ECLI:NL:RBOVE:2025:1613

• Datum uitspraak: 25 maart 2025
• Publicatiedatum: 24 maart 2025
• Zaaknummer: 08.284913-24 en 08.121207-22 (vnvv)
• Instantie: Rechtbank Overijssel
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht
• Procedures: Tussenuitspraak
• Rechters: G.H. Meijer; J. de Ruiter; M. Vodegel
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Tussenvonnis in strafzaak met heropening van het onderzoek en schorsing voor onbepaalde tijd

Op 25 maart 2025 heeft de Rechtbank Overijssel een tussenvonnis gewezen in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2003. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting heropend en voor onbepaalde tijd geschorst, zodat een getuigenverhoor van de aangeefster kan plaatsvinden. Dit besluit volgde op het onderzoek dat op 11 maart 2025 heeft plaatsgevonden, waarbij de rechtbank constateerde dat het onderzoek niet volledig was. De officier van justitie en de verdediging hebben geen bezwaar gemaakt tegen het heropenen van het onderzoek. De rechtbank heeft de zaak verwezen naar een rechter-commissaris voor het verhoor van de getuige. De rechtbank heeft ook bepaald dat de verdachte op een later tijdstip moet worden opgeroepen voor de zitting, met een verwachte behandelduur van ongeveer negentig minuten. Het tussenvonnis is uitgesproken door de rechters G.H. Meijer, J. de Ruiter en M. Vodegel, in aanwezigheid van griffier N. Klunder.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht

Meervoudige kamer

Zittingsplaats Zwolle

Parketnummers: 08.284913-24 en 08.121207-22 (vnvv)

Datum tussenvonnis: 25 maart 2025

Tussenvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum 1] 2003 in [geboorteplaats 1] ,

wonende aan het [adres] .

1. Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 11 maart 2025.

De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsvrouwen mr. I. Stas en mr. A. Derks, advocaten in Almere, naar voren is gebracht.

2. Nader onderzoek

2.1

Onderzoek naar het feit

Het is de rechtbank na de sluiting van het onderzoek ter terechtzitting bij de beraadslaging gebleken dat het onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte voor wat betreft het onder feit 1 ten laste gelegde niet volledig is geweest. De rechtbank acht het, vóórdat zij eindvonnis kan wijzen, noodzakelijk dat aangeefster [aangeefster] als getuige nader wordt gehoord.

De rechtbank zal de zaak verwijzen naar een uit haar midden te benoemen rechter-commissaris. De rechtbank heeft van de officier van justitie en de verdediging vernomen dat zij hier geen bezwaar tegen hebben.

2.2

Schorsing onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd

De rechtbank zal het onderzoek ter terechtzitting heropenen en het onderzoek voor onbepaalde tijd schorsen tot een nader te bepalen datum zodat voornoemde onderzoekshandeling kan worden uitgevoerd.

3. De beslissing

De rechtbank:

heropening onderzoek ter terechtzitting

-
heropent het onderzoek;

nader onderzoek

- bepaalt dat de volgende
getuige (aangeefster) door de rechter-commissaris ter zake het hiervoor overwogene zal worden
gehoord:


[aangeefster] , geboren op [geboortedatum 2] 2003 in [geboorteplaats 2] ;

• benoemt daartoe uit haar midden tot rechter-commissaris: mr. J. de Ruiter;
• stelt daartoe de

schorsing onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd

-
schorst het onderzoek ter terechtzitting voor
onbepaalde tijd en beveelt hervatting daarvan tegen een nog nader te bepalen tijdstip en de oproeping van de verdachte voor die zitting (met een verwachte behandelduur van ongeveer negentig minuten), met tijdige kennisgeving van de zittingsdatum en dat tijdstip aan de
raadsvrouwen van de verdachte en de
benadeelde partijen [aangeefster] en [naam] en hun
raadsman mr. M.L. de Jong .

Dit tussenvonnis is gewezen door mr. G.H. Meijer, voorzitter, mr. J. de Ruiter en

mr. M. Vodegel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Klunder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 25 maart 2025.

Buiten staat

mr. J. de Ruiter is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.