ECLI:NL:RBOVE:2025:1400

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
11 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
11307293 \ CV EXPL 24-1828
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Non-conformiteit van een camperverkoop met gebreken

In deze zaak heeft eiser een tweedehands camper gekocht van gedaagde, maar ontdekte al snel na de aankoop dat er ernstige gebreken waren, waaronder lekkage, schimmelvorming en houtrot. Eiser heeft gedaagde verzocht om deze gebreken te herstellen, maar gedaagde ontkende dat deze gebreken bestonden op het moment van verkoop en weigerde om de kosten te vergoeden. De kantonrechter oordeelde dat de camper niet voldeed aan de verwachtingen die eiser op basis van de overeenkomst mocht hebben. Gedaagde werd veroordeeld tot het vergoeden van de herstelkosten van het alkoof gedeelte van de camper, maar niet voor de overige gebreken, omdat eiser gedaagde niet in gebreke had gesteld voor deze specifieke problemen. De rechter stelde vast dat de gebreken al aanwezig waren op het moment van verkoop, en dat gedaagde tekortgeschoten was in zijn verplichtingen. Eiser kreeg ook recht op wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 11307293 \ CV EXPL 24-1828
Vonnis van 11 maart 2025
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats 1],
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: mr. R.S. Bosch,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats 2],
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. M. Landman.

1.De zaak in het kort

1.1
[eiser] heeft van [gedaagde] een camper gekocht. [eiser] ontdekt een lekkage, schimmelvorming en houtrot in de camper. Zij wil dat [gedaagde] deze gebreken herstelt. [gedaagde] ontkent dat deze gebreken er waren toen hij de camper aan [eiser] verkocht. Hij weigert te herstellen. [eiser] vordert vergoeding van de herstelkosten. [gedaagde] vindt dat hij deze kosten niet hoeft te vergoeden.
1.2
De kantonrechter oordeelt dat de camper niet de eigenschappen had die [eiser] ten tijde van de levering mocht verwachten. [gedaagde] moet alleen de herstelkosten van het alkoof gedeelte vergoeden. De overige herstelkosten niet omdat [eiser] voor de gebreken aan de achterzijde van de camper [gedaagde] eerst in gebreke had moeten stellen. Dat heeft hij niet gedaan.

2.De procedure

2.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 4 september 2024,
- de conclusie van antwoord van 13 november 2024,
- de mondelinge behandeling van 11 februari 2025,
- de spreekaantekeningen van mr. M. Landman,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 11 februari 2025.
2.1
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1
Op 15 september 2023 heeft [eiser] van [gedaagde] een tweedehands camper gekocht (van het merk McLouis Twid 22) voor een bedrag van € 47.000,-- (hierna: de overeenkomst). De camper is die dag ook geleverd aan [eiser].
3.2
Tijdens de verkoop van de camper heeft [eiser] aan [gedaagde] gevraagd of er lekkageproblemen zijn geweest. [gedaagde] heeft hierop ontkennend geantwoord en dat de camper altijd goed onderhouden is.
3.3
Op 20 oktober 2023 heeft [eiser] een lekkage, schimmelvorming en houtrot in de alkoof (voorzijde) van de camper ontdekt. Zij heeft dit op 30 oktober 2023 per Whatsapp bericht aan [gedaagde] gemeld. [gedaagde] heeft ontkend hiermee bekend te zijn.
3.4
Op 3 november 2023 heeft [eiser] een brief aan [gedaagde] gestuurd waarin zij meldt dat er een lekkage is in de alkoof van de camper en zij [gedaagde] verzoekt om binnen 14 dagen dit gebrek te (laten) herstellen. [gedaagde] heeft op 7 oktober 2023 laten weten dat hij dit niet zal doen.
3.5
Partijen hebben hierna verschillende malen contact gehad over de door [eiser] gestelde schade aan de camper. Dit heeft niet tot een oplossing geleid.

4.Het geschil

4.1
[eiser] vordert – samengevat – dat de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat de camper niet aan de overeenkomst beantwoordt en dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van € 20.600,--, de buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten en dat alle bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente.
4.2
De vordering ziet op de herstelkosten van de schade die aan de camper is ontstaan. De camper kent een lekkage en er is schimmelvorming en houtrot. [eiser] stelt dat het gelet op de omvang van de schade niet anders kan dan dat de lekkage, de schimmelvorming en de houtrot al aanwezig waren op het moment dat zij de camper kocht van [gedaagde]. De camper is daarmee non-conform in de zin van artikel 7:17 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW). Er is sprake van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst door [gedaagde]; hij heeft een camper geleverd met gebreken. Nu [gedaagde] heeft geweigerd deze gebreken te herstellen, verkeert hij in verzuim. De schade in de camper is het gevolg van die gebreken en [gedaagde] moet daarom deze schade vergoeden.
4.3
[gedaagde] concludeert tot niet-ontvankelijk verklaren dan wel afwijzing van de vordering met veroordeling van [eiser] in de proceskosten inclusief salariskosten voor de gemachtigde. [gedaagde] betwist dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Hij is dus niet verplicht de gestelde schade te vergoeden. Subsidiair betwist [gedaagde] dat hij in verzuim verkeert voor wat betreft de gestelde schade aan de
achterzijdevan de camper. Hij is dus niet verplicht dat deel van de schade te vergoeden.
4.4
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

5.1
De vorderingen van [eiser] zijn gebaseerd op de stelling dat de camper niet aan de overeenkomst beantwoordt. De kantonrechter zal daarom eerst beoordelen of hiervan sprake is.
Juridisch kader
5.2
Artikel 7:17 lid 1 BW bepaalt dat de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen (lid 2). De koper mag dus op grond van artikel 7:17 BW verwachten dat de camper de eigenschappen bezit die meegedeeld zijn en die nodig zijn voor een normaal gebruik. Dit houdt voor wat betreft de camper in dat de koper hier op een voldoende veilige manier, dat wil zeggen vrij van schimmel en houtrot, mee moet kunnen rijden en in moet kunnen verblijven.
De camper beantwoordt niet aan de overeenkomst
5.3
[eiser] stelt dat de camper niet de eigenschappen bezit die zij op grond van de overeenkomst mocht verwachten. [eiser] heeft op 20 oktober 2023 ontdekt dat er een lekkage, schimmelvorming en houtrot is in de alkoof van de camper. Door deze gebreken bezit de camper niet de eigenschappen die voor een normaal en veilig gebruik nodig zijn. [eiser] heeft foto’s gemaakt van deze gebreken en deze opgestuurd aan [gedaagde] en aan [bedrijf] B.V. (hierna [bedrijf]), een McLouis dealer. [bedrijf] heeft in een mailbericht van 31 oktober 2023 gereageerd: “
wat wij zo kunnen beoordelen is de alkoof van jullie camper verrot veroorzaakt door lekkage boven in de kop. Deze lekkage zal dan ook niet van de afgelopen 6 maanden zijn, dit is al veel langer aan de gang”.
5.4
[gedaagde] betwist dat:
- de foto’s die [eiser] heeft gestuurd foto’s zijn van de betreffende camper;
- de camper op het moment dat hij deze aan [eiser] verkocht niet de eigenschappen bezat die [eiser] mocht verwachten. [gedaagde] heeft nooit een lekkage, schimmelvorming of houtrot opgemerkt in de jaren dat hij de camper gebruikte. De camper is ook altijd goed onderhouden en is in april van 2023 nog onderzocht door Camperdream B.V. (hierna: Camperdream). Camperdream heeft in een mailbericht van 10 oktober 2024 laten weten: “
April 2023 hebben wij deze camper hier gehad voor het vervangen van de kraan in de douche, reparatie koelkast capillair en controle voor het nieuwe camper seizoen. Indien deze camper zo lek was als nu wordt verteld hadden wij dit op dat moment gelijk al geroken (muffe lucht). Hier zijn wij wel heel erg bekend mee en ruiken dit soort omstandigheden direct, vaak al voor een klant dit zelf opvalt. Tijdens de werkzaamheden zijn ook geen zwarte vlekken opgevallen dan hadden wij hier wel melding van gemaakt”.
5.5
De kantonrechter is van oordeel dat de foto’s die [eiser] aan [bedrijf] heeft gestuurd foto’s zijn van de betreffende camper. Op deze foto’s is de binnenzijde (alkoof) van een camper te zien die qua vorm overtuigende gelijkenissen vertoont met de foto’s die door [gedaagde] zijn gebruikt voor de marktplaatsadvertentie van de camper die hij aan [eiser] heeft verkocht. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde] erkend dat de vorm van de alkoof op de foto’s gelijk is aan de vorm van de alkoof in de betreffende camper. De betwisting van [gedaagde] treft dan ook geen doel.
5.6
De kantonrechter is ook van oordeel dat op het moment dat [gedaagde] de camper verkocht aan [eiser] er sprake was van een lekkage, schimmelvorming en houtrot in de alkoof van de camper. De kantonrechter heeft daarbij gelet op:
- het korte tijdsverloop tussen de verkoop van de camper en het aantreffen van de gebreken: de camper is op 15 september 2023 verkocht en de gebreken zijn geconstateerd op 20 oktober 2023;
- de omvang van de gebreken zoals deze blijkt uit de foto’s die zich in het dossier bevinden; de schimmel is goed zichtbaar en is verspreid op grote delen van de achterste plaat, de zijplaat en de onderzijde van de alkoof;
- het bericht van [bedrijf] van 31 oktober 2023, waaruit volgt dat gelet op de omvang van de schade, zoals op de foto’s is te zien, de lekkage ouder moet zijn dan 6 maanden en dus ver voor 15 september 2023 moet zijn ontstaan.
Dat deze gebreken door [gedaagde] en door Camperdream mogelijk niet eerder zijn opgemerkt, laat zich verklaren door het feit dat deze gebreken verborgen zaten achter de beplating van de camper. Dat Camperdream in april 2023 geen muffe lucht in de camper heeft geroken en zwarte vlekken heeft gezien, is onvoldoende om de stelling van [eiser] dat de camper ten tijde van de koop non-conform was te weerleggen.
Tussenconclusie
5.7
De kantonrechter is van oordeel dat de camper niet beantwoordt aan de overeenkomst. [eiser] hoefde niet te verwachten dat de alkoof van de camper een lekkage, schimmelvorming en houtrot zou bevatten. Gelet op de aard en de omvang van de gebreken staan deze een normaal en veilig gebruik van de camper in de weg.
Verplichting tot schadevergoeding
5.8
Vervolgens moet beoordeeld worden of [gedaagde] de gestelde schade aan de camper moet vergoeden.
Juridisch kader
5.9
Artikel 6:74 BW bepaalt dat wanneer er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van een verbintenis de schuldenaar verplicht is om de schade die de schuldeiser daardoor lijdt te vergoeden.
Tekortkoming
5.1
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] aan [eiser] een camper heeft verkocht die niet beantwoordt aan de overeenkomst. [gedaagde] is dan ook tekortgeschoten in de nakoming van zijn verbintenis, het leveren van een camper die voldoet aan de overeenkomst.
Schade en causaal verband
5.11
[eiser] stelt dat zij schade heeft geleden. [eiser] heeft foto’s gemaakt van de schade en de camper in maart 2024 bij [bedrijf] gebracht om de omvang van kosten van herstel te bepalen. [bedrijf] heeft op 9 april 2024 een offerte uitgebracht waaruit volgt dat het herstellen van de schade aan de camper in totaal € 20.600,75 gaat kosten.
5.12
[gedaagde] betwist de betrouwbaarheid van deze offerte.
5.13
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser] voldoende gemotiveerd heeft gesteld dat zij als gevolg van de tekortkoming in de nakoming van de verbintenis door [gedaagde] schade heeft geleden. De offerte van [bedrijf] is betrouwbaar en kan gebruikt worden om de omvang van die schade te bepalen. [eiser] heeft tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd gesteld dat het bedrag van € 11.000,-- in eerste instantie is genoemd als een ruwe schatting van de schade en dat dit bedrag niet uit de koker van [bedrijf] komt. [bedrijf] heeft de camper fysiek onderzocht in maart 2024. Op basis van dat onderzoek is deze offerte opgesteld. [gedaagde] betwist deze toelichting van [eiser] niet. Niet weersproken is ook dat [bedrijf] een bedrijf is dat is gespecialiseerd in het type camper waar het hier om gaat. Als zodanig moet zij betrouwbaar worden geacht om de herstelkosten van deze camper te offreren. De posten en de daarbij behorende kosten zijn op zichzelf ook voldoende gespecificeerd. [gedaagde] heeft ten aanzien van deze punten de offerte onvoldoende gemotiveerd betwist.
5.14
[gedaagde] heeft het causaal verband tussen zijn tekortkoming in de nakoming van de verbintenis en de gestelde schade niet, in ieder geval niet voldoende, weersproken. De kantonrechter gaat dan ook uit van causaal verband tussen de tekortkoming en de schade.
Verzuim
5.15
Uit de artikelen 6:81 en 6:82 BW volgt dat de verplichting tot vergoeding van de schade ontstaat op het moment wanneer de schuldenaar in verzuim is. De schuldenaar is in verzuim wanneer hij in gebreke wordt gesteld en hij niet nakomt binnen de termijn die hij hem is gesteld in de ingebrekestelling.
5.16
[eiser] stelt dat zij schade heeft gelden aan de
alkoofen de
achterzijdevan de camper als gevolg van lekkage. Tussen partijen staat vast dat [eiser] op 3 november 2023 aan [gedaagde] een termijn heeft gesteld om het gebrek aan de
alkoofvan de camper te herstellen en dat [gedaagde] op 7 november 2023 laten weten dat hij het gebrek niet zal hertellen en dat is ook niet gebeurd. Ten aanzien van de gestelde schade aan de
achterzijdevan de camper heeft [eiser] zich op het standpunt gesteld dat het om gevolgschade gaat en dat nakoming blijvend onmogelijk is, waardoor er geen verzuim is vereist.
5.17
[gedaagde] betwist dat hij in verzuim verkeert ten aanzien van de gestelde schade aan de
achterzijdevan de camper. Hij is ten aanzien van deze gestelde schade niet in gebreke gesteld.
5.18
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde] vanaf 7 november 2023 in verzuim verkeert ten aanzien van de gestelde schade aan de
alkoof, omdat hij toen aan [eiser] heeft laten weten deze schade niet te zullen herstellen. De kantonrechter is ten aanzien van de gestelde schade aan de
achterzijdevan de camper van oordeel dat er geen sprake is van een situatie dat [gedaagde] zijn verplichtingen uit de overeenkomst niet meer zou kunnen nakomen. De gestelde schade aan de achterzijde van de camper zou immers door hem kunnen worden hersteld. Wat er zij van de gestelde schade, de verplichting tot het vergoeden van schade ontstaat in dit geval pas als [gedaagde] in verzuim verkeert. Niet is weersproken dat de gestelde schade aan de achterzijde van de camper voor het eerst door [eiser] is benoemd in een brief van de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] van 22 februari 2024. Niet weersproken is ook dat deze brief geen ingebrekestelling is als bedoeld in artikel 6:82 BW. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [gedaagde] niet in verzuim is komen te verkeren ten aanzien van de gestelde schade aan de achterzijde van de camper.
Eindconclusie
5.19
[gedaagde] heeft [eiser] een camper geleverd die niet voldoet aan de overeenkomst. [gedaagde] moet daarom in beginsel aan [eiser] de schade die daardoor is ontstaan vergoeden. Nu [gedaagde] enkel in verzuim verkeert ten aanzien van de schade aan de
alkoofhoeft hij alleen die schade te vergoeden. Uit de offerte van [bedrijf] volgt dat voor de reparatie van de alkoof een bedrag van € 6.400,-- wordt geoffreerd. Dit bedrag acht de kantonrechter redelijk en genoegzaam onderbouwd zodat de kantonrechter het schadebedrag van [eiser] zal vaststellen op € 7.744,-- (€ 6.400,-- + € 1.344,-- aan btw).
[gedaagde] moet de wettelijke rente betalen
5.2
[eiser] vordert de wettelijke rente vanaf het moment van overdracht van de camper op 15 september 2023, althans op de datum van ontdekking van de gebreken op 20 oktober 2023, althans de datum van de onderhavige dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum.
5.21
Uit artikel 6:119 BW volgt dat de verplichting tot betaling van wettelijke rente ontstaat op het moment dat de schuldenaar in verzuim is. [gedaagde] heeft bij brief van 7 november 2023 laten weten de gestelde schade aan de alkoof niet te zullen vergoeden. Vanaf die dag verkeert [gedaagde] in verzuim. De kantonrechter zal dan ook bepalen dat [gedaagde] over het bedrag van € 7.744,-- wettelijke rente moet betalen vanaf 7 november 2023.
[gedaagde] moet de buitengerechtelijke incassokosten vergoeden
5.22
[eiser] vordert een bedrag van € 1.254,68, te vermeerderen met de wettelijke rente, voor vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De buitengerechtelijke incassokosten zijn de kosten die [eiser] heeft gemaakt om, in een poging om een gang naar de kantonrechter te voorkomen, betaling van [gedaagde] te ontvangen.
5.23
Met betrekking tot de hoogte van het bedrag dat gevorderd kan worden, gaat de wetgever uit van een vaste vergoeding waarbij geabstraheerd wordt van de kosten die [eiser] daadwerkelijk heeft gemaakt. De hoogte van de vergoeding is alleen gerelateerd aan de hoogte van de verschuldigde hoofdsom.
5.24
[eiser] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat zij buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht. De kantonrechter stelt vast dat uit de staffel en het maximum behorend bij de hoofdsom van € 7.744,--, zoals vastgesteld in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten, volgt dat [eiser] recht heeft op een bedrag van € 762,20 zodat het bedrag van € 762,20 zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.25
Beide partijen zijn over en weer op enkele punten in het ongelijk gesteld. De kantonrechter ziet hierin voldoende reden om met toepassing van artikel 237 Rv de proceskosten tussen partijen te compenseren. Dat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1
verklaart voor recht dat de geleverde camper non-conform is en derhalve niet aan de overeenkomst beantwoordt,
6.2
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] te betalen een bedrag van € 7.744,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 7 november 2023, tot de dag van volledige betaling,
6.3
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de buitengerechtelijke kosten tot het bedrag van € 762,20,
6.4
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.5
verklaart dit vonnis voor wat de veroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad,
6.6
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. ter Riet en in het openbaar uitgesproken op 11 maart 2025.