ECLI:NL:RBOVE:2024:754
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Invoering van een parkeervergunningstelsel in Nijverdal met beperkingen voor vergunningverlening
Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak betreffende de invoering van een parkeervergunningstelsel in Nijverdal. Het college van burgemeester en wethouders van Hellendoorn had op 27 juni 2022 besloten om in de [adres] een parkeervergunningstelsel in te voeren, waarbij maximaal één vergunning per adres zou worden uitgegeven en alleen aan adressen zonder eigen parkeergelegenheid. Dit besluit werd bestreden door eisers, waaronder [eiseres] en [eiser], die bezwaar maakten tegen de voorwaarden van het vergunningstelsel. Tijdens de zitting op 25 januari 2024 werd het beroep behandeld, waarbij eisers hun bezwaren uiteenzetten en alternatieven voorstelden, zoals afspraken over het parkeren van maximaal één auto per huishouden en het invoeren van het vergunningenstelsel alleen voor de avonduren.
De rechtbank oordeelde dat het primaire besluit op de juiste wijze bekend was gemaakt en dat de eisers niet in hun rechten waren geschaad. De rechtbank concludeerde dat de door verweerder gekozen oplossing voor het parkeerprobleem niet onrechtmatig was, ondanks de bezwaren van bewoners met eigen parkeergelegenheid. De rechtbank stelde vast dat er een hoge parkeerdruk in de straat was en dat eerdere maatregelen niet het gewenste effect hadden gehad. De rechtbank oordeelde dat de alternatieven die door eisers waren aangedragen niet uitvoerbaar waren en dat er onvoldoende draagvlak voor bestond. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de eisers geen gelijk kregen en geen vergoeding van proceskosten ontvingen. De uitspraak werd in het openbaar gedaan door mr. T.M. Weeda, in aanwezigheid van griffier mr. A. Landstra.