Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
niet-ontvankelijkin zijn verzoek tot wraking.
Rechtbank Overijssel
Op 28 februari 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een minderjarige, die het kind is van de partijen in twee aanhangige zaken. Het verzoek tot wraking was ingediend op 20 februari 2025, maar de minderjarige is geen zelfstandige procespartij in deze zaken. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de minderjarige geen recht heeft op wraking, omdat hij niet als procespartij kan worden aangemerkt. De kinderrechter, mr. H.T. Pos, heeft in zijn reactie op het verzoek aangegeven niet te berusten in de wraking. De wrakingskamer heeft op basis van artikel 5, lid 2, onder b, van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel besloten het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk te verklaren zonder mondelinge behandeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.