Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
2.2. Waar de zaak over gaat
3.De feiten in conventie en in reconventie
[overlijdensdatum 2] 2017).
9 september 2010 [partij A] benoemd tot enig erfgenaam, tevens executeur, en hij heeft [partij B] onterfd. Vader, [partij A] en [partij B] waren alle drie erfgenaam van moeder, voor gelijke delen. In de nalatenschap van vader erft alleen [partij A], [partij B] heeft een beroep gedaan op de legitieme portie.
‘(…)
nalatenschap moeder1. Partijen stellen vast dat sprake is van een onverdeeldheid in deze nalatenschap. Het aandeel van de dochter hierin is één zesde. Partijen stellen vast dat enkel nog te verdelen is het onroerend goed, staande en gelegen aan de [adres].
Partijen stellen vast dat de dochter voor één zesde deelt in de opbrengsten, en voor één zesde de kosten draagt. Na uitvoerig overleg over de diverse posten komen partijen ter zake het aandeel van de dochter hierin een vast bedrag overeen, welk bedrag is vervat in het hierna te noemen totaalbedrag dat aan de dochter toekomt.(…)
nalatenschap vader8. Aan de dochter komt een bedrag toe wegens de legitieme portie. Partijen hebben uitvoerig gecorrespondeerd over samenstelling en waarde van de diverse bestanddelen van de legitimaire massa, waaronder o.a. de waarde van de woning en roerende zaken. Partijen komen tot een totaalbedrag, waarin tevens de verrekening ingevolge het bepaalde in artikel 4 is verwerkt.
proces-verbaal van 15 augustus 2023.
€ 234.053,80.
20 december 2023.
4.Het geschil in conventie en in reconventie
I. [partij B] verbiedt over te gaan tot executie van het onder [bedrijf] B.V. te Wierden gelegde beslag voor een bedrag van € 92.000,00, op straffe van een dwangsom;
II. [partij B] veroordeelt tot het opheffen van het gelegde derdenbeslag onder
[bedrijf] B.V. te Wierden;
III.
primair:[partij B] verbiedt ter zake onderhavig geschil opnieuw executoriaal of conservatoir beslag te laten leggen, op straffe van een dwangsom;
subsidiair: [partij B] gebiedt om bij een volgend verzoek om verlof tot het leggen van executoriaal of conservatoir beslag ter zake onderhavig geschil dit vonnis in kort geding over te leggen aan de voorzieningenrechter, op straffe van een dwangsom;
IV. [partij B] gebiedt om de tussen partijen gesloten overeenkomst volledig en juist na te komen, inhoudende dat zij gehouden is om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis mee moet werken aan betaling van het bedrag van € 92.000,00 door de notaris aan [partij A], op straffe van een dwangsom;
V. [partij B] veroordeelt in de kosten van deze procedure;
VI. een zodanige voorziening treft die de voorzieningenrechter geraden voorkomt.
I. [partij A] veroordeelt tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst, inhoudende betaling van het aan [partij B] toekomende bedrag wegens de legitieme portie van
II. [partij A] veroordeelt om zijn medewerking te verlenen aan vrijgave aan Hopster van het bedrag waarop beslag is gelegd onder [bedrijf] BV te Wierden;
III. [partij A] veroordeelt tot betaling van de kosten van het beslag en de kosten van deze procedure.
in conventie en in reconventie:4.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
onroerend goed, staande en gelegen aan de [adres]’.Op grond van artikel 8 uit de vaststellingsovereenkomst zal [partij A] een bedrag van € 90.000,00 voldoen, ter gelegenheid van de levering.
Bovendien zou uitbetaling van het bedrag van de legitieme portie betekenen dat [partij B] het grootste bedrag uit de verkoop ontvangt en dat druist in tegen het testament van vader.
6.De beslissing in conventie en in reconventie
[partij B] van het bedrag waarop beslag is gelegd onder [bedrijf] BV te Wierden;
15 februari 2024.