Uitspraak
RECHTBANK Overijssel
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 11 december 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.Samenvatting
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
6.De beslissing
19 december 2024.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak is het huwelijk van de partijen ontbonden en hebben zij nog een gezamenlijke woning, waar de gedaagde in woont. In een eerdere procedure is de gedaagde drie maanden de tijd gegeven om de woning over te nemen, met een stappenplan voor verkoop als dat niet zou lukken. De eiser stelt dat de gedaagde weigert medewerking te verlenen aan het verkooptraject, wat leidt tot stagnatie. De eiser vordert een machtiging om de woning te verkopen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eiser een spoedeisend belang heeft en dat de stagnatie in het verkoopproces voornamelijk te wijten is aan de gedaagde. De gevorderde machtiging en de daarmee samenhangende vorderingen worden grotendeels toegewezen. De voorzieningenrechter stelt vast dat de gedaagde niet in staat is geweest om de woning over te nemen binnen de gestelde termijn en dat de verkoop van de woning aan een derde noodzakelijk is. De rechter machtigt de eiser om de woning te verkopen en bepaalt dat de gedaagde moet meewerken aan het verkoopproces. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.