ECLI:NL:RBOVE:2025:1569
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op bezwaar met betrekking tot een Woo-verzoek
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiser beoordeeld dat is ingesteld op 8 juni 2024. Eiser stelt dat verweerder, het dagelijks bestuur van de Omgevingsdienst IJsselland, niet tijdig heeft beslist op zijn verzoek om informatie op grond van de Wet open overheid (Woo) van 9 oktober 2023. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift van 27 juni 2024. De rechtbank heeft de zaak op 20 februari 2025 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren.
De rechtbank legt uit dat als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift, de betrokkene in beroep kan gaan. Echter, voordat dit kan, moet de betrokkene het bestuursorgaan per brief in gebreke stellen. Eiser heeft verweerder bij brief van 18 mei 2024 in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een besluit op zijn Woo-verzoek. Op 15 oktober 2024 heeft verweerder alsnog een besluit genomen op het Woo-verzoek van eiser. Dit besluit is onderwerp van een ander inhoudelijk beroep (zaak ZWO 24/1857).
De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk is, omdat er geen procesbelang meer is. Eiser heeft wel recht op vergoeding van het door hem betaalde griffierecht, wat door verweerder ter zitting is erkend. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en bepaalt dat verweerder het griffierecht van € 187,- aan eiser moet vergoeden.