Op 12 februari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 08-106345-21, 08-101859-21, 08-113254-21 en 08-255378-19. De rechtbank heeft besloten dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) noodzakelijk is. De rechtbank heeft het verzoek tot beëindiging van de maatregel afgewezen. De veroordeelde, geboren in 1993 en momenteel verblijvend in de Penitentiaire Inrichting Almelo, was bijgestaan door zijn advocaat, mr. D. Greven. De procedure volgde op een eerder vonnis van 17 augustus 2021, waarin de ISD-maatregel voor twee jaar was opgelegd. De raadsvrouw van de veroordeelde verzocht op 17 november 2023 om een tussentijdse beoordeling van de maatregel. Tijdens de openbare zitting op 29 januari 2024 zijn zowel de veroordeelde als de officier van justitie gehoord. De officier van justitie pleitte voor voortzetting van de maatregel, terwijl de veroordeelde en zijn raadsvrouw de beëindiging ervan bepleitten, met argumenten over de korte resterende duur van de maatregel en de noodzaak van resocialisatie. De rechtbank oordeelde dat de ISD-maatregel nog steeds noodzakelijk is om de maatschappij te beschermen tegen onveiligheid en recidive, gezien de eerdere onttrekkingen van de veroordeelde en het risico op terugval in middelengebruik. De rechtbank concludeerde dat er geen gronden zijn om de maatregel voortijdig te beëindigen en dat de ISD-maatregel kan dienen als vangnet voor de veroordeelde.