In deze zaak vordert Woningstichting WBO de ontruiming van een door haar verhuurde woning. De vordering is gebaseerd op het feit dat de politie tijdens een onderzoek in de woning van de huurder, [gedaagde], een aanzienlijke hoeveelheid drugs heeft aangetroffen. De politie heeft op 4 juli 2024 een actie uitgevoerd waarbij [gedaagde] is aangehouden en in zijn woning een totale hoeveelheid van 1280 gram softdrugs is gevonden, naast andere drugsgerelateerde goederen en contant geld. WBO stelt dat [gedaagde] zich niet als een goed huurder heeft gedragen en dat er sprake is van een ernstige tekortkoming in de nakoming van de huurovereenkomst. De kantonrechter oordeelt dat de vordering tot ontruiming gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de situatie en het beleid van WBO ten aanzien van drugshandel. De kantonrechter wijst de vordering tot ontruiming toe en stelt een termijn van veertien dagen voor de ontruiming vast. [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten.