ECLI:NL:RBOVE:2025:1583

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
21 maart 2025
Zaaknummer
AK_24_2806
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar met betrekking tot verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid

In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiser beoordeeld dat is ingesteld op 8 juni 2024. Eiser stelt dat verweerder, het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst IJsselland, niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 4 september 2023, dat betrekking heeft op een verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo) van 3 juli 2023. Verweerder heeft het verzoek om informatie afgewezen in een besluit van 31 juli 2023. Eiser heeft verweerder op 18 mei 2024 in gebreke gesteld, omdat er geen beslissing was genomen op zijn bezwaar. Na de ingebrekestelling heeft verweerder op 11 september 2024 alsnog een besluit genomen op het bezwaar van eiser.

De rechtbank heeft het beroep op 20 februari 2025 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat er geen procesbelang meer is. Dit komt doordat verweerder na de ingebrekestelling alsnog een beslissing heeft genomen op het bezwaar van eiser, en eiser inmiddels een ander inhoudelijk beroep heeft ingesteld tegen deze beslissing, geregistreerd onder zaaknummer ZWO 24/3730. De rechtbank concludeert dat het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet meer relevant is, en dat eiser recht heeft op vergoeding van het griffierecht van € 187,- omdat hij terecht een beroep heeft ingesteld.

De uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, en mr. J.P. Fortuin, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser kan in hoger beroep gaan tegen deze uitspraak bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/2806

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

mr. [eiser], uit [woonplaats], eiser

en

het dagelijks bestuur Omgevingsdienst IJsselland, verweerder

(gemachtigde: mr. M.J. Tunnissen).

Inleiding

1.1.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld op 8 juni 2024, omdat verweerder volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaar van 4 september 2023 (met aanvullende gronden van 9 oktober 2023) gericht tegen het besluit van verweerder van 31 juli 2023. In het besluit van 31 juli 2023 heeft verweerder eisers verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo) van 3 juli 2023 afgewezen.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift van 27 juni 2024.
1.3.
De rechtbank heeft beroep op 20 februari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
3. Eiser heeft verweerder bij brief van 18 mei 2024 in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaar van 4 september 2023 (met aanvullende gronden van 9 oktober 2023).
4. Op 8 juni 2024 heeft eiser beroep ingesteld wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar.
5. Verweerder heeft op 11 september 2024 alsnog een besluit heeft genomen op het bezwaar van eiser van 4 september 2023.
6. Het beroep tegen het niet tijdig beslissen van eiser van 8 juni 2024 is gelet op het voorgaande niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.
7. Omdat eiser apart een inhoudelijk beroep heeft ingesteld tegen de beslissing op zijn bezwaar van 11 september 2024 (geregistreerd onder zaaknummer ZWO 24/3730), heeft het onderhavige beroep wegens niet tijdig beslissen niet mede betrekking op de alsnog genomen beslissing op bezwaar.

Conclusie en gevolgen

8. Het beroep is niet-ontvankelijk. Eiser krijgt wel vergoeding van het door hem betaalde griffierecht, omdat hij terecht een beroep niet tijdig beslissen heeft ingesteld. Verweerder heeft dit ter zitting ook erkend.

Beslissing

De rechtbank
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 187,- aan eiser moet vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.P. Fortuin, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.