ECLI:NL:RBOVE:2024:7010

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
16 december 2024
Publicatiedatum
8 januari 2025
Zaaknummer
C/08/305011 / FA RK 23-2880
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herroeping van adoptie en wijziging van voornamen en geslachtsnaam in het kader van het Nederlands recht

In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 16 december 2024 een beschikking gegeven inzake de herroeping van een in Nederland uitgesproken adoptie. Verzoeker, geboren in Sri Lanka, heeft in 1984 de adoptie door zijn adoptieouders ondergaan. Hij heeft verzocht om de herroeping van deze adoptie, alsook om wijziging van zijn voornamen en geslachtsnaam. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoeker in 2002 meerderjarig is geworden en dat het verzoek tot herroeping in 2023 is ingediend, wat betekent dat de wettelijke termijn voor herroeping is overschreden. Verzoeker beroept zich echter op artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en stelt dat zijn belang bij herroeping zwaarder weegt dan de termijnoverschrijding. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen belangen van derden zijn die geschaad worden door de herroeping en dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek. De rechtbank heeft de herroeping van de adoptie toegewezen, omdat dit in het kennelijk belang van verzoeker is, gezien de psychische belasting die hij ervaart door de adoptie. Tevens heeft de rechtbank de wijziging van de voornamen toegewezen, maar het verzoek om wijziging van de geslachtsnaam afgewezen, omdat de geslachtsnaam na herroeping van de adoptie terugvalt op de naam die voor de adoptie gold. De rechtbank heeft de geboortegegevens van verzoeker vastgesteld en gelast dat deze worden ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

locatie Almelo
team familie- en jeugdrecht
zaaknummer: C/08/305011 / FA RK 23-2880
beschikking van de meervoudige kamer van 16 december 2024
inzake
[verzoeker],
wonende te [woonplaats 1] ,
verzoeker,
advocaat: mr. E.P.J. Appelman,
en

1.[belanghebbende 1] ,

wonende te [woonplaats 2] ,
hierna als de adoptievader/de adoptieouder aangeduid,

2.[belanghebbende 2] ,

wonende te [woonplaats 3] ,
hierna als de adoptiemoeder/de adoptieouder aangeduid,
beiden belanghebbenden ten aanzien van de herroeping van de adoptie.
De rechtbank heeft als belanghebbende ten aanzien van inschrijving van de geboorteakte/vaststelling geboortegegeven en informant voor het overige aangemerkt:
de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente ‘s-Gravenhage,
zetelend te Den Haag,
hierna te noemen: de ambtenaar van de burgerlijke stand.

1.Het procesverloop

1.1.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de navolgende bescheiden:
- het verzoekschrift, binnengekomen op 30 oktober 2023, met bijlagen;
- een op 6 februari 2024 binnengekomen brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 2 februari 2024;
- een op 15 maart 2024 binnengekomen brief van mr. Appelman van 14 maart 2024 met bijlagen;
- een op 15 juli 2024 binnengekomen brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 10 juli 2024;
- een op 19 juli 2024 binnengekomen brief van mr. Appelman van 16 juli 2024;
- een op 16 september 2024 binnengekomen brief van de ambtenaar van de burgerlijke stand van 13 september 2024 met bijlage;
- een op 3 oktober 2024 binnengekomen brief van de adoptieouders van 2 oktober 2024.
1.2.
De zitting van de meervoudige kamer van deze rechtbank heeft plaatsgevonden op
22 oktober 2024. Verschenen zijn: verzoeker en zijn advocaat.
1.3.
Na de zitting is met instemming van de rechtbank nog binnengekomen de brief van 24 oktober 2024 met bijlage van mr. Appelman.
1.4.
De beschikking is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Verzoeker is geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] , Sri Lanka, als zoon van [naam 1] (de moeder). De vader is onbekend.
2.2.
Bij beslissing van 29 november 1984 is verzoeker naar het recht van Sri Lanka door de adoptieouders geadopteerd.
2.3.
Door de Sri Lankaanse adoptie verkreeg de geadopteerde naar het recht van Sri Lanka de namen “ [verzoeker] ”.
2.4.
Bij vonnis van de rechtbank te Almelo van 24 april 1986 is de adoptie van verzoeker door de adoptieouders naar Nederlands recht uitgesproken. Ook is de wijziging van de voornaam gelast, zodanig dat verzoeker na de adoptie “ [verzoeker] ” zal zijn geheten.
2.5.
Het vonnis van de rechtbank te Almelo van 24 april 1986 is op 21 juli 1986 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage.
2.6.
In de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage is geen akte van geboorte van verzoeker ingeschreven.
2.7.
Verzoeker heeft de Nederlandse nationaliteit.

3.De beoordeling

Het verzoek
3.1.
Verzoeker verzoekt de rechtbank, na wijziging, om:
1. de adoptie-uitspraak van de rechtbank Almelo van 24 april 1986 te herroepen;
2. te bepalen dat verzoeker de geslachtsnaam [naam 2] draagt;
3. ( voorwaardelijk) de geboortegegevens van verzoeker vast te stellen, voor zover de overgelegde Sri Lankaanse geboorteakte niet vatbaar is voor inschrijving in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand in Den Haag;
4. de voornamen van verzoeker te wijzigen in [naam 3] .
De herroeping van de adoptie
De internationale bevoegdheid
3.2.
De Nederlandse rechter komt rechtsmacht toe omdat verzoeker zijn woonplaats in Nederland heeft. [1]
Toepasselijk recht
3.3.
Op de herroeping van een in Nederland uitgesproken adoptie is het Nederlands recht van toepassing. [2] Derhalve is op het verzoek tot herroeping van het vonnis van de rechtbank Almelo van 24 april 1986 het Nederlandse recht van toepassing.
De ontvankelijkheid
3.4.
Een adoptie kan door een uitspraak van de rechtbank op verzoek van de geadopteerde worden herroepen. Het verzoek kan alleen worden toegewezen, indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is, de rechter van de redelijkheid der herroeping in gemoede overtuigd is, en het verzoek is ingediend niet eerder dan twee jaren en niet later dan vijf jaren na de dag, waarop de geadopteerde meerderjarig is geworden. [3]
3.5.
Verzoeker realiseert zich dat de termijn voor de herroeping al lang is overschreden. Hij beroept zich echter op de bepalingen van artikel 8 lid 1 en 2 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Bovendien spelen de redenen waarom de wetgever aan de herroeping een termijn heeft verbonden in deze zaak niet en zal de herroeping van de adoptie geen inbreuk maken op de rechten en vrijheden van anderen. Verzoeker meent dat in dit geval geen sprake is van louter materiële of zelfs onedele motieven om de adoptie ongedaan te maken. Hij wenst de familieband met zijn adoptieouders ongedaan te maken, omdat hij die als belastend beschouwt. Hij heeft de nadrukkelijke wens - mede in verband met zijn identiteitsvorming en zijn recht op family life - om de familieband met zijn adoptieouders te verbreken. Verzoeker meent dat dit belang aanzienlijk zwaarder dient te wegen dan het onverkort in stand houden van de termijn zoals genoemd in artikel 1:231 BW.
3.6.
De rechtbank oordeelt als volgt. Omdat verzoeker in 2002 meerderjarig is geworden en het verzoek in 2023 bij de rechtbank is ingediend, is genoemde wettelijke termijn ruimschoots overschreden. Verzoeker heeft verklaard dat hij niet op de hoogte was van het feit dat een verzoek tot herroeping nog kon worden gedaan. De wens van verzoeker speelde bovendien ook niet binnen vijf jaar nadat hij meerderjarig was geworden.
3.7.
Op grond van artikel 8 lid 1 en 2 van het EVRM heeft een ieder recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economische welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
3.8.
De mogelijkheid de adoptie te herroepen heeft rechtstreeks betrekking op de uitoefening van het recht van de geadopteerde op respect voor zijn privéleven. De termijn waarbinnen een verzoek tot herroeping van de adoptie moet worden ingediend op grond van artikel 1:231 lid 2 BW is te beschouwen als een bij wet voorziene inmenging door het openbaar gezag in het recht op privé, familie- en gezinsleven.
3.9.
Gezien het voorgaande dient de rechtbank te beoordelen of voldaan is aan het noodzakelijkheidscriterium zoals hierboven onder 3.7. vermeld.
3.10.
De rechtbank is van oordeel dat het stellen van wettelijke termijnen in beginsel geen ongerechtvaardigde inmenging in het recht op family life als bedoeld in artikel 8 van het EVRM is, omdat de in de wet gegeven termijnen noodzakelijk zijn in een democratische samenleving om rechtszekerheid te waarborgen en om de belangen te beschermen van de betrokkenen in de van toepassing zijnde wettelijke bepaling.
3.11.
De rechtbank is in het onderhavige geval evenwel van oordeel dat de bescherming van voormelde belangen, rechten en vrijheden van anderen niet alleen kan worden gewaarborgd door het hanteren van de termijn. Er zijn geen belangen van anderen gebleken die worden geschaad door het niet hanteren van de termijn en ook de rechtszekerheid, veiligheid of het economisch welzijn is in dit geval niet in het geding als het verzoek in behandeling zou worden genomen ondanks het feit dat de wettelijke termijn is verstreken.
3.12.
De adoptieouders zijn met kennisgeving niet verschenen op de mondelinge behandeling. In een brief aan de rechtbank hebben zij te kennen gegeven geen bezwaren te hebben tegen toewijzing van het verzoek, omdat zij nadrukkelijk de wens van verzoeker willen volgen. Zij vragen de rechtbank om in zijn belang het verzoek toe te wijzen.
3.13.
Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden wordt verzoeker ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
Herroeping Nederlandse adoptie
3.14.
Zoals hiervoor vermeld kan het verzoek tot herroeping alleen worden toegewezen indien de herroeping in het kennelijk belang van de geadopteerde is en de rechter van de redelijkheid van de herroeping in gemoede overtuigd is. Gelet op de stukken en hetgeen op de zitting is besproken is de rechtbank van oordeel dat herroeping van de adoptie in het kennelijk belang van verzoeker is.
3.15.
Hierbij heeft de rechtbank in aanmerking genomen dat verzoeker in het verzoekschrift en ter zitting gemotiveerd heeft gesteld dat hij weliswaar in zijn jeugd altijd volwaardig heeft deelgenomen aan het gezin van zijn adoptieouders, maar dat hij in zijn jeugd een aantal gebeurtenissen heeft meegemaakt die hij als zeer ingrijpend heeft ervaren. Daardoor is bij hem de wens ontstaan om de band met zijn adoptieouders te verbreken. Voorts meent hij dat hij er recht op heeft om te weten wie zijn biologische ouders zijn en daar family life mee te hebben. Zo heeft verzoeker onder andere het volgende aangevoerd. Sinds september 2001, toen er PDD-NOS en zwakbegaafdheid bij verzoeker werd vastgesteld, hebben de adoptieouders verzoeker nooit meer serieus genomen en schoven zij alles af op zijn PDD-NOS en zwakbegaafdheid. Dit terwijl iedereen kon zien dat dit niet zo was.
Zijn adoptieouders hebben aan hun hele omgeving verteld dat verzoeker PDD-NOS heeft.
Zij hebben verzoeker onder andere gedwongen om begeleid te gaan wonen en zijn vermogen onder bewind laten stellen. Verzoeker heeft hier jarenlang stress van gehad. Bij een nieuw psychiatrisch onderzoek in 2010 werd deze diagnose bij hem niet bevestigd en werd er geen aandoening bij verzoeker vastgesteld. De adoptievader heeft toen echter gezegd dat verzoeker de onderzoeker om de tuin had geleid, waarna de onderzoeker verzoeker niet meer geloofde en de diagnose PDD-NOS in stand is gebleven. In 2019 heeft verzoeker onderzocht of hij een rechtszaak kon aanspannen tegen zijn psychiater in verband met de foutieve diagnose en tegen zijn adoptieouders in verband met laster en/of psychologische manipulatie. Een advocaat heeft verzoeker echter te kennen gegeven dat deze zaken zijn verjaard.
In 2020 heeft verzoeker melding gedaan bij de politie tegen zijn adoptiefamilie, omdat zij (met name zijn adoptiemoeder) hem blijven lastigvallen. De politie heeft de familie verzocht verzoeker niet meer lastig te vallen.
3.16.
Verzoeker heeft in 2011 alle contacten met zijn adoptiefamilie verbroken. Hij heeft inmiddels contact met verschillende biologische familieleden. Verzoeker wenst terug te keren naar zijn oorspronkelijke identiteit. Hij wil volledige erkenning en niet meer de achternaam dragen of een eventuele erfenis ontvangen van zijn adoptieouders. Verzoeker voelt geen enkele basis meer om de familie- en juridische band met zijn adoptiefamilie te laten voortduren.
3.17.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat toewijzing van het verzoek in het kennelijk belang van verzoeker is, gelet op de grote psychische belasting die verzoeker in zijn leven ervaart door de adoptie. De rechtbank is in gemoede overtuigd van de redelijkheid van de herroeping. Bovendien hebben de adoptieouders te kennen gegeven in te stemmen met het verzoek. Daarmee is voldaan aan de criteria van artikel 1:231 BW. Nu het verzoek de rechtbank ook overigens niet onredelijk of ongegrond voorkomt, zal het verzoek worden toegewezen. De rechtbank zal beslissen dat de bij beschikking van de rechtbank Almelo van 24 april 1986 uitgesproken adoptie zal worden herroepen. De rechtbank zal gelasten dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een latere vermelding hiervan aan de daarvoor in aanmerking komende akte zal toevoegen.
3.18.
De herroeping van de adoptie leidt voor verzoeker niet tot verlies van de Nederlandse nationaliteit, nu hij meerderjarig is. [4]
Ten aanzien van de voornamen en geslachtsnaam van verzoeker
De internationale bevoegdheid
3.19.
Omdat verzoeker in Nederland woont, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht. [5]
De relatieve bevoegdheid
3.20.
De rechtbank Overijssel is relatief bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen. [6]
Toepasselijk recht
3.21.
Het Nederlands recht is van toepassing op de verzoeken met betrekking tot de voornamen en geslachtsnaam, omdat verzoeker de Nederlandse nationaliteit heeft. [7]
De voornamen
3.22.
Bij een voornaamswijziging verkregen voornamen blijven in stand na herroeping van een adoptie. Bij de adoptie in Sri Lanka heeft verzoeker de voornamen “ [verzoeker] ” gekregen. Bij de adoptie in Nederland is de wijziging van de voornamen gelast in die zin dat verzoeker na de Nederlandse adoptie “ [verzoeker] ” zal heten. Dat betekent dat verzoeker na de herroeping van de adoptie de voornamen houdt die hij nu heeft, zijnde “ [verzoeker] ”.
3.23.
Verzoeker heeft echter verzocht om de wijziging van zijn voornamen te gelasten in die zin dat hij de voornamen “ [naam 3] ” zal gaan dragen. “ [naam 3] ” is zijn oorspronkelijke naam. Verzoeker wenst als tweede voornaam “ [naam 3] ”. Dit is de tweede naam van zijn biologische moeder, zoals die op haar identiteitskaart staat vermeld. Zijn biologische broer en nichtje hebben bij hun geboorte ook de tweede naam van zijn biologische moeder gekregen en verzoeker wenst dit ook. Hoewel in eerdere stukken als tweede naam van de biologische moeder “ [naam 1] ” is vermeld, moet dit als een vertaalfout worden beschouwd.
3.24.
Op verzoek van de betrokken persoon kan wijziging van de voornaam worden gelast door de rechtbank. [8] De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd. [9] Voor een dergelijke wijziging dient een voldoende zwaarwichtig belang te bestaan.
3.25.
De rechtbank is van oordeel dat verzoeker voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat voor de verzochte wijziging van de voornamen een voldoende zwaarwegend belang bestaat. Verzoeker heeft zijn verzoek voldoende gemotiveerd onderbouwd.
3.26.
De rechtbank is van oordeel dat de door de verzoeker genoemde feiten en omstandigheden zwaarder wegen dan het maatschappelijk belang bij een zo hoog mogelijke mate van consistentie in namen. Nu de door de verzoeker gewenste voornamen geoorloofd zijn naar de maatstaven van de wet, zal de rechtbank het verzoek toewijzen en de ambtenaar van de burgerlijke stand gelasten een latere vermelding hiervan aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen. [10]
De geslachtsnaam van verzoeker
3.27.
Verzoeker stelt dat hij na de herroeping van de adoptie de geslachtsnaam [naam 2] dient te krijgen. Bij de adoptie is ten onrechte uitgegaan van de geslachtsnaam [naam 4] . De Wet Conflictenrecht Namen (WCN) was op dat moment nog niet van toepassing. Omdat in de Nederlandse adoptie-uitspraak de geslachtsnaam [naam 4] ook niet is vastgesteld, stelt verzoeker dat wordt teruggevallen op de achternaam [naam 2] . Er was geen rechtsgrond om de in Sri Lanka gewijzigde geslachtsnaam te erkennen.
3.28.
De ambtenaar van de burgerlijke stand heeft gesteld dat verzoeker door de herroeping van de adoptie niet de achternaam [naam 2] kan verkrijgen. Op [geboortedatum] 1984 was de WCN nog niet in werking getreden, maar gelet op het feit dat verzoeker destijds nog niet de Nederlandse nationaliteit bezat, werd de Sri Lankaanse naamswijziging in Nederland erkend.
Immers, toen gold nog de Wet Algemene bepalingen die in artikel 6 bepaalde dat alleen voor Nederlanders het Nederlandse recht van toepassing was.
A contrario was dus het vreemde recht op vreemdelingen van toepassing. Een en ander blijkt ook uit de toentertijd geldende jurisprudentie. Dit betekent dat, hoewel de in Sri Lanka uitgesproken adoptie niet in Nederland werd erkend, dat wel het geval was ten aanzien van de aldaar uitgesproken naamswijziging. Dat van verzoeker de namen in Sri Lanka zijn gewijzigd volgt ook uit de overgelegde “adoption order” en uit de persoonskaart van verzoeker, waaruit blijkt dat hij aan de hand van zijn Sri Lankaanse paspoort is ingeschreven in de gemeente Hardenberg.
3.29.
De ambtenaar van de burgerlijke stand persisteert dan ook bij zijn standpunt dat verzoeker na de herroeping van de adoptie de namen behoudt die hij thans heeft.
3.30.
De rechtbank overweegt dat in artikel 1:232 BW, noch in artikel 1:5 BW een specifieke bepaling is opgenomen over de gevolgen voor de geslachtsnaam bij een herroeping van de adoptie. Door de herroeping van de adoptie houdt de familierechtelijke betrekking tussen de geadopteerde enerzijds en de adoptieouders en hun bloedverwanten anderzijds op te bestaan. Dit betekent dat, zodra een adoptie wordt herroepen, de situatie zoals die voor de adoptie was, herleeft en dat verzoeker daarmee terugvalt op zijn persoonsgegevens voor de adoptie naar Nederlands recht. In dit geval is de grondslag van de naamswijziging naar de geslachtsnaam [naam 4] de adoptiebeslissing in Sri Lanka. Op
29 november 1984 is die beslissing genomen door de District Court of Colombo (Sri Lanka), waarbij verzoeker is geadopteerd door de adoptieouders naar Sri Lankaans recht. Bij de adoptie in Sri Lanka zijn de namen van verzoeker gewijzigd in “ [verzoeker] ”. Deze adoptie werd destijds niet in Nederland erkend, zodat bij vonnis van 24 april 1986 van de rechtbank Almelo de adoptie naar Nederlands recht van verzoeker door de adoptieouders is uitgesproken. De naamswijziging die bij diezelfde beslissing van de District Court of Colombo is uitgesproken, werd wel erkend. De rechtbank Almelo heeft vervolgens de voornaamswijziging van verzoeker gelast, in die zin dat hij voortaan de namen “ [verzoeker] ” zal voeren. Na herroeping van de Nederlandse adoptie is nog steeds de Sri Lankaanse uitspraak geldend, waarbij naar Sri Lankaans recht de naam [naam 4] voor verzoeker is bepaald. Door de herroeping van de adoptie naar Nederlands recht valt verzoeker in dit geval dus ‘terug’ op die geslachtsnaam. De rechtbank stelt daarom vast dat verzoeker de geslachtnaam houdt die hij op dit moment heeft, te weten [naam 4] .
3.31.
Het Burgerlijk Wetboek biedt geen mogelijkheden om in een dergelijke situatie tot een geslachtsnaamswijziging te komen. De rechtbank zal dit verzoek dan ook afwijzen. Mogelijk kan verzoeker via de Dienst Justis van het ministerie van Veiligheid en Justitie desgewenst alsnog tot een wijziging van zijn geslachtsnaam komen. Hij zal daarvoor zelf een verzoek kunnen indienen bij de Dienst Justis.
Ten aanzien van de vaststelling geboortegegevens
3.32.
Verzoeker heeft verzocht de geboortegegevens van verzoeker vast te stellen, voor zover de overgelegde Sri Lankaanse geboorteakte niet vatbaar is voor inschrijving in de daartoe bestemde registers van de burgerlijke stand Den Haag.
3.33.
De rechtbank stelt voorop dat een voornaamswijziging - indien toegewezen - eerst tot stand komt doordat van de beschikking waarbij de voornaamswijziging is gelast een latere vermelding aan de geboorteakte wordt toegevoegd.
In geval van wijziging van de voornamen van een buiten Nederland geboren persoon geeft de rechtbank die de beschikking geeft, voor zoveel nodig ambtshalve, hetzij een last tot inschrijving van de akte van geboorte dan wel van de akte of uitspraak, bedoeld in artikel 25, eerste lid, BW, hetzij van de in artikel 25c BW bedoelde beschikking.
3.34.
Als ten aanzien van een buiten Nederland geboren persoon geen akte van geboorte overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie is opgemaakt of kan worden overgelegd, kan de rechtbank de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens vaststellen indien op grond van Boek 1 BW een latere vermelding aan de akte van geboorte moet worden toegevoegd. [11] De rechtbank dient bij de vaststelling van de geboortegegevens rekening te houden met alle bewijzen en aanwijzingen omtrent de omstandigheden waaronder en het tijdstip waarop de geboorte moet hebben plaatsgehad. De geslachtsnaam, de voornamen, alsmede de plaats en de dag van geboorte van de vader en van de moeder moeten worden vastgesteld, voor zover daarvoor aanwijzingen zijn verkregen. [12]
3.35.
De rechtbank zal, gelet op de overgelegde stukken, de geboortegegevens van verzoeker vaststellen als volgt:
Naam : [naam 3]
Voornamen : -
Dag van geboorte : [geboortedatum] 1984
Plaats van geboorte : [geboorteplaats] , Sri Lanka
Geslacht : M (mannelijk)
Naam moeder : [naam 1]
Voornamen moeder : -
en gelast de inschrijving daarvan in het register van geboorten van de gemeente
‘s-Gravenhage. Verzoeker en de ambtenaar van de burgerlijke stand hebben daartegen geen bezwaar.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
herroept de bij uitspraak van de arrondissementsrechtbank te Almelo uitgesproken adoptie naar Nederlands recht van
[verzoeker](oorspronkelijk genaamd [naam 3] ) geboren op [geboortedatum] 1984 te [geboorteplaats] , Sri Lanka, door [belanghebbende 1] en [belanghebbende 2] ;
4.2.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ‘s-Gravenhage een latere vermelding van de herroeping van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
4.3.
stelt als geboortegegevens van verzoeker vast:
Naam : [naam 3]
Voornamen : -
Dag van geboorte : [geboortedatum] 1984
Plaats van geboorte : [geboorteplaats] , Sri Lanka
Geslacht : M (mannelijk)
Naam moeder : [naam 1]
Voornamen moeder : -
4.4.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand de geboorteakte aan de hand van voornoemde gegevens op te maken en in te schrijven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage;
4.5.
gelast de wijziging van de voornamen van verzoeker in die zin dat de voornamen na de herroeping van de adoptie zullen luiden: “
[naam 3]” en gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand een latere vermelding van de wijziging van de voornamen aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
4.6.
verstaat dat de geslachtsnaam van verzoeker “ [naam 4] ” zal blijven, zodat de volledige namen na de herroeping van de adoptie zijn
[naam 3];
4.7.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. H.M. Jongebreur, mr. M.H. van der Lecq en
mr. M. van der Hoeven en in het openbaar uitgesproken op 16 december 2024 in tegenwoordigheid van mr. A.H. Wiersma, griffier.
Tegen deze beschikking kan - uitsluitend door tussenkomst van een advocaat - hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden:
door verzoeker en door degene(n) aan wie een afschrift van de beschikking (vanwege de griffier) is verstrekt of verzonden: binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na betekening daarvan of nadat de beschikking hun op andere wijze bekend is geworden.
Afschrift verzonden d.d.
Aan:

Mr. Appelman

Adoptieouders

gemeente Den Haag, afdeling Burgerzaken (ter kennisneming)
Afschrift verzonden na appèltermijn d.d.
Aan:

gemeente Den Haag, afdeling Burgerzaken (ter inschrijving)

Voetnoten

1.artikel 3 aanhef onder a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
2.artikel 10:105 lid 4 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
3.artikel 1:231 BW
4.artikel 14 lid 6 Rijkswet op het Nederlanderschap
5.artikel 3 aanhef en onder a Rv
6.artikel 262 Rv
7.artikel 10:20 BW
8.artikel 1:4 lid 4, eerste en tweede volzin, BW
9.artikel 1:20a lid 1 BW
10.artikel 1:4 lid 2 BW
11.artikel 1:25c eerste lid onder c BW
12.artikel 1:25c tweede lid BW