ECLI:NL:RBOVE:2024:878

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
08.092719-23 en 08.254519-23 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gekwalificeerde poging tot doodslag, verkrachting, diefstal en bezit van kinderporno door verdachte

Op 19 februari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 39-jarige man, die werd beschuldigd van meerdere ernstige misdrijven, waaronder poging tot doodslag, verkrachting, diefstal met geweld en het bezit van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 2 april 2023 in Zwolle een 70-jarige vrouw heeft aangevallen, waarbij hij haar heeft gewurgd, verkracht en beroofd. De vrouw raakte ernstig onderkoeld en had meerdere verwondingen, waaronder gebroken ribben en een schildkraakbeenfractuur. De verdachte heeft de vrouw in de bossen achtergelaten, waar zij door een voorbijganger werd aangetroffen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachte in de periode van 14 juni 2021 tot en met 2 april 2023 kinderpornografische afbeeldingen heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar, met de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging. Daarnaast moet de verdachte een schadevergoeding van ruim 43.000 euro betalen aan het slachtoffer.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08.092719-23 en 08.254519-23 (ter terechtzitting gevoegd) (P)
Datum vonnis: 19 februari 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1984 in [geboorteplaats] ,
nu verblijvende in de PI Lelystad.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 7 november 2023 en 5 februari 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. S. Leusink-Dijk en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.W. van Faassen, advocaat in Zwolle, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de namens [slachtoffer] voorgedragen slachtofferverklaring en van wat namens haar als benadeelde partij door mr. Y.N. Teke-Bozkurt, advocaat in Enschede, is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Voor de leesbaarheid van dit vonnis nummert de rechtbank de feiten van de zaak met parketnummer 08.092719-23 als feit 1, feit 2 en feit 3 en het feit van de zaak met parketnummer 08.254519-23 als feit 4.
De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 7 november 2023, kort en bondig, op neer dat verdachte op 2 april 2023 in Zwolle heeft geprobeerd [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven door haar te wurgen om op die manier de verkrachting en diefstal met geweld te kunnen plegen, haar heeft verkracht/aangerand en met geweld heeft beroofd, dan wel haar zwaar heeft mishandeld, ofwel dit heeft geprobeerd. Deze verdenking is vervat in drie ten laste gelegde feiten. Ook is aan verdachte ten laste gelegd dat hij in de periode van 14 juni 2021 tot en met 2 april 2023 in Zwolle kinderporno heeft vervaardigd en in bezit heeft gehad en dat hij hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
feit 1 primair
hij op of omstreeks 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] (van achteren) om de nek heeft gegrepen en/of (met kracht) in bedwang heeft gehouden en/of (vervolgens) haar neus/mond heeft dichtgehouden en/of haar keel/luchtpijp heeft dichtgedrukt/geknepen en/of heeft dichtgedrukt/geknepen heeft gehouden (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of op die [slachtoffer] nog een of meer andere geweldshandeling(en) heeft toegepast en/of die [slachtoffer] (vervolgens) in bosschages heeft gelegd/achtergelaten (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ernstig onderkoeld is geraakt),terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,welke voren omschreven poging doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten verkrachting/aanranding van die [slachtoffer] en/of diefstal van een of meer goed(eren) (waaronder de onderbroek) van die [slachtoffer] ,en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of een ander of anderen straffeloosheid te verzekeren;
feit 1 subsidiair
hij op of omstreeks 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, die [slachtoffer] (van achteren) om de nek heeft gegrepen en/of (met kracht) in bedwang heeft gehouden en/of (vervolgens) haar neus/mond heeft dichtgehouden en/of haar keel/luchtpijp heeft dichtgedrukt/geknepen en/of dichtgedrukt/geknepen heeft gehouden (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt)en/of op die [slachtoffer] nog een of meer andere geweldshandeling(en) heeft toegepast en/of die [slachtoffer] (vervolgens) in bosschages heeft gelegd/achtergelaten (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ernstig onderkoeld is geraakt),terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
feit 1 meer subsidiairhij op of omstreeks 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten diverse ribfracturen een schildbeenfractuur, heeft toegebracht, door die [slachtoffer] (van achteren) om de nek te grijpen en/of (met kracht) in bedwang te houden en/of (vervolgens) haar neus/mond dicht te houden en/of haar keel/luchtpijp dicht te drukken/knijpen en/of dichtgedrukt/geknepen te houden (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of op die [slachtoffer] nog een of meer andere geweldshandeling(en) toe te passen en/of die [slachtoffer] (vervolgens) in bosschages te leggen/achter te laten (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ernstig onderkoeld is geraakt);
feit 1 nog meer subsidiairhij op of omstreeks 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [slachtoffer] (van achteren) om de nek heeft gegrepen en/of (met kracht) in bedwang heeft gehouden en/of (vervolgens) haar neus/mond heeft dichtgehouden en/of haar keel/luchtpijp heeft dichtgedrukt/geknepen en/of heeft dichtgedrukt/geknepen heeft gehouden (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of op die [slachtoffer] nog een of meer andere geweldshandeling(en) heeft toegepast en/of die [slachtoffer] (vervolgens) in bosschages heeft gelegd/achtergelaten (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] ernstig onderkoeld is geraakt),feit 2 primairhij op of omstreeks 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)[slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van een of meer handeling(en) die (mede) bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis in de vagina van die [slachtoffer] en/of welk geweld en/of andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld en/of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft hebben bestaan dat verdachte die [slachtoffer] opzettelijk (van achteren) om de nek heeft gegrepen en/of (met kracht) in bedwang heeft gehouden en/of (vervolgens) haar neus/mond heeft dichtgehouden en/of haar keel/luchtpijp heeft dichtgedrukt/geknepen en/of dichtgedrukt/dichtgeknepen heeft gehouden (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of op die [slachtoffer] nog een of meer andere geweldshandeling(en) heeft toegepast;
feit 2 subsidiairhij op of omstreeks 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)[slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), te weten het brengen/duwen van zijn, verdachtes penis op/tegen de vagina van die [slachtoffer] en/of welk geweld en/of andere feitelijkhe(i)d(en) en/of welke bedreiging met geweld en/of andere feitelijkhe(i)d(en) hierin heeft hebben bestaan dat verdachte die [slachtoffer] opzettelijk (van achteren) om de nek heeft gegrepen en/of (met kracht) in bedwang heeft gehouden en/of (vervolgens) haar neus/mond heeft dichtgehouden en/of haar keel/luchtpijp heeft dichtgedrukt/geknepen en/of dichtgedrukt/geknepen heeft gehouden (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of op die [slachtoffer] nog een of meer andere geweldshandeling(en) heeft toegepast;
feit 3hij op of omstreeks 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer goed(eren) (waaronder een onderbroek), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte die [slachtoffer] opzettelijk (van achteren) om de nek heeft gegrepen en/of (met kracht) in bedwang heeft gehouden en/of (vervolgens) haar neus/mond heeft dichtgehouden en/of haar luchtpijp heeft dichtgeknepen (ten gevolge waarvan die [slachtoffer] bewusteloos is geraakt) en/of op die [slachtoffer] nog een of meer andere geweldshandeling(en) heeft toegepast;
feit 4
hij in of omstreeks de periode van 14 juni 2021 tot en met 2 april 2023 in de gemeente Zwolle, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens)afbeelding(en),te weten foto(‘s) en/of (een) gegevensdrager(s) bevattendeafbeelding(en) (te weten een I-pad en/of een of meer telefoon(s)),heeft vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit (onder meer):het met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt(afbeeldingsnummers 01, 03, 04, 06 t/m 11)en/ofhet met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(en) en/of de mond/tong betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt(afbeeldingsnummers 02, 05, 11 en 12)en/ofhet geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet had/hadden bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling(afbeeldingsnummers 13 en 14)en/ofhet masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had/hadden bereikten/ofhet houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had/hadden bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling(afbeeldingsnummer 15)van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie vindt de onder feit 1 primair (gekwalificeerde poging tot doodslag), feit 2 primair (verkrachting), feit 3 (diefstal met geweld) en feit 4 (gewoonte maken van vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno) ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte wegens een gebrek aan wettig en overtuigend bewijs van het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft zich ten aanzien van het onder feit 1 subsidiair (poging tot doodslag), feit 2 subsidiair (ontucht) en feit 4 ten laste gelegde aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt op grond van redengevende feiten en omstandigheden, die in de bewijsmiddelen [1] zijn vervat en waarop de bewezenverklaring steunt, tot een bewezenverklaring van gekwalificeerde poging tot doodslag (feit 1 primair) verkrachting (feit 2 primair), diefstal met geweld (feit 3) en een gewoonte maken van het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno (feit 4). De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Ten aanzien van het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 ten laste gelegde
De feiten en omstandigheden
Het aantreffen van aangeefster [slachtoffer]
Op zondag 2 april 2023 omstreeks 07:31 uur komt bij de politie de melding binnen dat er aan de Schie in Zwolle, ter hoogte van de Rijnlaan en nabij het viaduct, een persoon in de bosjes ligt. Volgens de melder, [getuige] , die aldaar met zijn hond liep, had een manspersoon een vrouw in de bosjes gelegd en is deze vervolgens weggelopen, over de Schie, in de richting van de Zwartewaterallee. Naar aanleiding van de genoemde melding gaan de politieagenten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ter plaatse. Omstreeks 07:41 treffen zij in de genoemde bosjes een persoon aan. Het gaat om de 70-jarige aangeefster [slachtoffer] , zo blijkt later. De agenten zien aangeefster tussen de struiken/bosjes zitten dan wel liggen. Zij krijgen moeilijk contact met aangeefster en horen haar hard om hulp schreeuwen. De agenten zien onder meer dat aangeefster er verward uitziet, geen schoenen draagt en vochtige/oppervlakkig natte kleding (een jas, een broek, trui en sokken) aan heeft. Haar schoenen liggen vlak bij haar. Aangeefster spreekt gebrekkig Nederlands. De agenten zien dat aangeefster gebaart dat zij is aangevallen en bij haar keel is gegrepen. Ook zien zij aangeefster trillen van de kou. Door het inmiddels ter plaatse gekomen ambulancepersoneel wordt vastgesteld dat de lichaamstemperatuur van aangeefster 31 graden is. Aangeefster wordt hierna per ambulance naar het ziekenhuis Isala in Zwolle gebracht. [2]
In het ziekenhuis
De politieagent [verbalisant 3] , die de Turkse taal machtig is, spreekt in de loop van de ochtend van 2 april 2023 in het ziekenhuis met de dochter van aangeefster, [dochter van slachtoffer] . Zij geeft hem te kennen dat aangeefster bij aankomst in het ziekenhuis, in tegenstelling tot normaal gesproken, geen ondergoed droeg.
De agent spreekt daarna met aangeefster. Aangeefster verklaart dat zij ergens liep, op weg naar haar man die in een verpleeghuis woont om hem eten te brengen. Aangeefster wilde om 07:00 uur bij haar man zijn. Ergens bij de bosschages hoorde zij dat er iemand achter haar liep. Plots voelde zij dat ze van achteren werd gepakt en naar de bosschages werd gesleept. Aangeefster verklaart dat ze werd gewurgd en flauwviel. Toen zij weer iets bijkwam en de dader dit merkte, werd aangeefster een paar keer in haar zij geslagen en wederom gewurgd. Haar mond en neus werden door de dader met zijn hand dichtgehouden. Ook werd haar keel dichtgeknepen. Hierna verloor aangeefster weer haar bewustzijn. Verder verklaart aangeefster dat zij na een onbekende tijd bijkwam en om hulp riep.
De in het ziekenhuis aanwezige verpleegster vertelt aan de agent dat bij aangeefster geen ondergoed werd aangetroffen en dat tussen haar billen een blaadje was gevonden. Ook had de verpleging bloed bij de vagina van aangeefster gezien en zou zij bij aanraking van haar vagina pijnlijk hebben gereageerd. [3]
De bevindingen van de zedenrechercheur en de forensisch onderzoeker
’s Middags verklaart aangeefster tegen de zedenrechercheur [verbalisant 4] dat zij die ochtend om 05:45 uur van huis was vetrokken. Op enig moment liep zij in een tunnel die van de wijk Holtenbroek richting de wijk Aa-landen gaat. Toen zij opeens van achteren bij haar keel werd vastgepakt en haar keel en mond werden dichtgedrukt, voelde zij tegelijkertijd stoten tegen haar lichaam. Aangeefster verklaart voor haar leven te hebben gevochten, want zij was in ademnood. Zij heeft geprobeerd zich te verweren. Aangeefster voelde stoppels toen zij met haar linkerhand naar achteren reikte. Haar hoofd kon zij niet omdraaien, want deze werd vastgehouden. De dader was een man en zei niets. Hij heeft aangeefster meerdere malen geprobeerd te wurgen en steeds als hij losliet en aangeefster weer een beetje op adem kwam, wurgde hij haar opnieuw. Aangeefster verklaart dat zij twee keer buiten bewustzijn is geraakt, maar geen idee heeft hoelang dit heeft geduurd. Zij weet nog wel dat ze op een gegeven moment aan haar arm naar een parkje is meegesleurd. Toen ze weer bijkwam, wilde zij om hulp schreeuwen maar kwam er geen geluid uit haar. Aangeefster weet verder niet wat er precies is gebeurd, maar van de dokter heeft ze begrepen er bij haar vagina iets aan de hand lijkt te zijn nu zij daar bloedt. [4]
Verpleegkundige [naam 1] geeft aan de forensisch onderzoeker [naam 2] onder andere te kennen dat aangeefster onderkoeld in het ziekenhuis is binnengebracht. De verpleging heeft rectaal een thermometer bij aangeefster ingebracht, waarbij zij bladeren tussen de billen zagen. De verpleging heeft dit schoongemaakt. Daarna is ook een urinekatheter bij aangeefster ingebracht om via deze katheter haar lichaamstemperatuur te meten. Hierbij heeft de verpleging de binnenste schaamlippen van aangeefster schoongemaakt. Bij het inbrengen van de katheter zag de verpleging bloed bij haar vagina. [5]
Aangifte door [dochter van slachtoffer] namens haar moeder
[dochter van slachtoffer] doet op 3 april 2023 vanwege de medische toestand van haar moeder namens haar aangifte. Aangeefster heeft heel veel pijn en is fysiek opgezwollen. Ze heeft onder meer gebroken ribben, is bang, boos en verdrietig. De dochter van aangeefster herhaalt in de aangifte wat haar moeder eerder heeft verklaard. In aanvulling daarop volgt uit de aangifte dat er blaadjes in het schaamhaar van aangeefster zaten. In het ziekenhuis werd vanuit de vagina eerst bloed op een watje aangetroffen, daarna in een incontinentiebroekje en vervolgens in een (nieuwe) onderbroek van aangeefster. De bril, de telefoon en het kunstgebit en de onderbroek van aangeefster zijn niet teruggevonden. [6]
De aanvullende verklaring van aangeefster
Diezelfde dag, op 3 april 2023, verklaart aangeefster ’s middags tegenover de zedenrechercheurs [verbalisant 4] en [verbalisant 5] aanvullend op het voorgaande het volgende. De dader kneep met zijn ene hand haar keel dicht en met zijn andere hand haar neus en mond. Dit deed hij met veel kracht waardoor aangeefster merkte dat zij in ademnood kwam. Terwijl de dader dit deed, duwde hij haar een paadje in, naar een bosje. Vanaf dat moment herinnert aangeefster zich nog weinig. Zij weet niet of er op seksueel gebied iets met haar is gebeurd. Wel kan zij zich herinneren dat de dader terugkwam toen zij geluid maakte. Aangeefster hoorde toen twee of drie voetstappen. Aangeefster verklaart onder andere dat de dader toen op haar heeft gezeten en zij nogmaals voelde dat haar keel, mond en neus werden dichtgeknepen en zij geen adem meer kon halen. Opnieuw raakt zij buiten bewustzijn. Aangeefster dacht dat de dader haar dood wilde maken. Toen zij weer bijkwam, was aangeefster koud en in shock. Aangeefster verklaart dat zij s‘ ochtends, vóórdat zij werd aangevallen, een onderbroek heeft aangetrokken. [7]
De letselrapportage van de forensisch arts
S.J.Th. van Kuijk, forensisch arts bij de GGD IJsselland, heeft op 5 april 2023 een letselrapportage opgemaakt. De forensisch arts constateert, op basis van het letselonderzoek dat op 2 april 2023 bij aangeefster is verricht, het volgende. Bij aankomst op de spoedeisende hulp is aangeefster onderkoeld, onrustig en geeft zij aan dat zij veel pijn heeft aan de rechterzijde van haar borstkas. Ten tijde van het letselonderzoek is vers letsel aangetroffen, waaronder veel schaafplekken en vers bloed bij de vagina van aangeefster. Een groot deel van het letsel in de vorm van huidverkleuringen, kan passen bij kneuzingen die direct door
finger tip bruisingof indirect (door schuiven of schuren van het lichaam over een harde ondergrond) kunnen zijn ontstaan. Er is een vermoeden van gebroken ribben, die naar verwachting binnen zes tot acht weken goed functioneel zullen herstellen. Daarnaast is sprake van krasverwondingen die door direct krassend geweld (bijvoorbeeld nagels) of indirect geweld (bijvoorbeeld schuren over de grond, gelet op de kraswond op de rug) kunnen zijn ontstaan. Ook is mogelijk sprake van letsel in de vagina, maar dit is wegens ethische redenen niet verder onderzocht. [8]
Het radiologisch onderzoeksrapport van de radioloog
[naam 3] , radioloog bij Maastricht UMC+, heeft op 12 juni 2023 een radiologisch onderzoeksrapport opgemaakt, om (onderhuidse) letsels, in het bijzonder aan de hals en het gelaat, zo goed mogelijk in beeld te brengen. De radioloog constateert, op basis van het radiologisch onderzoek dat op 2 en 3 april 2023 bij aangeefster is verricht, het volgende.
Er is sprake van kleine zwellinkjes in de onderhuidse wekedelen op het voorhoofd, evenals twee zwellingen van de onderhuidse wekedelen in het gelaat (rechterbovenlip en rechteronderkaak). Deze zwellingen in het aangezicht zijn het gevolg van stomp inwerkend geweld, zoals slaan, stoten of vallen.
Daarnaast is sprake van een zwelling van de
musculus semispinalis(halsspier) en een mogelijke zwelling van de
musculus sternocleidomastoideus(halsspier) links. Ook is sprake van een fractuur van het schildkraakbeen links, waaromheen enige zwelling van de wekedelen is. Deze zwellingen in de hals en de fractuur van het schildkraakbeen links zijn het gevolg van stomp inwerkend geweld, zoals slaan, stoten of vallen, al dan niet in combinatie met samendrukkende krachtsinwerking.
Verder is sprake van fracturen van de 3e en 4e rib rechts, die het gevolg zijn van stomp inwerkend geweld zoals slaan, stoten of vallen. [9]
De camerabeelden van de flat aan de [adres 1]
Gedurende het opsporingsonderzoek hebben politieagenten verschillende camerabeelden uitgekeken. Zo ook camerabeelden van de flat aan de [adres 1] . Deze flat is gelegen op 500 meter afstand van de plaats delict. Op de camerabeelden van zondag 2 april 2023 tussen 05:15 uur en 05:50 uur is bij de ingang en het zogenoemde belbord van die flat een man te zien. De man heeft met zijn ene hand mogelijk een telefoon vast. De man heeft zijn andere hand in zijn broek, ter hoogte van zijn kruis, en maakt daar bewegingen. Het lijkt alsof de man aan het masturberen is, aldus politieagent [verbalisant 6] . [10]
De genoemde camerabeelden zijn (als bewegende videobeelden) ook bekeken door de wijkagent [verbalisant 7] , die verdachte ambtshalve kent. Zij verbaliseert op basis van welke kenmerken zij verdachte als de man op de beelden lijkt te herkennen, namelijk aan de hand van zijn kale hoofd, de baard, de bril en de jas met lichte en donkere vlakken. [11] De camerabeelden hebben mede geleid tot de aanhouding van verdachte. [12]
De in de woning van verdachte aangetroffen onderbroek
Op 4 april 2023 omstreeks 22:15 is onder leiding van de rechter-commissaris, na de aanhouding van verdachte, de woning van verdachte aan de [adres 2] doorzocht. Tijdens deze doorzoeking wordt in de woning van verdachte een witte damesslip, met een geborduurd bloemmotief, in beslag genomen. [13] Deze damesonderbroek is op de overloop van de woning aangetroffen, in een ruimte in het plafond. De politieagent [verbalisant 8] heeft foto’s van die onderbroek aan de eerdergenoemde dochter van aangeefster getoond. Zij reageert emotioneel en geeft direct aan dat dit een onderbroek van haar moeder is. De onderbroek herkent zij aan het borduurpatroon. Aangeefster heeft soortgelijke onderbroeken, van een Turkse fabrikant, in haar woning liggen, aldus haar dochter. [14]
De resultaten van het DNA-onderzoek
Deskundigen van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) hebben aan de hand van verschillende bemonsteringen DNA-onderzoek verricht. Dit leverde, voor zover van belang, de volgende onderzoeksresultaten op.
Allereerst is van de buitenste schaamlippen van aangeefster een bemonstering genomen. Uit deze bemonstering ZAAE4269NL#02NL is een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen verkregen. De DNA-profielen van aangeefster en verdachte komen overeen met dit DNA-mengprofiel. Ondanks dat er in de bemonstering ZAAE4269NL#02NL geen spermacellen zijn waargenomen, wordt op basis van het (vergelijkend) DNA-onderzoek geconcludeerd dat deze bemonstering sperma bevat. Het is meer dan één miljard keer waarschijnlijker wanneer deze bemonstering DNA bevat van aangeefster en sperma van verdachte, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en sperma van een willekeurige onbekende man. [15] De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het procesdossier, dat de bemonstering van de buitenste schaamlippen van aangeefster sperma van verdachte bevat.
Ook is van zowel de binnenzijde van het linkerdeel van de tailleband (bemonstering AAPI8117NL#01) als van de buitenzijde van het rechterdeel van de tailleband (bemonstering AAPI8117NL#04) van de spijkerbroek van aangeefster een bemonstering genomen. Uit deze bemonsteringen is een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen verkregen. De DNA-profielen van aangeefster en verdachte komen overeen met dit DNA-mengprofiel. Het DNA-mengprofiel uit bemonstering AAPI8117NL#01 is meer dan één miljard keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en verdachte, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en een willekeurige niet aan aangeefster en verdachte verwante persoon. Daarnaast is het DNA-mengprofiel uit bemonstering AAPI8117NL#04 meer dan twee miljoen keer waarschijnlijker wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en verdachte, dan wanneer de bemonstering DNA bevat van aangeefster en een willekeurige niet aan aangeefster en verdachte verwante persoon. [16] De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het procesdossier, dat verdachte donor is van een deel van het celmateriaal op zowel de binnenzijde van het linkerdeel van de tailleband als van de buitenzijde van het rechterdeel van de tailleband van de spijkerbroek van aangeefster.
Verder is van de binnenzijde van het rechterdeel van de tailleband van de van de eerdergenoemde onderbroek, die in de woning van verdachte in beslag is genomen, een bemonstering genomen. Uit deze bemonstering AAOF4904NL#02 is een DNA-profiel van minimaal één persoon verkregen. Het DNA-profiel van verdachte komt overeen met dit DNA-profiel. Het is meer dan één miljard keer waarschijnlijker wanneer deze bemonstering DNA bevat van verdachte dan wanneer dit niet zo is. [17] De rechtbank concludeert hieruit, met inachtneming van de rest van het procesdossier, dat verdachte donor is van het celmateriaal op de binnenzijde van het rechterdeel van de tailleband van de in zijn woning in beslag genomen onderbroek.
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft, zo volgt uit de verklaringen die hij bij de politie heeft afgelegd, het volgende verklaard over wat er op 2 april 2023 in Zwolle is gebeurd. Een en ander heeft hij op de zitting van 5 februari 2024 ook bevestigd. [18]
Op 2 april 2023 rond 04:00 uur is verdachte bij [naam café] weggegaan. Vóórdat hij naar het café ging, had verdachte speed gebruikt. Toen verdachte weer thuis was, was hij nog een hele tijd wakker. Op een gegeven moment dacht hij ‘ik ben veel te actief’. Toen is hij gaan lopen. [19]
Verdachte verklaart dat hij de persoon op voormelde camerabeelden van de flat aan de [adres 1] is en dat hij dus tussen 05:15 uur en 05:50 uur bij de voorportiek van die flat was. Over wat verdachte daar aan het doen was, verklaart hij dat hij ongetwijfeld een pornovariant op zijn telefoon aan het kijken was. Als hij porno kijkt, dan masturbeert hij naar zijn eigen zeggen meestal ook. In dit geval probeerde verdachte een warmer gevoel te krijgen, want het was ‘s nachts ijskoud. Daarom streelde hij en bewoog hij zijn slappe penis met zijn hand. [20] Hij was niet aan het masturberen. Toen het niet lukte om een warm gevoel te krijgen, ging alles terug in zijn broek. En toen is hij gaan lopen, om het weer warm te krijgen. [21]
Tijdens het lopen, toen hij onder het viaduct was, zag hij rechts van hem een persoon lopen. Toen schoot verdachte de volgende gedachte te binnen: ‘Hoe zou het zijn om controle te hebben over het bewustzijn van die persoon?’. [22] Toen die gedachte kwam, de nieuwsgierigheid naar hoe het was om het bewustzijn van die persoon te ontnemen, is verdachte direct over de weg gelopen en heeft hij dat geprobeerd. [23] Hij heeft toen met zijn linkerhand de mond/neus van aangeefster dichtgeknepen. Zijn rechterarm heeft hij om de borst van aangeefster gedaan, omdat zij zich probeerde zich los te worstelen en verdachte haar arm probeerde tegen te houden. [24] Omdat verdachte het te langzaam vond gaan, heeft hij met zijn rechterhand de luchtpijp van aangeefster dichtgeknepen. Aangeefster verloor toen sneller haar bewustzijn. Verdachte merkte dat aangeefster haar bewustzijn verloor, omdat zij minder bewegingen maakte. Uiteindelijk is verdachte naar huis gegaan en heeft hij aangeefster zonder bewustzijn in de bosjes achtergelaten. [25] Toen aangeefster niet meer bewoog, heeft verdachte haar naar de bosjes gesleept. [26] Toen er nog ‘wat leven of beweging in’ aangeefster leek te zitten, heeft verdachte ‘heel even de hand op haar mond gehouden’. Op het moment dat aangeefster weer stil was, is verdachte naar huis gegaan. [27] Toen verdachte thuis was, heeft hij zijn bedrijfsbus gepakt en is hij teruggereden naar de plek waar hij aangeefster had achtergelaten om, naar zijn zeggen, te kijken hoe het met haar was. Aldaar zag hij een telefonerende man met een hond staan. Verdachte is toen doorgereden en naar huis gegaan. [28]
De tijdlijn van aangeefster en verdachte
De politieagenten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] verbaliseren op basis van onder meer de verklaringen van aangeefster, getuigenverklaringen, camerabeelden, telefoongegevens, GPS-gegevens en de verklaringen van verdachte, voor zover van belang, de volgende tijdlijn van aangeefster en verdachte.
Verdachte fietst op 2 april 2023 om 03:56 uur uit de richting van [naam café] aan de [adres 3] . Daarna heeft hij, zo volgt uit het onderzoek aan zijn telefoon (Samsung SM-G781B), volgens de geschiedenis van zijn internetzoekopdrachten van 04:14:08 uur tot 5:18:42 uur veelvuldig naar (kinder)porno(sites) gezocht, met zoektermen als ‘
baby girl porn’, ‘
young girl porn’
teen’ en ‘
live webcam’. Vervolgens wordt verdachte, zoals reeds is beschreven, tussen 05:15 uur en 05:50 uur bij de portiek van de flat aan de [adres 1] gezien. In die tussentijd, om 05:39 uur, gaan de lichten in de gang bij de voordeur van de woning van aangeefster uit en loopt aangeefster om 05:40 uur weg uit de richting van haar woning. Verdachte verdwijnt om 05:47 rennend uit beeld bij het flatgebouw aan de [adres 1] . Uit onderzoek van de genoemde telefoon van verdachte volgt dat hij in de periode van 05:26:15 uur tot en met 06:37:59 wederom veelvuldig naar (kinder)porno(sites) heeft gezocht, met zoektermen als ‘
preteen nude’, ‘jonge meisjes XXX sexshows’ en ‘
teen raped by intruder’. Rekening houdend met de route die aangeefster heeft gelopen, is zij omstreeks 06:23 uur aan de Schie in Zwolle, ter hoogte van de Rijnlaan en nabij het viaduct. De melder [getuige] heeft verklaard dat hij heeft gezien dat een manspersoon omstreeks 07:20 uur een vrouw in de bosjes heeft gelegd dat deze vervolgens is weggelopen, over de Schie, in de richting van de Zwartewaterallee. Dit vindt steun in camerabeelden waaruit volgt dat verdachte vanaf 07:20 uur in de richting van de Zwartewaterallee loopt (overigens ook in de richting van zijn woning). Uit de GPS-registratie van de bedrijfsbus met kenteken [kenteken] , die bij verdachte in gebruik is, volgt dat deze bus zich om 07:29:58 uur bevond op de Rijnlaan in Zwolle. Omstreeks 07:31 uur volgt de 112-melding van melder [getuige] .
In de tijdlijn ontbreken gegevens over de tijdsperiode van 06:37 uur tot 07:20 uur. [29]
De rechtbank heeft de vraag te beantwoorden wat er precies in deze periode is gebeurd.
-
Ten aanzien van feit 1 primair: Poging tot doodslag
De door verdachte gepleegde (gewelds)handelingen
De rechtbank stelt op basis van de verklaring van aangeefster [slachtoffer] en de verklaring van verdachte vast dat verdachte aangeefster op 2 april 2023 in Zwolle van achteren om de nek heeft gegrepen, haar in bedwang heeft gehouden, haar neus en mond heeft dichtgehouden, haar keel/luchtpijp heeft dichtgeknepen en dit is blijven doen, ten gevolge waarvan aangeefster haar bewustzijn heeft verloren. Daarnaast stelt de rechtbank op basis van die verklaringen vast dat verdachte aangeefster vervolgens in bosschages heeft gelegd en haar hier heeft achtergelaten.
De rechtbank overweegt vervolgens dat het volgens de verklaring van verdachte ’s nachts ijskoud was en dat politieagenten hebben geverbaliseerd dat aangeefster trilde van de kou toen zij in de bosjes werd aangetroffen. Het ambulancepersoneel heeft geconstateerd dat de lichaamstemperatuur van aangeefster op dit moment 31 graden was. Overigens volgt ook uit de letselrapportage van de forensisch arts dat aangeefster bij aankomst op de spoedeisende hulp onderkoeld was. Omdat het een feit van algemene bekendheid is dat bij een lichaamstemperatuur van 31 graden sprake is van ernstige onderkoeling, stelt de rechtbank aan de hand van het voorgaande vast dat aangeefster ten gevolge van het handelen van verdachte ernstig onderkoeld is geraakt.
De rechtbank overweegt verder dat uit het letselrapport volgt dat een groot deel van het bij aangeefster aangetroffen letsel kan passen bij kneuzingen die direct door stevig vastpakken/knijpen of indirect door schuiven of schuren van het lichaam over een harde ondergrond kunnen zijn ontstaan. Tevens is sprake van krasverwondingen die door direct krassend geweld of indirect door bijvoorbeeld schuren over de grond kunnen zijn ontstaan. Verder volgt uit het radiologisch onderzoek dat de zwellingen in het aangezicht van aangeefster, de zwellingen in haar hals, de fractuur van haar schildkraakbeen links, en de fracturen van haar 3e en 4e rib rechts, het gevolg zijn van stomp inwerkend geweld, zoals slaan, stoten of vallen, al dan niet in combinatie met samendrukkende krachtsinwerking.
De rechtbank stelt op basis van het bij aangeefster geconstateerde letsel zoals dit in de letselrapportage en het radiologisch onderzoeksrapport is vermeld, in samenhang bezien met de verklaringen van aangeefster waaruit volgt dat de dader haar heeft ‘gesleept’, ‘geduwd’, en ‘geslagen’, ten slotte vast dat verdachte aangeefster met kracht in bedwang heeft gehouden en ook andere geweldshandelingen heeft verricht. Dit maakt dat de onder feit 1 primair ten laste gelegde (gewelds)handelingen wettig en overtuigend zijn bewezen.
Vol opzet
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of kan worden bewezen dat verdachte die onder feit 1 primair (gewelds)handelingen heeft gepleegd met het opzet om aangeefster van het leven te beroven. De rechtbank overweegt daartoe op basis van de bewijsmiddelen het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat hij nieuwsgierig was naar hoe het zou zijn om het bewustzijn van een ander, in dit geval aangeefster, te ontnemen. Gelet op die verklaring en de door verdachte gepleegde (gewelds)handelingen, stelt de rechtbank vast dat verdachte de intentie had om aangeefster van het leven te beroven. Het is evident dat het dichtknijpen en dichtgeknepen houden van een keel/luchtpijp in zijn algemeenheid leidt tot de dood van degene die deze handeling ondergaat. Eén van de meest elementaire functies van het menselijk lichaam, de ademhaling, wordt daardoor immers geblokkeerd. Verdachte heeft dat niet eenmalig maar meermalen bij aangeefster gedaan. Verdachte wist ook dat aangeefster haar bewustzijn verloor, omdat hij merkte dat zij minder bewegingen maakte. Uit de verklaring van aangeefster volgt vervolgens dat verdachte, terwijl zij al in de bosjes lag, terugkwam toen zij geluid maakte. Haar keel, mond en neus werden nogmaals door verdachte dichtgeknepen en zij kon geen adem meer halen, waardoor zij opnieuw buiten bewustzijn is geraakt. De verklaring van verdachte over dat moment, namelijk dat er nog wat leven of beweging in aangeefster leek te zitten en dat hij om die reden nog heel even de hand op haar mond heeft gehouden totdat aangeefster stil was, kan naar het oordeel van de rechtbank niet anders worden uitgelegd dan dat verdachte de (gewelds)handelingen willens en wetens heeft gepleegd om aangeefster van het leven te beroven. Dit betekent dat de rechtbank wettig en overtuigend bewezen acht dat verdachte vol opzet had op de dood van aangeefster, een zwaardere gradatie van opzet dan de officier van justitie en de raadsman hebben betoogd. Omdat dat delict niet is voltooid, is sprake van een poging tot doodslag.
Vóórdat de rechtbank nader zal ingaan op de vraag of sprake is van de onder feit 1 primair ten laste gelegde gekwalificeerde poging tot doodslag, zal zij eerst de ten laste gelegde verkrachting (feit 2 primair) en diefstal met geweld (feit 3) bespreken.
-
Ten aanzien van feit 2 primair: Verkrachting
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte vóór de poging tot doodslag op aangeefster [slachtoffer] op zijn telefoon veelvuldig naar (kinder)porno(sites) heeft gezocht en ook porno heeft bekeken. Omdat het verdachte niet lukte om door middel van het strelen en bewegen van zijn slappe penis bij de voorportiek van de flat een warmer gevoel te krijgen, is hij gaan lopen. De rechtbank leidt uit deze verklaring van verdachte af dat hij is gaan lopen met het mogelijke doel om zichzelf alsnog seksueel te bevredigen. De rechtbank betrekt daarbij het gegeven dat de agent die de beelden van de flat aan de Spui bekeken heeft, constateert dat verdachte bewegingen maakte met zijn hand alsof hij aan het masturberen was. Verdachte ontkent dat hij, toen hij aangeefster heeft aangevallen, seksuele handelingen bij haar heeft verricht, althans hij kan zich zulks handelen naar zijn zeggen niet herinneren. De rechtbank is echter van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte aangeefster heeft verkracht.
De rechtbank stelt daartoe op basis van de bewijsmiddelen vast dat aangeefster bij aankomst in het ziekenhuis een blaadje of meerdere blaadjes tussen haar billen en in haar schaamhaar had en vers bloed bij haar vagina had. Ook nadien kwam nog meerdere keren bloed uit haar vagina en heeft aangeefster pijnlijk gereageerd in het ziekenhuis bij aanraking van haar vagina. De forensisch arts heeft daarover geconstateerd dat mogelijk sprake is van letsel in de vagina, maar dat dit wegens ethische redenen niet verder is onderzocht. Hoewel er geen diep vaginaal onderzoek is verricht, laat dit onverlet dat een scenario van alleen wrijven tussen de schaamlippen (waarmee volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad reeds sprake is van seksueel binnendringen [30] ) het verse bloed uit de vagina van aangeefster niet kan verklaren. Omdat bovendien uit de resultaten van het DNA-onderzoek volgt dat op de buitenste schaamlippen van aangeefster sperma van verdachte is aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte op 2 april 2023 in Zwolle zijn penis in de vagina van aangeefster heeft gebracht en daarmee haar lichaam seksueel is binnengedrongen.
De rechtbank volgt niet de door verdachte geschetste mogelijkheid dat zijn sperma wellicht door zijn opwarmpoging bij de flat aan de Spui via zijn handen op de schaamlippen van aangeefster is terechtgekomen, gelet op de aanwezige bewijsmiddelen. Ook is op geen enkele wijze aannemelijk geworden dat verdachte met iets anders dan met zijn penis in de vagina van aangeefster is binnengedrongen.
De rechtbank acht de onder feit 2 primair ten laste gelegde verkrachting wettig en overtuigend bewezen.
-
Ten aanzien van feit 3: Diefstal met geweld
Verdachte ontkent dat hij aangeefster met geweld van haar bril, telefoon, kunstgebit en onderbroek heeft beroofd. De rechtbank is echter van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte goederen, waaronder een onderbroek, van aangeefster heeft weggenomen.
De rechtbank stelt daartoe op basis van de bewijsmiddelen vast dat aangeefster in de ochtend van 2 april 2023, vóórdat verdachte geprobeerd heeft haar van het leven te beroven en haar heeft verkracht, een onderbroek droeg. Deze onderbroek is nadien noch in het ziekenhuis en noch op de plaats delict aangetroffen. In de woning van verdachte is daarentegen wel een damesonderbroek aangetroffen die door de dochter van aangeefster wordt herkend als zijnde een onderbroek van aangeefster. Uit de resultaten van het DNA-onderzoek volgt vervolgens dat aan de binnenzijde van die onderbroek celmateriaal van het lichaam van verdachte is aangetroffen. Daarmee staat vast dat verdachte de betreffende onderbroek niet alleen in zijn woning had, maar dat hij deze ook in zijn handen heeft gehad. Verdachte heeft voor die feiten en omstandigheden geen ontzenuwende verklaring gegeven, terwijl dit naar het oordeel van de rechtbank wel van hem mocht worden verlangd. De rechtbank stelt daarom vast dat de in de woning van verdachte aangetroffen onderbroek de onderbroek van aangeefster betreft. Dit maakt dat verdachte de onderbroek van aangeefster heeft weggenomen, zodat wat betreft de onderbroek sprake is van een voltooide diefstal.
In aanmerking nemend de door verdachte in het kader van de poging tot doodslag op aangeefster gepleegde geweldshandelingen, waaruit naar het oordeel van de rechtbank volgt dat verdachte door zo te handelen moet hebben beseft dat dit een noodzakelijk en dus door hem gewild gevolg met zich bracht dat de diefstal van de goederen werd voorbereid of vergemakkelijkt of dat, bij betrapping op heterdaad, het bezit van het gestolene werd verzekerd, acht de rechtbank de onder feit 3 ten laste gelegde diefstal met geweld wettig en overtuigend bewezen.
-
Ten aanzien van feit 1 primair: Gekwalificeerde poging tot doodslag
De rechtbank overweegt, met inachtneming van het voorgaande, ten aanzien van het onder feit 1 primair ten laste gelegde verder het volgende.
De kern van de strafbaarstelling van gekwalificeerde doodslag als bedoeld in artikel 288 van het Wetboek van Strafrecht is dat de doodslag in een onmiddellijk verband staat met een ander strafbaar feit, zowel in causaal opzicht als wat het tijdstip van het zich voordoen van de feiten betreft: het andere feit moet de doodslag zo vergezellen of van nabij volgen of voorafgaan dat het geacht kan worden er één geheel van uit te maken met als nadere beperking van de reikwijdte van de strafbaarstelling het specifiek (bijkomende) oogmerk van verdachte dat de doodslag is gericht op het voorbereiden, gemakkelijk maken van of – kort gezegd – straffeloosheid verzekeren voor dat andere feit.
Door aangeefster te wurgen, althans de onder feit 1 primair ten laste gelegde (gewelds)handelingen te plegen, bereikte verdachte dat aangeefster zich niet kon verzetten en hij volledig zijn gang kon gaan met haar lichaam. Hierdoor werd verdachte in staat gesteld om haar te verkrachten en goederen van haar weg te nemen.
De rechtbank is daarom van oordeel dat de poging tot doodslag gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan is door verkrachting en diefstal van goederen (waaronder de onderbroek van aangeefster), in de zin van de genoemde strafbaarstelling, dus dat deze werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van deze strafbare feiten voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren. Daarmee is de onder feit 1 primair ten laste gelegde gekwalificeerde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van het onder feit 4 ten laste gelegde
De feiten en omstandigheden
De kinderpornografische geclassificeerde afbeeldingen
Op 4 april 2023 zijn bij de doorzoeking van de woning van verdachte in Zwolle ook gegevensdragers onder verdachte in beslag genomen. Het gaat onder andere om telefoons (Samsung Galaxy S8 en Samsung SM-G781B) en een iPad. [31]
Deze voormelde gegevensdragers zijn onderzocht. De operationeel specialist
[naam 4] treft op de Samsung Galaxy S8-telefoon en de iPad 493 kinderpornografisch geclassificeerde afbeeldingen aan, met een aanmaakdatum die in ieder geval gelegen is in de periode van augustus 2022 tot en met februari 2023. 79 van deze afbeeldingen zijn toegankelijk voor de gebruiker. Een deel van alle aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen zijn gerelateerd aan de applicaties Chrome, Dropbox en Safari, wat aangeeft dat de toegang tot die afbeeldingen is verschaft met behulp van een geautomatiseerd werk en/of een communicatiedienst met als gevolg dat deze op de gegevensdragers genoemde telefoons zijn terechtgekomen. Omdat ook niet-toegankelijke cachebestanden en
thumbnailsvan kinderpornografisch geclassificeerde afbeeldingen worden aangetroffen, is de gebruiker van de gegevensdragers in bezit geweest van voor hem toegankelijke afbeeldingen die kinderpornografisch van aard zijn. [32]
In een ander op ambtseed opgemaakt proces-verbaal beschrijft de verbalisant
[verbalisant 11] de op de gegevensdragers aangetroffen foto’s die volgens de criteria van de Hoge Raad kinderpornografisch van aard zijn. Op de genoemde afbeeldingen is of zijn telkens een persoon of personen zichtbaar die (kennelijk) de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waaronder afbeeldingen van baby’s/peuters en van de hierna te noemen 11-jarige [minderjarige] (de afbeeldingen 1 tot en met 6).
Om een beeld te krijgen van de aangetroffen foto’s, wordt in een collectiescan verwezen naar een representatieve doorsnede van die foto’s, waarop de volgende strafbare elementen zichtbaar zijn:
  • penetratie (ongeveer 50%): afbeeldingen 1, 3, 4 en 6 tot en met 11 in de toonmap;
  • ontuchtige handelingen (ongeveer 20%): afbeeldingen 2, 5, 11 en 12 in de toonmap;
  • poseren door minderjarige, met nadruk op geslachtsdelen / borsten en billen (ongeveer 25%): afbeeldingen 13 en 14 in de toonmap;
  • overige seksuele gedragingen (ongeveer 5%): afbeelding 15 in de toonmap.
De screenshots van een videogesprek met de 11-jarige [minderjarige]
Verbalisant [verbalisant 12] constateert dat uit het onderzoek aan de in beslag genomen Samsung Galaxy S8-telefoon volgt dat op dit toestel screenshots zijn opgeslagen van een WhatsApp-videogesprek van 14 juni 2021, tussen de gebruiker van dit toestel en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] . Op de screenshots is te lezen dat de gebruiker van de in beslag genomen telefoon onder meer het volgende aan de gebruiker van dit telefoonnummer schrijft: ‘Zie liever je poesje’ en ‘Nu wil ik jou zien, helemaal’. Genoemd telefoonnummer blijkt van de 11-jarige [minderjarige] te zijn en zij is volgens de verbalisant te zien op de eerdergenoemde kinderpornografische afbeeldingen 1 tot en met 6. Overigens is het gezicht van verdachte ook op sommige van deze screenshots te zien, terwijl hij kennelijk live de beelden bekijkt. [34] Dat [minderjarige] op de betreffende afbeeldingen te zien is, wordt bevestigd door [naam 5] , de moeder van [minderjarige] , die haar dochter op 8 juni 2023 op twee van die foto’s heeft herkend. [35] Op diezelfde datum heeft [minderjarige] verklaard dat zij foto’s van zichzelf en haar plassertje heeft gemaakt en deze naar die man heeft verzonden, omdat de betreffende man daarnaar had gevraagd. [36] Haar moeder heeft op diezelfde dag nog aangifte gedaan van het vervaardigen van kinderpornografisch materiaal. [37]
De verklaring van verdachte
Verdachte verklaart op 22 september 2024 dat de onder hem in beslag genomen telefoons en iPad van hem zijn en door hem zijn gebruikt. [38] Hij bevestigt dit op de zitting van 5 februari 2024. Verdachte verklaart dat niet ter discussie staat dat het bij de ten laste gelegde afbeeldingen om kinderporno gaat. Zijn partner weet naar zijn zeggen dat hij op meerdere momenten op zijn telefoon of iPad kinderporno heeft gedownload. Hij kijkt onder meer deze porno om zijn hoofd rustig te krijgen. Over de 11-jarige [minderjarige] verklaart verdachte dat hij wist dat zij minderjarig was en dat hij in een videogesprek met haar heeft gesproken. [39]
Een gewoonte maken van het bezit en vervaardigen van kinderporno
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat verdachte in de periode van
14 juni 2021 tot en met 2 april 2023 in Zwolle, althans in Nederland, de ten laste gelegde kinderpornografische afbeeldingen in zijn bezit heeft gehad, nu deze afbeeldingen zijn aangetroffen op de onder verdachte in beslag genomen gegevensdragers en deze door hem werden gebruikt. De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen ook vast dat verdachte in die periode kinderpornografische afbeeldingen heeft vervaardigd. Het gaat dan om de ten laste gelegde afbeeldingen 1 tot en met 6.
De rechtbank volgt dus niet het door verdachte geschetste scenario dat hij deze foto’s spontaan van de daarop zichtbare 11-jarige [minderjarige] heeft ontvangen en acht dit scenario in het licht bezien van de bewijsmiddelen ook ongeloofwaardig. De afbeeldingen 1 tot en met 6 betreffen immers screenshots van een videogesprek tussen verdachte en [minderjarige] . Bovendien is verdachte zelf ook op enkele van deze foto’s te zien en volgt overigens uit die screenshots ook dat verdachte aan [minderjarige] heeft geschreven dat hij haar ‘poesje’ wil zien. Dat [minderjarige] heeft verklaard dat zij (kennelijk) zelf foto’s aan verdachte heeft verzonden, laat onverlet dat verdachte door middel van het maken van screenshots kinderpornografisch materiaal heeft vervaardigd.
Wat betreft het gewoonte maken van deze misdrijven, stelt de rechtbank voorop dat een gewoonte al kan bestaan in het bezit van verscheidene kinderpornografische afbeeldingen en/of gegevensdragers met dergelijke afbeeldingen, of in een langere duur van dat bezit, terwijl daarvan ook al sprake kan zijn indien de strafbaar gestelde gedraging herhaaldelijk geschiedt binnen een relatief kort tijdsbestek. Bij verdachte zijn meerdere kinderpornografische afbeeldingen op verschillende gegevensdragers aangetroffen, die op verschillende momenten zijn gedownload. Deze foto’s heeft verdachte gedurende een langere periode in zijn bezit gehad. Overigens volgt uit wat de rechtbank reeds eerder in dit vonnis heeft overwogen ook dat verdachte met zijn andere telefoon, de Samsung SM-G781B, in de ten laste gelegde periode (op 2 april 2024) veelvuldig op het internet naar (kinder)porno(sites) heeft gezocht en onder meer deze vorm van porno kijkt om zijn hoofd rustig te krijgen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het vervaardigen en het in bezit hebben van kinderporno.
De rechtbank acht het onder feit 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
feit 1 primair
hij op 2 april 2023 in Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, haar van achteren om de nek heeft gegrepen, met kracht in bedwang heeft gehouden, haar neus/mond heeft dichtgehouden, haar keel/luchtpijp heeft dichtgeknepen en dichtgeknepen heeft gehouden (ten gevolge waarvan zij bewusteloos is geraakt) en op haar nog andere geweldshandelingen heeft toegepast en haar vervolgens in bosschages heeft gelegd/achtergelaten (ten gevolge waarvan zij ernstig onderkoeld is geraakt),terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,welke voren omschreven poging doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten verkrachting van die [slachtoffer] en diefstal van een of meer goed(eren) (waaronder de onderbroek),en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van die feiten voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren;
feit 2 primairhij op 2 april 2023 in Zwolle door geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn penis in haar vagina, welk geweld hierin heeft bestaan dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk van achteren om de nek heeft gegrepen, haar met kracht in bedwang heeft gehouden, haar neus/mond heeft dichtgehouden, haar keel/luchtpijp heeft dichtgeknepen en dichtgeknepen heeft gehouden (ten gevolge waarvan zij bewusteloos is geraakt) en op haar nog andere geweldshandelingen heeft toegepast;
feit 3hij op 2 april 2023 in Zwolle, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening een of meer goed(eren) (waaronder een onderbroek), geheel toebehorende aan [slachtoffer] , heeft weggenomen, welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld tegen haar, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond dat verdachte die [slachtoffer] opzettelijk van achteren om de nek heeft gegrepen, haar met kracht in bedwang heeft gehouden, haar neus/mond heeft dichtgehouden, haar luchtpijp heeft dichtgeknepen (ten gevolge waarvan zij bewusteloos is geraakt) en op haar nog andere geweldshandelingen heeft toegepast;
feit 4
hij in de periode van 14 juni 2021 tot en met 2 april 2023 in Zwolle, in elk geval in Nederland, afbeeldingen, te weten foto’s en gegevensdragers (een iPad en telefoon), heeft vervaardigd en in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,terwijl op die afbeelding een seksuele gedraging zichtbaar is, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, (schijnbaar) was betrokken,welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit (onder meer):het met een penis, een vinger/hand, een voorwerp en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikten/ofhet met een penis, een vinger/hand, een voorwerpen en/of de mond/tong oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikten/ofhet met een vinger/hand en/of een voorwerp vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt(afbeeldingsnummers 1, 3, 4, 6 tot en met 11)en/ofhet met een penis, een vinger/hand, een voorwerp en/of de mond/tong betasten/aanraken van de geslachtsdelen, de billen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikten/ofhet met een penis, een vinger/hand, een voorwerp en/of de mond/tong betasten/aanraken van de geslachtsdelen, de billen en/of de borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikten/ofhet met een vinger/hand, een voorwerp en/of de mond/tong betasten/aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van het eigen lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt(afbeeldingsnummers 2, 5, 11 en 12)en/ofhet geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had/hadden bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) opgemaakt is/zijn, poseert/poseren in een omgeving, met (een) voorwerp(en) en/of in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen, borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling(afbeeldingsnummers 13 en 14)en/ofhet masturberen boven/bij, ejaculeren op en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had/hadden bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling(afbeeldingsnummer 15)van welke misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 240b, 242, 288 en 312 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1 primair:
het misdrijf:
poging tot doodslag, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van strafbare feiten en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van die feiten voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren;
feit 2 primair:
het misdrijf:
verkrachting;
feit 3:
het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf het bezit van het gestolene te verzekeren;
feit 4:
het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van deze misdrijven een gewoonte wordt gemaakt.

4.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

5.De motivering van de straf en maatregel

5.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaren, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast heeft de officier van justitie geëist dat aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging wordt opgelegd.
5.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft in de eerste plaats bepleit dat moet worden volstaan met de oplegging van een gevangenisstraf. In de tweede plaats heeft de raadsman betoogd dat aan verdachte geen TBS met dwangverpleging maar TBS met voorwaarden moet worden opgelegd.
5.3
De gronden voor de straf en maatregel
De rechtbank houdt bij het opleggen van de na te melden straf en maatregel rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank vindt daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De aard en de ernst van de gepleegde feiten
In de vroege ochtend van 2 april 2023 heeft verdachte het leven van [slachtoffer] , een 70-jarige vrouw die op dat moment van haar woning naar haar man in het verpleeghuis wandelde, voorgoed veranderd. Hij heeft haar het leven, het belangrijkste wat een mens toekomt, willen ontnemen. Op volstrekt willekeurige wijze heeft verdachte [slachtoffer] op beestachtige wijze van achteren aangevallen en geprobeerd te wurgen, waardoor zij niet alleen meerdere keren bewusteloos is geraakt maar ook kneuzingen, schaafwonden, een fractuur in het schildkraakbeen en gebroken ribben heeft opgelopen. Dit is voor [slachtoffer] niet alleen zeer pijnlijk geweest maar ook zeer beangstigend en mensonterend. Bovendien heeft verdachte haar verkracht en haar van haar spullen beroofd, waarna hij haar zwaar toegetakeld en weerloos, en dus bijna voor dood, in de bosjes heeft achtergelaten alwaar [slachtoffer] ernstig onderkoeld is geraakt. Toen zij haar bewustzijn terugkreeg, heeft [slachtoffer] hard om hulp geschreeuwd. Een voorbijganger die zijn hond uitliet, heeft haar in de bosjes aangetroffen. Verdachte heeft kennelijk alleen oog gehad voor zijn eigen seksuele bevrediging en fantasieën. Met zijn handelen heeft hij op zeer grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke en seksuele integriteit van [slachtoffer] . Dit heeft niet alleen in haar leven maar ook in dat van haar naasten diepe sporen achtergelaten, wat op de zitting op indringende wijze door de dochter van [slachtoffer] is verwoord. Bovendien heeft het handelen van verdachte ook in de samenleving voor onrust en gevoelens van onveiligheid gezorgd. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Verdachte heeft zich daarnaast ook schuldig gemaakt aan het vervaardigen en in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen en hiervan een gewoonte gemaakt. Op gegevensdragers van verdachte zijn in totaal 493 van zulke foto’s aangetroffen, waaronder screenschots van een videogesprek tussen verdachte en een 11-jarig meisje dat hij seksuele gedragingen heeft laten verrichten en foto’s van zeer jonge kinderen zoals baby’s/peuters. Verdachte heeft met het bezit van kinderporno de norm die strekt tot de bescherming van kinderen tegen seksueel misbruik in ernstige mate geschonden. Door het in bezit hebben van kinderporno en het bezoeken van dergelijke websites, wordt de productie van kinderpornografisch materiaal gestimuleerd en in stand gehouden. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn (jonge) kinderen ernstig seksueel misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van een onzedelijke behoeftebevrediging van een volwassene. Bovendien heeft verdachte zelf ook kinderpornografisch materiaal van een 11-jarig meisje vervaardigd. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die seksuele handelingen moeten verrichten ten behoeve van de kinderporno-industrie aanzienlijke psychische schade kunnen oplopen en dit vele jaren later nog diepe sporen kan nalaten. Verdachte heeft zich daar niet door laten weerhouden, want hij vond zijn eigen behoeftebevrediging kennelijk belangrijker. De rechtbank rekent dit alles verdachte aan.
Vanwege de aard en de ernst van de bewezen verklaarde feiten, zoals hiervoor omschreven, kan niet anders worden gereageerd dan met een onvoorwaardelijke vrijheidsbenemende straf van forse duur. Het door verdachte aangerichte leed moet worden vergolden. De rechtbank overweegt verder als volgt.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft gekeken naar het strafblad van verdachte van 15 december 2023, waaruit volgt dat verdachte een notoire schennispleger is en eerder is veroordeeld voor onder meer het wegmaken van een lijk en het in bezit hebben van kinderporno. De rechtbank neemt dit in strafverzwarende zin in aanmerking.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de rapportage van het Pieter Baan Centrum van 30 januari 2024, waarin over verdachte is gerapporteerd door F. Berkelbach van der Sprenkel, GZ-psycholoog, M.D. van Ekeren, psychiater, en M.A. van Kessel, klinisch neuropsycholoog (hierna: de deskundigen).
Bij verdachte is volgens de deskundigen sprake van zeer complexe psychiatrische problematiek. Er is sprake van een ongespecificeerde neurocognitieve stoornis, van persoonlijkheidsproblematiek met narcistische kenmerken en van een ongespecificeerde parafiele stoornis. Hoewel sprake is van persoonlijkheidsproblematiek, kan in classificerende termen niet gesproken worden van een persoonlijkheidsstoornis. In de voorgeschiedenis van verdachte is immers sprake van langere periodes van adequaat sociaal, maatschappelijk en interpersoonlijk functioneren. Dit laat onverlet dat die persoonlijkheidsproblematiek van betrokkene ook aanwezig was ten tijde van het plegen van de bewezen verklaarde feiten.
De deskundigen concluderen dat de psychische stoornissen van verdachte zijn gedragingen ten tijde van het plegen van die feiten hebben beïnvloed. Daarbij geldt in het bijzonder dat de ongespecificeerde parafiele stoornis in elk delictscenario doorwerkt. Deze stoornis staat in verband met een belangrijke forensisch relevante functiebeperking, namelijk een lacunair geweten. Dit hangt in elk geval samen met de persoonlijkheidsproblematiek van verdachte, maar mogelijk wordt dit ook versterkt door het niet-aangeboren hersenletsel van verdachte, dat hij op 20-jarige leeftijd heeft opgelopen na een auto-ongeval. Speed- en alcoholgebruik door verdachte hebben voor de doorwerking van de problematiek van verdachte in het plegen van die feiten weinig betekenis, omdat hij in het verleden ook zonder zulks gebruik de grenzen van anderen fors heeft overschreden. Het is niet ondenkbaar dat verdachte in de loop der tijd de drempel om zijn (seksuele) fantasieën uit te leven heeft verlaagd.
De deskundigen adviseren om verdachte de gekwalificeerde poging tot doodslag en de verkrachting in verminderde mate toe te rekenen. Ten aanzien van de diefstal van geweld geldt dat hier vooral een instrumentele drijfveer in het wegmaken van het bewijs lijkt te gelden, al kan niet worden uitgesloten dat ook sprake is van een component van fetisjisme. De deskundigen adviseren om dit feit volledig aan verdachte toe te rekenen. Wat betreft een gewoonte maken van het vaardigen en het bezit van kinderporno, adviseren de deskundigen om dit in enigszins verminderde mate aan verdachte toe te rekenen. Hoewel verdachte eerder voor het bezit van kinderporno is veroordeeld, hij hier een behandeling voor heeft gevolgd en zijn partner dit gedrag heeft afgekeurd, heeft dit er niet toe geleid dat verdachte van het plegen soortgelijke feiten heeft afgezien. De ongespecificeerde seksuele stoornis en de lacunaire gewetensfunctie hebben hier dus doorgewerkt in het plegen van de delicten.
De kans op herhaling wordt door de deskundigen als hoog ingeschat. Volgens de deskundigen heeft verdachte een intensieve klinische behandeling nodig, gericht op de ongespecificeerde parafiele stoornis, de bij de persoonlijkheidsproblematiek behorende emotieregulatieproblematiek en verstoorde gevoelsafweer, het verstevigen van het zelfgevoel en het aanleren van meer adequate copingmechanismen (anders dan seksuele coping). Gaande de behandeling dient de seksuele stoornis van verdachte nader in kaart te worden gebracht. Daarnaast is psycho-educatie betreffende het niet-aangeboren hersenletsel noodzakelijk, waarbij het van belang is dat verdachtes externaliserende narratief over het niet-ongeboren hersenletsel wordt doorbroken. Gezien de ernst van de problematiek van verdachte, wordt een langdurig behandeltraject verwacht. De druk die uitgaat van de seksuele stoornis is dusdanig veelomvattend, dat het onbeheersbare verlangen van verdachte zal leiden tot het mislukken van een voorwaardelijk karakter. Bovendien bestaat het risico dat verdachte zich ogenschijnlijk aan de voorwaarden houdt, maar niet daadwerkelijk aan de verdiepende psychotherapeutische behandeling meewerkt. Het recidiverisico zal dan onverminderd aanwezig blijven. De deskundigen adviseren om aan verdachte de TBS-maatregel met dwangverpleging op te leggen.
De rechtbank acht de conclusies van de deskundigen inzichtelijk en gedegen onderbouwd. In de rapportages is helder en concludent gemotiveerd hoe de deskundigen tot hun conclusies zijn gekomen. De rechtbank neemt de conclusies daarom over en maakt die tot de hare.
Dit brengt mee dat de rechtbank de ten laste gelegde feiten (deels) in verminderde mate aan verdachte zal toerekenen.
De rechtbank heeft ook kennis genomen van de inhoud van het reclasseringsrapport van Fivoor van 29 januari 2024, opgemaakt door de reclasseringswerker [reclasseringswerker] , en de door haar op de zitting gegeven toelichting. Hieruit volgt dat de reclassering geen mogelijkheden (meer) ziet om met voorwaarden de risico’s te beperken en/of het gedrag van verdachte te veranderen. De rechtbank houdt hier ook rekening mee.
De oplegging van een gevangenisstraf
De rechtbank houdt naast wat zij hiervoor heeft overwogen bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf rekening met straffen die in (enigszins) vergelijkbare gevallen door rechters zijn opgelegd, waarbij te gelden heeft dat voor een poging tot doodslag doorgaans een gevangenisstraf van tussen de vijf en acht jaren wordt opgelegd. In dit geval heeft verdachte zich aan een gekwalificeerde poging tot doodslag schuldig gemaakt, evenals andere strafbare feiten waar rechters doorgaans ook forse gevangenisstraffen voor opleggen. De rechtbank neemt bovendien in strafverzwarende zin in aanmerking dat verdachte zich geenszins schuldbewust heeft getoond.
De rechtbank acht, alles afwegend, passend en geboden om aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van twaalf jaren, met aftrek van het voorarrest.
De oplegging van de TBS-maatregel met dwangverpleging
De rechtbank stelt vast dat is voldaan aan de wettelijke vereisten voor het opleggen van de TBS-maatregel. De rechtbank beschikt over een advies van deskundigen van verschillende disciplines, waaronder een psychiater, die verdachte hebben onderzocht. De door de verdachte begane feiten betreffen misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Met inachtneming van de conclusies en de advies van de deskundigen stelt de rechtbank vast dat bij de verdachte tijdens het begaan van de bewezen verklaarde feiten een ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond.
De rechtbank is verder van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke vereiste dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel eist en dat dit ook geldt voor de verpleging van overheidswege. Daartoe is redengevend dat de begane feiten zeer ernstig zijn. Voorts is de problematiek van de verdachte en het daaruit voortvloeiende herhalingsgevaar indien de problematiek van de verdachte onbehandeld blijft, zodanig dat het niet verantwoord is om hem onbehandeld in de maatschappij terug te laten keren. De bescherming van de veiligheid van de samenleving noodzaakt daarom tot het opleggen van de TBS-maatregel met dwangverpleging en de rechtbank zal deze maatregel dan ook naast de gevangenisstraf aan verdachte opleggen.
De rechtbank overweegt ten slotte dat de TBS-maatregel met verpleging van overheidswege wordt opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. De totale duur van de op te leggen maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.

6.De in beslag genomen voorwerpen

6.1
De standpunten van partijen
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat de in beslag genomen Samsung-telefoon (Galaxy S8) en Apple iPad aan het verkeer moeten worden onttrokken. De raadsman heeft zich ten aanzien van de beslissing op het beslag aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd.
6.2
Het oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer: Samsung-telefoon en iPad
De rechtbank is van oordeel dat de onder verdachte in beslag genomen en op de beslaglijst van 19 juni 2023 vermelde Samsung-telefoon en iPad op grond van artikel 36b in samenhang bezien met artikel 36c Sr vatbaar zijn voor onttrekking aan het verkeer en zij zal dit dan ook beslissen. Het onder feit 4 bewezen verklaarde is met behulp van die voorwerpen begaan. Omdat op de Samsung-telefoon en iPad kinderpornografische afbeeldingen staan, zijn deze voorwerpen van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit ervan in strijd is met de wet en het algemeen belang.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partijen [slachtoffer]
heeft zich ten aanzien van het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 bewezen verklaarde als benadeelde partij in dit strafproces gevoegd. Zij heeft haar raadsvrouw
mr. Y.N. Teke-Bozkurt gemachtigd om namens haar ter terechtzitting het woord te voeren. [slachtoffer] vordert verdachte te veroordelen tot betaling van een vergoeding van
€ 43.059,64, bestaande uit materiële en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 april 2023, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De gevorderde materiële schadevergoeding van € 3.059,64 bestaat uit de volgende posten:
- de aanschafkosten van een nieuw kunstgebit: € 2.297,71;
- eigen risico zorgverzekering (in verband met medicatie): € 388,53;
- overige posten (reiskosten ziekenhuis, reiskosten psycholoog, de aanschafkosten van een nieuwe mobiele telefoon en de waarde van de kleding die door verdachte is weggenomen of die de benadeelde naar aanleiding van de door verdachte gepleegde feiten niet meer wil dragen): € 373,40.
Als immateriële schadevergoeding is een bedrag van € 40.000,-- gevorderd.
7.2
De vordering van de benadeelde partij [minderjarige]
[naam 5] heeft zich als wettelijk vertegenwoordiger (ouder) van de minderjarige
[minderjarige] namens haar ten aanzien van het onder feit 4 bewezen verklaarde als benadeelde partij in dit strafproces gevoegd. De benadeelde vordert verdachte te veroordelen tot betaling van een vergoeding van € 716,--, bestaande uit materiële en immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2021, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De gevorderde materiële schadevergoeding van € 216,-- is gelegen in de aanschafkosten van luierbroekjes. De benadeelde heeft naar aanleiding van het door verdachte gepleegde feit last gehad van bedplassen.
Als immateriële schadevergoeding is een bedrag van € 500,-- gevorderd.
7.3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer] en [minderjarige] geheel toewijsbaar zijn, te vermeerderen met de daartoe geldende wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.4
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich wat betreft de toewijsbaarheid van de vorderingen van de benadeelde partijen aan het oordeel van de rechtbank gerefereerd, maar met de kanttekening dat het toe te wijzen bedrag aan immateriële schadevergoeding ten aanzien van de benadeelde partij [slachtoffer] moet worden gematigd.
7.5
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De rechtbank stelt op basis van de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting vast dat voldoende verband bestaat tussen het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 bewezen verklaarde handelen van verdachte en de door de benadeelde partij [slachtoffer] gestelde schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreekse schade is toegebracht.
De materiële schade
De rechtbank is van oordeel dat de opgevoerde materiële schadeposten, die overigens niet door de raadsman zijn betwist, voldoende met bewijsstukken zijn onderbouwd en aannemelijk zijn. De gevorderde materiële schadeposten zijn dus toewijsbaar voor een bedrag van in totaal € 3.059,64.
De immateriële schade
Vanwege het betoog van de raadsman om aan de benadeelde [slachtoffer] een lager bedrag aan immateriële schadevergoeding toe te wijzen dan is gevorderd, overweegt de rechtbank het volgende.
Op basis van artikel 6:106, lid 1, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek kan een benadeelde partij in beperkte gevallen aanspraak maken op vergoeding van andere schade dan vermogensschade, zoals in het geval dat de benadeelde partij op andere wijze in de persoon is aangetast. Gelet op wat de rechtbank eerder in dit vonnis in de bewijsmotivering en de strafmotivering heeft vastgesteld over de aard van het handelen van verdachte waarvan de benadeelde het slachtoffer is geworden, is de rechtbank van oordeel dat zowel het letsel als de aard en de ernst van de door verdachte begane normschending en de gevolgen daarvan voor de benadeelde in dit geval onmiskenbaar met zich brengen dat de benadeelde op andere wijze in haar persoon is aangetast.
De rechtbank zal, rekening houdend met bedragen die door Nederlandse rechters in (enigszins) vergelijkbare gevallen zijn toegekend, de omvang van de immateriële schade naar billijkheid vaststellen op € 40.000,--.
De rechtbank zal, op basis van het voorgaande, de door de benadeelde partij gevorderde schadevergoeding geheel toewijzen tot een bedrag van in totaal € 43.059,64, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum (2 april 2023) waarop de schade is ontstaan.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte tegenover de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De vordering van de benadeelde partij [minderjarige]
De rechtbank stelt op basis van de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting vast dat voldoende verband bestaat tussen het onder feit 4 bewezen verklaarde handelen van verdachte en de door de benadeelde partij [minderjarige] gestelde schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partij door dit handelen rechtstreekse schade is toegebracht.
De materiële en immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat de opgevoerde materiële schadepost van € 216,-- en de immateriële schade van € 500,--, die overigens niet door de raadsman zijn betwist, naar algemene ervaringsregels voldoende zijn onderbouwd en aannemelijk zijn. De gevorderde schadevergoeding is dus toewijsbaar voor een bedrag van in totaal € 716,--.
De rechtbank zal gelet daarop de door de benadeelde partij gevorderde schadevergoeding geheel toewijzen tot een bedrag van in totaal € 716,--, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum (14 juni 2021) waarop de schade is ontstaan.
De schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte tegenover de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het bewezen verklaarde feit is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met 14 (veertien) dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 37a, 37b en 57 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1 primair:
het misdrijf:
poging tot doodslag, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van strafbare feiten en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van die feiten voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf straffeloosheid te verzekeren;
feit 2 primair:
het misdrijf:
verkrachting;
feit 3:
het misdrijf:
diefstal, voorafgegaan, vergezeld of gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf het bezit van het gestolene te verzekeren;
feit 4:
het misdrijf:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van deze misdrijven een gewoonte wordt gemaakt.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1 primair, feit 2 primair, feit 3 en feit 4 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) jaren;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
- gelast dat de verdachte
ter beschikking wordt gestelden beveelt dat hij van
overheidswege zal worden verpleegd;
de vorderingen van de benadeelde partijen
de benadeelde partij [slachtoffer]
- wijst de vordering van
de benadeelde partij [slachtoffer]ten aanzien van het onder feit 1 primair, feit 2 primair en feit 3 bewezen verklaarde toe voor het bedrag van
€ 43.059,64 (drieënveertigduizend en negenenvijftig euro en vierenzestig eurocent)(bestaande uit
€ 3.059,64 materiële schade en € 40.000,-- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 43.059,64 (drieënveertigduizend en negenenvijftig euro en vierenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 april 2023;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 43.059,64 (drieënveertigduizend en negenenvijftig euro en vierenzestig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 april 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
365 (driehonderdvijfenzestig) dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de benadeelde partij [minderjarige]
- wijst de vordering van
de benadeelde partij [minderjarige]ten aanzien van het onder feit 4 bewezen verklaarde toe voor het bedrag van
€ 716,-- (zevenhonderdzestien euro)(bestaande uit € 216,-- materiële schade en € 500,-- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 716,-- (zevenhonderdzestien euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf
14 juni 2021;
- veroordeelt verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat verdachte verplicht is ten aanzien van de bewezen verklaarde feiten tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van
€ 716,-- (zevenhonderdzestien euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 juni 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
14 (veertien) dagenkan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
de in beslag genomen voorwerpen
-
verklaart onttrokken aan het verkeerde in beslag genomen
Samsung-telefoon (Galaxy S8)en
iPad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A. van Holten, voorzitter, mr. M. van Bruggen en
mr. D.E. Schaap, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Klunder, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 februari 2024.

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar documenten/dossierpagina’s zijn dit documenten of (de doorgenummerde) pagina’s uit het dossier van Team Grootschalige Opsporing (ON), genaamd TGO Venezuela, met onderzoeksnummer ONRAB23006. Er wordt steeds verwezen naar documenten/bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal, tenzij hieronder anders wordt vermeld.
2.Een proces-verbaal van bevindingen van 2 april 2023, pagina’s 380 en 381.
3.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 april 2023, pagina 388.
4.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 april 2023, pagina’s 390 en 391.
5.Een proces-verbaal van bevindingen van 12 april 2023, pagina 1016.
6.Een proces-verbaal van aangifte door [dochter van slachtoffer] namens [slachtoffer] van 3 april 2023, pagina’s 393 tot en met 402, en een proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2023, pagina 403.
7.Een proces-verbaal van bevindingen van 3 april 2023, pagina’s 404 en 405, en een proces-verbaal van bevindingen van 26 april 2023, pagina’s 409 tot en met 457.
8.Een schriftelijk bescheid, inhoudende een letselrapportage van 5 april 2023, opgemaakt door de forensisch arts S.J.Th. van Kuijk van de GGD IJsselland, pagina’s 1024 tot en met 1046.
9.Een schriftelijk bescheid, inhoudende een radiologisch onderzoeksrapport van 12 juni 2023, opgemaakt door de radioloog dr. [naam 3] van Maastricht UMC+, pagina’s 1048 tot en met 1060.
10.Een proces-verbaal van bevindingen van 5 april 2023, pagina’s 529 tot en met 532.
11.Een proces-verbaal van bevindingen van 4 april 2023, pagina’s 586 en 587.
12.Een proces-verbaal van aanhouding verdachte van 4 april 2023, pagina’s 150 en 151.
13.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, met daaraan gehecht de beslaglijst met de vermelding van de voorwerpen die de rechter-commissaris tijdens de doorzoeking in beslag heeft genomen, pagina’s 70 tot en met 75.
14.Een proces-verbaal van bevindingen van 6 april 2023, pagina’s 815 tot en met 819.
15.Een schriftelijk bescheid, inhoudende een NFI-rapport van 6 april 2023, opgemaakt door de rapporteur dr. ing. [naam 6] , pagina’s 1075 tot en met 1079.
16.Een schriftelijk bescheid, inhoudende een NFI-rapport van 6 juli 2023, opgemaakt door de rapporteur ing. [naam 7] , pagina’s 1086 tot en met 1092.
17.Een schriftelijk bescheid, inhoudende een NFI-rapport van 6 juli 2023, opgemaakt door de rapporteur ing. [naam 7] , pagina’s 1097 tot en met 1102.
18.De (deels bekennende) verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 5 februari 2024.
19.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 april 2023, pagina 198, de veertiende en vijftiende alinea, en pagina 199, de vierde alinea en de derde regel van de dertiende alinea, pagina 200, de eerste, de tweede en de derde alinea van onderen.
20.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 13 juni 2023, pagina 282, de eerste tot en met de vierde alinea van onderen, pagina 283, de eerste en tweede alinea en de laatste zin van de derde alinea.
21.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 16 mei 2023, pagina 257, de vijfentwintigste tot en met de achtentwintigste regel.
22.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 april 2023, pagina 200, de laatste alinea, en pagina 201, de eerste alinea.
23.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 april 2023, pagina 260, de vijftiende tot en met de achttiende regel.
24.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 6 april 2023, pagina 229, de laatste twee alinea’s, en pagina 230, de eerste twee alinea’s.
25.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 5 april 2023, pagina 201, de achtste tot en met de dertiende alinea, pagina 201, de laatste drie regels, en pagina 202, de eerste drie alinea’s.
26.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 6 april 2023, pagina 230, de elfde en twaalfde alinea.
27.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 6 april 2023, pagina 232, de tweede alinea.
28.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 16 mei 2023, pagina 261.
29.Een proces-verbaal van bevindingen van 31 mei 2023, pagina’s 799 tot en met 810, in onderling samenhang bezien met een proces-verbaal van bevindingen van 18 april 2023, pagina 839, een proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] van 3 april 2023, pagina 485, de zesde regel van de derde alinea, en een proces-verbaal van bevindingen van 10 mei 2023, pagina’s 621 tot en met 628.
30.HR 26 november 2013, ECLI:NL:HR:2013:1431 (Tongzoen II-arrest).
31.Een proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, met daaraan gehecht de beslaglijst met de vermelding van de voorwerpen die de rechter-commissaris tijdens de doorzoeking in beslag heeft genomen, pagina’s 70 tot en met 75.
32.Een proces-verbaal van bevindingen van 30 mei 2023, pagina’s 897 tot en met 900.
33.Een proces-verbaal van beschrijving kinderpornografisch materiaal (TBKK) van 2 juni 2023 (pagina’s 876 tot en met 881), opgemaakt door verbalisant [verbalisant 11] , inhoudende de beoordeling en de beschrijving van de foto’s, met onder meer de volgende bijlagen: een overzicht aantallen, weergegeven als bijlage I op pagina 882, de collectiescan, weergeven als bijlage II op pagina’s 883 tot en met 885.
34.Een proces-verbaal van bevindingen van 1 mei 2023, pagina’s 862 tot en met 869.
35.Een proces-verbaal van bevindingen van 9 juni 2023, pagina’s 902 en 903.
36.Een proces-verbaal van verhoor getuige [minderjarige] van 9 juni 2023, pagina 912, de zevende tot en met de tiende alinea.
37.Een proces-verbaal van aangifte door [naam 5] namens [minderjarige] van 9 juni 2023, pagina’s 904 tot en met 905.
38.De verklaring van verdachte, zoals weergegeven in het proces-verbaal van verhoor verdachte van 22 september 2023, pagina 300, de zesde alinea.
39.De (deels bekennende) verklaring van verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 5 februari 2024.