij aan.
-
niet egaal
5.7.
Dat sprake is van gaten/oneffenheden in het gazon, wordt ondersteund door het rapport van [bedrijf]. Zij schrijft: “
het gazon moet worden hersteld door de gaten met fijne grond op te vullen en het gazon door te zaaien”. RK Groep heeft daar onvoldoende tegenin gebracht; Gras Advies schrijft ook niets over de kuilen in de grond. Op dit punt is aldus sprake van een gebrek.
5.8.
Echter zijn partijen de kuilen nagelopen en is op het opleveringsformulier van 30 juni 2021 het punt ‘gazon doorzaaien en kuilen opvullen met zwarte aarde’ als afgerond aangevinkt. [partij A] had dit punt voor/op 30 juni 2021 nog kunnen nalopen of inderdaad alle kuilen (voldoende) waren uitgevlakt. Dit heeft hij kennelijk niet gedaan. Dat hij de oneffenheden op dat moment niet had kunnen zien, is niet door hem gesteld.
5.9.
Dit gebrek valt dan ook onder de oplevering en RK Groep kan hier niet (meer) aansprakelijk voor worden gehouden.
Beregeningssysteem
5.10.
Over het beregeningssysteem schrijft [bedrijf] het volgende:
“Het bleek dat de pop-up-sproeiers geen goed bereik en geen goede waterverdeling te zien geven en dat de sproeipatronen soms sterk overlappen. En soms komt het water niet op de gewenste plaats (…). De stralen spuiten tegen de grondwallen aan zodat er grond van de taluds spoelt. Op die manier kunnen de nieuwe planten niet aangroeien en zich niet aan de grond hechten. De sproeiers spuiten nog steeds tegen de woning (rechts) en de garagemuur aan. De druppelslangen liggen niet overal op de grondwallen. (…) Het betreft een amateuristisch aangelegd beregeningssysteem waarvan de oorzaak ligt in het niet-maken van een beregeningsplan.
(…)
Er dient een sproeiplan gemaakt te worden dat rekening houdt met de vochtbehoefte van de gewassen die beregend moeten worden (…)”
[bedrijf] begroot de herstelkosten op € 2.500,00.
5.11.
Gras advies schrijft dat een beregeningsplan niet nodig is voor tuinen. Verder voert RK Groep onder meer als verweer dat zij suggesties heeft aangedragen voor drukverhogende pompen, maar dat [partij A] niks met die suggesties heeft gedaan.
5.12.
Of er nu al dan niet door RK groep een beregeningsplan opgesteld had moeten worden, het beregeningssysteem moet goed functioneren. Het is de rechtbank voldoende gebleken dat – gezien de opmerkingen van [bedrijf] – het aangelegde beregeningsysteem daar niet aan voldoet. Dit heeft onder meer tot gevolg gehad dat planten en bomen afstierven, zoals hierna ook aan de orde zal komen. Er is dus sprake van een gebrek.
5.13.
Dit gebrek valt niet onder de oplevering. Weliswaar stond het ‘afstellen van sproeiers’ op het opleveringsformulier van 30 juni 2021, maar de rechtbank is van oordeel dat [partij A] op die dag onvoldoende kon beoordelen of het beregeningssysteem vanaf dat moment wel goed genoeg functioneerde. Zo is niet meteen goed te beoordelen of met het opnieuw afstellen bepaalde planten wel voldoende water zouden krijgen. Ook mailde RK Groep dat zij op diezelfde dag (na de oplevering) nog langs zou komen voor de druppelleiding. Het beregeningssysteem was wat dat betreft dus ook nog een openstaand punt.
5.14.
Nu aldus sprake is van een gebrek en dit niet onder de oplevering valt, komen de herstelkosten voor rekening van RK Groep. RK groep heeft de hoogte van de door [bedrijf] begrootte herstelkosten niet betwist en de rechtbank wijst dan ook dit bedrag van € 2.500,00 toe.
Hekwerk
5.15.
In het rapport van [bedrijf] staat over het hekwerk:
“dat het hekwerk in de oosthoek van de tuin aan de daar aanwezige paal op de juiste manier moet worden bevestigd en niet moet aflopen naar het hekwerk van harmonicagaas. De rest kan blijven staan.”
[bedrijf] begroot de herstelkosten op € 120,00.
5.16.
RK Groep betwist niet dat er op dit vlak herstelwerkzaamheden aan het hekwerk moeten plaatsvinden en dit punt niet onder de oplevering valt. Dat sprake is van een gebrek en de herstelkosten voor rekening van RK Groep komen, staat dus vast.
5.17.
RK Groep voert wel verweer tegen de hoogte van het gevorderde bedrag. Zij stelt dat het een reparatie van enkele minuten betreft, er geen (extra) materiaal nodig is en € 120,00 daarom buitensporig is.
5.18.
Aangezien RK Groep haar stelling dat het een reparatie van enkele minuten betreft niet nader heeft onderbouwd en het door [bedrijf] begrootte bedrag niet buitensporig lijkt, gaat de rechtbank uit van dit bedrag en wordt een bedrag van € 120,00 aan herstelkosten toegewezen.
Beplanting
-
border
5.19.
Over de border stelt [partij A] dat de planten daar onvoldoende groeien, omdat daar door RK Groep onvoldoende diep is gespit en er slechts een dunne laag goede aarde is aangebracht. RK Groep voert onder meer als verweer dat dit geen probleem is voor de huidige beplanting.
5.20.
Vaststaat dat in de border slechts 20 centimeter aan goede teelaarde ligt en dat dit op zijn minst minimaal is. Echter blijkt niet uit het rapport van [bedrijf] dat dit tot problemen leidt. Ook Gras Advies schrijft dat dit bij de huidige beplanting niet tot problemen zou moeten leiden. Weliswaar zegt [partij A] dat de huidige planten onvoldoende groeien, maar hij heeft deze stelling onvoldoende onderbouwd.
5.21.
Aldus is onvoldoende onderbouwd gesteld dat sprake is van een gebrek.
-
Afgestorven krentenbomen (Amelanchiers)
5.22.
Tussen partijen is niet in geschil dat vier krentenbomen (Amelanchiers) dood zijn gegaan; volgens [bedrijf] doordat deze zijn verdroogd op de top van de grondwal. Bovendien schrijft [bedrijf] dat het water van het beregeningsysteem niet op de gewenste plaats komt, zoals op de grondwallen. De rechtbank acht het dan ook aannemelijk dat de bomen zijn afgestorven, omdat die via het (gebrekkige) beregeningsysteem onvoldoende water kregen. Dat [partij A] de bomen onvoldoende water heeft gegeven – zoals door RK Groep wordt gesteld – is onvoldoende gebleken.
5.23.
Aangezien de bomen kennelijk pas na oplevering zijn gestorven – RK Groep voert immers niet aan dat dit al voor de oplevering heeft plaatsgevonden – wijst de rechtbank de door [bedrijf] begrootte vervangingskosten van € 140,00 toe.
-
verbetering groeiplaatsomstandigheden Hedera Helix/klimop
5.24.
In het rapport van [bedrijf] staat:
“De Hedera helix die tegen de hekwerken zijn geplant zien er matig uit gezien de slechte bladkleur en ze zijn weinig gegroeid. Er is slechts 20 cm goede teelaarde en daaronder is de grond zanderig en voedingsarm. Er is evenwel (nog) geen uitval in opgetreden. Deze planten dienen m.i. een extra organische bemesting te krijgen en mogelijk ook extra nazorg waarvan water geven het belangrijkste is.”
5.25.
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van een gebrek. Volgens [bedrijf] groeien de planten niet optimaal en is de oorzaak dat RK Groep hier een te dunne laag goede teelaarde heeft aangebracht. Dat [partij A] – zoals door RK Groep gesteld – de planten onvoldoende water heeft gegeven, is onvoldoende gebleken. De kosten voor het verbeteren van de groeiplaatsomstandigheden komen dan ook voor rekening van RK Groep; van ‘regulier onderhoud’ is geen sprake.
5.26.
Het gebrek valt niet onder de oplevering. Op het opleverformulier staat dat de klimop is vervangen en is bijgemest. Daarnaast is een druppelslang langs de klimop aangelegd. [partij A] had op dat moment niet hoeven/kunnen ontdekken dat het probleem hiermee kennelijk nog niet was opgelost, en de Hedera Helix na de oplevering dus alsnog niet goed zouden groeien.
5.27.
De rechtbank wijst dan ook de door [bedrijf] genoemde kosten van € 250,00 voor het verbeteren van de groeiplaatsomstandigheden toe.
-
te lage Taxus Baccata geplant
5.28.
Nadat een aantal Taxus Baccata was afgestorven in 2021, heeft RK Groep ter vervanging nieuwe Taxussen geplant; volgens [bedrijf] over een lengte van 15 meter. De nieuwere Taxussen waren 20 centimeter kleiner dan de Taxussen die niet hoefden te worden vervangen. [bedrijf] heeft het over twee manieren van vergoeden: het prijsverschil vergoeden tussen de hogere Taxussen en de lagere variant (€ 300,00), of vervanging van de later geplaatste Taxussen (€ 900,00).
5.29.
Volgens RK Groep zijn even grote Taxussen teruggeplaatst, maar waren de eerder geplaatste struiken al gegroeid. Bovendien gaat het volgens RK Groep om een stuk van 8 meter in plaats van 15 meter. RK Groep is bereid € 144,00 te vergoeden.
5.30.
De rechtbank beoordeelt dit punt als een gebrek. Ook als hetzelfde formaat Taxus destijds zou zijn herplant als initieel was ingeplant, staat vast dat de nieuwe Taxussen gemiddeld 20 centimeter kleiner waren dan de reeds ingeplante Taxussen. Hierdoor is er op dat moment geen uniforme haag ontstaan, terwijl [partij A] dit wel had mogen verwachten. RK Groep had daar dus bij het herplanten rekening mee moeten houden.
5.31.
De rechtbank gaat ervan uit dat de Taxussen pas na de opleverdatum zijn afgestorven en dus niet onder de oplevering vallen, aangezien RK Groep daar niets over naar voren heeft gebracht. RK Groep is dus aansprakelijk voor dit gebrek.
5.32.
Voor de berekening van de hoogte van de vervangende schadevergoeding, gaat de rechtbank uit van het prijsverschil tussen de geplante Taxussen en de variant die 20 centimeter groter is. Dit acht de rechtbank het redelijkst, aangezien het een feit van algemene bekendheid is dat een Taxus Baccata gemiddeld 10 tot 25 centimeter per jaar groeit. Na één tot twee jaar zou de haag dan ook uniform qua lengte kunnen zijn. Vervanging van de haag is in dat geval geen redelijke oplossing.
5.33.
RK groep heeft aan de hand van een foto en afmetingen van een hekwerk (waarlangs de Taxussen staan) onderbouwd dat de lagere Taxussen zijn herplant over een afstand van 8 meter in plaats van 15 meter. Gezien deze gemotiveerde betwisting van RK Groep, had het op de weg van [partij A] gelegen om zijn stelling dat over een lengte van 15 meter nieuwe Taxussen zijn geplant nader te onderbouwen. [partij A] stelde tijdens de mondelinge behandeling dat niet sprake is van één, maar van twee stukken waarbij Taxussen zijn vervangen, maar hij heeft ook dit niet verder onderbouwd. De rechtbank gaat dan ook uit van 8 meter.
5.34.
De rechtbank wijst dan ook 8/15 van het door [bedrijf] genoemde bedrag (€ 300,00) toe en komt dan uit op een bedrag van € 160,00.
-
verplaatsing Taxussen
5.35.
In het rapport van [bedrijf] staat dat Taxusplanten in de tuin zijn weggehaald en in de haag aan de andere zijde van de poort zijn geplant, omdat die Taxussen waren afgestorven. [bedrijf] begroot een bedrag aan vervangingskosten.
5.36.
RK Groep verwijst naar de afspraken hierover in het opleveringsformulier. Daarin staat:
“Resterende punten/ nog uit te voeren werkzaamheden (…)
(…) Tot slot is afgesproken dat (…) de dode Taxus Baccata aan de voorzijde worden vervangen met de Taxus Baccata die reeds aan de zijkant zijn ingeplant.”
5.37.
Nu [partij A] aldus heeft ingestemd met deze wijze van vervanging, kan hij niet achteraf vervangingskosten vorderen. De rechtbank wijst deze vordering daarom af.
-
aanvulling Vinca-planten en Hedera Helix
5.38.
In het rapport van [bedrijf] staat dat de plantdichtheid van de Vinca-planten en Hedera Helix veel dichter moet zijn, omdat de wortels niet gemakkelijk in de grond op het steile talud zullen kunnen wortelen. Volgens [bedrijf] moeten er 150 planten bij, totaal begroot op € 750,00 inclusief grondverbeteringsmateriaal.
5.39.
RK groep voert als verweer dat dit punt onder de oplevering valt en zij verwijst naar het opleveringsformulier. Hierin staat:
“Grondwal inplanten met bodembedekkers, bestaand uit 5 stuks per m2 (50% Hedera Hibernica 80-100 cm en 50% Maagdenpalm P9).”[toevoeging rechtbank: aangevinkt als afgerond]
Daarnaast voert zij aan dat zij de grondwal uit coulance door RK Groep heeft ingeplant, aangezien partijen daarover initieel geen afspraken hadden gemaakt.
5.40.
De rechtbank overweegt dat partijen kennelijk op enig moment afspraken hebben gemaakt over het inplanten van de grondwal; nu RK Groep dat werk heeft gedaan, moet zij dat deugdelijk opleveren.
5.41.
RK Groep voert geen verweer tegen de opvatting van [bedrijf] dat te weinig planten zijn aangebracht. De rechtbank gaat dan ook uit van het rapport van [bedrijf] en beoordeelt dit als een gebrek.
5.42.
[partij A] had bovendien op basis van de afspraak in het opleveringsformulier niet hoeven te begrijpen dat de planten niet gemakkelijk kunnen wortelen en dus een (nog) hogere plantdichtheid was vereist. RK Groep kan dus – ondanks hetgeen is opgenomen in het opleveringsformulier – nog altijd aansprakelijk worden gehouden voor dit gebrek.
5.43.
De rechtbank wijst dan ook het bedrag van € 750,00 toe.
Bestrating
-
vervangen zes tegels
5.44.
In het rapport van [bedrijf] staat dat zes tegels moeten worden vervangen, omdat die zijn beschadigd. Dit zou € 150,00 kosten, tenzij het kleurverschil tussen de tegels zo groot is als op dit moment; in dat geval moet de hele entree van 12,15 m2 worden vervangen en betreft de kostenpost € 1.200,00.
5.45.
RK Groep voert als verweer dat dit punt is opgeleverd en verwijst hierbij naar het opleveringsformulier.
5.46.
In het opleveringsformulier staat:
“8 Bestrating en voegen nalopen met de klant.[toevoeging rechtbank: aangevinkt als afgerond]
9 Voor de nieuwe tegels inmaken, zodat het pad breder wordt en gelijk loopt met het raam (…)[toevoeging rechtbank: aangevinkt als afgerond, met de volgende opmerking erbij:]
Indien offerte akkoord is, anders kleurverschil qua tegels, omdat het om betontegels gaat.
(…)
Resterende punten/ nog uit te voeren werkzaamheden (…):
“(…) Bij opleveringspunt 9 worden eerst de kapotte tegels vervangen, hierna zal het straatwerk worden ingevoegd.”
5.47.
Het is duidelijk dat kapotte tegels als een gebrek moeten worden aangemerkt. Dit gebrek valt bovendien niet onder de oplevering, aangezien in het opleveringsformulier ook staat dat de kapotte tegels nog moesten worden vervangen.
5.48.
Voor de begroting van de schade gaat de rechtbank uit van vervanging van de gehele entree. Dat sprake is van kleurverschil tussen de verschillende badges tegels staat vast en kennelijk zijn er geen extra tegels van de eerste badge beschikbaar. Bovendien hoeft [partij A] geen kleurverschil te accepteren, temeer nu partijen hier eerder juist afspraken over hadden gemaakt.
5.49.
Zo hadden partijen al eerder juist tegels verplaatst om kleurverschil te voorkomen. Tijdens de mondelinge behandeling verklaarden partijen immers dat zij op enig moment waren overeengekomen dat een extra rij tegels aan de voorkant van het huis zou worden toegevoegd. Als voor de nieuwe rij tegels nieuwe tegels zouden worden besteld, zou er kleurverschil tussen de tegels zichtbaar zijn, omdat de tegels uit verschillende badges komen. Om dit te voorkomen, is afgesproken om de tegels die al voor de woning lagen, naar achter de woning te verplaatsen. Daarmee kon het terras achter – dat al van dezelfde badge tegels was aangelegd – dan groter worden gemaakt. Voor de voorkant konden dan nieuwe tegels worden besteld. Hierover is dus ook kort wat opgenomen in het opleveringsformulier (opleverpunt 9).
5.50.
Nu de gehele entree moet worden vervangen en geen verweer is gevoerd tegen de door [bedrijf] genoemde schadebedragen, begroot de rechtbank de schade op € 1.200,00.
-
inrit
5.51.
Bij de inrit is sprake van een gebrek, nu de tegels daar van elkaar zijn gaan wijken. [bedrijf] begroot de kosten op € 400,00 en RK Groep heeft gezegd deze kosten te willen vergoeden.
5.52.
De rechtbank wijst dan ook een bedrag van € 400,00 toe.
-
bestrating
5.53.
In het rapport van [bedrijf] wordt over de bestrating onder meer het volgende opgemerkt:
  • “De opsluiting van de tegels is middels 6 cm dikke betonbanden die op diverse plaatsen 10 mm verzakt is, waardoor de tegels plaatselijk zijn gaan wijken. (…)
  • In de paden is geen tot nagenoeg geen afschot aangebracht (…) Op sommige plaatsen zoals voor de berging en de zijkant van de woning komen daardoor plassen voor (en groene aanslag op de tegels). Het afschot behoort minstens 1% te zijn (…) maar hier is 0 tot 0,5% gemeten.
  • De tegelverharding onder de carport ligt enigszins op tegenschot (0,5%) (…) Omdat de dubbele carport overkapt is beoordeel ik dat niet als een ernstige fout maar hier is wel weer spoorvorming vastgesteld. (…) en de tegels mogen sowieso niet binnen een jaar na verwerking ervan verzakken. Er is hier klaarblijkelijk (nog steeds) niet goed verdicht (…)
  • Ook het grote tegelterras onder de overkapping (…) is nagenoeg geen afschot aangebracht. Omdat het gazon afloopt is dat niet zeer ernstig maar ik beoordeel het als weinig professioneel.”
Alles bij elkaar begroot [bedrijf] de kosten op € 1.200,00 en € 250,00 voor breuk- en snijverlies van de tegels.
5.54.
RK Groep stelt dat qua afschot geen sprake is van een gebrek en de bestrating bovendien onder de oplevering valt. Zij verwijst hierbij naar het rapport van Gras advies. Gras Advies schrijft dat het water voldoende kan wegstromen, dat er geen opsluiting van water plaatsvindt en een afschot van 0,5% gebruikelijk is. Volgens Gras Advies zal groene aanslag niet verholpen worden als er meer afschot zou worden gehanteerd.
5.55.
De rechtbank is van oordeel dat de verzakkingen als gebreken dienen te worden aangemerkt; hiertegen is ook geen verweer gevoerd. Dat ook het afschot op de genoemde plekken als een gebrek moet worden aangemerkt is onvoldoende onderbouwd gesteld. Aangezien Gras Advies stelt dat een afschot van 0,5% voldoende is, had het op de weg van [partij A] gelegen om nader te onderbouwen dat RK Groep hierin niet gevolgd moet worden en hij daadwerkelijk grote hinder van de situatie ondervindt. Bovendien beoordeelt [bedrijf] ook niet op alle plekken in de tuin het afschot als ernstig. Het is niet duidelijk of [bedrijf] daarvoor wel een herstelbedrag begroot.
5.56.
Aangezien de verzakkingen kennelijk na de opleverdatum zijn opgetreden, valt dit gebrek niet onder de oplevering.
5.57.
Het is de rechtbank niet duidelijk welk gedeelte van de begrootte € 1.200,00 op welke delen van de bestrating ziet. De rechtbank stelt de schadepost voor de verzakkingen naar redelijkheid vast op € 800,00 plus € 200,00 voor het breuk- en snijverlies.
-
Schade borstwering
5.58.
In het rapport van [bedrijf] staat dat bij de verwerking van tegels bij de entree op twee plaatsen schade aan de grijs geverfde borstwering van de woning is ontstaan. [partij A] vordert € 250,00 aan herstelkosten. RK Groep ontkent dat zij deze schade heeft veroorzaakt.
5.59.
De rechtbank wijst deze vordering af. In het licht van de betwisting van RK Groep dat zij die schade heeft veroorzaakt, heeft [partij A] onvoldoende onderbouwd gesteld dat RK Groep deze schade heeft toegebracht. [bedrijf] schrijft weliswaar dat - gezien de cirkelvormige streep op de muur – de schade bij het leggen van twee tegels moet zijn aangebracht, maar de rechtbank acht dit onvoldoende om vast te stellen dat RK Groep dit heeft gedaan.
5.60.
De rechtbank wijst deze vordering dan ook af.
Omvang schade
5.61.
Gezien het voorgaande komen de totale herstelkosten uit op:
Beregeningssysteem € 2.500,00
Hekwerk € 120,00
Krentenbomen € 140,00
Verbetering groeiplaatsomstandigheden € 250,00
Prijsverschil Taxus Baccata € 160,00
Aanvulling Vinca planten en Hedera Helix € 750,00
Bestrating entree € 1.200,00
Bestrating inrit € 400,00
Verzakkingen bestrating € 1.000,00
_____________
€ 6.520,00
5.62.
Volgens [bedrijf] zijn dit de kosten voor herstel als RK Groep zelf de gebreken zou herstellen, en komt er 35% bovenop deze prijs als een derde partij de gebreken moet herstellen. Verder stelt [partij A] dat de herstelkosten vanwege prijsstijgingen met 40% zijn gestegen.
5.63.
De rechtbank wijst de 35% bovenop de begrootte herstelkosten toe. [partij A] is (sinds de omzettingsverklaring) immers aangewezen op herstel door een derde en herstel door een derde is duurder; dan komt er immers onder meer een commerciële opslag bovenop de kostprijs. Hiertegen is onvoldoende verweer gevoerd door RK Groep. Het herstelbedrag komt dan ook uit op € 8.802,00 (€ 6.520,00 x 1,35).
5.64.
De gevorderde prijsstijging wijst de rechtbank af. Het moment van de omzetting (10 januari 2022) geldt als peildatum voor de begroting van de schade. Met de omzetting is de verbintenis van RK Groep om de gebreken te herstellen namelijk omgezet in een verbintenis tot het betalen van een vervangende schadevergoeding. Dit maakt dat het [partij A] na de omzetting duidelijk was of had moeten zijn dat hij voor herstel een derde moest inschakelen en hij daarvoor RK Groep niet meer kon aanspreken. Als [partij A] al met het inschakelen van derden heeft gewacht (tijdens de mondelinge behandeling verklaarde hij al een deel van de herstelwerkzaamheden door een derde te hebben laten verrichten) en daardoor een hogere vergoeding heeft moeten betalen, komt dat dus voor zijn eigen rekening.
5.65.
RK Groep heeft verklaard een deel van de herstelkosten te willen vergoeden, te weten een bedrag van € 694,00. Dit bedrag trekt RK Groep af van de vordering in reconventie. De rechtbank leest hierin in conventie een beroep op verrekening. Zoals hieronder aan de orde zal komen, wordt de vordering in reconventie toegewezen. Bovendien heeft [partij A] geen verweer gevoerd tegen het feit dat RK Groep het toegezegde bedrag verrekent met haar vordering in reconventie. De rechtbank oordeelt dan ook dat het beroep op verrekening slaagt.
5.66.
In conventie wordt daarom een bedrag van € 8.108,00 (€ 8.802,00 - € 694,00) toegewezen.
Onverschuldigde betaling
5.67.
[partij A] heeft € 2.400,00 contant aan RK Groep betaald. Volgens [partij A] is dit onverschuldigd betaald, omdat dit bedrag niet zou zijn gecorrigeerd in de facturen.
5.68.
Uit de correspondentie tussen partijen van 30 juni 2021 tot en met 2 juli 2021 blijkt dat zij – naast de facturen - € 2.500,00 zwart zijn overeengekomen voor extra werkzaamheden, namelijk voor het afvoeren van zand en onkruid. Uit de e-mailwisseling blijkt bovendien dat RK Groep daartoe twee facturen heeft gecrediteerd. Uiteindelijk is via WhatsApp afgesproken dat niet € 2.500,00, maar € 2.400,00 contant zou worden betaald.
5.69.
Hieruit blijkt aldus dat partijen het voorgaande zijn overeengekomen, dat dit met de factuurbedragen is gecorrigeerd en dat van een onverschuldigde betaling geen sprake is.
5.70.
De rechtbank wijst deze vordering dan ook af.
Kosten [bedrijf]
5.71.
[partij A] vordert vergoeding van de kosten van [bedrijf]. Volgens RK Groep moeten deze kosten voor rekening van [partij A] blijven, omdat het een eenzijdig en niet-onafhankelijk onderzoek betrof.
5.72.
Zoals hiervoor onder rechtsoverweging 5.1 genoemd, deelt de rechtbank de visie van RK Groep niet dat het onderzoek niet-onafhankelijk zou zijn.
5.73.
De kosten voor het rapport van [bedrijf] betreffen redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid (zoals bedoeld in artikel 6:96 sub b van het Burgerlijk Wetboek). Op basis van het rapport kan immers worden vastgesteld in hoeverre de tuin deugdelijk is aangelegd. Aangezien is vastgesteld dat sprake is van diverse gebreken aan de aangelegde tuin, komen de kosten van het rapport voor rekening van RK Groep.
5.74.
Ook de kosten voor de aanvullende reactie wijst de rechtbank toe, aangezien het redelijk is dat [bedrijf] is gevraagd te reageren op het rapport van Gras Advies.
Wettelijke rente
5.75.
[partij A] vordert wettelijke rente over zijn vorderingen vanaf 18 maart 2022.
5.76.
Aangezien RK Groep na de omzetting onmiddellijk in verzuim was, was RK Groep op 18 maart 2022 ook al in verzuim. De wettelijke rente over de toegewezen schadevergoeding kan dus vanaf de door [partij A] gevorderde datum worden toegewezen.
5.77.
Op 23 oktober 2024 heeft RK Groep zich in de conclusie van antwoord beroepen op verrekening. De opbouw van wettelijke rente over het bedrag van € 694,00 is daarom op die datum gestopt.
5.78.
RK Groep is (per brief van 18 maart 2022) tot 4 april 2022 in de gelegenheid gesteld de kosten van [bedrijf] te vergoeden. Aangezien RK Groep niet tot betaling hiervan is overgegaan, was RK Groep vanaf 4 april 2022 in verzuim en is vanaf dat moment de wettelijke rente over deze expertisekosten gaan lopen.
5.79.
Voor zover de rechtbank bekend, is RK Groep pas bij dagvaarding verzocht ook de kosten van de reactie van [bedrijf] op het rapport van Gras Advies te vergoeden. De wettelijke rente over dat bedrag gaat dan ook vanaf dat moment lopen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.80.
[partij A] maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is en [partij A] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De buitengerechtelijke kosten worden berekend over het schadebedrag van € 8.802,00, omdat de verrekening (ad € 694,00) pas heeft plaatsgevonden nadat de incassowerkzaamheden al waren verricht.
5.81.
De rechtbank wijst daarom een bedrag van € 986,27 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten toe.
Proceskosten
5.82.
Aangezien RK Groep ten aanzien van meerdere gebreken in het ongelijk is gesteld, moet zij de proceskosten (naar rato van het toe te wijzen bedrag en inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [partij A] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
135,97
- griffierecht
1.325,00
- salaris advocaat
1.042,00
(2 punten × € 521,00)
- nakosten
163,00 [1]
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
2.665,97
5.83.
De wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen, zoals vermeld in de beslissing.
In reconventie (vorderingen RK Groep)
Betaling factuur en zwart overeengekomen bedrag
5.84.
RK Groep vordert betaling van een factuur van 27 augustus 2021 (ad € 1.149,62) en een tussen partijen zwart overeengekomen bedrag van € 500,00.
5.85.
Volgens [partij A] hoeft hij de factuur niet te betalen omdat de factuur ziet op onderhoudswerkzaamheden en hij – zolang niet is opgeleverd – niet voor onderhoud hoeft te betalen.
5.86.
De rechtbank wijst de vorderingen van RK Groep toe. Zoals hiervoor al overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tuin op 30 juni 2021 is opgeleverd. Bovendien zijn partijen de onderhoudswerkzaamheden overeengekomen. Dit blijkt uit een mailwisseling tussen partijen, waarbij [partij A] op 31 augustus 2021 aan RK Groep schrijft:
“Ook nog een andere factuur ontvangen voor het onderhoud van vorige week. Kan ik die contant voldoen zonder de btw?”
5.87.
[partij A] moet deze factuur dus gewoon betalen.
5.88.
Dat [partij A] het bedrag van € 500,00 moet betalen, is niet door [partij A] betwist. Hij stelt echter dat hij dit bedrag al heeft betaald. [partij A] heeft hier de bewijslast van, nu dit door RK Groep wordt betwist. [partij A] stelde in de dagvaarding nog dat hij – naast de facturen – slechts € 2.400,00 contant had voldaan. Aangezien [partij A] zijn stelling dat hij toch nog € 500,00 extra contant heeft betaald niet nader heeft onderbouwd, gaat de rechtbank aan dit verweer voorbij.
5.89.
RK Groep heeft het door haar (in conventie) toegezegde bedrag van in totaal € 694,00 verrekend met haar vordering van € 1.649,62, waardoor in totaal een tegenvordering overblijft van € 955,62. Dit bedrag wordt toegewezen.
5.90.
De gevorderde wettelijke rente wordt toegewezen vanaf 11 september 2021, omdat op dat moment de betalingstermijn van veertien dagen was verstreken. Voor het contant overeengekomen bedrag wordt dezelfde termijn gehanteerd, omdat ook dit bedrag in eerste instantie op de factuur stond vermeld met de genoemde betalingstermijn; dat vervolgens is overeengekomen dat een deel van het bedrag contant zou worden voldaan, maakt de betalingstermijn niet anders.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.91.
RK Groep maakt aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van toepassing is. RK Groep heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht, waaronder een aanmaning van 28 oktober 2021. Echter is [partij A] een consument en daarvoor geldt op grond van artikel 6:96 lid 6 van het Burgerlijk Wetboek dat voor toewijzing van de buitengerechtelijk incassokosten is vereist dat hem een betalingstermijn van veertien dagen is gegeven, ingaande ‘de dag na ontvangst daarvan’. De door RK Groep gegeven termijn van ‘veertien dagen na heden’ voldoet hier niet aan. waardoor de rechtbank de vordering moet afwijzen. [2]
5.92.
De rechtbank wijst de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten dan ook af.
Proceskosten
5.93.
[partij A] wordt in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [partij A] worden begroot op:
- salaris advocaat
1.042,00
(2 punten × € 521,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.220,00

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt RK Groep om aan [partij A] te betalen een bedrag van € 8.108,00 aan vervangende schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, met ingang van 18 maart 2022 tot de dag van volledige betaling;
6.2.
veroordeelt RK Groep om aan [partij A] te betalen de wettelijke rente over een bedrag van € 694,00, vanaf 18 maart 2022 tot 23 oktober 2024;
6.3.
veroordeelt RK Groep om aan [partij A] te betalen een bedrag van € 2.751,84 aan vergoeding van de onderzoekskosten van [bedrijf], te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf 4 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
6.4.
veroordeelt RK Groep om aan [partij A] te betalen een bedrag van € 1.252,35 aan vergoeding van de aanvullende kosten van [bedrijf], te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW, vanaf de datum van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
6.5.
veroordeelt RK Groep om aan [partij A] te betalen een bedrag van € 986,27 aan buitengerechtelijke incassokosten;
6.6.
veroordeelt RK Groep de proceskosten van [partij A] van € 2.665,97, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 85,00 [3] plus de kosten van betekening als RK Groep niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.7.
veroordeelt RK Groep om aan [partij A] de wettelijke rente over de proceskosten te betalen als deze niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis aan [partij A] zijn betaald.
in reconventie
6.8.
veroordeelt [partij A] om aan RK Groep te betalen een bedrag van € 955,62, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 11 september 2021 tot aan de dag van volledige betaling;
6.9.
veroordeelt [partij A] in de proceskosten van RK Groep ad € 1.220,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als [partij A] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.10.
veroordeelt [partij A] om aan RK Groep de wettelijke rente over de proceskosten te betalen als deze niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis aan RK Groep zijn betaald.
in conventie en in reconventie
6.11.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.12.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. U. van Houten en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2025. (JK)

Voetnoten

1.Het door [partij A] gevorderde bedrag aan nakosten (€ 163,00) valt binnen de door de LOVCK vastgestelde liquidatietarieven die gelden vanaf 1 februari 2024 (€ 178,00) en kan daarom worden toegewezen.
2.Zie ook: HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704.
3.Het door [partij A] gevorderde bedrag aan extra nakosten (€ 85,00) valt binnen de door de LOVCK vastgestelde liquidatietarieven die gelden vanaf 1 februari 2024 (€ 92,00) en kan daarom worden toegewezen.