ECLI:NL:RBOVE:2025:1488

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
21 maart 2025
Publicatiedatum
19 maart 2025
Zaaknummer
08-264644-24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met dodelijke afloop en zwaar lichamelijk letsel door roekeloos rijgedrag

Op 21 maart 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 28 september 2023 betrokken was bij een ernstig verkeersongeval op de Almeloseweg in Haarle, gemeente Hellendoorn. De verdachte, een beroepschauffeur, reed met een bedrijfsauto en veroorzaakte een frontale aanrijding met een personenauto, waarbij een passagier, [slachtoffer 1], om het leven kwam en de bestuurder, [slachtoffer 2], zwaar lichamelijk letsel opliep. De rechtbank oordeelde dat de verdachte roekeloos en onoplettend had gereden, wat leidde tot de fatale gevolgen van het ongeval. De verdachte werd schuldig bevonden aan het veroorzaken van de dood van [slachtoffer 1] en het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer 2]. De rechtbank legde een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden op, een geldboete van € 2.500,- en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van één jaar. De uitspraak benadrukte de verantwoordelijkheid van beroepschauffeurs om veilig en alert aan het verkeer deel te nemen, vooral gezien de ernst van de gevolgen van het ongeval.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-264644-24 (P)
Datum vonnis: 21 maart 2025
Verstekvonnis in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1962 in [geboorteplaats] (Turkije),
adres: [woonplaats] (Turkije).

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
7 maart 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging op de terechtzitting van
7 maart 2025, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte als bestuurder van een bedrijfsauto roekeloos dan wel zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, ten gevolge waarvan hij een verkeersongeval heeft veroorzaakt, waardoor [slachtoffer 1] (hierna [slachtoffer 1]) is overleden en aan [slachtoffer 2] (hierna [slachtoffer 2]) (zwaar) lichamelijk letsel is toegebracht, dan wel dat hij gevaar op de weg heeft veroorzaakt en het verkeer heeft gehinderd, dan wel dat hij niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden waarbij letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op 28 september 2023 te Haarle in de gemeente Hellendoorn, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), komende uit de richting van Nijverdal, gaande in de richting van Raalte, daarmede rijdende over de weg de Almeloseweg en roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of
onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij vermoeid was, slingerend over de rijbaan heeft gereden en/of sterk heeft gewisseld van snelheid en/of terwijl het donker was en/of straatverlichting niet aanwezig was en/of terwijl zijn zicht ter plaatse niet belemmerd, beperkt of gehinderd werd en/of terwijl tegemoetkomend verkeer reeds op korte afstand was genaderd niet of onvoldoende heeft opgelet op het overige verkeer en/of de verkeerssituatie ter plaatse en/of in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of met dat door hem bestuurde motorrijtuig (bedrijfsauto), naar links heeft gestuurd en/of naar links is gegaan, waarbij hij niet het verloop van die weg heeft gevolgd en/of geheel of gedeeltelijk op de voor het tegemoetkomend verkeer bestemde
rijstrook van die weg is terechtgekomen en/of (aldaar) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met dat andere motorrijtuig (personenauto) en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer 1]) werd gedood en/of aan een ander ([slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer breuken aan de halswervel, gebroken ribben, longcontusie, bloeding tussen de hersenvliezen, darmperforatie, diverse botbreuken aan be(e)n(en) en/of voet(en) en/of knie(en) en/of kuitbeen en/of heup(en)), of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op 28 september 2023 te Haarle in de gemeente Hellendoorn, als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), komende uit de richting van Nijverdal, gaande in de richting van Raalte, daarmede heeft gereden over de weg de Almeloseweg en in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of met dat door hem bestuurde motorrijtuig (bedrijfsauto), naar links heeft gestuurd en/of naar links is gegaan, waarbij hij niet het verloop van die weg heeft gevolgd en/of geheel of gedeeltelijk op de voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook van die weg is terechtgekomen en/of (aldaar) is gebotst tegen, althans in aanrijding is gekomen met dat andere motorrijtuig (personenauto) en door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij op 28 september 2023 te Haarle, gemeente Hellendoorn als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto) op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, Almeloseweg, niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, waarbij letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is, met dien verstande dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gereden als gevolg waarvan [slachtoffer 1] is overleden en
[slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen.
3.2
Het oordeel van de rechtbank
Vaststelling redengevende feiten en omstandigheden
Op 28 september 2023 omstreeks 21:00 uur vond op de Almeloseweg (N35) in Haarle een verkeersongeval plaats waarbij verdachte als bestuurder van een bedrijfsauto en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] als respectievelijk bestuurder en bijrijder van een personenauto betrokken waren. Verdachte reed met zijn bedrijfsauto, een Renault Master, op de N35 komende uit de richting van Nijverdal. [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] reden op dat moment ook op de N35, komende uit de richting van Haarle en rijdend in de richting van Nijverdal. Verdachte is met zijn auto op de rijbaan voor tegemoet komend verkeer, waar op dat moment [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] reden, terechtgekomen. Hierdoor kwam hij frontaal in aanrijding met de auto waarin [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zich bevonden. Als gevolg van deze aanrijding is [slachtoffer 1] ter plaatse komen te overlijden. [slachtoffer 2] is zwaargewond overgebracht naar het ziekenhuis. Zij heeft door het ongeval (onder meer) breuken aan de halswervel, een kneuzing van het longweefsel en een longcontusie opgelopen. Daarnaast was sprake van een bloeding tussen de hersenvliezen, een darmperforatie en diverse breuken aan de arm, heup, knie, voet en het bovenbeen en kuitbeen.
Door een getuige, die achter verdachte op de N35 reed, is gezien dat het voertuig van verdachte kort voordat de frontale aanrijding plaatsvond, al aan het slingeren was en hierbij op de andere weghelft terechtkwam.
De telefoon van verdachte is technisch onderzocht. Op grond van GPS-gegevens in de telefoon heeft de politie vastgesteld dat in de periode van 21 september 2023 tot en met 28 september 2023 de telefoon zich in een rijdend voertuig verplaatst heeft vanuit Turkije naar de plaats van het ongeval in Nederland. Op 25 september 2023 is nagenoeg de gehele dag en al vanaf vroeg in de ochtend (05:15 uur) sprake van rijtijd met af en toe een korte stilstand. Ook op 26 september 2023 is veel rijtijd te zien, ook in de nachtelijke uren (19:50 uur tot 01:50 uur). Op 27 september 2023 is vanaf 07:35 uur gedurende de hele dag sprake van rijtijd waarbij relatief lange stops zijn gemaakt. Op 28 september 2023, de dag van het ongeval, is vrijwel de gehele dag sprake van rijtijd. Er is een aantal perioden van stilstand te zien, maar die hebben allen 45 minuten of korter geduurd. Uit de telefoondata blijkt tot slot dat kort voordat het ongeval plaatsvond met het voertuig op de N35 wisselende snelheden zijn gereden (tussen de 50 en 100 kilometer per uur).
Verdachte was de enige persoon in zijn voertuig op het moment van de aanrijding. Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij als beroepschauffeur vanuit Turkije naar Nederland was gereden om goederen af te leveren. De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte als enig bestuurder van het voertuig voor een transportrit vanuit Turkije naar Nederland is gereden. Dat betekent dat op grond van de GPS-data van de telefoon van verdachte vastgesteld kan worden wat het rijgedrag van verdachte was.
Juridisch kader
De rechtbank dient te beoordelen of het verkeersgedrag van verdachte de (primair) ten laste gelegde vorm van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 (hierna WVW) oplevert: roekeloos, althans zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam gedrag. Daarbij komt het volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval. Dat brengt mee dat niet in algemene zin is aan te geven of één verkeersovertreding voldoende is voor de bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 WVW. Daarvoor zijn verschillende factoren van belang, zoals de aard en de concrete ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan. Verder kan niet reeds uit de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag dat in strijd is met één of meer wettelijke gedragsregels in het verkeer, worden afgeleid dat er sprake is van schuld in vorenbedoelde zin.
Overwegingen
De rechtbank stelt voorop dat het besturen van een auto in zijn algemeenheid een voortdurende plicht tot voorzichtigheid en oplettendheid van de bestuurder vereist. Naar het oordeel van de rechtbank wordt deze vereiste mate van voorzichtigheid en oplettendheid in de onderhavige verkeerssituatie verzwaard. De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Verdachte reed met zijn bedrijfsauto op een doorgaande weg, de N35, ter hoogte van Haarle. De weg was verdeeld in twee rijstroken, die onderling gescheiden werden door een dubbele onderbroken markering. De rechtbank is van oordeel dat een weg als deze, waarbij de rijstroken voor het elkaar tegemoetkomende verkeer niet fysiek van elkaar zijn gescheiden, een weg is die vanuit verkeerstechnisch oogpunt bijzondere oplettendheid en voorzichtigheid van weggebruikers vraagt. Dat geldt in deze zaak te meer nu het ten tijde van het ongeval donker was en op de plaats van het ongeval geen straatverlichting is. Daar komt bij dat verdachte onbekend was met de situatie ter plekke. Verdachte was immers voor het eerst in Nederland.
Verdachte heeft slingerend en, zonder dat de weg(situatie) daartoe aanleiding gaf, met (zeer) wisselende snelheden over de N35 gereden en is hierbij met zijn voertuig (voor een gedeelte) op de andere weghelft terechtgekomen. Kort daarna heeft verdachte wederom niet zoveel mogelijk rechts gehouden, heeft naar links gestuurd en is op de voor hem tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook terechtgekomen en frontaal met een tegenligger in aanrijding gekomen. Gelet hierop staat voor de rechtbank vast dat de aandacht van verdachte kort voor het ongeval niet dan wel onvoldoende was gericht op de weg en andere weggebruikers. De rechtbank weegt ook mee de omstandigheid dat door verdachte, die met zijn bedrijfsauto onderweg was van Turkije naar Nederland, zowel op de dag van het ongeval als de dagen ervoor steeds lange afstanden achter elkaar zijn gereden, met maar af en toe een (korte) rustpauze. Van bestuurders mag worden verwacht dat zij voldoende uitgerust aan het verkeer deelnemen. Verdachte heeft zich hiervan onvoldoende vergewist.
Gelet op het geheel van gedragingen van verdachte, de aard en ernst daarvan en de omstandigheden waaronder die gedragingen hebben plaatsgevonden, is de rechtbank van oordeel dat verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden en dat het aldus aan verdachtes schuld (in de zin van aanmerkelijke schuld) te wijten is dat het verkeersongeval heeft plaatsgevonden als gevolg waarvan [slachtoffer 1] is overleden en [slachtoffer 2] letsel heeft opgelopen. De rechtbank is van oordeel dat dit letsel, gelet op zijn aard alsook de noodzaak en aard van het medisch ingrijpen en het uitzicht op herstel, als zwaar lichamelijk letsel dient te worden aangemerkt.
Conclusie
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
3.3
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 28 september 2023 te Haarle in de gemeente Hellendoorn, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), komende uit de richting van Nijverdal, gaande in de richting van Raalte, daarmede rijdende over de weg de Almeloseweg aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij vermoeid was, slingerend over de rijbaan heeft gereden en sterk heeft gewisseld van snelheid en terwijl het donker was en straatverlichting niet aanwezig was en terwijl zijn zicht ter plaatse niet belemmerd, beperkt of gehinderd werd en terwijl tegemoetkomend verkeer reeds op korte afstand was genaderd niet of onvoldoende heeft opgelet op het overige verkeer en de verkeerssituatie ter plaatse en in strijd met artikel 3 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en met dat door hem bestuurde motorrijtuig (bedrijfsauto), naar links heeft gestuurd, waarbij hij niet het verloop van die weg heeft gevolgd en geheel of gedeeltelijk op de voor het tegemoetkomend verkeer bestemde rijstrook van die weg is terechtgekomen en (aldaar) in aanrijding is gekomen met dat andere motorrijtuig (personenauto) en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander ([slachtoffer 1]) werd gedood en aan een ander ([slachtoffer 2]) zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer breuken aan de halswervel, gebroken ribben, longcontusie, bloeding tussen de hersenvliezen, darmperforatie, diverse botbreuken aan benen en voeten en knie en kuitbeen en heup) werd toegebracht.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 175 WVW 1994. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood en waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden en om aan hem op te leggen een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen (hierna: ontzegging van de rijbevoegdheid) voor de duur van twee jaren.
6.2
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Ernst van het feit
Verdachte heeft door zijn rijgedrag een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Verdachte is met een bakwagen, een licht type vrachtauto, op het weggedeelte voor tegemoetkomend verkeer terechtgekomen. Daarbij is hij frontaal in aanrijding gekomen met een tegemoetkomende personenauto.
Verdachte bestuurde een vrachtauto in de uitoefening van zijn beroep. Als beroepschauffeur rust op hem een grotere verantwoordelijkheid om voorzichtig en alert aan het verkeer deel te nemen en te voorkomen dat andere verkeersdeelnemers in gevaar komen. Gelet op zijn beroep, mag bovendien van hem worden verwacht dat hij voldoende fit en uitgerust aan het verkeer deelneemt en maatregelen treft in het geval hij vermoeidheid bemerkt waardoor doorrijden gevaarlijk is. Verdachte heeft dit verzuimd. Daar komt bij dat verdachte een vrachtauto bestuurde, waarbij in het geval van een aanrijding andere verkeersdeelnemers groter gevaar lopen dan bij een aanrijding met een lichter voertuig, zoals een personenauto. Verdachte heeft ook hier onvoldoende rekening mee gehouden. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Als gevolg van het ongeval is [slachtoffer 1] ter plekke overleden. [slachtoffer 2] is zwaargewond geraakt. Met het overlijden van [slachtoffer 1] is haar nabestaanden onherstelbaar leed toegebracht. Namens de zus van [slachtoffer 1] is op de zitting een verklaring voorgedragen waarin door haar op indringende wijze het verdriet om het plotselinge overlijden van haar zus is verwoord. Uit de op de zitting door [slachtoffer 2] voorgedragen slachtofferverklaring blijkt dat zij - naast het enorme verdriet om het verlies van haar vriendin [slachtoffer 1] - nog altijd met de mentale en fysieke gevolgen van het ongeval kampt. Het (herstel)proces is voor haar en haar naaste omgeving erg zwaar. De rechtbank realiseert zich dat het in deze zaak onmogelijk is om een straf op te leggen die recht doet aan de emotionele impact. Een strafrechtelijke reactie in welke vorm dan ook zal het door het verlies veroorzaakte intense leed nooit ongedaan kunnen maken.
Persoon van verdachte
Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 7 januari 2025 blijkt dat verdachte (in Nederland) niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest of is veroordeeld voor een (soortgelijk) strafbaar feit.
Op te leggen straf
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de oriëntatiepunten voor straftoemeting en de afspraken van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Voor het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij een ander is gedood en waarbij sprake is van aanmerkelijke schuld is het uitgangspunt een taakstraf van 240 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar. Het uitgangspunt voor het veroorzaken van een verkeersongeval waarbij aan een ander zwaar lichamelijk letsel is toegebracht en waarbij sprake is van aanmerkelijke schuld is een taakstraf van 120 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden.
De rechtbank houdt in strafverlichtende zin rekening met het tijdsverloop tussen de datum van het ongeval en de behandeling van de zaak ter terechtzitting en met verdachtes beroepsmatige afhankelijkheid van zijn rijbewijs. Anderzijds weegt de rechtbank in strafverzwarende zin mee dat verdachte een professioneel bestuurder is en hem om die reden een hogere mate van verantwoordelijkheid dient te worden toegedicht.
De rechtbank zou gelet op de ernst van het bewezenverklaarde, de gevolgen die het feit teweeg heeft gebracht en voornoemde oriëntatiepunten in beginsel het opleggen van de maximale taakstraf en een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid passend hebben geacht. Nu verdachte in Turkije woont en een taakstraf om die reden niet kan worden uitgevoerd, zal van oplegging van een taakstraf worden afgezien. De rechtbank is, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat in deze zaak vanwege het blanco strafblad van verdachte en het tijdsverloop oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet passend is. Een voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een geldboete en een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid doet naar het oordeel van de rechtbank recht aan de ernst van het feit en de gevolgen hiervan.
Alles afwegende acht de rechtbank het passend en geboden dat aan verdachte een geldboete van 2.500 euro en een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van twee jaren, wordt opgelegd. Daarnaast zal de rechtbank aan verdachte een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van een jaar opleggen.

7.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 23, 24c van het Wetboek van Strafrecht en op artikel 179 WVW 1994.

8.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders onder primair is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood en waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot betaling van een geldboete van
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro);
- beveelt dat bij niet volledige betaling en verhaal van de geldboete, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
35 (vijfendertig) dagen;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, op de geldboete in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen. Stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
-
ontzegtverdachte de
bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
1 (één) jaar.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. Rikken, voorzitter, mr. M.S. de Waard en
mr. M. Vodegel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.R. Kuiper, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 21 maart 2025.
Mr. Vodegel is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2024323084. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1.
Het proces-verbaal van aanrijding misdrijf van 23 juli 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 5 e.v.:
Locatie ongeval
Datum: 28 september 2023
Adres: Almeloseweg
Plaats: Haarle
Gemeente: Hellendoorn
Betrokken 1 (voertuig)
Voertuig: Bedrijfsauto [kenteken 1] Renault Master (Turkije)
Bestuurder: [verdachte]
Betrokken 2 (voertuig)
Voertuig: Personenauto [kenteken 2] Peugeot 208
Bestuurder: [slachtoffer 2]
Dodelijk slachtoffer
Bij of kort na het ongeval is onderstaand persoon overleden.
Achternaam: [slachtoffer 1]
Voornamen: [slachtoffer 1].
Rol in relatie tot aanrijding: passagier van personenauto [kenteken 2].
Letsel
Bij het ongeval heeft onderstaand persoon letsel opgelopen.
Achternaam: [slachtoffer 2]
Voornaam: [slachtoffer 2]
Vervoerd naar ziekenhuis: Ja, Medisch Spectrum Twente te Enschede
2.
Een geschrift, te weten een Medisch advies van het Medisch adviesbureau van 20 maart 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene: [slachtoffer 2]
Schadedatum: 28 september 2023
Beschouwing, conclusie en advies
Uit de beschikbare gegevens kan worden opgemaakt dat betrokkene in een frontale aanrijding multipele letsel opliep waarvoor meerdere operatieve behandeling hebben plaatsgevonden en er ook nog operatieve behandelingen zullen volgen.
- Breuken van 4e en 5e halswervel waarvoor conservatieve behandeling middels harde nekkraag;
- Borstkasletsel met meerdere gebroken ribben met conservatieve behandeling en een kneuzing van longweefsel, een zogenaamde longcontusie waarbij tijdelijke drainage;
- Bloeding tussen de hersenvliezen, aanvankelijk toename omvang, eveneens conservatief behandeld;
- Buikletsel met een dunne darm perforatie waarbij operatieve overhechting plaatsvond en een leverkneuzing en leverscheur met conservatieve behandeling;
- Botletsel rechts aanvankelijk met een externe fixateur rechter been:
  • Breuk van het bovenbeen waarvoor inwendige pinfixatie
  • Luxatie knieschijf en wond welke operatief is gereinigd
  • Gecompliceerde /open breuk van kuitbeen waarvoor plaatfixatie en huidtransplantaat
  • Meerdere breuken van voetwortelbeentjes
  • Meerdere breuken van middenvoetsbeentjes (1 tot en met 4, met in 1e straal in het teengewricht doorlopend, en betrokkenheid met van het gewricht tussen achtervoet en voetwortelbeentjes)
- Botletsel links:
  • Gebroken heup waarvoor nog operatieve behandeling volgt middels heupprothese
  • Knieschijf luxatie en breuk
  • Breuk ter hoogte van het knieplateau waarvoor operatieve repositie en fixatie
  • Meerdere breuken van voetwortelbeentjes
  • Breuken van middenvoetsbeentjes (1 tot en met 3, met betrokkenheid van het gewricht tussen achtervoet en voetwortelbeentjes)
  • Breuk van bovenarm waarvoor mogelijk plaatsing schouderprothese volgt.
  • Pols en onderarmbreuken waarvoor operatieve repositie en fixatie
  • Breuken van eindkootjes van pink en ringvinger waarvoor operatieve pinfixatie
Betrokken was langdurend opgenomen op de intensive care. In het beloop hebben daar meerdere complicaties plaats gevonden die na ernstig letsel of ziekte met langdurend verblijf op de intensive care vaker gezien worden.
  • Spierverval/afbraak, zogenaamde rhabdomyolyse met nierfunctiestoornissen
  • Meerdere infecties waarvoor antibiotica
  • Spitsvoet(neiging) beiderzijds.
Nadien op de chirurgische afdeling. Betrokkene wordt momenteel nog klinisch gerevalideerd.
3.
Het proces-verbaal FO verkeer van 14 en 15 december 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 16 e.v.:
Op de Almeloseweg (N35), tussen hectometerpaal 30.5 en 30.4 ter hoogte van de pechhaven, is de bestuurder van de bedrijfsauto met zijn bedrijfsauto op de linkerrijstrook, bestemd voor het tegemoetkomend verkeer terechtgekomen. Op de rijstrook en pechhaven bestemd voor de bestuurder van de personenauto, botste de bestuurder van de bedrijfsauto, met zijn bedrijfsauto, tegen de personenauto.
De betrokken voertuigen hadden elkaar, met een overlap van ongeveer 50%, linksvoor geraakt.
Wij zagen dat de N35:
- bestond uit 3 rijbanen, die onderling door middel van tussenbermen van gras van
elkaar gescheiden waren;
- op de plaats van het verkeersongeval een recht wegverloop had;
- ter hoogte van het verkeersongeval was verdeeld in 2 rijstroken, die onderling gescheiden werden door dubbele onderbroken markering;
- aan beiden zijden een parallelweg had.
Gedurende het onderzoek stelden wij dat het op het moment van het verkeersongeval nacht was, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990. Wij zagen bij ons komst ter plaatse dat op de plaats van het verkeersongeval geen straatverlichting aanwezig was.
4.
Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 29 september 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 79 e.v.:
Zij werd gehoord op: 28 september 2023 om 21:10 uur.
Verklaring
Ik kwam vanuit Nijverdal (de rechtbank begrijpt: op 28 september 2023). Ik reed in de richting van Raalte. Ik reed achter de witte bestelbus. In de tunnelbak dacht ik al dat hij vreemd reed. De snelheid veranderde constant tussen de 60 km/u en de 80km/u. Het stoplicht bovenaan de berg stond op groen. Na de stoplichten begon hij tussen de 100km/u en de 60km/u te rijden en te slingeren. Hierbij kwam hij ook op de andere weghelft. Ter hoogte van hectometerpaal 30.5 kwam de witte bestelbus op de andere weghelft. Dit gebeurde met een grote ruk aan het stuur. Ik ben direct in de berm gaan rijden. Op dat moment was de botsing.
5.
Het proces-verbaal onderzoek data mobiele telefoon van 6 maart 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven, op pagina 56 e.v.:
Algemene info
Het bestand Apple_iPhone_8_Plus_Routined_Cache_20240131.xlsx bleek GPS-data te bevatten van de periode van 21-09-2023 tot en met 28-09 2023. De telefoondata laat in deze periode een verplaatsing zien die loopt vanuit Turkije naar Nederland. De snelheid die de telefoon daarbij haalt en de route die de telefoon tijdens deze verplaatsing aflegt geeft aan dat de telefoon zich gedurende deze periode tijdens de verplaatsingen in een rijdend voertuig moet hebben bevonden. Dat voertuig beweegt zich gedurende de verplaatsingen over het wegennet van Europa, rijdt daarbij ook over snelwegen en haalt daarbij snelheden van ruim boven de 100 km/uur. Verder stopt het voertuig regelmatig voor langere duur op parkeerterreinen langs snelwegen, bij tankstations, op industrieterreinen en nabij winkels. Al deze gegevens passen bij het beeld van een transportrit van de bij het ongeval betrokken Renault. Dit voertuig is namelijk voorzien van een Turks kenteken en geschikt voor het vervoer van lading.
21 t/m 24 septemberde rechtbank begrijpt: 21 t/m 24 september 2023)
De mobiele telefoon bevond zich in Turkije. Deze dagen waren er momenten te zien dat de telefoon zich met hogere snelheid verplaatste, zoals tijdens een rit in een voertuig.
25 en 26 septemberde rechtbank begrijpt: 25 en 26 september 2023)
Op 25 en 26 september bleek de mobiele telefoon zich over grote delen van de dag wel met voertuigsnelheden te verplaatsen. Op 25 september: Vanaf 05:15 tot 18:30 uur is er, met uitzondering van korte tussenpozen, sprake van voertuigverplaatsing en rijtijd. Om 18:30 uur is er weer een periode van stilstand te zien welke duurt tot 22:30 uur. Daarna is de telefoon weer onderweg in een voertuig en is er dus sprake van rijtijd. Op 26 september: Ook deze dag is veel rijtijd te zien. Uitzonderingen zijn de perioden tussen 04:40 uur en 07:20 uur en tussen 16:50 uur en 19:50 uur waar sprake is van stilstand.
27 september:de rechtbank begrijpt: 27 september 2023)
De mobiele telefoon bewoog zich deze dag in Duitsland van Munchen naar Obergeis en logde daarbij van 00:00 tot 24:00. De overzichten laten zien dat ook deze dag de mobiele telefoon zich veel tijd in een voertuig verplaatst heeft. In de tijdslijn is één langer moment van stilstand te zien, namelijk rond 01:50 uur. Daar stopte de telefoon voor zo’n 5 uur en 45 minuten. Daarna volgen diverse vrij lange stops, waarvan een aantal mogelijk te maken hadden met laden en/of lossen. Dit betroffen stops om 07:45 uur (2 uur en 20 minuten), rond 12:10 uur (1 uur), rond 16:40 uur (1 uur en 55 minuten) en om 19:10 (2 uur en 40 minuten).
28 september:de rechtbank begrijpt: 28 september 2023)
De mobiele telefoon beweegt zich in deze periode in Duitsland tussen Obergeis en de plaats ongeval. Het overzicht laat zien dat de mobiele telefoon vrijwel de gehele dag in beweging is geweest, waarbij er sprake was van rijtijd. In de tijdslijn is te zien dat er deze dag alleen rond 01:45 voor langere tijd gestopt is, namelijk voor 6 uur en 30 minuten. De overige perioden van stilstand zijn allen 45 minuten of korter en één daarvan betrof mogelijk een moment van laden of lossen.
Laatste gedeelte route tot moment ongeval
Het voertuig accelereert daarna weer en blijft de N35 volgen, waarbij opvalt dat hij de maximum snelheid van 80 km/uur korte tijd overschrijdt tot 95 km/uur, maar dat deze snelheid daarna alweer vrij snel terugloopt naar snelheden van net boven de 60 km/uur. Met deze snelheid passeert de telefoon de kruising van de Baron van Sternbachlaan met de N35.
De snelheid loopt daarna niet op maar daalt tot rond de 50 km/uur, om daarna weer vrij plots op te lopen naar 80 km/uur. Dit herhaalt zich nogmaals. Het voertuig rijdt dan door de Salland -Twentetunnel. Vanuit deze tunnel loopt de weg omhoog richting de kruising van de N35 met de Grotestraat. Over dit traject rijdt het voertuig opvallend langzaam met wisselende snelheden welke ruwweg tussen de 50 en de 70 km/uur liggen. Ook het eerste gedeelte na deze kruising is dit zichtbaar. Daarna blijft de snelheid sterk wisselen, maar dan ruwweg tussen de 60 en de 90 km/uur. Rond het moment van de daadwerkelijke aanrijding ligt de snelheid op 80 km/uur.