In deze zaak vordert partij A, de verhuurder, ontruiming van een woning die door partij B1 en B2 wordt gehuurd, omdat partij B1 een Bed & Breakfast (B&B) exploiteert in strijd met de huurovereenkomst en het bestemmingsplan. Partij A stelt dat partij B1 tekortschiet in de nakoming van de huurovereenkomst en dat handhaving door de gemeente dreigt. Partij B1 en B2 hebben echter aangetoond dat partij A al sinds juni 2018 op de hoogte was van de exploitatie van de B&B en dat er een verzoek tot legalisatie bij de gemeente is ingediend, waardoor handhaving voorlopig is uitgesteld. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van partij A af, omdat de ontruiming en gedragsaanwijzing ingrijpend zijn en partij A jarenlang heeft gedoogd dat de B&B werd geëxploiteerd. Daarnaast wordt partij A in de proceskosten veroordeeld, terwijl de vordering in reconventie van partij B1 en B2 wordt afgewezen. De voorzieningenrechter oordeelt dat partij A recht heeft op inspectie van de woningen, wat wordt toegewezen.