3.5Het oordeel van de rechtbank
Op 25 november 2024 heeft [slachtoffer 4] aangifte gedaan van poging tot diefstal uit zijn woning aan de [adres 4] . In de nacht van 11 november 2024 werd hij omstreeks 03:40 uur wakker van een schrapend geluid van staal op staal. Hij is toen naar beneden gelopen en zag voor de voordeur een man staan. [slachtoffer 4] zag dat de man donkere kleding droeg, dat hij in een gebukte houding stond en dat er iets door de brievenbus naar binnen stak. Op het moment dat de man [slachtoffer 4] opmerkte, stopte de man met wat hij deed en schoot hij weg. [slachtoffer 4] heeft toen de politie gebeld.
[slachtoffer 3] heeft op 11 november 2024 aangifte gedaan van poging tot diefstal uit haar woning aan de [adres 3] . In de ochtend van 11 november 2024 zag zij via de app van haar deurcamera dat er die nacht bewegingen voor de deur hadden plaatsgevonden. Zij zag op de beelden een man richting haar voordeur lopen. [slachtoffer 3] beschrijft dat het er op de beelden op lijkt dat de man een voorwerp uit zijn jas tevoorschijn haalt om deze vervolgens binnen te brengen via de brievenbus om de woning binnen te komen. Zij zag vervolgens dat hij, na een aantal pogingen, zijn poging staakte. [slachtoffer 3] omschrijft de man als iemand met een tenger postuur, met een donkerkleurige pet en een donkere parka jas met capuchon.De beelden van de deurbel zijn gedeeld met de politie. Daaruit blijkt dat de beelden zijn opgenomen van 03:53 uur tot 03:54 uur. De politie heeft de beelden ook uitgekeken. De politie beschrijft onder meer dat de man dicht bij de voordeur gaat staan, dat hij met zijn bovenlijf naar beneden bukt en dat hij waarschijnlijk door zijn knieën gaat voor de voordeur.
Enkele minuten later, om 03:58 uur, is verdachte door de politie aangetroffen op de [adres 5] .Uit Google Maps blijkt dat de [adres 5] parallel ligt aan de [adres 3] met slechts een blok huizen ertussen.
Verbalisant [verbalisant 1] heeft verdachte op de hiervoor genoemde beelden van de deurcamera herkend. Hij heeft verklaard dat hij verdachte in zijn loopbaan herhaaldelijk heeft gesproken en aangetroffen en ook enkele malen heeft aangehouden. Hoewel de beelden niet heel erg duidelijk zijn, herkent hij verdachte, omdat hij verdachte op 11 november 2024 omstreeks 4.00 uur heeft aangetroffen naar aanleiding van een melding van een mogelijke poging tot inbraak. [verbalisant 1] herkent op de beelden ook de pet en de kleding van verdachte, omdat verdachte deze kleding droeg toen [verbalisant 1] hem staande hield die nacht.
Ook verbalisant [verbalisant 2] heeft verdachte herkend op twee stills van de genoemde camerabeelden. [verbalisant 2] heeft daarover verklaard dat hij verdachte bij het zien van de beelden gelijk herkende. Hij kent verdachte vanuit zijn werkzaamheden als incidentafhandelaar in de noodhulp en hij herkent hem, omdat hij hem, samen met zijn collega [verbalisant 1] , gecontroleerd heeft op 11 november 2024 omstreeks 4.00 uur, naar aanleiding van een melding. [verbalisant 2] herkent verdachte aan een ingevallen, mager gezicht met een spitse kin en opvallend grote oren. Verdachte droeg een halflange donkerblauwe jas. [verbalisant 2] herkende de jas op de beelden als de jas die verdachte droeg. De jas was hem opgevallen omdat verdachte in meerdere zakken goederen had zitten, waaronder een zwarte pet, die ook op de beelden te zien is.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 11 maart 2025 verklaard dat hij op 6 december 2024 door middel van “hengelen” met een verbogen stuk ijzerdraad door de brievenbus, een woning aan de [adres 2] is binnen gegaan en dat hij daar toen spullen heeft gestolen. Verdachte heeft verklaard dat hij die avond op pad ging om in te breken en dat hij hiervoor ook een ijzerdraadje had meegenomen. Verdachte heeft ook verklaard dat hij dit vaker heeft gedaan.
Betrouwbaarheid herkenningen
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de camerabeelden en “de stills” die zich in het dossier bevinden van voldoende kwaliteit en voldoende duidelijk om als basis voor een herkenning te dienen. Op de beelden is een magere man te zien die in het donker gekleed is, met een driekwart lange jas en een donker petje. Het gezicht van de persoon is niet scherp te zien, maar wel zichtbaar.
Verdachte is op de beelden door meerdere verbalisanten afzonderlijk herkend. [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben verdachte met name herkend, omdat zij verdachte één huizenblok verderop hebben aangetroffen, slechts enkele minuten na het moment waarop de beelden zijn opgenomen. Zij zijn toen gedurende ongeveer vijftien minuten met verdachte in contact geweest. Zij hebben hem aangesproken, een bekeuring gegeven, omdat hij geen identiteitsbewijs bij zich had en zij hebben de spullen die verdachte bij zich had in beslag genomen.
Het verweer van de raadsvrouw dat de verbalisanten verdachte slechts denken te herkennen op de beelden, omdat zij weten dat hij de desbetreffende nacht in de buurt was, volgt de rechtbank niet. De reden daarvoor is dat de verbalisanten inzichtelijk hebben gemotiveerd hoe zij tot herkenning van verdachte zijn gekomen op basis van uiterlijke kenmerken zoals het gelaat ( [verbalisant 2] : ingevallen, mager gezicht met een spitse kin en opvallend grote oren) en de kleding ( [verbalisant 2] : halflange donkerblauwe jas die was opgevallen, omdat verdachte in meerdere zakken goederen had zitten, waaronder een zwarte pet, en [verbalisant 1] : de pet en de kleding die [verdachte] droeg toen [verbalisant 1] hem staande hield). Bovendien kennen verbalisanten verdachte ambtshalve al langere tijd.
Gezien het voorgaande acht de rechtbank de herkenningen van de verbalisanten specifiek en onderscheidend. Van feiten of omstandigheden die de herkenningen zouden kunnen falsificeren of onbetrouwbaar zouden kunnen maken, is de rechtbank niet gebleken. De rechtbank is van oordeel dat de herkenningen door de hierboven genoemde verbalisanten betrouwbaar zijn.
De rechtbank stelt op grond van de herkenningen vast dat verdachte de persoon is geweest die in de nacht van 11 november 2024 bij de woningen aan de [adres 3] en de [adres 4] is geweest.
Poging diefstal met valse sleutel
De rechtbank is verder van oordeel dat verdachte zich in die nacht twee keer schuldig heeft gemaakt aan een poging diefstal met valse sleutel. Hiervoor is van belang dat [slachtoffer 4] heeft gezien dat verdachte in een gebukte houding stond en dat er iets door de brievenbus naar binnen stak en dat op de camerabeelden van [slachtoffer 3] is te zien dat verdachte dicht bij de voordeur gaat staan, bukt en waarschijnlijk door zijn knieën gaat voor de voordeur. Deze gedragingen duiden erop dat verdachte heeft geprobeerd door middel van “hengelen” de woningen binnen te gaan met het doel om daar spullen te stelen. Deze manier van opereren komt ook overeen met de manier waarop verdachte de bewezen verklaarde diefstal op 6 december 2024 heeft gepleegd en is, zowel volgens de politie als volgens verdachte zelf, zijn “modus operandi”.
De verklaring van verdachte dat hij die nacht in de buurt was om een fiets te zoeken, acht de rechtbank, in het licht van het voorgaande, niet geloofwaardig.
Gezien het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.