ECLI:NL:RBOVE:2025:1186

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
28 februari 2025
Publicatiedatum
28 februari 2025
Zaaknummer
329198 KG RK 25-102
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van een kinderrechter door een minderjarige

Op 28 februari 2025 heeft de wrakingskamer van de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een minderjarige, die het kind is van de partijen in twee aanhangige zaken. Het verzoek tot wraking was ingediend op 20 februari 2025, maar de minderjarige is geen zelfstandige procespartij in deze zaken. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de minderjarige geen recht heeft op wraking, omdat hij niet als procespartij kan worden aangemerkt. De kinderrechter, mr. H.T. Pos, heeft in zijn reactie op het verzoek aangegeven niet te berusten in de wraking. De wrakingskamer heeft op basis van artikel 5, lid 2, onder b, van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel besloten het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk te verklaren zonder mondelinge behandeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK OVERIJSSEL

Wrakingskamer
Zittingsplaats Zwolle
zaaknummer: 329198 KG RK 25-102
Beslissing van 28 februari 2025
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeker tot wraking.

1.De procedure

1.1.
De wrakingskamer heeft kennisgenomen van het wrakingsverzoek dat is binnengekomen op 20 februari 2025. Het wrakingsverzoek is verzonden per e-mail op 15 februari 2025. Verzoeker doet hierin een verzoek tot wraking van
mr. H.T. Pos, (kinder)rechter in deze rechtbank en in die hoedanigheid belast met de behandeling van de zaken die geregistreerd zijn onder de zaaknummers C/08/328264 / JE RK 25-177 en C/08/328267 / JE RK 25-178.
1.2.
Mr. Pos heeft in zijn reactie van 20 februari 2025 laten weten niet te berusten in de wraking.

2.De beoordeling

2.1.
De wrakingskamer stelt vast dat in de zaken met de hierboven genoemde nummers geprocedeerd wordt door de beide ouders van verzoeker. Verzoeker is het minderjarige kind van partijen en geen zelfstandige procespartij in die zaken waarmee hem geen zelfstandig recht op wraking toekomt.
2.2.
Volgens artikel 5, lid 2, onder b, van het Wrakingsprotocol van de rechtbank Overijssel kan de wrakingskamer het verzoek tot wraking zonder mondelinge behandeling niet-ontvankelijk verklaren indien het verzoek niet is ingediend door een procespartij. Om deze reden wordt verzoeker, zonder mondelinge behandeling, niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.

3.De beslissing

De wrakingskamer
3.1.
verklaart verzoeker
niet-ontvankelijkin zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door mr. A. van Holten, voorzitter, mrs. A.A.A.M. Schreuder en M.H. van der Lecq, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier, mr. G.J. Leyendijk, en in openbaar uitgesproken op 28 februari 2025.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.