ECLI:NL:RBOVE:2024:795

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 februari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
10685639 \ CV EXPL 23-1963
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst auto wegens non-conformiteit en schadevergoeding

In deze zaak heeft eiseres een auto gekocht van gedaagden, maar de auto bleek non-conform te zijn, wat betekent dat deze niet geschikt was voor normaal en veilig gebruik. Eiseres heeft de koopovereenkomst ontbonden en vordert terugbetaling van de koopsom, schadevergoeding en medewerking van gedaagden bij het ophalen van de auto en overschrijving van het kenteken. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de auto gebreken vertoonde die niet zijn verholpen, ondanks herhaalde pogingen van eiseres om de auto te laten repareren. De kantonrechter oordeelt dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade en de kosten die eiseres heeft gemaakt. De vordering van eiseres tot terugbetaling van de koopsom van € 9.800,00 en schadevergoeding van € 3.593,82 wordt toegewezen, evenals de buitengerechtelijke incassokosten. Gedaagden worden veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKOVERIJSSEL
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Almelo
Zaaknummer: 10685639 \ CV EXPL 23-1963
Vonnis van 13 februari 2024
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
gemachtigde: mr. L.W. van de Wetering,
procederend met een toevoeging afgegeven onder nummer 2GM9263,
tegen

1.de vennootschap onder firma [naam vof] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde 1],
wonende te [woonplaats 2] ,
3.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 3] ,
4.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats 4] ,
gedaagde partijen,
gedaagde partijen 1 tot en met 4 hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
allen verschenen bij gemachtigde: [gedaagde 2]

1.Samenvatting

1.1.
[eiseres] heeft een auto gekocht bij [gedaagden] . Deze auto is non-conform, omdat de auto niet geschikt is voor normaal en veilig gebruik. [eiseres] is daardoor bevoegd de koopovereenkomst te ontbinden. Dit betekent dat [gedaagden] de koopsom aan [eiseres] moeten terugbetalen en [eiseres] de auto aan [gedaagden] c.s. moet terugleveren. [gedaagden] zijn verder verplicht om de auto bij [eiseres] op te halen en medewerking te verlenen aan het overschrijven van het kentekenbewijs. Tevens dienen [gedaagden] aan [eiseres] te vergoeden de door haar geleden schade en gemaakte kosten.
1.2.
De kantonrechter licht hieronder toe hoe zij tot dit oordeel is gekomen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 3 oktober 2023,
- de akte wijziging van eis van 5 januari 2024 met één productie van [eiseres] ,
- de mondelinge behandeling van 17 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
[naam vof] handelt in tweedehands auto’s en heeft drie vennoten, zijnde [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 3] .
3.2.
Op 13 mei 2022 heeft [eiseres] een Hyundai ix35 (hierna: de auto) gekocht van [gedaagden] voor een bedrag van € 9.800,00 (hierna: de overeenkomst).
3.3.
Onderweg naar Italië is op 6 augustus 2022 het olielampje van de auto gaan branden en kon [eiseres] de auto niet meer starten. Het was niet mogelijk de auto in Italië te laten repareren. De auto is vervolgens voor reparatie getransporteerd naar [gedaagden]
3.4.
[eiseres] heeft [gedaagden] geïnformeerd over de gebreken en verzocht de auto te herstellen. [gedaagden] waren niet bereid de auto kosteloos te herstellen. Na overleg tussen partijen is de auto in december 2022 gerepareerd tegen betaling van € 1.000,00 door [eiseres] – onder protest – aan [gedaagden]
3.5.
Op 17 december 2022 heeft [eiseres] de auto opgehaald bij [gedaagden] Kort daarna bleek de auto nog steeds (dezelfde) gebreken te hebben. Onder meer wilde de auto niet starten en viel de auto uit.
3.6.
[eiseres] heeft op 6 februari 2023 de auto wederom naar [gedaagden] gebracht voor herstel. Op 25 februari 2023 heeft [eiseres] de auto weer opgehaald. De auto vertoonde nadien nog steeds dezelfde gebreken.
3.7.
Per brief van 6 maart 2023 heeft [eiseres] de overeenkomst ontbonden en heeft zij aan [gedaagden] verzocht om binnen 14 dagen de koopsom van € 9.800,00 en de kosten van de reparatie van € 1.000,00 aan haar terug te betalen.

4.Het geschil

4.1.
[eiseres] vordert – na wijziging van eis – dat de kantonrechter, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad:
voor recht verklaart dat de koopovereenkomst per 6 maart 2023 met recht is ontbonden dan wel de koopovereenkomst ontbindt per een zo vroeg mogelijke datum, dan wel de koopovereenkomst bij vonnis vernietigt;
gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat als de een betaalt, de ander daarvan is bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres] te betalen het aankoopbedrag ad € 9.800,00 althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat als de een de verplichting voldoet, de ander daarvan is bevrijd, veroordeelt om binnen drie werkdagen na betekening mee te werken aan overschrijving van het kenteken van de auto alsmede het vrijwaringsbewijs aan [eiseres] te overleggen, bij gebreke waarvan [gedaagden] elke dag of deel daarvan dat zij deze verplichting niet nakomt, ten gunste van [eiseres] een direct opeisbare dwangsom verbeurt van € 250,00 per dag, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 25.000,00;
gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat als de een de verplichting voldoet, de andere daarvan is bevrijd, veroordeelt om de auto bij [eiseres] op te halen;
gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat als de een betaalt, de andere daarvan is bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres] te betalen de vergoeding van de schade ad € 4.240,82 althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf datum der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat als de een betaalt, de ander daarvan is bevrijd, veroordeelt om aan [eiseres] te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ad € 1.107,64 incl. BTW, althans een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
gedaagden hoofdelijk, met dien verstande dat als de een betaalt, de ander daarvan is bevrijd, veroordeelt in de proces- en nakosten, salaris gemachtigde daaronder begrepen.
4.2.
[eiseres] legt aan haar vordering ten grondslag dat de auto non-conform is, omdat de auto niet geschikt is voor normaal en veilig gebruik. Binnen drie maanden na de koop vertoonde de auto motorische gebreken, waaronder het niet of moeizaam willen starten, het afslaan van de motor tijdens het rijden en een hoog olieverbruik. [eiseres] heeft [gedaagden] twee keer de gelegenheid geboden de auto te repareren. Dit is niet gelukt. [eiseres] heeft vervolgens de overeenkomst ontbonden, waardoor volgens [eiseres] zij de auto aan [gedaagden] moet terugleveren en [gedaagden] de koopsom aan [eiseres] moeten terugbetalen. Daarnaast dienen [gedaagden] de door [eiseres] geleden schade en gemaakte kosten te vergoeden.
4.3.
[gedaagden] voeren verweer. [gedaagden] voeren aan dat het een oudere auto betreft, waarvoor geen garantie is verleend. De auto is kapot gegaan, omdat de auto teveel olie verbruikte. Na onderzoek hebben [gedaagden] een voorstel gedaan om de motor te reviseren voor een bedrag van € 1.000,00 en 6 maanden garantie. Nadien is de auto nog een keer bij [gedaagden] geweest voor reparatie. Die keer hebben [gedaagden] de auto alleen onderzocht en geen reparatiewerkzaamheden verricht, omdat de auto volgens [gedaagden] geen gebreken had. Nadat [eiseres] de overeenkomst heeft ontbonden, hebben [gedaagden] nog een keer gevraagd om de auto te mogen onderzoeken.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Non-conformiteit
5.1.
De vorderingen van [eiseres] zijn gebaseerd op de stelling dat de auto non-conform is. De kantonrechter zal daarom eerst beoordelen of hiervan sprake is. Bij deze beoordeling stelt de kantonrechter voorop dat het hier gaat om een consumentenkoop (artikel 7:5 BW).
5.2.
Op grond van artikel 7:17 BW moet de auto aan de overeenkomst beantwoorden. Dit houdt in dat de auto de eigenschappen moet bezitten die de koper op basis van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de auto de eigenschappen bezit die voor een normaal en veilig gebruik nodig zijn. Als de auto die eigenschappen niet beschikt, dan is de auto non-conform.
5.3.
Bij een consumentenkoop wordt op grond van artikel 7:18a lid 2 BW vermoed dat de zaak bij aflevering niet aan de overeenkomst beantwoordt, indien de afwijking ten opzichte van de overeenkomst zich binnen één jaar na aflevering openbaart, tenzij de verkoper anders aantoont of de aard van de zaak of de aard van de afwijking zich daartegen verzet.
De auto beantwoordt niet aan de overeenkomst
5.4.
[eiseres] heeft op 13 mei 2022 een destijds negen jaar oude auto gekocht, zonder garantie. Dit betekent dat zij van deze auto niet dezelfde kwaliteit mag verwachten als van een nieuwe auto. Van een oudere auto hoeft [eiseres] echter niet te verwachten dat de auto na drie maanden al motorische gebreken vertoont, waardoor [eiseres] de auto niet meer normaal en veilig kan gebruiken. Weliswaar heeft [gedaagden] de auto gerepareerd, maar dit heeft er niet toe geleid dat de gebreken zijn verholpen. Dat de auto nog steeds gebreken vertoont, blijkt ook uit de diagnose van twee verschillende garages. Beide garages geven aan dat de auto tijdens het rijden uitvalt en veel olie verbruikt. De kantonrechter is van oordeel dat [eiseres] daarmee voldoende heeft onderbouwd dat de auto gebreken vertoont en daardoor niet beantwoordt aan de overeenkomst.
5.5.
Omdat de gebreken zich binnen één jaar na de aflevering van de auto hebben geopenbaard, wordt vermoed dat de auto bij de aflevering op 13 mei 2022 al niet aan de overeenkomst beantwoordde. Op basis van artikel 7:18a lid 2 BW is het vervolgens aan [gedaagden] om aan te tonen dat de auto deze gebreken nog niet had ten tijde van de levering aan [eiseres] en dat de auto ten tijde van de levering wel aan de overeenkomst beantwoordde. Hierin zijn [gedaagden] niet geslaagd. In de conclusie van antwoord hebben [gedaagden] aangevoerd dat zij bij de verkoop in mei 2022 niet konden zien of de startmotor moet worden vervangen. Daarnaast hebben [gedaagden] tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zij de auto hebben ingekocht en nadien aan [eiseres] hebben verkocht zonder enig onderzoek te doen naar de staat van de auto. [gedaagden] hebben dus niet kunnen aantonen dat de gebreken aan de auto er ten tijde van de levering aan [eiseres] nog niet waren. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat de gebreken ten tijde van de levering al aanwezig waren en de auto vanaf de levering niet geschikt was voor normaal en veilig gebruik. Dit betekent dat de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt.
[eiseres] mag de overeenkomst ontbinden
5.6.
Wanneer de auto niet aan de overeenkomst beantwoordt, dan heeft de koper op grond van artikel 7:22 BW de bevoegdheid om de overeenkomst te ontbinden. In het tweede lid van artikel 7:22 BW is bepaald dat de koper pas van deze bevoegdheid gebruik kan maken als hij de verkoper in de gelegenheid heeft gesteld de gebreken kosteloos te verhelpen. De verkoper is op grond van artikel 7:21 BW verplicht om dit herstel binnen een redelijke termijn en zonder ernstige overlast te laten plaatsvinden. Vervolgens is in lid 5 van artikel 7:22 BW bepaald dat de overeenkomst mag worden ontbonden indien de auto ook na een herstel poging niet aan de overeenkomst beantwoordt.
5.7.
Vaststaat dat [eiseres] de auto twee keer naar [gedaagden] heeft gebracht voor reparatie en dat het [gedaagden] niet is gelukt de gebreken te repareren.
5.8.
Gelet op vorenstaande is de kantonrechter van oordeel dat [eiseres] aan [gedaagden] voldoende gelegenheid heeft geboden om de auto aan de overeenkomst te laten beantwoorden door de gebreken te herstellen. [eiseres] was dan ook bevoegd om de overeenkomst te ontbinden. [gedaagden] zijn er bij herhaling niet in geslaagd de gebreken te verhelpen. Daar komt nog bij dat [gedaagden] niet bereid waren om de auto kosteloos te herstellen en het herstel niet binnen een redelijke termijn en zonder veel overlast heeft plaatsgevonden. De eerste keer heeft [eiseres] bijna vier maanden moeten wachten op het herstel en daarvoor € 1.000,00 moeten betalen. De tweede keer heeft de auto twee weken bij [gedaagden] gestaan, waarbij [gedaagden] enkel onderzoek hebben gedaan en geen reparatiewerkzaamheden hebben verricht.
Gevolgen ontbinding overeenkomst
5.9.
Wanneer de overeenkomst wordt ontbonden ontstaan er ongedaanmakingsverplichtingen. In artikel 7:22 lid 7 BW is bepaald dat de koper de zaak aan de verkoper dient terug te geven en de verkoper bij teruggave van de zaak de koopprijs aan koper dient te terug te betalen.
5.10.
[eiseres] heeft terugbetaling van de koopprijs van € 9.800,00 gevorderd vermeerderd met de wettelijke rente. Daarnaast heeft [eiseres] gevorderd dat [gedaagden] binnen drie werkdagen na betekening van het vonnis de auto komen ophalen en medewerking verlenen aan het overschrijven van het kenteken van de auto en een vrijwaringsbewijs verstrekken.
5.11.
De kantonrechter is van oordeel dat de volledige koopprijs van € 9.800,00 moet worden terugbetaald door [gedaagden] . Weliswaar heeft [eiseres] circa drie maanden gebruik kunnen maken van de auto, maar dit gebruik weegt niet op tegen de overlast die de gebrekkige auto voor [eiseres] heeft veroorzaakt. [eiseres] is onder meer in Italië bij een tolpoortje gestrand met de auto en de auto heeft bijna 5 maanden bij [gedaagden] gestaan voor reparatie. De kantonrechter ziet dan ook geen grond dat [eiseres] een gebruiksvergoeding is verschuldigd voor de periode dat zij gebruik heeft kunnen maken van de auto.
5.12.
De kantonrechter zal de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW vanaf 21 maart 2023 toewijzen voor de terugbetaling van de koopprijs, omdat [gedaagden] vanaf die datum in verzuim zijn. [eiseres] heeft op 6 maart 2023 de overeenkomst ontbonden en aan [gedaagden] verzocht om de koopsom binnen 14 dagen aan haar terug te betalen. [gedaagden] hebben geen gehoor aan dit verzoek gegeven, waardoor [gedaagden] vanaf 21 maart 2023 in verzuim verkeren.
5.13.
In artikel 6:41 sub a BW is bepaald dat indien geen plaats voor de nakoming is bepaald, de aflevering van de verschuldigde zaak moet geschieden ter plaatse waar zij zich bij het ontstaan van de verbintenis bevond. Niet in geschil is dat de auto zich ten tijde van het ontstaan van de ongedaanmakingsverbintenis op het adres van [eiseres] bevond. Dit betekent dat teruglevering dient plaats te vinden op het adres van [eiseres] en dat [gedaagden] de auto daar moeten ophalen.
5.14.
Op grond van artikel 27 van het Kentekenreglement zijn [gedaagden] verplicht ten tijde van het ophalen van de auto terstond medewerking te verlenen aan de overschrijving van het kenteken en het verstrekken van een vrijwaringsbewijs. Gelet op de reisafstand tussen [vestigingsplaats] en [woonplaats 1] acht de kantonrechter een termijn van vijf werkdagen na betekening van het vonnis redelijk voor het ophalen van de auto, het overschrijven van het kenteken en het verstrekken van het vrijwaringsbewijs.
5.15.
De kantonrechter gaat ervan uit dat [gedaagden] ook zonder dwangsom bereid zullen zijn tot het tijdig ophalen van de auto, het overschrijven van het kenteken en het verstrekken van het vrijwaringsbewijs, zodat de door [eiseres] gevorderde dwangsom zal worden afgewezen. De kantonrechter houdt er rekening mee dat het kenteken van de auto door [eiseres] is geschorst en de voertuigverplichtingen ten gevolge van de tenaamstelling daardoor beperkt zijn.
[eiseres] heeft recht op vergoeding
5.16.
[eiseres] vordert een schadevergoeding van in totaal € 4.240,82 bestaande uit diverse gemaakte kosten als gevolg van de non-conformiteit van de auto.
5.17.
Op grond van artikel 7:24 BW heeft een koper jegens de verkoper recht op schadevergoeding als de afgeleverde zaak niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten.
ANWB
5.17.1.
[eiseres] vordert een vergoeding van de kosten die zij aan de ANWB heeft moeten betalen vanwege de problemen met de auto in Italië. Uit de door [eiseres] overgelegde facturen blijkt dat ANWB kosten heeft gemaakt voor pechhulpverlening buiten Nederland. [eiseres] was genoodzaakt deze kosten te maken, omdat de auto niet meer wilde starten in Italië en de garage in Italië niet bereid was de auto te repareren. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat [eiseres] terecht een bedrag van € 559,24 vordert van [gedaagden]
Taxikosten
5.17.2.
[eiseres] vordert ook terecht een vergoeding van € 280,00 voor de door haar gemaakte taxikosten in Italië. [eiseres] was genoodzaakt om een taxi te nemen vanaf de plaats waar zij met haar auto is gestrand tot aan het vakantieadres.
Belasting en verzekering
5.17.3.
[eiseres] vordert over een periode van 10 maanden een vergoeding van de motorrijtuigenbelasting en de verzekeringspremies. In artikel 6:275 BW jo artikel 3:120 lid 2 BW is bepaald dat de verkoper de door de koper gemaakte kosten moet vergoeden als de koper geen gebruik heeft kunnen maken van – in dit geval - de auto. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] toegelicht dat de 10 maanden zijn gebaseerd op de periode dat [eiseres] geen gebruik kon maken van de auto tot het moment dat het kenteken van de auto is geschorst. Uit de producties leidt de kantonrechter af dat het kenteken van de auto op 6 juni 2023 is geschorst. Tevens staat vast dat de auto sinds begin augustus 2022 gebreken vertoont met als gevolg dat [eiseres] geen gebruik heeft kunnen maken van de auto. [eiseres] vordert dus enkel vergoeding van deze kosten over de periode dat zij geen gebruik heeft kunnen maken van de auto. De kantonrechter zal het gevorderde bedrag van in totaal € 1.359,00 als vergoeding voor de betaalde motorrijtuigenbelasting en de verzekeringspremies toewijzen.
Kosten voor diagnose en herstel Italiaanse garage
5.17.4.
[eiseres] vordert ook een vergoeding van de kosten van de Italiaanse garage. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eiseres] verklaard dat deze kosten door de ANWB bij [eiseres] in rekening zijn gebracht. De door [eiseres] overgelegde factuur is in het Italiaans, waardoor onduidelijk is welke kosten de garage in rekening heeft gebracht. De kantonrechter kan daardoor niet vast stellen of deze kosten verband houden met de non-conformiteit van de auto. Daarom zal de kantonrechter deze vordering afwijzen.
Kosten voor diagnose en herstel [gedaagden]
5.17.5.
[eiseres] vordert ook een vergoeding van de kosten voor het herstel dat [gedaagden] in december 2022 heeft uitgevoerd aan de auto. Deze kosten heeft [eiseres] destijds onder protest betaald. Op grond van artikel 7:22 BW zijn [gedaagden] wettelijk verplicht om de auto kosteloos te herstellen. Dat hebben [gedaagden] niet gedaan. De kantonrechter zal de vordering van [eiseres] tot vergoeding van de herstelkosten dan ook toewijzen.
Diagnose van gebreken
5.17.6.
[eiseres] vordert nog een vergoeding van € 395,58 voor de kosten gemaakt ten behoeve van twee diagnoses. In artikel 6:96 lid 2 BW is bepaald dat redelijke kosten ter vaststelling van de schade en/of aansprakelijkheid voor vergoeding in aanmerking komen. [eiseres] heeft deze diagnoses laten verrichten om de gebreken van de auto te kunnen vaststellen, waardoor de kantonrechter het gevorderde bedrag wegens diagnosekosten zal toewijzen.
Wettelijke rente
5.18.
[eiseres] vordert ook de wettelijke rente over de door haar gemaakte kosten vanaf de dag der dagvaarding. De kantonrechter zal de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW toewijzen vanaf de dag van dagvaarden.
Buitengerechtelijke incassokosten
5.19.
[eiseres] maakt aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het besluit) van toepassing is, nu het verzuim na 30 juni 2021 is ingetreden. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagden] geen consumenten zijn en dat [eiseres] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. [eiseres] vordert een bedrag van € 1.104,35 inclusief BTW. Dit bedrag is gebaseerd op de koopsom en het volledig gevorderde schadebedrag. De kantonrechter heeft een onderdeel van de gevorderde schadevergoeding afgewezen, waardoor ook een lager bedrag aan buitengerechtelijke kosten is verschuldigd. Op basis van het besluit wijst de kantonrechter een bedrag van € 1.099,82 inclusief BTW toe. De buitengerechtelijke incassokosten worden inclusief BTW toegewezen, omdat [eiseres] niet BTW plichtig is.
Hoofdelijkheid
5.20.
[eiseres] stelt dat [gedaagden] hoofdelijk aansprakelijk zijn. De kantonrechter stelt vast dat [gedaagden] een vennootschap onder firma en haar vennoten zijn. Op grond van artikel 18 van het Wetboek van Koophandel zijn elk van de vennoten van een vennootschap onder firma aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. De kantonrechter zal de vordering tot een hoofdelijke veroordeling van [gedaagden] dan ook toewijzen.
Proceskosten
5.21.
[gedaagden] zijn de partijen die grotendeels ongelijk krijgen en zij zullen daarom in de proceskosten worden veroordeeld. [eiseres] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging. Eisende partijen met een toevoeging betalen een lager griffierecht. Verder worden in dat geval de kosten van de deurwaarder voor het uitbrengen van het exploot en/of advertentiekosten van rijkswege vergoed. Die kosten zijn dus niet voor rekening van [eiseres] . Deze partij heeft aan de deurwaarder slechts de in het exploot opgenomen kosten voor verschotten hoeven voldoen (artikel 40 lid 1 van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000). Gelet op het voorgaande worden [gedaagden] veroordeeld tot betaling aan [eiseres] van het lagere griffierecht, de verschotten en ten slotte tot vergoeding van het hierna vast te stellen salaris van de gemachtigde. Deze vergoeding voor het salaris moet door de gemachtigde worden verrekend met de op grond van de Wet op de rechtsbijstand aan de gemachtigde toegekende vergoeding.
5.22.
Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- griffierecht
86,00
- verschotten
25,70
- salaris gemachtigde
812,00
(2,00 punten × € 406,00)
Totaal
923,70
5.23.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. Omdat [eiseres] op basis van een toevoeging procedeert, worden de explootkosten voor het betekenen van het vonnis van Rijkswege vergoed. Die kosten komen dus niet voor rekening van [eiseres] en [gedaagden] zullen daarom niet worden veroordeeld tot betaling van die kosten aan [eiseres] . De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart voor recht dat de overeenkomst per 6 maart 2023 is ontbonden,
6.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiseres] te betalen een bedrag van
€ 9.800,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 21 maart 2023 tot aan de dag van de volledige betaling,
6.3.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om de auto bij [eiseres] op te halen,
6.4.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om binnen vijf werkdagen na betekening mee te werken aan overschrijving van het kenteken van de auto alsmede het vrijwaringsbewijs aan [eiseres] te overleggen,
6.5.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiseres] te betalen een schadevergoeding van € 3.593,82, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de volledige betaling,
6.6.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk om aan [eiseres] te betalen de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.099,82 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van de volledige betaling,
6.7.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 923,70,
6.8.
veroordeelt [gedaagden] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 135,00 aan salaris gemachtigde,
6.9.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 6.2. tot en met 6.8. genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
6.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.M. Egberink en in het openbaar uitgesproken op 13 februari 2024.