Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
subsidiair dat verdachtezwaar lichamelijk (ano)genitaal letsel bij zijn dochter [slachtoffer] heeft toegebracht door voornoemd handelen;
subsidiair dat verdachtesamen met een ander zwaar lichamelijk letsel bij zijn dochter heeft toegebracht door voornoemd handelen
meer subsidiair dat verdachtesamen met een ander zijn dochter heeft mishandeld waardoor hoofd- en hersenletsel en een ribbreuk is ontstaan;
3.De bewijsmotivering
Hoofdletsels
Bloedingen langs de hersenen en in de hersenkamer
veel waarschijnlijkerzijn bij een forse krachtsinwerking dan bij gebruikelijke huis-, tuin- en keukenongevallen, bij normaal uitgevoerde verzorgingshandelingen en/of bij een medische aandoening. De geboorte kan als oorzaak uitgesloten worden geacht. Verder zijn de bloeduitstortingen onder het harde hersenvlies, uitgaande van een forse krachtsinwerking en afzonderlijk beschouwd,
iets waarschijnlijkeronder de hypothese van niet-accidentele dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking. Bloeduitstortingen onder het spinnenwebvlies zijn
ongeveer even waarschijnlijkonder de hypothese van niet-accidentele, als onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking. De bloeding in de hersenkamer kan een gevolg zijn van bloed onder het spinnenwebvlies dat terugloopt de hersenkamers in. [18]
Ribbreuken
waarschijnlijkeronder de hypothese van een niet-accidentele krachtsinwerking, dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking.
Huidletsels
(minimaal) waarschijnlijkeronder de hypothese van niet-accidentele krachtsinwerking dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking. [19]
Combinatie van hersenletsel, ribbreuken en bloeduitstortingen
veel waarschijnlijkeronder de hypothese van een (zeer) forse krachtsinwerking (te weten een forse impact tegen het hoofd en/of een heftig schudincident) dan bij een eenvoudige val, bij een medische aandoening en/of bij gebruikelijke verzorgingshandelingen. De combinatie van medische bevindingen is daarbij
waarschijnlijkeronder de hypothese van een niet-accidentele, dan onder de hypothese van een accidentele (zeer) forse krachtsinwerking. [21]
Nadat ik ging zitten, kreeg ik [slachtoffer] huilend aangereikt. Ik wilde haar troosten. Haar gezichtje lag over mijn schouder en ik had een hand onder haar kontje. Wij hadden een lang huis en ik ben een beetje wiegend door het huis gelopen. Het was een beetje dansend/schuifelend/schaatsend bewegen door de kamer. Bij de eettafel voelde ik dat haar gezicht in mijn nek viel. Ze werd ineens slap. Haar armpjes en beentjes waren slap en zij had haar oogjes dicht. Ik haalde haar naar voren en heb lichtelijk geschud van ‘Blijf erbij’. Het was een spontane reactie. Ik dacht meteen dit is niet goed. Ik had haar met twee handen vast. Haar hoofdje bleef rechtop toen ik haar lichtelijk schudde. Ik had [slachtoffer] onder haar armen vast. Ik liep rond om haar rustig te krijgen, in mijn ogen ging dat goed totdat er geen geluid meer uitkwam.
U,jongste rechter, vraagt mij hoeveel tijd er zat tussen het aanpakken van [slachtoffer] van [medeverdachte] en het onwel worden. Het was voor mij 30 à 40 seconden.(…)” [25]
[verdachte] heeft haar vervolgens overgenomen.(…)
ze was heel erg huilerig.
[verdachte] is door de kamer gaan lopen, naar de kamer voor. Daar was een schilderij en daar liep hij wel vaker heen. Ik zat in de achterkamer.
Ik hoorde opeens niets meer en toen ben ik ernaartoe gerend omdat ze heel erg huilerig was en het opeens stil was. Ik zag toen dat ze wegviel.
maximaal enkele seconden.Daarmee is een alternatief scenario zoals geschetst door de raadsman uitgesloten. Ook is gelet op die tijdspanne uitgesloten dat moeder de geweldshandelingen heeft gepleegd. Verdachte heeft immers zelf verklaard dat hij [slachtoffer] overgedragen heeft gekregen van moeder en dat hij met [slachtoffer] door de kamer heeft gelopen om haar te troosten. [slachtoffer] is volgens hem na 30 à 40 seconden onwel geworden op zijn schouder en vervolgens zijn de uitvalsverschijnselen ingetreden.
Ontstaan van het (ano)genitale letsel volgens de opererend arts en Duijst en Karst
meerdere periodes van anogenitale penetratie(binnenwaarts gerichte forse krachtsinwerking met een stomp voorwerp of lichaamsdeel).
zeer veel waarschijnlijkerzijn onder de hypothese van niet-accidentele krachtsinwerking (inclusief penetratie) dan onder de hypothese van accidentele krachtsinwerking. [30]
- er is een litteken aan de buitenzijde van het genitaal te zien op de leeftijd van ca. 1 maand;
- er is op 30 mei 2022 een groot actief bloedend letsel aan de vagina en de darm. Een bloedtransfusie is noodzakelijk geweest;
- bij de operatie wordt fibrinebeslag gezien door de opererend arts. De arts schat de ouderdom van het letsel bij de operatie in als 1-2 dagen oud;
- er is littekenweefsel dat op oud en al genezen letsel duidt.
Het enigste wat ik me kan herinneren wat er kan gebeurd zijn is dat ik haar verschoond heb en dat ik dan wij doen er altijd vaseline aan zeg maar”
als we klaar zijn ja dat ik dan per ongeluk iets door haar gat ben gegaan dat ik wat beschadigd heb dat is het enigste wat ik mij kan herinneren. Maar dan heb ik het niet met opzet gedaan [naam 1].” [33]
Nou ik weet gewoon van mezelf [naam 2] ik heb daar niet met mijn volle vinger ingedrukt dat heb ik niet gedaan.(…)
Ik bedoel het is misschien net een vingertopje net die een (1) centimeter van je nagels dat”
Dat kan ik mij wel herinneren als ik een beetje in paniekerig was dat dat of dat het even snel snel moet gebeuren dat gebeurd moet zijn maar ik kan me echt niet voorstellen dat ik de hele vinger of ja noem maar op.”
Nee maar ja dat zeiden ze tegen mij ik heb dat ook eerlijk tegen de politie gezegd van dat ik soms wel eens die binnenkant raakte bij haar maar dat was voornamelijk haar kont zeg maar.” [34]
Als daar schade zit, dan kan dat best door mij komen. Ik heb daar zalf gesmeerd dus dan zal dat door mij gebeurd zijn. Het kan best zijn dat ik te ver naar binnen ga met mijn vingers. (…)” [36] Verdachte heeft op 31 augustus 2022 verklaard dat hij bij het verschonen van een luier altijd twee of drie vingers om het doekje deed. [37]
V: Wanneer heb je voor het eerst bloed in de luier van [slachtoffer] gezien?
Het is meer van de laatste tijd dat ik het zag, dat was dan ongeveer 1 keer in de week(…)
[verdachte] is bij [slachtoffer] gebleven en toen ben ik weggegaan om wat boodschapjes te doen.(…)
Vervolgens ben ik weer naar huis gefietst en toen ik thuiskwam trof ik [slachtoffer] in de box aan maar was het boxkleed eruit en ik zag dat [slachtoffer] andere kleding aan had. Ik vroeg aan [verdachte] wat er was gebeurd en hij zei dat [slachtoffer] had gespuugd en hij zei dat hem dat altijd overkwam als ik weg was. Ik vroeg waar het boxkleed was, [verdachte] heeft mij die laten zien en ik zag in de hoek van het kleed een vlek. Ik heb het boxkleed meteen uitgewassen.(…) [39]
Ik ben tussen 15.30 uur en 16.00 uur thuisgekomen met [slachtoffer] . Ik heb [slachtoffer] in de box gelegd.(…)
[verdachte] kwam ook vrij vlot na ons binnen. Ik ben eten gaan koken, en [verdachte] vond dat de luier van [slachtoffer] vol zat en is gaan verschonen. Ik hoorde op een gegeven moment de kraan boven dus ik ben gaan kijken. Ik trof [verdachte] en [slachtoffer] in de badkamer en zag dat [verdachte] het kontje van [slachtoffer] onder de kraan hield.
Het was toen rond 18.00 uur. [verdachte] zou met haar douchen dus toen zijn we samen naar boven gegaan. [verdachte] was zichzelf aan het uitkleden en heb [slachtoffer] uitgekleed en aan [verdachte] gegeven. Ik zag toen wel weer een streepje bloed in haar luier. Ik heb aan [verdachte] gevraagd hoeveel bloed ze net had en wat er dan aan de hand was. [verdachte] zei dat hij het goed had schoongemaakt. (...)” [40]
A: Dat is ook op die maandag 30 mei geweest.
…)
Af en toe hoorde ik ook wel eens de kraan boven aan gaan. Ik liep dan naar boven om te kijken wat er was en zag ik dat hij haar kont onder de kraan hield. Dan zei hij dat het weer zo heftig bloedde.” [42]
…)
Het klopt dat ik zaterdag 28 mei 2022 thuis was met [slachtoffer] . [medeverdachte] was weg. [44] (…)
en toen zag ik [slachtoffer] in de box liggen. Ik was blij om haar te zien en heb haar opgepakt. Ik rook toen weer wat en toen heb ik haar verschoond. Ik trof bloed in de luier aan.” [45]
meerdere malenmet een lichaamsdeel/voorwerp de vagina en/of anus van zijn vierenhalve maand oude dochtertje [slachtoffer] heeft
binnengedrongen.
(de rechtbank begrijpt: seksueel binnengedrongen)heeft. De rechtbank overweegt daarover dat artikel 244 Sr kinderen beschermt tegen seksueel binnendringen. Het scharen van het brengen van een vinger in de vagina of anus van een kind – waardoor er schade wordt toegebracht – onder seksueel binnendringen, sluit aan bij de actuele ethische normen en aan de realiteit van wat [slachtoffer] heeft moeten ondergaan. [46] Het binnendringen van een vagina en anus van een baby is onmiskenbaar seksueel binnendringen.
Als er bloedverlies is, is er iets aan de hand. Klein bloedverlies past niet bij een normaal ontwikkeld kind.” [48] Ook was het blijkbaar soms nodig dat de billen en de vagina afgespoeld werden onder de kraan, omdat zij bloedde.
het verslikken van [slachtoffer] op 8 februari 2022;
waarschijnlijkeronder de hypothese van meermaals een krachtsinwerking of anderszins krachtsinwerking (bijvoorbeeld knijpen) dan de beschreven klap. [51]
het incident met de ketting op 10 februari 2022 en het incident op 21 mei 2022
waarschijnlijkeronder de hypothese van een niet-accidentele krachtsinwerking, dan onder de hypothese van een accidentele krachtsinwerking. [59]
- de op 12 februari 2022 door verdachte gebruikte forse kracht op het hoofd van [slachtoffer] en/of het krachtig heen en weer schudden van [slachtoffer] ; en
- het op 28 mei 2022 en/of op 30 mei 2022 door verdachte gewelddadig seksueel binnendringen van de vagina en/of anus van [slachtoffer] .
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren;
met dien verstande dat als en voor zover al door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
maatregelop dat verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 172.245,29, (zegge: honderdtwee en zeventigduizend tweehonderd vijfenveertig euro en negenentwintig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 februari 2022 ten behoeve van de benadeelde partij, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 365 dagen kan worden toegepast, een en ander voor zover dit bedrag niet door een mededader zal zijn voldaan. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;