ECLI:NL:RBOVE:2025:1317

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
10 maart 2025
Publicatiedatum
10 maart 2025
Zaaknummer
07.650251.12
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging terbeschikkingstelling van betrokkene met twee jaren

Op 10 maart 2025 heeft de Rechtbank Overijssel in Zwolle uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene. De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, na een vordering van het Openbaar Ministerie op 24 januari 2025. Betrokkene, die lijdt aan schizofrenie en een autismespectrumstoornis, is sinds 17 maart 2015 ter beschikking gesteld na een veroordeling voor ernstige misdrijven, waaronder poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen en opzettelijk brandstichten. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende rapportages, waaronder een verlengingsadvies van Reclassering Nederland en een pro Justitia rapportage van psychiater I. Maksimovic. De deskundigen hebben aangegeven dat betrokkene momenteel stabiel is, maar dat er nog steeds risico's zijn op recidive. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt verlengd. Betrokkene heeft in de afgelopen periode vooruitgang geboekt, maar er is meer tijd nodig voor de overgang naar zelfstandig wonen met de nodige begeleiding. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verlenging met twee jaren noodzakelijk is om de veiligheid te waarborgen en om betrokkene de tijd te geven om verder te stabiliseren.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummer: 07.650251.12
Datum uitspraak: 10 maart 2025
Beslissingop de vordering van het Openbaar Ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats],
wonende aan de [adres],
hierna te noemen: betrokkene.

1.De aanleiding

Betrokkene is bij arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 februari 2014 ter
beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, na bewezenverklaring van
de misdrijven:
  • Poging tot opzettelijk een ontploffing teweegbrengen terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
  • opzettelijk brandstichten, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
De terbeschikkingstelling is ingegaan op 17 maart 2015. Deze terbeschikkingstelling is
laatstelijk verlengd bij beslissing van deze rechtbank van 20 maart 2023. Bij die beslissing is de verpleging van overheidswege voorwaardelijk beëindigd en zijn betreffende het gedrag van betrokkene voorwaarden gesteld.
De terbeschikkingstelling eindigt, behoudens nadere voorziening, op 12 maart 2025.

2.De stukken

De rechtbank heeft kennis genomen van de op grond van artikel 6:6:12 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) overgelegde stukken, te weten:
  • het verlengingsadvies van Reclassering Nederland van 7 januari 2025, opgemaakt en ondertekend door [reclasseringswerker 1], reclasseringswerker, en [reclasseringswerker 2], unitmanager;
  • de pro Justitia rapportage van I. Maksimovic, psychiater, van 27 november 2024;
  • de voortgangsverslagen, over de periode van 9 mei 2023 tot en met 22 oktober 2024, opgemaakt door [reclasseringswerker 1] en [reclasseringswerker 3].

3.De procedure

Het Openbaar Ministerie heeft op 24 januari 2025 een vordering ingediend tot verlenging van bovenvermelde termijn met twee jaren.
Het onderzoek van de zaak heeft plaatsgevonden op de openbare terechtzitting van 24 februari 2025.
De rechtbank heeft op die zitting gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. D.N. de Jonge, advocaat te Rotterdam;
  • de officier van justitie;
  • [reclasseringswerker 1], reclasseringswerker, verbonden aan de reclassering, als deskundige.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij de vordering tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met twee jaren.
Betrokkene en zijn raadsvrouw hebben geen bezwaar tegen verlenging van de maatregel van terbeschikkingstelling met twee jaren.

4.De beoordeling

De vordering is op 24 januari 2025 ingediend. Dit is tijdig.
De rechtbank dient op grond van het bepaalde in de artikelen 38d en 38e van het Wetboek
van Strafrecht (Sr) te bepalen of de termijn van de maatregel van terbeschikkingstelling moet worden verlengd.
De rechtbank neemt bij haar overwegingen het over betrokkene opgemaakte verlengingsadvies van de reclassering, de pro Justitia rapportage, de voortgangsverslagen en de toelichting van de deskundige ter zitting in aanmerking.
Het verlengingsadvies en de voortgangsverslagen van Reclassering Nederland
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie en een autismespectrumstoornis. In de afgelopen jaren is het psychiatrisch toestandsbeeld stabiel dankzij medicatie. Psychotische symptomen worden niet meer gezien. Betrokkene heeft inmiddels een redelijk ziektebesef en ziekte-inzicht. Hij is medicatietrouw en erkent dat hij zijn medicatie naar verwachting langdurig zal moeten blijven gebruiken om te voorkomen dat psychotische ontregeling opnieuw optreedt.
Betrokkene is in de afgelopen periode verhuisd naar een 24-uurs begeleide woonvoorziening van RIBW Overijssel in [plaats 1]. Hij heeft inmiddels een eigen appartement. De overstap is goed verlopen en het dagelijkse contact met de begeleiders verloopt positief. Ook krijgt betrokkene begeleiding vanuit het Forensische FACT-team van Transfore. Het risico bij voortduring van het huidige kader op algemene recidive binnen twee jaren wordt ingeschat op laag-gemiddeld en het risico op geweldsrecidive binnen twee jaren op gemiddeld. Betrokkene heeft laten zien dat hij zelfstandig veel zaken kan oppakken en in staat is om de begeleiding mee te nemen in de keuzes die gemaakt moeten worden en om advies te vragen. In de zomer van 2024 werden er signalen van ontregeling waargenomen. Ook werd gezien dat betrokkene op veel leefgebieden zelfstandig functioneert, maar de afgelopen periode heeft ook duidelijk gemaakt dat het zelfinzicht bij oplopende spanningen nog te gering is en het beroep dat betrokkene moet doen op de begeleiding erg intensief is. Wanneer betrokkene minder stress ervaart en de begeleidende instanties dit ook waarnemen zal er gestart worden met het afbouwen van de contacten ten tijde van zijn verblijf in de RIBW. Doel is om geleidelijk toe te werken naar het nabootsen van de situatie van zelfstandig wonen met ambulante forensische begeleiding. Mocht dit positief verlopen dan kan de stap gemaakt worden naar zelfstandig wonen met intensieve woon- en ambulante forensisch psychiatrische begeleiding. De reclassering verwacht dat voor de nog te nemen stappen, met een periode van monitoring op het zelfstandig wonen, meer nodig is dan één jaar en adviseert daarom de tbs-maatregel te verlengen met twee jaren.
Het advies van de psychiater
Bij betrokkene is sprake van schizofrenie en een autismespectrumstoornis. Betrokkene gebruikt clozapine. Het risico op gewelddadig gedrag vloeit voort uit zijn schizofrenie, met name vanuit een gebrekkige impulscontrole die kan optreden tijdens een psychose in samenhang met psychotische verschijnselen en tevens uit de autismespectrumstoornis, waardoor hij kwetsbaarder is voor ontregeling en minder rekening kan houden met (belangen van) anderen. Betrokkene staat nu open voor hulpverlening. Hij toont voldoende probleembesef om te weten dat gebruik van de medicatie, behoud van structuur, abstinentie ten aanzien van drugs en ambulante begeleiding nodig zijn voor een adequaat functioneren en het laag houden van het recidiverisico. Bij het voortduren van het huidige kader wordt het risico op gewelddadig gedrag ingeschat als laag. Bij het wegvallen van het huidige kader, zonder dat betrokkene geheel is gestabiliseerd en zonder dat er getoetst kan worden of hij stabiliteit weet te behouden, is de inschatting dat de risico’s zouden kunnen oplopen tot matig verhoogd. Om het recidiverisico laag te houden is het noodzakelijk dat betrokkene de nodige medicatie blijft gebruiken, abstinent blijft van drugs, ambulant in zorg blijft en voldoende ondersteuning krijgt. Er is tijd nodig voor de benodigde stappen richting zelfstandig wonen met woon- en ambulante forensisch psychiatrische begeleiding, totdat het helder is dat betrokkene in die context adequaat is ingebed. Dit proces zal waarschijnlijk een verlenging met twee jaar vergen. De psychiater geeft de rechtbank in overweging de tbs-maatregel met één jaar te verlengen zodat tussentijds de stand van zaken kan worden bezien met betrekking tot de vervolgstappen in het traject tot zelfstandig wonen.
De toelichting van de deskundige ter terechtzitting
Op de terechtzitting van 24 februari 2025 heeft de deskundige, [reclasseringswerker 1], het advies tot verlenging van de tbs-maatregel voor de duur van twee jaren gehandhaafd.
De deskundige heeft op zitting toegelicht dat de eerste stappen richting zelfstandig wonen inmiddels zijn gezet. Het proces kan onderverdeeld worden in vier stappen. De eerste stap is het toewerken richting stabilisatie. De afgelopen periode was onrustig en minder stabiel, maar inmiddels is dat verbeterd. De tweede stap is het nabootsen van de situatie van zelfstandig wonen binnen de huidige setting. De RIBW en het FACT hebben om de tafel gezeten om dit in gang te zetten. Dit betekent ook het afbouwen van de groepsmomenten. De derde stap is het zoeken naar een geschikte woning, het verhuizen en het zoeken naar nieuwe begeleiding. De vierde stap is het monitoren van deze nieuwe setting. Betrokkene bevindt zich momenteel in de tweede stap en heeft in de afgelopen periode vooruitgang geboekt. Het vinden van een geschikte woning is lastig. Er moet ook voldaan worden aan de wensen van betrokkene. Dit maakt dat het een uitdaging is om de juiste woning te vinden zonder vertraging op te lopen. Het is van belang dat er na het vinden van en settelen in een nieuwe woonplek ook nog een tijdje gemonitord kan worden hoe dit verloopt, waardoor er zeker nog twee jaar nodig zal zijn.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen, dan wel
de algemene veiligheid van personen eist dat de maatregel van terbeschikkingstelling wordt
verlengd. Aan de criteria voor de verlenging van de terbeschikkingstelling is voldaan. Op
grond van hetgeen door de reclassering en de pro Justitia rapporteur in hun rapportages is
vermeld en ter zitting door de deskundige is toegelicht, stelt de rechtbank vast dat er sprake
is van een stoornis en dat er tevens sprake is van recidiverisico.
De rechtbank constateert dat betrokkene in de afgelopen periode stappen vooruit heeft gezet.
Ter zitting heeft betrokkene toegelicht dat het goed met hem gaat. Hij woont fijn in het eigen appartement in [plaats 1] en werkt graag in de kringloopwinkel in [plaats 2]. Hij heeft een stressvol jaar achter de rug, mede door het overlijden van zijn moeder, maar het gaat momenteel een stuk beter met hem.
De rechtbank zal de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengen. Betrokkene kan zich hierin vinden en beseft dat hij begeleiding nodig heeft. Er is tijd nodig voor het proces richting zelfstandig wonen met woon- en ambulante forensisch psychiatrische begeleiding. Gezien de nog te zetten vervolgstappen en omdat op korte termijn niet te verwachten is dat er een zelfstandige woning voor betrokkene zal worden gevonden is verlenging met één jaar niet aan de orde. Het is daarnaast van belang dat betrokkene nog enige tijd gemonitord wordt als er eenmaal een zelfstandige woonplek voor hem is gevonden. De rechtbank acht het van belang dat de te nemen stappen en overgang naar een nieuwe situatie in een voor de betrokkene passend tempo zorgvuldig en geleidelijk plaatsvinden. Van belang is dat betrokkene stabiel blijft functioneren en er geen incidenten zullen zijn. Dit dient goed gemonitord te worden.

5.De beslissing

De rechtbank verlengt de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]met
twee jaren.
Aldus gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M.J.A.L. Beljaars en mr. R.G.J. Gehring, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K. Drenth als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 maart 2025.
Buiten staat
Mr. R.G.J. Gehring is niet in de gelegenheid deze beslissing mede te ondertekenen.