Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
wonende te [woonplaats 1] ,
1.[gedaagde 1] ,wonende te [woonplaats 2] ,
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats 3] ,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft eiseres een woning gehuurd van gedaagde 1. Gedaagde 1 wilde de woning verkopen in lege staat, zonder huurder. Eiseres stelt dat er is afgesproken dat zij bij vertrek een verhuisvergoeding zou ontvangen en dat de waarborgsom van € 700,00 terugbetaald zou worden. Gedaagde 1 ontkent deze afspraken en beweert dat eiseres de woning beschadigd heeft achtergelaten, waardoor de waarborgsom niet terugbetaald hoeft te worden. De kantonrechter heeft op 17 december 2024 geoordeeld dat gedaagde 1 zowel de verhuisvergoeding van € 7.428,00 als de waarborgsom moet terugbetalen aan eiseres. De rechter oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de gemaakte afspraken en dat gedaagde 1 in verzuim was door de betalingen niet te verrichten. De kantonrechter heeft de vordering van eiseres toegewezen en gedaagde 1 veroordeeld tot betaling van in totaal € 9.073,49, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.