Uitspraak
op het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[eisers 1],
het college van burgemeester en wethouders van Ommen
derde-partijneemt aan de zaken deel: Woningstichting Vechtdal Wonen uit Ommen.
Rechtbank Overijssel
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van eisers tegen de omgevingsvergunning verleend door het college van burgemeester en wethouders van Ommen voor de bouw van 50 flexwoningen. De vergunning werd op 14 februari 2024 verleend, maar eisers betogen dat de vergunning ten onrechte is verleend zonder de juiste procedure te volgen, aangezien het project als een stedelijk ontwikkelingsproject moet worden gekwalificeerd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 13 februari 2025 behandeld en concludeert dat de omgevingsvergunning in strijd is met de geldende wetgeving, omdat niet de juiste procedure is gevolgd. De voorzieningenrechter verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en herroept de verleende omgevingsvergunning. Tevens wordt het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de uitspraak op het beroep voldoende is. De rechtbank oordeelt dat het college het griffierecht aan eisers moet vergoeden en dat eisers recht hebben op een vergoeding van hun proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 28 februari 2025.