ECLI:NL:RBOVE:2025:1387

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 maart 2025
Publicatiedatum
13 maart 2025
Zaaknummer
08.011301.95
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag verlenging terbeschikkingstelling met gelijktijdige toewijzing zorgmachtiging

Op 13 maart 2025 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de aanvraag tot verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1967. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd na een veroordeling voor doodslag in 1996 en is sindsdien meerdere keren verlengd. De rechtbank heeft op 19 december 2024 de beslissing over de verlenging aangehouden om te onderzoeken of een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) mogelijk was. Tijdens de zittingen op 19 december 2024 en 27 februari 2025 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychologen en psychiaters, die de situatie van de terbeschikkinggestelde hebben beoordeeld. De deskundigen concludeerden dat de terbeschikkinggestelde een complexe problematiek heeft, waaronder een persoonlijkheidsstoornis en een gokstoornis, maar dat het recidiverisico onder de huidige omstandigheden laag is. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling af te wijzen, maar heeft tegelijkertijd een zorgmachtiging verleend, zodat de terbeschikkinggestelde de benodigde zorg en begeleiding kan blijven ontvangen. De rechtbank oordeelde dat de terbeschikkinggestelde in een beschermde woonsetting moet blijven verblijven, waarbij de zorgmachtiging voldoende waarborgen biedt voor zijn begeleiding en medicatiegebruik.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.011301.95
Datum uitspraak: 13 maart 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[terbeschikkinggestelde],
geboren op [geboortedatum] 1967 te [geboorteplaats],
verblijvende bij Forence (Transfore) in Deventer,
hierna te noemen: de terbeschikkinggestelde.

1.De aanleiding

De terbeschikkinggestelde is bij vonnis van de rechtbank Almelo van 2 april 1996 ter
beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van
het misdrijf: doodslag.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 21 december 1997. De maatregel is laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 22 mei 2023. De rechtbank heeft op 19 december 2024 de beslissing op de vordering tot verlenging van de maatregel aangehouden voor onderzoek naar de mogelijkheden voor het afgeven van een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).
De terbeschikkingstelling eindigt, behoudens nadere voorziening, op 15 december 2024.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
- het verlengingsadvies van FPC de Oostvaarderskliniek (hierna: de kliniek) van
23 oktober 2024, opgemaakt en ondertekend door drs. [naam 2], hoofd behandeling, drs. A.J. Wijnne, hoofd behandeling, drs. I. van Outheusden, psychiater en drs. E. Tillema-van Loo, algemeen directeur;
  • de pro Justitia rapportage van A.J. de Groot, psycholoog, van 12 september 2024;
  • de pro Justitia rapportage van dr. T.W.D.P. van Os, psychiater, van 7 oktober 2024;
  • de aanvulling op de pro Justitia rapportage van A.J. de Groot, psycholoog, van
11 november 2024;
  • de aanvulling op de pro Justitia rapportage van dr. T.W.D.P. van Os, psychiater, van 11 november 2024;
  • de beslissing van de rechtbank van 19 december 2024;
  • een e-mailbericht van 24 februari 2025 met aanvullende informatie van de kliniek van [naam 1], behandelrapporteur afdeling Outreach;
  • de wettelijke aantekeningen over de periode van 10 januari 2023 tot en met
27 februari 2025.

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 13 november 2024 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van
19 december 2024. Op 19 december 2024 heeft de rechtbank de beslissing op de verlengingsvordering aangehouden voor de duur van maximaal drie maanden en hiertoe het onderzoek geschorst, om de officier van justitie te laten onderzoeken of het afgeven van een zorgmachtiging op grond van de Wvggz tot de mogelijkheden behoort.
Het onderzoek van de zaak is op de openbare terechtzitting van 27 februari 2025 hervat.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S.C. Sassen, advocaat te Utrecht;
  • de officier van justitie;
  • [naam 2], hoofd behandeling, als deskundige.
De officier van justitie heeft ter zitting verzocht om de vordering tot verlenging van de maatregel af te wijzen onder gelijktijdige toewijzing van het verzoek tot verlenen van een zorgmachtiging op grond van de Wvggz.
De terbeschikkinggestelde en zijn raadsvrouw hebben eveneens verzocht de vordering tot verlenging af te wijzen, subsidiair om het onderzoek voor korte duur aan te houden zodat de stukken voor wat betreft de indicatie op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) kunnen worden overgelegd die van belang zijn voor de verzochte zorgmachtiging.
Gelijktijdig met de behandeling van de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling, heeft de behandeling plaatsgevonden van het verzoek tot het afgeven van een zorgmachtiging ingevolge de Wvggz. Deze machtiging is bij beslissing van deze rechtbank van 13 maart 2025 voor de duur van zes maanden verleend.

4.De beoordeling

De vordering is op 13 november 2024 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over de terbeschikkinggestelde opgemaakte verlengingsadvies van de kliniek, de pro Justitia rapportages en de toelichting van de deskundigen ter zitting in aanmerking.
Het advies van de kliniek
Het rapport van de kliniek houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale kenmerken en een ongespecificeerde schizofrenie spectrumstoornis of andere psychotische stoornis. Daarnaast is sprake van een gokstoornis, in remissie, en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis, beide in langdurige remissie.
De belaste voorgeschiedenis van de terbeschikkinggestelde heeft er mede in geresulteerd dat bij hem sprake is van een basaal wantrouwen naar anderen, waarbij hij al op jonge leeftijd problematisch gedrag laat zien. Coping is deels agressie en intimidatie geworden, alsmede gokken en middelengebruik. Het risico op ernstige agressie is inmiddels verminderd, maar dreigend en intimiderend gedrag is nog immer zichtbaar. De terbeschikkinggestelde heeft onvoldoende vaardigheden om zich met anderen op een pro-sociale wijze te verhouden als de spanningen oplopen. Dit heeft in de voorgaande trajecten geleid tot impulsieve beslissingen, onttrekkingen, overtredingen, terugvallen in gokgedrag, waardoor meerdere resocialisatiepogingen, ondernomen bij verschillende klinieken, tot op heden geen blijvend succes hebben gehad. Bij de terbeschikkinggestelde is onderliggend sprake van angst en het gevoel niet gezien te worden. In het contact met de terbeschikkinggestelde is zichtbaar dat hij stress slecht verdraagt en dat hij geneigd is te reageren met verbale agressie. De probleemoplossende vaardigheden van de terbeschikkinggestelde zijn in feite onvoldoende. De verwachting is dat de terbeschikkinggestelde gezien moet worden als een blijvend gehandicapte man, die binnen de juiste zorg- en begeleidingssetting een recidivevrij leven zou moeten kunnen leiden. De terbeschikkinggestelde zal blijvend hulp nodig hebben. De kliniek acht dit niet noodzakelijk binnen een forensisch kader. De noodzakelijk geachte zorg en begeleiding kunnen in de vorm van een zorgmachtiging op grond van de Wvggz worden geboden. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege is niet wenselijk, omdat de betrokkenheid van het Outreachteam van de kliniek in dat geval zal wegvallen. De terbeschikkinggestelde kan met een zorgmachtiging bij Forence in Deventer of bij Zorggroep ’t Achterhuus in Hoogeveen (blijven) wonen, waarbij de voorkeur van de kliniek uitgaat naar een plaatsing bij Zorggroep ’t Achterhuus. Het Outreachteam zal in beide gevallen betrokken blijven bij het traject. Bij ontregeling kan een time-out worden ingezet bij de FPC de Oostvaarderskliniek.
De toelichting van deskundige [naam 2] ter zitting van 27 februari 2025
Deskundige [naam 2] heeft het advies ter zitting, mede namens zijn collega
drs. A.J. Wijnne, gehandhaafd. Aanvullend heeft hij opgemerkt dat de terbeschikkinggestelde op de wachtlijst staat voor een plaatsing bij Zorggroep ’t Achterhuus. Er is zicht op een zelfstandige woning aldaar voor de terbeschikkinggestelde. Hij zal zolang als nodig de begeleiding van het Outreachteam krijgen en er zal een warme overdracht plaatsvinden. Voor de financiering van de plaatsing bij Zorggroep ’t Achterhuus is een Wlz-indicatie aangevraagd. Deze indicatie is nog niet binnen, maar naar verwachting zal dit op korte termijn binnen zijn. Indien de Wlz-indicatie niet tijdig voor de uitspraakdatum wordt ontvangen, wordt geadviseerd om de zaak aan te houden. Mocht er tegen de verwachting in geen Wlz-indicatie worden afgegeven, dan ontbreekt de financiering voor een plaatsing bij
’t Achterhuus, en kan de terbeschikkinggestelde ook niet op grond van een zorgmachtiging verblijven bij Forence.
Het advies van de psychiater van 7 oktober 2024 en de toelichting van de deskundige
Het rapport van de psychiater houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
De diagnose van de psychiater over de aanwezigheid van stoornissen is gelijk aan die van de kliniek. De terbeschikkinggestelde is een gehospitaliseerde man met een zwakke persoonlijkheid die het systeem van de terbeschikkingstelling geïnternaliseerd heeft. Met het huidige risicomanagement zijn de risicofactoren onder controle. De terbeschikkinggestelde heeft en houdt externe ondersteuning nodig om de uitingen van de met zijn problematiek gepaard gaande geringe stressbestendigheid, de impulsiviteit en de onrijpe gewetensvorming in goede banen te leiden. Deze problematiek wordt versterkt door de verslaving aan gokken en alcohol. Vanwege de combinatie van de problemen lukt het de terbeschikkinggestelde niet om zijn leven blijvend een pro-sociale vorm te geven op de diverse levensterreinen. Met stut- en steunwerk vanuit het huidige risicomanagement lukt het de terbeschikkinggestelde om ondanks deze problematiek delictvrij te leven. Er is sprake van een aantal beschermende factoren die deels gelieerd zijn aan het huidige risicomanagement. Het recidiverisico wordt onder de huidige omstandigheden als laag ingeschat. Bij een beëindiging van de maatregel wordt het recidiverisico op de lange termijn ingeschat als matig oplopend naar hoog. Het risico loopt via de wat langere route van toenemende stress, terugval in gokken en alcoholgebruik, toename van financiële problemen, leidend tot teloorgang en vervolgens delictgedrag. De psychiater adviseert de maatregel met een jaar te verlengen en de verpleging van overheidswege voorwaardelijk te beëindigen. Het is van belang dat de terbeschikkinggestelde op de vervolgplek de kans krijgt om zich te hechten aan het team. Het zal heen en weer bewegen zijn tussen zijn angst om verlaten te worden en de angst om zich te verbinden. Het blijvend gebruiken van angstreducerende en antipsychotische medicatie zijn voorwaarden om overmatig wantrouwen tegen te gaan en contact te houden met een psychiater voor de noodzakelijke controles. Ook zal het de kans op slagen van uitstroom groter maken. Daarnaast is een individuele benadering van belang met een duidelijke dagstructuur met vrijwilligerswerk, goede mogelijkheden voor de terbeschikkinggestelde om zich terug te trekken, afspraken over gespreksmomenten en bewindvoering met duidelijke regels waaraan hij zich conformeert, gezien zijn preoccupatie met geld en zijn impulsen dienaangaande. Ter zitting van 19 december 2024 heeft deskundige Van Os zijn advies bijgesteld, in die zin dat hij gelet op de recente ontwikkelingen een onderzoek naar de mogelijkheden tot het afgeven van een zorgmachtiging op grond van de Wvggz wenselijk acht.
Het advies van de psycholoog van 12 september 2024
Het rapport van de psycholoog houdt, zakelijk weergegeven, onder meer het volgende in.
Ook de diagnose van de psycholoog over de aanwezigheid van stoornissen is gelijk aan die van de kliniek. De terbeschikkinggestelde toonde zich weinig responsief binnen eerdere behandelinterventies. Het behandelbeloop van de terbeschikkinggestelde laat zien dat resocialisatiepogingen vanuit verschillende klinieken meerdere malen mislukten. Er is bij de terbeschikkinggestelde sprake van enig probleembesef. Er zijn geen aanwijzingen voor gewelddadige opvattingen. Er is sprake geweest van enige affectieve instabiliteit, die is afgenomen sinds de terbeschikkinggestelde vanaf begin 2024 antipsychotische medicatie gebruikt. Er zijn bij de terbeschikkinggestelde sindsdien minder negatieve achterdochtige betrekkingsideeën. Hij is toegankelijker geworden en is minder nors in het contact. Met betrekking tot geweldsindicatoren voor de toekomst geldt dat zonder externe steun en toezicht de terbeschikkinggestelde zich wellicht niet langdurig sociaal maatschappelijk aangepast kan handhaven. De terbeschikkinggestelde is zeer lang geïnstitutionaliseerd en heeft nauwelijks interne copingvaardigheden. Een beschermende factor is dat de terbeschikkinggestelde een normale intelligentie heeft, een pro-sociaal bestaan nastreeft en de noodzaak van begeleiding inziet. Binnen de huidige situatie zijn er echter vooral externe beschermende factoren in de zin van steun, structuur en zorg binnen een besloten afdeling. Het recidiverisico wordt als laag ingeschat, zolang de terbeschikkinggestelde enige begeleiding en toezicht heeft en niet vereenzaamt. Plotselinge onttrekkingen, gepaard gaande met het uitgeven van geld en/of gokken zijn nog wel te verwachten. Dit gaat inmiddels al jaren niet meer gepaard met middelengebruik. Het komt tijdens onttrekkingen door de jaren heen nooit tot gevaarzettend gedrag. Aan zichzelf overgeleverd, zonder steun, structuur, begeleiding en toezicht zal de terbeschikkinggestelde snel vereenzamen, wat hem aan zal zetten tot toenemend middelengebruik (alcohol en cannabis), alsook toenemend gokgedrag. Het afgelopen jaar werd ingezet op een uitstroomtraject naar Zorggroep ’t Achterhuus in Alteveer. De terbeschikkinggestelde is geaccepteerd bij Forence in Deventer, waar hij op korte termijn kan worden opgenomen. Ingeschat wordt dat Forence afdoende risicomanagement kan bieden. Een plaatsing bij Zorggroep ’t Achterhuus te Alteveer wordt echter passend geacht, omdat die woonomgeving het best aansluit bij de terbeschikkinggestelde. De psycholoog schat in dat de terbeschikkinggestelde, gelet op het lage recidiverisico bij goed toegespitst zorgmanagement, voldoende begeleidbaar is binnen een zorgmachtiging. De psycholoog adviseert de mogelijkheid te onderzoeken tot het afgeven van een zorgmachtiging.
De aanvullende adviezen van de psychiater en de psycholoog van 11 november 2024
De deskundigen zijn aanvullend bevraagd over een mogelijke plaatsing in het kader van een zorgmachtiging. De deskundigen hebben geconcludeerd dat een plaatsing bij Zorggroep ’t Achterhuus in Hoogeveen voor de terbeschikkinggestelde het meest passend is. De terbeschikkinggestelde heeft een omgeving nodig waarbij sprake is van een vertrouwensband met het behandelteam en waar sprake is van een goede bereikbaarheid van de begeleiding. Groepsdynamiek moet zoveel mogelijk vermeden worden en is gecontra-indiceerd. Het recidiverisico wordt bij een plaatsing bij Zorggroep ’t Achterhuus als laag ingeschat. De terbeschikkinggestelde dient zijn medicatie te blijven nemen om zijn draagkracht te ondersteunen en achterdochtige tendenties beperkt te houden. Een strak geïndividualiseerde aanpak met gerichte aandacht en begeleiding in de nabijheid is geboden.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat een stoornis en enig recidiverisico onverkort aanwezig zijn. Er is namelijk nog altijd sprake van een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met borderline en antisociale kenmerken en een ongespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis. Daarnaast is bij de terbeschikkinggestelde sprake van een gokstoornis, in gedwongen remissie, en een stoornis in het gebruik van alcohol en cannabis, beide in langdurige remissie. Het recidiverisico blijkt uit het feit dat meerdere resocialisatiepogingen, ondernomen bij verschillende klinieken, tot op heden geen blijvend succes hebben gehad. Telkens als spanningen opliepen heeft dat geleid tot onder meer impulsieve beslissingen en gokgedrag, vanwege onvoldoende vaardigheden om zich op prosociale wijze te verhouden met anderen. De terbeschikkinggestelde is chronisch kwetsbaar en zal levenslang in een beschermde woonsetting dienen te verblijven met veel toezicht en begeleiding. De problematiek beperkt de draagkracht van de terbeschikkinggestelde, waardoor kleine dingen kunnen zorgen voor achterdocht, ongecontroleerde verbale boosheid en een niet te weerstane drang tot gokken.
Sinds november 2024 verblijft de terbeschikkinggestelde in het kader van transmuraal verlof
bij Forence te Deventer. Hij functioneert daar stabiel en profiteert van de begeleiding en ondersteuning. Het blijvend gebruiken van antipsychotische medicatie is de belangrijkste beschermende factor. Voor de terbeschikkinggestelde was het creëren van rust en stabiliteit van groot belang, om van daaruit verder te kijken naar een goede plek met begeleiding, die kan inspelen op de noodzakelijke hoge mate van zorg en begeleiding. Door de kliniek is gekoerst op een doorstroom naar een lager beveiligde setting, waarbij de benodigde begeleidingsintensiteit geboden kan worden. Een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege werd niet wenselijk geacht, vanwege het feit dat dan het voor de terbeschikkinggestelde vertrouwde Outreachteam van de kliniek uit beeld zou verdwijnen. Na een lange zoektocht is een geschikte plek voor de terbeschikkinggestelde gevonden. Naar verwachting zal de terbeschikkinggestelde op korte termijn kunnen verhuizen naar een zelfstandige woning bij Zorggroep ’t Achterhuus te Hoogeveen.
Naar het oordeel van de rechtbank is in het zeer langdurige traject dat de terbeschikkinggestelde heeft gevolgd het maximaal haalbare bereikt. De rechtbank ziet niet dat er binnen het kader van de terbeschikkingstelling nog vooruitgang kan worden geboekt. De terbeschikkinggestelde heeft duidelijk baat bij de geboden ondersteuning en het toezicht van het Outreachteam van de kliniek, dat voorlopig betrokken zal blijven. Hij kan zich vinden in een plaatsing in ’t Achterhuus. Een warme overdracht zal plaatsvinden zodat de terbeschikkinggestelde goed kan inbedden in de nieuwe omgeving. Het risico op gewelddadig gedrag is de afgelopen jaren steeds als laag ingeschat. Zolang de terbeschikkinggestelde de juiste begeleiding krijgt, zal het recidiverisico naar verwachting laag blijven. Van belang is dat de terbeschikkinggestelde hulpverlenging blijft accepteren en zijn medicatie blijft innemen.
Gelet hierop acht de rechtbank het recidiverisico dusdanig laag, dat dit kan worden ondervangen met een zorgmachtiging op grond van de Wvggz als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet forensische zorg (Wfz), zoals die door de rechtbank op 13 maart 2024 is verleend. Op grond van deze zorgmachtiging kan de terbeschikkinggestelde verblijven bij Zorggroep ’t Achterhuus. De verleende zorgmachtiging biedt tevens voldoende waarborgen dat de terbeschikkinggestelde de benodigde begeleiding krijgt en het gebruik van antipsychotische medicatie zal voortzetten, waardoor ontregeling en terugvallen van de terbeschikkinggestelde kunnen worden voorkomen, dan wel snel kunnen worden ondervangen. Het delictgevaar is hiermee tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht.
Met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:2:17, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering, zal de rechtbank de vordering van de officier van justitie afwijzen en de maatregel van terbeschikkingstelling beëindigen, omdat aan de terbeschikkinggestelde in de zaak met rekestnummer C/08/329224, welk verzoek tegelijkertijd met de onderhavige vordering is behandeld, een zorgmachtiging op grond van de Wvggz is verleend.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]af.
Aldus gegeven door mr. M.H. van der Lecq, voorzitter, mr. C. Verdoold en mr. R.A. Heblij, rechters, in tegenwoordigheid van Z. Demir als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 13 maart 2025.
Buiten staat
mr. Heblij is niet in staat deze beslissing mede te ondertekenen.