Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in reconventie;
2.Waar deze zaak over gaat
3.De beoordeling
tot en met24 april 2024 is berekend.
€ 135,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 24 december 2024 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [partij A] B.V. en [partij B] B.V. Partij A vorderde betaling van onbetaalde facturen ter hoogte van € 3.927,11, bestaande uit factuurbedragen, rente en buitengerechtelijke incassokosten. Partij B had de facturen niet betaald en voerde in reconventie aan dat de administratieve wanprestatie van LCS en de nalatigheid van partij A de oorzaak waren van haar financiële problemen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2024 was partij B niet verschenen, waardoor haar verweer niet verder kon worden toegelicht. De rechtbank oordeelde dat partij A voldoende bewijs had geleverd van de geleverde diensten en dat partij B niet had aangetoond dat partij A tekort was geschoten in haar verplichtingen. De vordering van partij A werd toegewezen, terwijl de reconventionele vordering van partij B werd afgewezen. Partij B werd veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie, die in totaal op € 1.017,15 werden begroot voor de conventie en € 496,00 voor de reconventie.