ECLI:NL:RBOVE:2024:6973
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake WIA-uitkering en arbeidsongeschiktheidseisen
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 30 december 2024, wordt het bestreden besluit van het UWV inzake de WIA-uitkering van eiseres niet deugdelijk gemotiveerd bevonden. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die door het UWV was afgewezen op basis van een vastgestelde arbeidsongeschiktheid van minder dan 35%. De rechtbank oordeelt dat het UWV onvoldoende heeft aangetoond dat de schouderklachten van eiseres, die voortkomen uit eerdere operaties en zenuwschade, niet leiden tot meer beperkingen dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) is vermeld. De rechtbank stelt dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet adequaat heeft gemotiveerd waarom de klachten van eiseres niet meer beperkingen rechtvaardigen en waarom er geen urenbeperking nodig is. De rechtbank geeft het UWV de gelegenheid om het gebrek in de motivering te herstellen binnen een termijn van acht weken. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige en onderbouwde besluitvorming door het UWV, vooral in gevallen van complexe medische aandoeningen.