Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de akte wijziging van eis en overlegging (aanvullende) producties van de zijde van de curator;
- de (aanvullende) producties van de zijde van [gedaagde], en
2.Inleiding
3.De feiten
4.Het geschil
- dat de rechtshandeling, bestaande uit overdracht van de Nissan Qashqai met kenteken [kenteken] is geleverd c.q. overgeschreven door [bedrijf 1] aan [gedaagde], is vernietigd;
- dat [gedaagde] door mee te werken aan de handelingen zoals breder omschreven in de dagvaarding onrechtmatig heeft gehandeld ten opzichte van (de schuldeisers van) [bedrijf 1], als gevolg waarvan [bedrijf 1] schade heeft geleden welke schade [gedaagde] aan [bedrijf 1] dient te vergoeden;
- dat [gedaagde] ongerechtvaardigd is verrijkt als gevolg van de overschrijving van de auto op haar naam om niet;
5.De beoordeling
om nietis geschiedt of dat daarvoor een tegenprestatie is geleverd, is voor dit oordeel op zichzelf niet relevant nu ook een rechtshandeling waarvoor een tegenprestatie is geleverd onverplicht kan zijn verricht. Een oordeel over de vraag of het een rechtshandeling
om nietbetrof, is pas aan de orde indien komt vast te staan dat de schuldenaar, in dit geval [bedrijf 1] ([naam]), wist of behoorde te weten dat één of meer schuldeisers als gevolg van de bestreden rechtshandeling daadwerkelijk in hun verhaalsmogelijkheden zouden worden beperkt. Indien deze wetenschap niet komt vast te staan, zal de vordering reeds om die reden moeten worden afgewezen, nu daarmee niet aan de vereisten van artikel 42 Fw wordt voldaan.
om nietwetenschap aan de zijde van de schuldenaar voldoende. Bij rechtshandeling
anders dan om nietis tevens wetenschap aan de zijde van de wederpartij, in dit geval [gedaagde], voldoende.
om nietheeft aangenomen en daarmee dit vermogensbestanddeel heeft onttrokken uit het vermogen van (het inmiddels gefailleerde)
[bedrijf 1]. Dit terwijl de schulden verder opliepen en [gedaagde] hiermee bekend was omdat zij voorheen werknemer van [bedrijf 1] en (voormalig) partner van [naam] was. De schuldeisers van [bedrijf 1] kunnen zich als gevolg van het voorgaande niet meer verhalen op de auto, waardoor zij schade hebben geleden. Onder deze omstandigheden mocht [gedaagde] de auto niet
om nietaannemen. Dat is maatschappelijk onbetamelijk en bovendien in strijd met artikel 343 Wetboek van Strafrecht (verder: ‘Sr’) , aldus de curator. Ter onderbouwing van haar stelling dat [gedaagde] hiervan op de hoogte was, althans had moeten zijn, verwijst de curator naar de hiervoor aangehaalde krantenartikelen.
om nietongerechtvaardigd is verrijkt.
nadienboekhoudkundig als een privé-onttrekking heeft verwerkt. Maar dat zegt niets over het moment waarop de auto werd geschonken. Aan deze verklaring van [naam] gaat de kantonrechter dan ook voorbij.
132,-(plus eventuele verhoging)