In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een aanneemovereenkomst gesloten met de besloten vennootschap Selekthuis Bouw B.V. voor de bouw van hun woning. Na oplevering van de woning door Selekthuis, hebben eisers geconstateerd dat er condensvorming en geluidsoverlast is als gevolg van een gebrekkig ventilatiesysteem. Zij hebben Selekthuis aangesproken op deze gebreken en vorderen herstel van het ventilatiesysteem en de koudebruggen. Selekthuis heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van gebreken.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering met betrekking tot de condensvorming is verjaard, omdat eisers niet tijdig hebben geklaagd over de gebreken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eerste klacht over condensvorming dateert van 13 december 2018, en dat de verjaringstermijn van twee jaar op 14 december 2020 is verstreken. Eisers hebben niet aangetoond dat zij de verjaring hebben gestuit. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eisers niet hebben voldaan aan hun klachtplicht met betrekking tot de geluidsoverlast, omdat zij niet tijdig hebben geklaagd over de gebreken die leidden tot condensvorming.
De rechtbank heeft de vorderingen van eisers afgewezen en hen veroordeeld in de proceskosten. De proceskosten zijn begroot op € 2.094,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat. De rechtbank heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat eisers het bedrag binnen veertien dagen na aanschrijving moeten betalen, te vermeerderen met wettelijke rente indien zij niet tijdig betalen.