Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
Ik maak je dood’, maar dat verdachte voor de overige bedreigingen partieel vrijgesproken dient te worden. De uitlating
‘Ik zou jou dood moeten steken’valt buiten de tenlastegelegde periode en voor
‘Ik maak je kapot’is geen ondersteund bewijs.
26 februari 2023 met een mes op een hek voor het huis van [slachtoffer 1] en stond hij gedurende de renovatie van de woning van [slachtoffer 1] dagelijks bij haar huis en deed hij tegenover bouwvakkers alsof hij de bewoner was. Ook heeft aangeefster verklaard over een incident op een vrijdagavond waarbij verdachte op de ramen bonkte en hij via WhatsApp berichten en spraakberichten stuurde dat [slachtoffer 1] de deur open moest doen, omdat hij toch wel binnen zou komen. Vervolgens stuurde verdachte volgens [slachtoffer 1] rond 22:50 uur dat hij de autoband van [slachtoffer 2] , een buurtbewoner, lek had gestoken. [slachtoffer 2] had de politie gebeld, waarna verdachte door de politie is aangesproken en hij vervolgens op de hoek van de straat ging staan waardoor hij nog steeds bij [slachtoffer 1] naar binnen kon kijken. Hij bleef vervolgens naar [slachtoffer 1] appen dat hij wel weer langs zou komen. Op 11 april 2023 heeft de politie een stopgesprek met verdachte gevoerd waarna [slachtoffer 1] meteen na afloop daarvan een bericht van verdachte ontving. [2] [slachtoffer 1] heeft ook aangifte gedaan van bedreiging door de inhoud van de berichten die zij van verdachte heeft ontvangen. Zo heeft verdachte, volgens [slachtoffer 1] , onder andere op 7 of 8 april 2023 en op 10 mei 2023 de navolgende teksten gestuurd
‘Ik maak jouw dood’,
‘Ik maak jullie samen kapot’en
‘Als dit waar is maak ik jullie kapot’. [3]
tieren’. Volgens verdachte klopt het dat hij op 4 juni 2022 het volgende bericht heeft gestuurd
‘Ik zou je dood moeten steken’en dat hij later in juni heeft gestuurd dat hij een tegel door haar raam zou gooien. Verder heeft hij op 11 april 2023, direct na het stopgesprek, een foto van een politieauto naar [slachtoffer 1] gestuurd. Daarnaast heeft hij op 8 en 9 mei 2023 veel spraakberichten naar [slachtoffer 1] gestuurd, omdat hij boos was dat zij hem negeerde. Hij heeft verklaard dat het niet netjes was wat hij heeft gestuurd en dat het klopt dat hij heeft gestuurd dat hij niet ging stoppen en dat het veel erger zou worden. Ook erkent verdachte dat hij berichten heeft gestuurd dat hij naaktfoto’s van [slachtoffer 1] door heel [plaats] zou plakken.
tieren’. Nu deze gebeurtenissen en handelingen (grotendeels) overeenkomen met de verklaringen van [slachtoffer 1] , is de rechtbank van oordeel dat haar verklaringen authentiek, consistent en gedetailleerd zijn en ook zijn ingebed in een concrete context.
‘Ik kom zo langs om alle ramen eruit te trappen en die gozer dood te slaan’. Dit toegestuurde bericht heeft verdachte immers verstuurd op 4 januari 2022. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel van het onder 1 tenlastegelegde vrijspreken.
‘Ik zou jou dood moeten steken’. Deze bedreiging heeft verdachte bekend, maar heeft plaatsgevonden op 4 juni 2022. De rechtbank zal verdachte daarom van dit onderdeel het onder 2 tenlastegelegde vrijspreken.
‘Ik maak je dood’en ‘
Ik maak jullie kapot’heeft verklaard. Daarom acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte tussen 1 april 2023 en
10 mei 2023 [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, zoals onder 2 ten laste is gelegd.
- Het proces-verbaal van de terechtzitting van 1 februari 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte.
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 7 april 2023 (pagina’s 6 en 7).
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
‘met uitzondering van de brandgang’. Tot slot heeft de officier van justitie gevorderd de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
7.De schade van benadeelde
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand;
in zijn geheel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaardedat verdachte:
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
150 uren (honderdvijftig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
75 (vijfenzeventig) dagen;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 135,00, (zegge: honderdvijfendertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 april 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 2 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
.