ECLI:NL:RBOVE:2025:1506

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
20 maart 2025
Zaaknummer
C/08/320899 / HA ZA 24-364
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de uitvoering van een aannemingsovereenkomst voor de vervanging van een dak

In deze zaak heeft gedaagde Qwinpro de opdracht gegeven om het dak van zijn manege te vervangen. Er ontstond een geschil over de afspraken die partijen hebben gemaakt met betrekking tot de montage van het dak en de betaling van de aanneemsom. Qwinpro vorderde betaling van een gedeelte van de aanneemsom en het storten van een deel daarvan in depot bij de notaris. Gedaagde vorderde nakoming van de overeenkomst, met de eis dat het dak volledig zou worden vervangen en dat er uitsluitend in de hoge golven van het dak zou worden geschroefd, alsook een schadevergoeding. De rechtbank heeft de vorderingen van Qwinpro grotendeels toegewezen, met uitzondering van de vordering tot het in depot storten van een gedeelte van de aanneemsom. De vorderingen van gedaagde zijn afgewezen. De rechtbank oordeelde dat Qwinpro niet tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, ondanks dat niet aan alle wensen van gedaagde is voldaan. De rechtbank heeft de vordering van Qwinpro tot betaling van de openstaande factuur toegewezen en gedaagde veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Overijssel

Civiel recht
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: C/08/320899 / HA ZA 24-364
Vonnis van 19 maart 2025
in de zaak van
QWINPRO DAK & WANDPANELEN B.V.,
te Heino,
eisende partij,
hierna te noemen: Qwinpro,
advocaat: mr. R.A. van Helvoirt,
tegen
[gedaagde],
te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
advocaat: mr. J.E. Veenstra.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 7 van Qwinpro
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie met producties 1 t/m 13 van [gedaagde]
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties 8 en 9 van Qwinpro
- de aanvullende productie 14 van [gedaagde]
- de mondelinge behandeling van 4 februari 2025, waarvan proces-verbaal is gemaakt,
- de pleitnota aan de zijde van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De samenvatting

2.1.
[gedaagde] heeft Qwinpro de opdracht gegeven om het dak van zijn manege te vervangen. Partijen verschillen van mening over wat zij zijn overeengekomen over de montage van het dak en de betaling van de aanneemsom. Qwinpro vordert in deze procedure onder andere betaling van een gedeelte van de aanneemsom en storting van een gedeelte daarvan in een depot bij de notaris. [gedaagde] vordert nakoming van de overeenkomst, in het bijzonder door het dak volledig te vervangen waarbij uitsluitend in de hoge golven van het dak wordt geschroefd, en een schadevergoeding.
2.2.
De rechtbank wijst de vorderingen van Qwinpro toe, op de vordering over het in depot bij de notaris storten van een gedeelte van de aanneemsom na. De vorderingen van [gedaagde] worden afgewezen. De motivering van deze beslissing volgt hierna.

3.De feiten

3.1.
[gedaagde] is eigenaar van een perceel in [woonplaats] met daarop meerdere opstallen, waaronder een kapschuur en een manege met woongedeelte.
3.2.
[gedaagde] heeft Qwinpro in het najaar van 2023 de opdracht gegeven om het dak van de kapschuur te vervangen. Partijen zijn daarbij overeengekomen dat [gedaagde] de aanneemsom pas hoefde te betalen als het werk was opgeleverd. Qwinpro heeft het dak van de kapschuur naar tevredenheid van [gedaagde] uitgevoerd, waarna de volledige aanneemsom door Qwinpro is gefactureerd en door [gedaagde] is betaald.
3.3.
Vervolgens heeft [gedaagde] Qwinpro benaderd om ook het dak van de manege te vervangen. De heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ) van Qwinpro is op locatie geweest om de potentiële opdracht te bespreken. Daarbij waren [gedaagde] en zijn zoon aanwezig. Qwinpro heeft vervolgens een offerte opgesteld voor de opdracht. Partijen hebben hierover meermaals (mondeling) contact gehad en de offerte is in totaal vijf keer aangepast. Op 15 april 2024 heeft [gedaagde] een getekende laatste pagina van een offerte aan Qwinpro gemaild.
3.4.
Bij e-mail van 14 mei 2024 heeft Qwinpro een definitieve set met tekeningen van het dak van de manege ter goedkeuring aan [gedaagde] gestuurd.
3.5.
Conform afspraak is Qwinpro op 3 juni 2024 gestart met de werkzaamheden. Qwinpro heeft het dak van de manege gedemonteerd, het nieuwe dak gemonteerd (op nog enkele werkzaamheden na) met zogenoemde sandwichpanelen en gevelbeplating aangebracht.
3.6.
Op 5 juni 2024 heeft Qwinpro [gedaagde] een factuur gestuurd voor 30% van de aanneemsom en een factuur voor 50% van de aanneemsom, in totaal bedragende
€ 81.505,40 (incl. btw).
3.7.
Bij e-mail van 6 juni 2024 heeft [gedaagde] aangegeven dat bij de uitvoering van de opdracht fouten zijn gemaakt en niet volgens de afspraak is gehandeld, nu Qwinpro schroeven in de lage golven van de dakplaten heeft geschroefd in plaats van enkel in de hoge golven. [gedaagde] geeft daarbij aan dat hij de factuur niet zal betalen totdat alles in alle tevredenheid is afgehandeld.
3.8.
[naam 1] heeft op 13 juni 2024 namens Qwinpro als volgt op de e-mail van [gedaagde] gereageerd:

Vorige week dinsdag heeft ons montage bedrijf bij uw manege het dak gemonteerd. Wellicht was de verwachting dat het dak volledig in de hoge golf geschroefd zou worden, aangezien dit ook bij het vorige dak is gebeurd. In de praktijk kunnen er omstandigheden voorkomen waardoor panelen in de overlap niet altijd goed sluiten, zoals ook in de mail van [naam 2] hieronder is aangegeven.
Het montage bedrijf heeft er heel verstandig aangedaan het paneel naast de overlap in de lage golf te schroeven zodat de naad bij de overlap goed aansluit en waardoor evt. condensatie en/of lekkage wordt voorkomen.
Dit is ook volgens de richtlijnen gevels en daken 2020, waarin we in onze offerte naar verwijzen. Een deel van dit exemplaar is hiervan bijgevoegd.
Het dak zoals nu gemonteerd is voldoet volledig aan de gestelde voorschriften, echter moet deze nog wel afgeschroefd en afgewerkt worden.
Om u het vertrouwen te geven op de waterdichtheid van de schroeven in het lage deel van de panelen geven wij u 25 jaar garantie op deze waterdichtheid, zoals in onderstaande mail staat aangegeven. Tevens zullen wij na een half jaar het dak inspecteren en de schroeven waarnodig aandraaien, volgens voorschrift.
De richtlijnen en het betalingsschema in de offerte zijn onderdeel van deze offerte welke door u is ondertekend. Wij hebben het betalingsschema op uw verzoek aangepast. De termijnen welke inmiddels naar u zijn verzonden zijn inmiddels ook geleverd waarvan wij dan ook betaling verwachten.
Zodra de openstaande betalingen voldaan zijn, zullen wij de werkzaamheden hervatten. Tevens delen wij u mede dat qwinpro nimmer aansprakelijk is voor gevolg schade. Daarnaast is Qwinpro niet verplicht om een aanspraak op garantie in behandeling te nemen indien niet aan de betalingsverplichting voldaan is.
3.9.
Partijen zijn daarna met elkaar over de situatie in gesprek gegaan. Dit heeft niet tot een oplossing geleid. Wel heeft [gedaagde] na het gesprek een betaling gedaan van € 16.675,00. Hierdoor staat er nog een bedrag van € 64.830,60 van de facturen open.
3.10.
Bij brief van 26 juli 2024 heeft de advocaat van Qwinpro [gedaagde] gesommeerd het openstaande bedrag binnen vijftien dagen na ontvangst van de brief te betalen.
3.11.
Bij e-mail van 13 augustus 2024 heeft [gedaagde] het volgende gereageerd:
‘Onze afspraken zijn gemaakt met dhr [naam 1] van Qwin Pro.
Ik ( [gedaagde] ) en mijn zoon [naam 3] hebben met dhr [naam 1] meerdere gesprekken gehad…
De kapschuur heeft hij naar tevredenheid uitgevoerd, ook bij dit dak was besproken dat de
schroeven in de hoge golf zou worden geschroefd.
De opdracht aan QwinPro zou namelijk helemaal niet verstrekt zijn als aan de voorwaarde van het schroeven in de hoge golf niet zou worden voldaan.
Voor opdracht is afgesproken dat de betaling zou worden voldaan als alles correct en volgens afspraak zou zijn geplaatst .... (zie bijlage 1 - schrijven 6 juni 2024)
Contractueel zijn er dus GEEN betalingstermijnen afgesproken
We hebben een ingebreke stellings brief verstuurd aan Qwin Pro in Heino
Waarin we 3 weken de tijd geven om het dak te vervangen.. Manege zou namelijk per 1 juli 2024
verhuurd worden. Deze huurder wacht ook op antwoord en als we deze huurovereenkomst
moeten ontbinden zijn hier ook kosten mee gemoeid en tevens derving van huurpenningen
(zie bijlage II ingebreke stelling Qwin pro d.d. 13/08/24)
Het dak kan aan eisen en richtlijnen voldoen maar is niet volgens afspraak geplaatst.
25 jaar garantie is volgens ons geen oplossing.
Wij hebben de sanering reeds betaald en gaan ervan uit dat het dak word vernieuwd en de
schroeven in de hoge golven komen(volgens afspraak) ...en dat de afgesproken werkzaamheden kunnen worden hervat en uitgevoerd kunnen worden
Wij zullen zodra alle werkzaamheden correct zijn uitgevoerd de betaling (zoals voorafgaand aan opdracht besproken is met dhr [naam 1] ) doen.
Mocht het zo zijn dat het dak niet word vernieuwd dan vragen wij u vriendelijk om zo snel mogelijk de procedure in gang te zetten naar de rechter.’

4.Het geschil

in conventie
4.1.
Qwinpro vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt:
I. tot betaling van de openstaande factuur van € 64.830,60, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 juni 2024 tot aan de dag van volledige betaling;
II. tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.423,31;
III. tot het in depot storten van een bedrag van € 20.376,40 bij notariskantoor [bedrijf] te [vestigingsplaats] dan wel een andere notaris en het voldoen van de kosten van het depot;
IV. in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente als betaling niet binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis plaatsvindt.
4.2.
[gedaagde] voert verweer.
in reconventie
4.3.
[gedaagde] vordert - samengevat - dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, Qwinpro veroordeelt:
I. tot nakoming van de overeenkomst, in het bijzonder door het dak volledig te vervangen waarbij uitsluitend in de hoge golven wordt geschroefd, binnen vier weken na dagtekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom;
II. tot het betalen van een schadevergoeding van € 18.000,00, te vermeerderen met een bedrag van € 1.000,00 per week te rekenen vanaf 4 november 2024 tot en met de dag dat Qwinpro haar verplichtingen op grond van de overeenkomst deugdelijk is nagekomen en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van volledige betaling;
III. in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente als betaling niet binnen veertien dagen na dagtekening van de betekening van het vonnis plaatsvindt.
4.4.
Qwinpro voert verweer.
in conventie en reconventie
4.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie zal de rechtbank deze vorderingen gezamenlijk bespreken.
Is Qwinpro te kort geschoten in de nakoming van de overeenkomst?
5.2.
Partijen hebben een overeenkomst van aanneming van werk met elkaar gesloten. Volgens Qwinpro heeft zij haar werkzaamheden uitgevoerd conform de overeenkomst en de geldende eisen en richtlijnen, reden waarom zij betaling van de eerste twee betalingstermijnen vordert. Dit wordt door [gedaagde] betwist. Hij stelt dat hij met [naam 1] heeft besproken dat de opdracht onder dezelfde voorwaarden zou worden uitgevoerd als de voorwaarden die zijn gehanteerd bij de kapschuur. Daarbij heeft [gedaagde] benadrukt, zo voert hij aan, dat de schroeven, net als bij de kapschuur, in de hoge golven van de dakplaten moesten worden geschroefd. Volgens [gedaagde] heeft [naam 1] aangegeven dat het schroeven in de lage golven niet hun werkwijze is en dat de schroeven in de hoge golven zouden worden gezet. Door toch in de lage golven te schroeven, is Qwinpro volgens [gedaagde] tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst en gehouden tot volledige vervanging van het dak. Daarnaast is Qwinpro volgens [gedaagde] hierdoor gehouden tot vergoeding van zijn schade, bestaande uit misgelopen huurinkomsten voor de manege.
5.3.
Qwinpro erkent dat [gedaagde] tegen [naam 1] heeft gezegd dat hij graag wilde dat in de hoge golven van de dakplaten geschroefd zou worden. Ook erkent zij dat het schroeven in de hoge golven normaal gesproken haar werkwijze is en [naam 1] dat tegen [gedaagde] heeft gezegd. Volgens Qwinpro kan het voorkomen dat dakpanelen niet goed sluiten, waardoor lekkage en condensatie kan ontstaan als er geen schroeven bijgezet worden in de lage golven. Daarvan was volgens haar in dit geval sprake. Door de schroeven in de lage golven te zetten, heeft Qwinpro voldaan aan wat de Kwaliteitsrichtlijn Metalen Gevels en Daken (hierna: de Kwaliteitsrichtlijn) voorschrijft. Daarin staat vermeld dat om een waterdichte dakconstructie te krijgen de eindoverlap dient te worden dichtgetrokken met een (aanvullende) bevestiging in het dal, wat Qwinpro dus met het schroeven in de lage golven heeft gedaan. Zou zij dat niet doen, dan zou het werk waarschijnlijk niet aan de eisen van goed en deugdelijk werk hebben voldaan. Dat daarmee de vermeende afspraak met [gedaagde] niet wordt nagekomen, is volgens Qwinpro een noodzakelijk gevolg. Zij betwist dat zij daardoor te kort zou zijn geschoten in de nakoming van de overeenkomst en gehouden is tot volledige vervanging van het dak.
5.4.
Om te kunnen beoordelen of Qwinpro te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, is van belang wat partijen zijn overeengekomen over hoe het dak moet worden gemonteerd. Meer specifiek is van belang of is overeengekomen dat Qwinpro uitsluitend in de hoge golven van de dakplaten mag schroeven en in het geheel niet in de lage golven.
5.5.
Qwinpro heeft de overeenkomst uitgewerkt in de offerte. In de overgelegde offerte van 11 april 2024 staat niets vermeld over dat niet in de lage golven geschroefd mag worden. Wel verwijst de offerte naar de Kwaliteitsrichtlijn. Door die verwijzing lijkt het erop dat partijen niet hebben uitgesloten dat in de lage golven geschroefd mag worden, aangezien de Kwaliteitsrichtlijn het schroeven in de lage golven wel als mogelijkheid benoemt voor sandwichpanelen. Qwinpro heeft daarnaast voor aanvang van de werkzaamheden tekeningen van het dak naar [gedaagde] gestuurd, waarop onder andere een doorsnede van een gedeelte van een dakplaat is te zien. Op die doorsnede zijn schroeven te zien die in de hoge golven zitten. Qwinpro heeft tijdens de mondelinge behandeling daarover verklaard dat de doorsnede een indicatie geeft hoe de schroeven geschroefd kunnen worden. Dit sluit volgens haar niet uit dat in de lage golven geschroefd kan worden. Uit deze stukken wordt het daarom niet duidelijk wat partijen precies zijn overeengekomen.
5.6.
Nu de offerte en tekeningen niet duidelijk maken wat partijen precies zijn overeengekomen over het schroeven in de lage golven van de dakplaten, komt het volgens de rechtbank aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs mochten toekennen aan wat over en weer is verklaard en op wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Daarbij zal de rechtbank geen acht slaan op de door partijen overgelegde verklaringen van de deskundigen, nu die deskundigen niet betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de overeenkomst en hun visie dus niet daarop van invloed kan zijn geweest.
5.7.
Het is de vraag of Qwinpro, in hoedanigheid van [naam 1] , uit de opmerkingen van [gedaagde] had moeten begrijpen dat het niet alleen het uitgangspunt was dat in de hoge golven geschroefd zou worden, maar dat het daarnaast ook niet was toegestaan om in de lage golven te schroeven. Uit een schriftelijke verklaring van [gedaagde] kan worden afgeleid dat hij voor het vervangen van het dak van de manege het met Qwinpro heeft gehad over dezelfde voorwaarden als voor de kapschuur, waaronder het schroeven in de hoge golven. Maar daaruit volgt niet dat Qwinpro uit de verklaringen van [gedaagde] had moeten begrijpen dat het in het geheel niet is toegestaan om in de lage golven te schroeven, te meer nu door Qwinpro is gesteld en door [gedaagde] niet is weersproken dat (anders dan bij de manege) bij de kapschuur volgens Qwinpro een grond om in de lage golf te schroeven, ontbrak. Ook blijkt dit niet duidelijk uit de verklaringen van [gedaagde] ter zitting en de schriftelijke verklaring van zijn zoon.
5.8.
Gelet op het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank door [gedaagde] onvoldoende onderbouwd gesteld dat partijen hebben afgesproken dat alleen in de hoge golven mocht worden geschroefd met elke uitsluiting van schroeven in de lage golven. Aan nadere bewijslevering wordt daarom niet toegekomen. Hierdoor is niet vast komen te staan dat Qwinpro te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, ondanks dat wel duidelijk is dat zij niet alle wensen van [gedaagde] heeft nageleefd. Dat betekent dat de door [gedaagde] gevorderde vervanging van het dak zal worden afgewezen. Dit geldt ook voor de schadevergoeding, nu die door het ontbreken van een tekortkoming niet toewijsbaar is.
Moet [gedaagde] de aanneemsom betalen?
5.9.
Partijen verschillen daarnaast van mening over wat zij zijn overeengekomen over de betaling van de aanneemsom en of deze al (gedeeltelijk) opeisbaar is.
5.10.
Qwinpro stelt dat partijen drie betalingstermijnen zijn overeengekomen, uit hoofde waarvan [gedaagde] de eerste twee al had moeten betalen. Hij verwijst daarbij naar de offerte van 11 april 2024, waarin staat:
Betalingen:
  • 30 % bij gereed saneren
  • 50 % bij aflevering producten
  • 20 % bij gereed montage werkzaamheden’
5.11.
[gedaagde] betwist dat partijen zijn overeengekomen dat de aanneemsom in termijnen wordt betaald en hij de eerste twee betalingstermijnen verschuldigd is. Hij stelt dat partijen expliciet hebben afgesproken dat de volledige aanneemsom pas moet worden betaald als het werk naar tevredenheid is afgerond, net zoals bij de kapschuur. Na ontvangst van de offerte van 11 april 2024, waarin wel voornoemde betalingstermijnen zijn opgenomen, hebben partijen telefonisch contact gehad. Daarbij zou [gedaagde] hebben aangegeven dat hij niet instemt met de betalingstermijnen en hij de hele aanneemsom in één keer zou voldoen als het werk is opgeleverd, anders zou [gedaagde] de opdracht niet aan Qwinpro verstrekken. Qwinpro is daar volgens [gedaagde] mee akkoord gegaan. Vervolgens kon [gedaagde] – op initiatief van Qwinpro – volstaan door enkel de laatste pagina van de offerte van 11 april 2024 getekend aan Qwinpro te sturen. Nu het werk nog niet volledig en naar tevredenheid is opgeleverd, is de aanneemsom volgens [gedaagde] nog niet opeisbaar.
5.12.
Qwinpro betwist dat zij heeft ingestemd met volledige betaling van de aanneemsom bij oplevering. Het ging hier om een hogere aanneemsom dan bij de kapschuur, waardoor Qwinpro niet in kon instemmen met volledige betaling bij oplevering. Zij wijst erop dat in totaal vijf offertes aan [gedaagde] zijn gemaild. In die versies zijn de betalingstermijnen wel aangepast. Qwinpro werkt namelijk normaal gesproken met een aanbetaling van 20%, maar is er akkoord mee gegaan om dat voor [gedaagde] eruit te halen. Ook heeft Qwinpro de percentages van de betalingstermijnen in haar nadeel aangepast om [gedaagde] tegemoet te komen, maar met volledige betaling bij oplevering kon zij niet instemmen. Zij betwist dat zij daar in het telefoongesprek met [gedaagde] toch mee heeft ingestemd, in dat gesprek zou alleen aan bod zijn gekomen dat [gedaagde] de opdracht aan Qwinpro wilde geven. [gedaagde] heeft volgens Qwinpro de gehele offerte ontvangen en de laatste pagina van deze offerte getekend, waarmee de overeenkomst tot stand is gekomen en [gedaagde] heeft ingestemd met de opgenomen betalingscondities.
5.13.
De rechtbank is van oordeel dat [gedaagde] , gelet op de gemotiveerde betwisting van Qwinpro, onvoldoende heeft onderbouwd dat partijen zijn overeengekomen dat hij pas bij oplevering de gehele aanneemsom moet betalen. Uit het aantal versies van de offerte kan worden afgeleid dat het de werkwijze van Qwinpro is om aanpassingen steeds te verwerken in een nieuwe concept-offerte. Dit is eerder ook gebeurd met het aanpassen van de betaaltermijnen. Niet valt in te zien waarom partijen dit zouden nalaten bij een cruciale afspraak dat de gehele aanneemsom pas bij oplevering betaald moet worden. Ook is het opvallend dat [gedaagde] daarover niets vermeld in zijn e-mail van 15 april 2024, waarin hij de laatste pagina van de offerte getekend aan Qwinpro stuurt. Hierdoor kan niet worden aangenomen dat, in afwijking van de schriftelijke weergave, de afspraak is gemaakt dat de gehele aanneemsom pas achteraf betaald mag worden.
5.14.
Niet in geschil is dat Qwinpro het dak van de manege op 3 april 2024 volledig heeft gedemonteerd en gesaneerd en dat die dag ook de materialen zijn geleverd. Uit het betalingsschema in de offerte van 15 april 2024 (zie 5.10) volgt dat vanaf dat moment de eerste twee betalingstermijnen opeisbaar zijn. Qwinpro heeft voor die termijnen [gedaagde] op
5 juni 2024 een factuur gestuurd, die uiterlijk op 14 juni 2024 betaald had moeten zijn. Dat is niet gebeurd. [gedaagde] heeft zich weliswaar beroepen op opschorting, maar was daartoe niet bevoegd nu niet vast is komen te staan dat Qwinpro te kort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De rechtbank zal de vordering van Qwinpro tot betaling van de factuur van € 64.830,60 daarom toewijzen. De wettelijke rente daarover zal worden toegewezen vanaf de gevorderde datum, nu [gedaagde] daar geen zelfstandig verweer tegen heeft gevoerd.
5.15.
Qwinpro heeft als gevolg van het niet betalen door [gedaagde] terecht haar werkzaamheden opgeschort. Zij heeft aangegeven haar werkzaamheden na de betaling te zullen hervatten. Nu Qwinpro haar werkzaamheden nog niet volledig heeft afgrond, is de laatste betalingstermijn van in totaal € 20.376,40 nog niet opeisbaar. Qwinpro vreest dat [gedaagde] de laatste betalingstermijn ook niet zal voldoen zodra de werkzaamheden zijn afgerond. Zij wenst daarom zekerheid voor de betaling daarvan en vordert veroordeling van [gedaagde] om dat bedrag in depot te storten bij een notariskantoor. Die mogelijkheid volgt volgens haar uit artikel 11.1 van haar algemene voorwaarden, die in de offerte op de overeenkomst van toepassing zijn verklaard. In dat artikel staat dat indien er een gegrond vermoeden bestaat dat de koper zijn verplichtingen niet stipt zal nakomen, de koper verplicht is om op eerste verzoek van Qwinpro een gewenste vorm van zekerheid te stellen.
5.16.
De rechtbank is van oordeel dat Qwinpro onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd heeft dat sprake is van een gegrond vermoeden dat [gedaagde] de aanneemsom niet zal betalen. Door [gedaagde] is in de conclusie van antwoord verklaard dat hij bereid is om de aanneemsom te betalen op het moment dat hij deze verschuldigd is. De rechtbank gaat ervan uit dat hij zich daaraan houdt en dat daarom ook geen reden is om het laatste gedeelte van de aanneemsom in een depot te laten storen, met alle kosten van dien. De vordering van Qwinpro wordt daarom op dit punt afgewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.17.
Qwinpro vordert daarnaast een vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) is van toepassing. Qwinpro heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Daartoe wordt overwogen dat een enkele sommatiebrief voldoende is voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten en tussen partijen vaststaat dat (de advocaat van) Qwinpro bij brief van 26 juli 2024 tot betaling van de achterstallige factuur heeft gesommeerd. Qwinpro heeft daarom recht op een vergoeding voor de kosten van die werkzaamheden. De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is niet hoger dan het tarief dat in het Besluit is bepaald. Daarom wordt € 1.423,31 toegewezen.
Proceskosten
5.18.
[gedaagde] is grotendeels in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen.
5.19.
De proceskosten van Qwinpro in conventie worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
113,54
- griffierecht
2.889,00
- salaris advocaat
1.821,00
(1,5 punten × € 1.214,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.962,54
5.20.
De proceskosten van Qwinpro in reconventie worden begroot op:
- salaris advocaat
1.821,00
(1,5 punt × € 1.214,00)
- nakosten
139,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.960,00
5.21.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

6.De beslissing

De rechtbank
in conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om aan Qwinpro te betalen een bedrag van € 66.253,91
(€ 64.830,60 aan hoofdsom en € 1.423,31 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over een bedrag van € 64.830,60, met ingang van 14 juni 2024 tot de dag van volledige betaling,
6.2.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 4.962,54, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in reconventie
6.3.
wijst de vorderingen van [gedaagde] af,
6.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten van € 1.960,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
6.5.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van € 92,00 plus de kosten van betekening als [gedaagde] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.6.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.7.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 6.1, 6.2, 6.4, 6.5 en 6.6 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.W.G. Wijnands en in het openbaar uitgesproken op 19 maart 2025.