ECLI:NL:RBOVE:2024:6917

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
08.339620.23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Plofkraken met explosieven en diefstal van sieraden in Rijssen

Op 20 december 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 27-jarige man, die samen met vier medeverdachten betrokken was bij een plofkraak op een juwelierszaak in Rijssen op 22 december 2023. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten een explosief, flitspoeder, gebruikten om de ruit van de juwelierszaak te vernielen en vervolgens een grote hoeveelheid sieraden en horloges hebben gestolen. De schade aan het pand en omliggende gebouwen was aanzienlijk. De rechtbank heeft het bewijs tegen de verdachte, waaronder DNA-sporen en camerabeelden, als overtuigend beschouwd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden. De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen behandeld, maar deze zijn grotendeels afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de impact op de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.339620.23 (P)
Datum vonnis: 20 december 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1997 in [geboorteplaats 1] ,
wonende aan [adres 1] ,
nu verblijvende in de [verblijfplaats] .

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 2 december 2024, 4 december 2024 en 6 december 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman, mr. M.J. van den Hoonaard, advocaat in Apeldoorn, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van wat namens de benadeelde partij [slachtoffer 1] door haar dochter is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van 10 september 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:samen met anderen of alleen een ontploffing teweeg heeft gebracht aan een pand, waardoor gevaar voor dit pand, omliggende panden en goederen en/of levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel van bewoners of voorbijgangers of anderen te duchten was;
feit 2:samen met anderen of alleen een grote hoeveelheid sieraden en/of horloges heeft gestolen door middel van braak of verbreking en met geweld of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] ;
feit 3:de plaats van een ongeval heeft verlaten terwijl hij wist of moest vermoeden dat aan [slachtoffer 2] letsel of schade was toegebracht;
feit 4:samen met anderen of alleen panden heeft vernield of beschadigd of onbruikbaar heeft gemaakt;
feit 5:samen met anderen of alleen twee kentekenplaten heeft gestolen door middel van braak of verbreking.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1
hij op of omstreeks 22 december 2023 te Rijssen in de gemeente
Rijssen-Holten, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door in/op/aan een
pand (gelegen aan de [adres 2] ),
enkele honderden tot 500 gram, in ieder geval een aanzienlijke
hoeveelheid, zogenoemd flitspoeder, bestaande uit (ondermeer)
kaliumperchloraat en aluminium(poeder), in ieder geval een dergelijk
krachtig pyrotechnisch mengsel, aan te brengen en/of (vervolgens) dat
zogenoemde flitspoeder op enige wijze aan te steken en/of tot
ontploffing te brengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en/of de in dat pand
aanwezige inventaris/goederen en/of de nabij gelegen panden, in elk
gevaar gemeen gevaar voor goederen en/of
levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor één of meer
bewoners van omliggende/bovenliggende woning(en) en/of (toevallige)
voorbijgangers, in elk geval levensgevaar of gevaar voor zwaar
lichamelijk letsel voor een ander of anderen te duchten was;
2
hij op of omstreeks 22 december 2023 te Rijssen in de gemeente
Rijssen-Holten,
in een pand gelegen aan de [adres 2] ,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een (grote) hoeveelheid sieraden en/of horloges, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 3] , in
ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die
weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft /hebben gebracht
door middel van braak/verbreking,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te
verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond,
dat hij verdachte en/of zijn mededader(s),
met het (vlucht)voertuig, te weten een personenauto van het merk Audi,
met hoge snelheid is/zijn weggereden, waarbij op de vluchtweg een
botsing is ontstaan met de personenauto, merk Volkswagen, van
voornoemde [slachtoffer 2] ;
3
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig
betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden
in Rijssen, gemeente Holten-Rijssen op de [adres 2] ,
op of omstreeks 22 december 2023,
de (voornoemde) plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten,
terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden,
aan een ander (te weten [slachtoffer 2] ) letsel en/of schade was toegebracht;
4
hij op of omstreeks 22 december 2023, te Rijssen, in de gemeente
Rijssen-Holten,
tezamen en in vereniging met één of meer andere(n), althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten
- een winkelpand (kinderkledingwinkel [bedrijf 2] ) en inventaris
en/of twee woningen, gelegen aan de [adres 3] en [adres 4] , geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , althans
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders
en/of
- twee winkelpanden (waaronder [bedrijf 3] ) en twee woningen
(appartementen), gelegen aan de [adressen] , geheel of
ten dele toebehorende aan [slachtoffer 6] , althans aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en/of
- een winkelpand ( [bedrijf 4] ), gelegen aan de
[adres 5] en/of een woning, gelegen aan [adres 6] , geheel of ten
dele toebehorende aan [slachtoffer 7] ,
heeft/hebben vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
5
hij in of omstreeks de periode van 21 december 2023 tot en met 22
december 2023, te Holten, in de gemeente Rijssen-Holten,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
2 kentekenplaten voorzien van het kenteken [kenteken 1] , in elk geval enig
goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van
braak/verbreking.

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat alle ten laste gelegde feiten bewezen kunnen worden met uitzondering van het bestanddeel levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel onder feit 1 en het bestanddeel braak/verbreking onder feit 5.
3.2
Het standpunt van de verdediging
Samengevat heeft de verdediging het volgende betoogd.
Primair wordt verzocht om integrale vrijspraak wegens onvoldoende wettig bewijs.
Feitelijk is sprake van één bewijsmiddel ten aanzien van verdachte, te weten het glasonderzoek en er is onvoldoende steunbewijs voorhanden. Ook zijn er contra-indicaties voor de betrokkenheid van verdachte nu geen DNA of dactyloscopisch spoor richting verdachte wijst en medeverdachten niet over verdachte verklaren of in zijn richting wijzen.
Vrijspraak moet volgen voor feit 3: primair wegens onvoldoende wettig bewijs en subsidiair nu verdachte niet als ‘betrokkene’ in de zin van artikel 7 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW1994) kan worden aangemerkt. Verdachte was niet de bestuurder en voor andere inzittenden geldt dat zij slechts kunnen worden aangewezen als betrokkene in de zin van voornoemd artikel indien het ongeval door een gedraging van die inzittende is veroorzaakt. Hiervoor ontbreekt bewijs. Ook ontbreekt het (voorwaardelijk) opzet, nu de plegers van de plofkraak niet onverantwoord zijn weggereden.
Vrijspraak moet volgen voor feit 4: primair nu de in de aangiftes genoemde schade naar hun aard niet vallen onder de reikwijdte artikel 352 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) dan wel in een te ver verwijderde causale relatie staan ten aanzien van de ontploffing bij [bedrijf 1] en subsidiair wegens het ontbreken van opzet op vernieling, ook in voorwaardelijke zin, nu de aanmerkelijke kans ontbreekt.
Vrijspraak moet volgen voor feit 5 wegens onvoldoende wettig en overtuigend bewijs nu niet kan worden vastgesteld dat verdachte in die Audi zat, wist van het wegnemen van kentekenplaten of dat hiervoor een plan bestond.
Subsidiair dient partieel vrijspraak te volgen ten aanzien voor het onder 1 ten laste gelegde bestanddeel levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel en ook voor het onder 2 ten laste gelegde geweld.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal in de bewijsoverwegingen de relevante aspecten van de zaak van verdachte en zijn vier medeverdachten op dezelfde wijze bespreken. Op onderdelen zal in reactie op een gevoerd verweer per verdachte een specifieke overweging volgen. Niet te voorkomen valt dat in dit vonnis overwegingen staan die met name in de zaak van een medeverdachte van belang zijn.
3.3.1
Vaststelling feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 22 december 2023 komt om 04.52 uur bij de alarmcentrale van de politie Eenheid Oost-Nederland de melding binnen dat er een plofkraak gaande is bij de [bedrijf 1] aan de [adres 2] . De eigenaar van de juwelierszaak, genaamd [bedrijf 1] , is [slachtoffer 3] . Onderzoek nadien wijst uit dat bij de plofkraak een explosieve lading op basis van flitspoeder is gebruikt. Deze lading is door twee personen geplaatst op het rolluik van het meest linkerraam van het pand van [bedrijf 1] en is vervolgens tot ontploffing gebracht. Er volgde een harde knal en er ontstond een grote rookwolk. Door de ontploffing zijn het rolluik en de ruit vernield en is het kozijn beschadigd. Ook binnen in de juwelierszaak is veel schade, van meerdere vitrines zijn de ruiten gebroken en beide deuren naar de etalagegangen zijn opengebroken.
Voorafgaand aan de ontploffing arriveert in de [adres 2] een grijskleurige Audi.S4. Vier personen in donkere kleding en capuchon halen grote witte zakken, voorhamers en breekijzers uit de kofferbak van de Audi. Twee personen lopen naar het pand van de [bedrijf 1] en staan enige tijd voor de gevel. Zij ontsteken een explosief en rennen weg Daarna vindt een grote explosie aan het pand plaats. Door de explosie ontstaat grote schade aan het pand van de [bedrijf 1] , maar ook aan omliggende panden. Vervolgens betreden de vier personen, voorzien van handschoenen, bivakmutsen en hoofdlampjes, grote witte zakken, breekijzers en voorhamers, het pand van de [bedrijf 1] . De vier nemen in de witte zakken grote hoeveelheden sieraden en horloges mee naar buiten, leggen de zakken in de kofferbak van de Audi en stappen vervolgens zelf in de Audi die door een vijfde persoon wordt bestuurd. Kort na vertrek wordt de Audi tot stilstand gebracht door een aanrijding met de Volkswagen Tiguan van [slachtoffer 2] , de tegenover de juwelierszaak woonachtige zwager van [slachtoffer 3] die na de explosie richting de [adres 2] was gereden om de Audi te blokkeren.
Na de botsing met de auto van [slachtoffer 2] vluchten vijf personen uit de Audi te voet van de plaats van het ongeval. Na enige tijd valt de groep uiteen in een groepje van drie en een groepje van twee. Op de vluchtroute wordt een aantal sieraden aangetroffen.
Kentekenplaten
Op de achtergebleven Audi zitten kentekenplaten afkomstig van de auto van [slachtoffer 8] . De kentekenplaten met nummer [kenteken 1] zijn eerder die nacht gestolen van de auto van [slachtoffer 8] die stond geparkeerd op de carpoolplaats langs de A1, aan de [adres 7] in Holten.
Audi
In de achtergebleven Audi liggen onder meer een grote witte zak met daarin sieraden, een lege witte zak, een rol tape, een breekijzer, een voorhamer, een jerrycan met daarin een vloeistof die rook naar brandstof, een gieter en twee Belgische kentekenplaten.
De rechtbank overweegt dat in de Audi ook werd aangetroffen het als omhulsel aangeduide deel van een Lebara simkaart behorende bij de simkaart die in de iPhone8 werd aangetroffen die onder [medeverdachte 1] in beslag is genomen zoals in het algemeen proces-verbaal (Pagina 318 in Zakendossier 1) onder verwijzing naar het op dat onderdeel ontbrekende digitaal onderzoek wordt gerelateerd. Omdat brondocumenten daarover ontbreken zal de rechtbank daarop verder geen acht kunnen slaan.
Digitaal onderzoek
- iPhone 8
De locatiegegevens van de onder [medeverdachte 1] in beslag genomen iPhone 8 zijn uitgelezen. De iPhone 8 maakt op 22 december 2023 vanaf 03:55:47 uur een reisbeweging vanaf de omgeving Nationaal Park Veluwezoom ten noorden van Arnhem in de richting Rijssen. Op 22 december 2023 zijn in de iPhone via Google zoektermen ingevoerd waaronder om 03:56 uur ‘ [bedrijf 1] ’ en om 03:58 uur ‘politie Rijssen’.
Tijdens de reisbeweging bevindt de iPhone 8 zich tussen 04:31 uur en 04:36 uur in de directe omgeving van de carpoolplaats langs de A1aan de [adres 7] in Holten.
Vanaf 04:42 uur is de telefoon op locaties in Rijssen. Om 04:51:59 uur wordt verbinding gemaakt met een draadloos netwerk op de locatie [adres 2] in Rijssen. Dit is het adres van [bedrijf 1] .
Tussen 04:45 uur en 04:55 uur maakt de iPhone 8 reisbewegingen tussen het centrum van Rijssen en de omgeving [adres 8] . Er is een cluster van vastgelegde locaties in de omgeving van de [adres 8] tussen 04:46 uur en 07:45 uur.
Aan de iPhone 8 is een account met de naam ‘ [gebruikersnaam 1] .’ gekoppeld. De gebruiker van de iPhone chat met een ander met Snapchataccount ‘ [gebruikersnaam 2] ’. Om 05:15 uur stuurt [gebruikersnaam 1] de teksten: ‘yoo noodgeval’ en op de vraag van [gebruikersnaam 2] wie dit is stuurt [gebruikersnaam 1] de teksten: ‘ik neef boys van L’ ‘zware probleem’ ‘kan je ons komen hale’ en ‘Rijssen’. Op de vraag van [gebruikersnaam 2] ‘hvl waggies’ (de rechtbank begrijpt: hoeveel auto’s) zegt [gebruikersnaam 1] ‘zoveel als kan’.
[gebruikersnaam 2] wordt door [gebruikersnaam 1] genavigeerd naar Rijssen en naar de [adres 8] .
Om 07:05 uur zegt [gebruikersnaam 2] dat ‘ [alias] ’ een stoppie heeft gekregen en ‘hij zegt kk veel blauw’. [naam 2] is de persoon die de gebruikersnaam [gebruikersnaam 2] hanteert. En [alias] is de naam voor [naam 1] .
- iPhone 14 van [naam 1]
De iPhone 14 van [naam 1] volgt op 22 december 2023 een navigatieroute richting Rijssen waarbij de route is gestart op 05:37 uur. Het account ‘ [gebruikersnaam 3] ’ is gekoppeld aan dit toestel. Er is met dit toestel chatcontact met [naam 2] (snapchatgebruiker [gebruikersnaam 2] ). [gebruikersnaam 2] stuurt om 06:36 uur het adres [adres 8] aan [gebruikersnaam 3] . Om 07:05 uur meldt [gebruikersnaam 3] ‘blauw is hier’.
Schade
Door de ontploffing is schade ontstaan aan het pand van [bedrijf 1] en aan omliggende winkels en woningen. Bij het pand van [slachtoffer 4] gelegen aan de [adres 3] en [adres 4] waarin kinderkledingwinkel [bedrijf 2] van [slachtoffer 5] is gevestigd is schade ontstaan aan het pand en de inventaris en aan de twee bovenliggende woningen.
Bij twee winkelpanden waaronder [bedrijf 3] en twee woningen van [slachtoffer 6] gelegen aan de [adressen] is schade ontstaan aan ruiten en zijn dakpannen van het dak gevallen. Bij een winkelpand ( [slachtoffer 7] linnen & lingerie) van [slachtoffer 7] aan de [adres 5] en de daarboven gelegen woning aan [adres 6] (eigendom van [slachtoffer 7] ) is ruitschade ontstaan en schade aan de elektrische schuifdeur en de inpandige brievenbus.
Aantreffen personen in Rijssen
Een hondengeleider ziet om 07:00 uur op de [adres 8] ter hoogte van nummer [adres 8] drie mannen in versnelde pas lopen, donker gekleed met hoodies, schichtig om zich heen kijkend en komend uit de richting van het plaats delict. Een zwarte Volkswagen Polo, kenteken [kenteken 2] komt aanrijden, de drie mannen lopen naar dit voertuig en stappen in. Na staande houding door de hondengeleider blijken de vier inzittenden van de Volkswagen Polo te zijn [naam 1] (chauffeur), [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . Alle vier worden aangehouden. [medeverdachte 2] ruikt bij de aanhouding naar benzine.
Aantreffen personen in EnterNa een melding over twee verregende personen lopend in het buitengebied van Enter treffen verbalisanten om 09.00 uur twee mannen lopend op de Wolvesweg in Enter aan. Dit blijken [verdachte] en [medeverdachte 4] te zijn. [verdachte] heeft glassplinters onder zijn schoenzool, [medeverdachte 4] zegt dat hij op een feestje bij een meisje in Rijssen is geweest en daarna is verdwaald. Beiden worden aangehouden. [verdachte] ruikt bij de aanhouding naar benzine.
Volkswagen Polo
Onder de bijrijdersstoel in de zwarte Volkswagen Polo liggen oranje werkhandschoenen en twee bivakmutsen. Onder de bestuurdersstoel liggen ook oranje werkhandschoenen en een bivakmuts. Alle voorwerpen zijn door de politie veiliggesteld.
Kledingpakket
In een tuin op enkele meters afstand van de zwarte Volkswagen Polo treft de politie een kledingpakket aan. Het pakket bestaat uit een dichtgeknoopte joggingbroek waarin drie zwarte jassen/vesten, drie zwarte joggingbroeken, een verpakking van een mondkapje, twee paar sokken, twee hoofdlampjes en twee mondkapjes zitten. Deze voorwerpen zijn door de politie veiliggesteld. In een van de jassen/vesten is een stukje glas aangetroffen. Dit stukje glas is eveneens veiliggesteld voor vervolgonderzoek.
Forensisch onderzoek
Het NFI heeft DNA-onderzoek verricht aan de drie in de Volkswagen Polo aangetroffen bivakmutsen, aan de in het kledingpakket aangetroffen mondkapjes en glassplinter en aan onder de schoen van [verdachte] aangetroffen glassplinters. Verder heeft het NFI explosievenonderzoek verricht.
- Bivakmutsen uit de Volkswagen Polo
Aan de binnenzijde van de bivakmuts met SINAAOT0120NL zijn van het mond/neus gedeelte en van het voorhoofdgedeelte bemonsteringen genomen.
Uit de bemonstering SINAARE3114NL#01 (mond/neus) is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen. Uit de bemonstering SINAARE3114NL#01 (voorhoofd) is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal twee donoren.
Het DNA-profiel van [medeverdachte 3] komt overeen met beide profielen. Het DNA-profiel uit beide bemonsteringen is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer – kort gezegd – [medeverdachte 3] de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 3] donor is van het celmateriaal op het mond/neusgedeelte en het voorhoofd aan de binnenzijde van deze bivakmuts.
Aan de binnenzijde van de bivakmuts met SINAAOT0121NL zijn van het mond/neus gedeelte en van het voorhoofdgedeelte bemonsteringen genomen.
Uit de bemonstering SINAARE3115NL#01 (mond/neus) is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal twee personen. Ook uit de bemonstering SINAARE3116NL#01 (voorhoofd) is een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal twee personen. Het DNA-profiel van [medeverdachte 3] komt overeen met beide profielen. Het DNA-profiel uit beide bemonsteringen is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer – kort gezegd – [medeverdachte 3] de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 3] donor is van het celmateriaal op het mond/neusgedeelte en het voorhoofd aan de binnenzijde van deze bivakmuts.
Aan de binnenzijde van de bivakmuts met SINAAOT0119NL zijn van het mond/neus gedeelte en van het voorhoofdgedeelte bemonsteringen genomen.
Uit de bemonstering SINAARE3111NL#01 (mond/neus) is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen. Ook uit de bemonstering SINAARE3112NL#01 (voorhoofd) is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel van [medeverdachte 2] komt overeen met beide voornoemde profielen. Het DNA-profiel uit beide bemonsteringen is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer – kort gezegd – [medeverdachte 2] de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank stelt vastdat [medeverdachte 2] donor is van het celmateriaal op het mond/neusgedeelte en het voorhoofdgedeelte aan de binnenzijde van de bivakmuts.
- Mondkapjes uit het kledingpakket
Aan de binnenzijde van het mondkapje met SINAAOT0126NL is ter hoogte van de mond een bemonstering genomen. Uit de bemonstering SINAARE3118NL#01 is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel van [medeverdachte 3] komt overeen met beide voornoemde profielen. Het DNA-profiel uit beide bemonsteringen is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer – kort gezegd – [medeverdachte 3] de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 3] donor is van het celmateriaal op de binnenzijde van het mondkapje.
Aan de binnenzijde van het mondkapje met SINAAOT0138NL is ter hoogte van de mond een bemonstering genomen. Uit de bemonstering SINAARE3119NL#01 is een enkelvoudig DNA-profiel verkregen. Het DNA-profiel van [medeverdachte 2] komt overeen met beide voornoemde profielen. Het DNA-profiel uit beide bemonsteringen is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer – kort gezegd – [medeverdachte 2] de donor is dan wanneer dit niet zo is.
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 2] donor is van het celmateriaal op de binnenzijde van het mondkapje.
- Glassplinters
Glassplinter uit het kledingpakket
In een in voornoemd kledingpakket aangetroffen vest is een stukje glas aangetroffen.
In het vergelijkend glasonderzoek van 22 maart 2024 heeft het NFI dit stukje glas met SINAAOT0131NL vergeleken met referentieglas van buiten de [bedrijf 1] SINAAOT0019NL en binnen bij de [bedrijf 1] SINAAOT0021NL en SINAAOT1147NL. De resultaten zijn geëvalueerd onder de hypothesen:
1. het onderzocht vlakglasspoor is afkomstig van een van de gebroken ruiten
2. het onderzochte vlakglasspoor is afkomstig van een willekeurig andere ruit.
De conclusie betreft dat het glasspoor met SINAAOT0131NL uit het kledingpakket overeenkomt met het referentieglas binnenzijde [bedrijf 1] SINAAOT1147NL. hiervoor geldt dat de resultaten van het vergelijkend glasonderzoek
veel waarschijnlijkerzijn wanneer hypothese 1 waar is dan wanneer hypothese 2 waar is.
De rechtbank concludeert hieruit dat het in het kledingpakket aangetroffen glasdeel afkomstig is van een gebroken ruit in het pand van [bedrijf 1] .
Glassplinters onder schoen [verdachte]
In het vergelijkend glasonderzoek van 13 juni 2024 heeft het NFI een onder [verdachte] in beslag genomen schoen SIN AAQR2327NL vergeleken met referentieglas van buiten de [bedrijf 1] SINAAOT0019NL en binnen bij de [bedrijf 1] SINAAOT0021NL en SINAAOT1147NL. De resultaten zijn geëvalueerd onder de hypothesen:
1. een of meer van de onderzochte vlakglassporen zijn afkomstig van een van de gebroken ruit(en).
2. alle onderzochte vlakglassporen zijn afkomstig van (een) willekeurig andere ruit(en).
In de bemonsteringen van de schoenen zijn circa 240 op glas lijkende sporen aangetroffen waarvan er 27 in onderzoek zijn genomen en 24 sporen zijn geschikt voor analyse. Na vergelijking blijken vijf glassporen overeen te komen met referentieglas uit de gang binnen de [bedrijf 1] SINAAOT0021NL en een glasspoor met het referentieglas van buiten de [bedrijf 1] SINAAOT1147NL. hiervoor geldt dat de resultaten van het vergelijkend onderzoek tenminste
zeer veel waarschijnlijkerzijn wanneer hypothese 1 waar is dan wanneer hypothese 2 waar is.
De rechtbank stelt vast dat de zes onder de schoenen van [verdachte] aangetroffen glasdeeltjes afkomstig zijn van een gebroken ruit in het pand van [bedrijf 1] .
- Explosievenonderzoek
Een viertal monsters buitenzijde pand/evt kruitresten met SINAAOT0017NL, buitenzijde pand/kruit met SINAAOT0018NL, buiten/doekjes/referentiemonster met SINAAOT0020NL en raam binnenzijde pand lag op grond met SINAAOT0024NL zijn onderzocht.
De conclusies op basis van de onderzoeksresultaten zijn als volgt.
Het chemisch sporenbeeld past bij een ontploffing van een explosieve lading op basis van in ieder geval kaliumperchloraat en aluminium(poeder)in de ordegrootte van enkele honderden grammen tot 500 gram. Mengsels op basis hiervan staan bekend onder de naam ‘flitspoeder’. Flitspoeders zijn krachtige pyrotechnisch mengsels. Bij de explosie van deze hoeveelheid flitspoeder ontstaan een drukgolf met luide knal en een kortstondige vuurbal met intense hitte.
Hoewel zich op het moment van de explosie geen personen bevonden in de in het explosievenonderzoek beschreven gevarenzone, wijst de rechtbank toch op het gevaarzettende karakter van de explosie in het geval wel personen in de buurt waren geweest. Dit gevaar wordt als volgt beschreven.
Tot op een afstand van circa een meter is ernstig lichamelijk letsel tot dodelijk lichamelijk letsel te duchten. Fragmenten van de gevel zijn tot op een afstand van circa vijf meter van de juwelierszaak verspreid. Tot op deze afstand is kans op alle gradaties van letsel door impact van een fragment op het menselijk lichaam. Door de drukgolf gold voor personen tot op een afstand van tientallen meters nog gevaar voor gehoorschade. Voor personen binnenin de woningen waar glazen ruiten zijn gesneuveld is mogelijk gevaar voor letsel door rondvliegend glas.
Dat de plofkraak en het ongeval hebben plaatsgevonden en dat hier vijf personen bij betrokken zijn geweest staat niet ter discussie. Evenmin staat ter discussie dat twee kentekenplaten van de auto van [slachtoffer 8] zijn gestolen. De vraag die beantwoord moet worden, is of de vijf verdachten [verdachte] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , bij deze feiten betrokken zijn geweest en zo ja, hoe deze betrokkenheid kan worden gekwalificeerd.
3.3.2
De betrokkenheid van de verdachten
3.3.2.1 De verklaringen van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] : alternatief scenario
[medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] hebben bij de rechter-commissaris, uiteindelijk, verklaard dat zij in de vroege ochtend van 22 december 2023, na een via Snapchat ontvangen hulpvraag, in twee auto’s – [medeverdachte 1] samen met [naam 1] in een zwarte Volkswagen Polo en [medeverdachte 4] samen met [naam 2] in [naam 2] ’s auto – vanuit [plaats 1] naar Rijssen zijn gereden om jongens op te halen die in de problemen zaten. Die verklaringen vinden steun in verklaringen van [naam 1] , gehoord als getuige en getuige [naam 2] .
[medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] hebben ieder ontkend op de plaats delict te zijn geweest.
- Verklaringen van [medeverdachte 4]
Bij zijn aanhouding in het buitengebied van Enter in de ochtend van 22 december 2023 vertelde [medeverdachte 4] tegen de verbalisanten dat hij op een feestje van een meisje in Rijssen was, dat hij door de persoon met wie hij samen is aangehouden – [verdachte] – werd geholpen, maar dat ze verdwaald zijn geraakt. Vervolgens heeft [medeverdachte 4] tot de zitting van 21 juni 2024 gezwegen. Ter zitting heeft hij verteld dat hij was benaderd om iemand op te halen. Tijdens het verhoor op 21 augustus 2024 heeft [medeverdachte 4] verklaard dat hij in de nacht van 21 op 22 december 2023 thuis was en wakker is gebeld met de mededeling dat er problemen waren en dat een paar jongens moesten worden opgehaald, dat hij daarna hij in een auto is gestapt, dat hij weer uit de auto is gestapt en is gaan lopen.
- Verklaring van [medeverdachte 1]
heeft nadat hij in eerste instantie op alle vragen van de politie heeft gezwegen, op 28 augustus 2024 verklaard dat hij samen met [medeverdachte 4] bij [naam 2] thuis naar een kickboksgala aan het kijken was, dat [naam 2] bericht kreeg met een hulpvraag van jongens die in de problemen zaten, dat zij vervolgens [naam 1] hebben opgehaald, dat [medeverdachte 1] bij [naam 1] in de auto is gestapt en dat zij gezamenlijk richting Rijssen zijn gereden. Volgens [medeverdachte 1] konden ze in Rijssen de betreffende jongens niet vinden, zijn hij en [naam 1] [naam 2] en [medeverdachte 4] kwijtgeraakt, hebben zij elkaar weer getroffen, waarna [naam 2] nog een rondje ging rijden en [medeverdachte 1] is uitgestapt om lopend te zoeken en [medeverdachte 4] met hem is meegelopen.
- Verklaringen van [naam 1]
heeft bij een eerste verhoor op 25 december 2023 verklaard dat hij rond 05:00 uur is gebeld door [naam 2] om goede vrienden die in de problemen zaten op te halen, dat hij bij [naam 2] in de auto is gestapt, dat ze een zwarte Volkswagen Polo van [naam 2] ’s broer hebben opgehaald en dat hij in deze Volkswagen Polo is gestapt en achter [naam 2] aan naar Rijssen is gereden. In Rijssen hebben ze rondjes gereden maar kon hij de jongens niet vinden. [naam 1] is [naam 2] kwijtgeraakt, heeft geparkeerd en zag daarna de vrienden. Die vrienden liepen naar zijn auto en zijn ingestapt waarna de politie kwam. Tijdens een nader verhoor op 1 februari 2024 zwijgt hij. Bij het verhoor op 6 november 2024 vertelde [naam 1] dat hij, na een telefoontje van [naam 2] , door [naam 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] is opgehaald en dat ze gezamenlijk de auto van de broer van [naam 2] hebben opgehaald, waarna hij met [medeverdachte 1] in de ene en [naam 2] en [medeverdachte 4] in de andere auto zijn weggereden. In Rijssen aangekomen zijn beide auto’s rondjes gaan rijden waarna [naam 1] [naam 2] is kwijtgeraakt en zij elkaar even later in een doodlopende straat weer troffen. Volgens [naam 1] wilde hij niet meer rijden en zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] uitgestapt om de jongens te zoeken, waarna alleen [medeverdachte 1] terug kwam naar de auto met twee andere personen.
- Verklaring van [naam 2]
Volgens [naam 2] , zoals verklaard op 6 november 2024, waren [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] bij hem thuis in [plaats 1] om het kickboksgala te kijken, zijn zij na een bericht dat jongens in de problemen zaten, [naam 1] gaan ophalen om met twee auto’s naar Rijssen te rijden, zat [medeverdachte 4] bij hem in de auto op weg naar Rijssen en is [medeverdachte 4] in Rijssen uit de auto gestapt tegelijk met [medeverdachte 1] waarna beiden lopend zijn gaan zoeken.
- Overwegingen en conclusie van de rechtbank over alternatief scenario
De rechtbank begrijpt de (latere) verklaringen van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] zo dat zij niet betrokken waren bij de plofkraak, maar dat zij slechts na een hulpvraag samen met [naam 1] en [naam 2] enkele jongens die in de problemen zaten zijn gaan ophalen.
De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 4] zijn verklaring – die totaal afwijkt van de voorafgaand aan zijn aanhouding afgelegde verklaring – pas in een laat stadium van het onderzoek heeft afgelegd. Ook de verklaring van [medeverdachte 1] wordt veel later afgelegd. Daarnaast zitten er
opvallende discrepanties in de verklaring van [medeverdachte 4] – die stelt thuis wakker te zijn gebeld – en de verklaringen van [medeverdachte 1] , [naam 1] en [naam 2] die zeggen dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] bij [naam 2] de betreffende nacht een kickboksgala keken en dat zij gedrieën [naam 1] hebben opgehaald.
Daar komt bij dat [naam 1] tot aan het derde verhoor op 6 november 2024 sprak in enkelvoud over de gebeurtenissen voorafgaand aan het vertrek naar Rijssen en de reis zelf en pas in november 2024 melding heeft gemaakt van de aanwezigheid van [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] en over [medeverdachte 1] als zijn bijrijder richting Rijssen. Het komt de rechtbank bovendien niet geloofwaardig voor dat [naam 2] en [naam 1] , juist waar met nadruk werd gevraagd om meer ‘waggies’ om degenen in problemen op te halen, uitgerekend besluiten om zonder enige noodzaak juist extra passagiers mee te nemen op hun rit om de groep op te halen personen te vervoeren. De verklaringen zijn bovendien afgelegd op een moment dat dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] al maandenlang in voorlopige hechtenis verbleven en het einddossier was afgerond. Geen van beiden heeft een logische verklaring gegeven voor de omstandigheid dat zij niet veel eerder – meteen na aanhouding bijvoorbeeld – over de voor hen ontlastende omstandigheden hebben verklaard, maar er voor hebben gekozen om – hoewel in detentie – toch langdurig te blijven zwijgen.
Dit alles draagt niet bij aan de geloofwaardigheid van de in het latere stadium afgelegde verklaringen van voornoemde personen. [medeverdachte 4] heeft bovendien slechts een globale verklaring afgelegd en deze verder niet naar tijd en plaats geconcretiseerd, waardoor deze niet te verifiëren is. Het door [medeverdachte 4] , [medeverdachte 1] [naam 1] en [naam 2] in een later stadium gepresenteerde scenario kan niet alleen vanwege de onderlinge inconsistenties maar ook gezien de innerlijke tegenstrijdigheden en het late stadium waarin de verklaringen zijn afgelegd, geen enkele basis bieden voor een alternatieve uitleg van de (belastende) onderzoeksresultaten. De rechtbank acht deze verklaringen over een alternatief scenario volstrekt ongeloofwaardig en gaat hieraan dan ook voorbij.
3.3.2.2 De verklaring van [medeverdachte 2]
heeft na aanvankelijk zwijgen erkend dat hij een van de personen is die betrokken is geweest bij de plofkraak bij [bedrijf 1] in Rijssen op 22 december 2023. [medeverdachte 2] is naar eigen zeggen gevraagd mee te doen met iets spannends waarmee hij geld kon verdienen. [medeverdachte 2] heeft ja gezegd. Hem was de instructie gegeven niets mee te nemen. Hij is met de auto opgehaald in [plaats 2] . Onderweg is een stop gemaakt waarbij een ander kenteken op de Audi is gemaakt.
kreeg onderweg in de auto te horen wat zijn taak was: na aankomst uitstappen en hamers, breekijzers en gereedschap uitladen en de tassen op de grond zetten, wachten in een steegje tot bepaalde personen de [bedrijf 1] zouden ‘geven’. [medeverdachte 2] heeft in het steegje gewacht, keek naar de [bedrijf 1] , zag vonkjes bij een van de ramen en hoorde een enorme knal. De taak van [medeverdachte 2] was verder binnen gaan in de [bedrijf 1] , de benodigde spullen naar binnen brengen en sieraden schuiven in de witte tassen.
In de door een andere persoon geopende kofferbak van de Audi heeft [medeverdachte 2] grote hamers, breekijzers en gereedschap en grote witte zakken zien liggen. [medeverdachte 2] kreeg kleren en handschoenen die hij over zijn eigen kleren heen moest aantrekken. [medeverdachte 2] heeft de kleren aangetrokken en is ingestapt. [medeverdachte 2] droeg tijdens de plofkraak oranje handschoenen en een bivakmuts.
heeft de zaak betreden, sieraden in een witte tas gedaan, heeft de tas naar buiten gedragen en in de kofferbak van de Audi gedaan en is daarna in de Audi gestapt. Toen iedereen in de auto zat is de Audi weggereden en daarna in botsing gekomen met een andere auto, waarna [medeverdachte 2] rennend is weggevlucht, ergens heeft gelegen en daarna op de hoogte is gesteld dat hij zou worden opgehaald. [medeverdachte 2] is aangehouden in de auto waarin hij zich daarna bevond. [medeverdachte 2] heeft zijn (over)kleding uitgedaan en die kleding, te weten een zwarte broek, een zwart vest en een mondkapje, zat in het kledingpakket dat op enkele meters van de Volkswagen Polo door de politie is aangetroffen.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [medeverdachte 2] voldoende concreet en gedetailleerd is. Deze verklaring vindt bovendien steun in de onderzoeksresultaten zoals de camerabeelden, de gegevens uit de iPhone 8 maar ook in andersoortige bewijsmiddelen zoals de resultaten van DNA-onderzoek. De rechtbank gebruikt deze verklaring voor het bewijs.
3.3.2.3 Gebruiker van de iPhone 8
Bij zijn aanhouding haalde [medeverdachte 1] de iPhone uit zijn jaszak. Het fysiek aantreffen van deze telefoon onder [medeverdachte 1] is naar het oordeel van de rechtbank een sterke aanwijzing dat hij op 22 december 2023 ook de gebruiker van deze telefoon was.
De stelling van [medeverdachte 1] dat hij de iPhone evenals andere spullen van achter uit de auto naar zich toegegooid kreeg en toen in zijn jas heeft gestoken is naar het oordeel van de rechtbank niet alleen zeer onlogisch, maar strookt ook niet met het feit dat ander aangetroffen belastend materiaal juist onder de voorstoelen werd aangetroffen. De rechtbank acht deze verklaring dan ook ongeloofwaardig. Gezien de omstandigheden waaronder de telefoon in het bezit van [medeverdachte 1] is aangetroffen is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] in de nacht van 21 op 22 december 2023 de gebruiker van de iPhone 8 is geweest.
3.3.2.4 Aangetroffen kleding, bivakmutsen en het omhulsel van de telefoonkaart
Zoals hiervoor is vastgesteld bevatte het kledingpakket dat enkele meters naast de zwarte Volkswagen Polo is aangetroffen naast drie sets donkergekleurde kleding, twee hoofdlampjes, sokken en twee mondkapjes – met DNA-sporen matchend met dat van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] –, ook een glassplinter die afkomstig is van een vitrine van [bedrijf 1] . Dit linkt het kledingpakket naar het oordeel van de rechtbank direct aan de plofkraak bij [bedrijf 1] . Volgens [medeverdachte 2] heeft hij zijn kleding – een broek en een vest – uitgetrokken en werd zijn kleding onderdeel van het pakket. Op basis van de verklaring van [medeverdachte 2] in combinatie met de bevindingen naar aanleiding van de camerabeelden in de straat bij [bedrijf 1] en de glassplinter in het kledingpakket staat voor de rechtbank vast dat de in de Volkswagen aangetroffen bivakmutsen en de kleding en andere voorwerpen uit het kledingpakket zijn gebruikt bij de plofkraak op [bedrijf 1] . [1]
3.3.2.5 Het oordeel van de rechtbank over de betrokkenheid van de verdachten
Reeds is vastgesteld dat bij de plofkraak en het daaropvolgend verkeersongeval, de aanrijding met [slachtoffer 2] , vijf personen betrokken waren. De rechtbank zal hieronder per verdachte de vraag beantwoorden of sprake is van betrokkenheid van deze verdachte bij de gebeurtenissen in de nacht van 21 op 22 december 2023.
- [medeverdachte 2]
De betrokkenheid van [medeverdachte 2] staat naar het oordeel van de rechtbank vast, niet alleen op basis van zijn eigen verklaring, maar ook gelet op de verdere inhoud van het dossier, waaronder begrepen zijn DNA-sporen op de binnenzijde van een in de zwarte Volkswagen Polo onder de bestuurdersstoel gevonden bivakmuts en op een in het kledingpakket aangetroffen mondkapje. Ook vertonen de schoenen van [medeverdachte 2] overeenkomsten met op de plaats delict aangetroffen schoensporen.
- [medeverdachte 3]
heeft geen verklaring gegeven voor zijn aanwezigheid in Rijssen in de nacht van 21 op 22 december 2023. [medeverdachte 3] zat ten tijde van de aanhouding samen met [medeverdachte 2] achter in de zwarte Volkswagen Polo aan de rechterzijde, achter de bijrijdersstoel, terwijl op de twee onder de bijrijdersstoel aangetroffen bivakmutsen DNA-materiaal van [medeverdachte 3] is gevonden. Daarnaast is zijn DNA-materiaal aangetroffen in een mondkapje in het kledingpakket dat op enkele meters van de VW Polo lag. Ook vertonen de schoenen van [medeverdachte 3] overeenkomsten met op de plaats delict aangetroffen schoensporen.
Op basis hiervan, in samenhang met de alle overige vastgestelde redengevende feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 3] de tweede bij de plofkraak betrokken persoon is.
- [medeverdachte 1]
wordt samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] aangetroffen in de door [naam 1] bestuurde Volkswagen Polo. Op basis van de op 25 december 2023 afgelegde verklaring van [naam 1] dat hij in Rijssen vrienden ging ophalen die in de problemen zaten, dat hij in Rijssen de vrienden op zich af zag komen lopen waarna zij bij hem in de auto zijn gestapt en gezien het direct daarna door de politie in de Volkswagen Polo aantreffen van drie personen, te weten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] , staat voor de rechtbank vast dat naast [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] de derde vriend was die in de problemen zat.
Zoals hiervoor vastgesteld droegen de personen op de camerabeelden donkergekleurde kleding, bivakmutsen handschoenen en hoofdlampjes, welke goederen overeenkomen met de nabij en onder [medeverdachte 1] aangetroffen goederen. De verklaring van [medeverdachte 1] dat de bivakmuts en werkhandschoenen die hij ten tijde van de fouillering uit zijn boxershort tevoorschijn haalde niet van hem zijn, maar hem zijn toegeworpen in de auto waarna hij ze bij zich stak, acht de rechtbank niet geloofwaardig, alleen al omdat onder de stoelen van de bestuurder en bijrijder twee andere sets werkhandschoenen en drie bivakmutsen, met het DNA van [medeverdachte 2] en van [medeverdachte 3] , zijn aangetroffen.
Hiervoor is de iPhone die verdachte in zijn zak had al aan de orde gekomen. Verdachte had nóg een interessant en bij plofkraken als deze, in het centrum van een stad van pas komend voorwerp in zijn zakken: een sleutel die geschikt is om klappaaltjes in wegafsluitingen te bedienen.
[naam 1] bestuurde de Volkswagen Polo en verder bevonden zich in de auto drie personen, hetgeen overeenkomt met het aantal kledingsets in het pakket. De locatiegegevens van de iPhone 8 die [medeverdachte 1] die nacht bij zich droeg plaatsen [medeverdachte 1] bovendien ten tijde van de plofkraak in de directe omgeving van [bedrijf 1] .
Op basis hiervan, in samenhang met alle overige vastgestelde redengevende feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] de derde betrokken persoon is.
- [verdachte]
en [medeverdachte 4] zijn rond 09.15 uur niet in Rijssen, maar volledig natgeregend samen aangehouden in het buitengebied – vanuit Rijssen bezien – voorbij de plaats Enter. De enige verklaring die [verdachte] voor zijn aanwezigheid op die plek heeft gegeven, bij zijn aanhouding, is dat ze met twee ‘chickies’ waren. Verdachte heeft zijn verklaring niet nader geconcretiseerd en deze vindt geen enkele steun in het dossier. De rechtbank gaat aan deze verklaring dan ook voorbij. Vervolgens heeft [verdachte] tot op de dag van vandaag gezwegen. Maar, een onder een van zijn schoenzolen aangetroffen glassplinter plaatst hem direct op de plaats delict omdat deze glassplinter afkomstig is uit het pand van [bedrijf 1] .
Op basis van de omstandigheden waaronder verdachte is aangehouden, het ontbreken van een aannemelijke verklaring voor zijn aanwezigheid in de vroege ochtenduren in de stromende regen op een landweg in het Twentse buitengebied én de aangetroffen glassplinter, in samenhang met alle overige vastgestelde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] de vierde betrokken persoon is.
- [medeverdachte 4]
heeft bij zijn aanhouding tegen de verbalisant gezegd dat hij van een feestje van een meisje in Rijssen kwam, dat hij was geholpen door [verdachte] en dat ze waren verdwaald. Zonder enige aanleiding noemt [medeverdachte 4] hier de plaats Rijssen terwijl hij zich op dat moment – vanuit Rijssen bezien – achter Enter bevond. Zijn veel later afgelegde verklaring – dat hij mee was gegaan met [naam 2] om mensen op te halen – is door de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig bevonden. Op basis van de omstandigheden waaronder verdachte is aangehouden, het ontbreken van een ook maar enigszins aannemelijke en verifieerbare verklaring voor zijn aanwezigheid aldaar en de aangetroffen glassplinter onder de schoen van [verdachte] in wiens aanwezigheid [medeverdachte 4] is aangetroffen, een en ander in samenhang bezien met alle overige vastgestelde redengevende feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 4] de vijfde betrokken persoon is.
Conclusie
Op grond van het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 4] , de personen zijn geweest die in de nacht van 21 op 22 december 2023 betrokken waren bij de plofkraak op [bedrijf 1] in Rijssen.
3.3.3
Medeplegen
De rechtbank heeft in aanmerking genomen dat het dossier geen enkel aanknopingspunt biedt voor betrokkenheid van anderen. Hoewel niet kan worden vastgesteld wat de onderlinge taakverdeling is geweest, staat vast dat [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 4] alle vijf betrokken waren bij de plofkraak op [bedrijf 1] en dat zij actief hebben geparticipeerd in de gebeurtenissen, zich bewust van de bijdragen van de mededaders.
Uit de bewijsmiddelen waaronder de verklaring van [medeverdachte 2] en de iPhone van [medeverdachte 1] volgt onder meer dat er sprake was van het treffen van voorbereidingen op het gebied van logistiek, kleding, gereedschappen, het maken van afspraken over wie welke taken uitvoert en een gezamenlijke uitvoering van de feiten. De verdachten hebben hierbij ieder een voldoende significante en wezenlijke bijdrage geleverd aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank is daarmee van oordeel dat er sprake is geweest van een gezamenlijke uitvoering en een nauwe en bewuste samenwerking bij de uitvoering van de ten laste gelegde feiten onder 1, 2, 3, 4 en 5 tussen alle vijf verdachten.
3.3.4
Overige overwegingen
Feit 1 Levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel
De rechtbank is van oordeel dat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat als gevolg van de ontploffing levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen te duchten was en dat dergelijk gevaar voorzienbaar was. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging, conform de eis van de officier van justitie en het standpunt van de verdediging. De rechtbank merkt daarbij nogmaals op dat dit slechts het gevolg is van het gelukkige toeval dat geen personen in de gevarenzone aanwezig waren.
Feit 2 Geweld of bedreiging met geweld
De verdediging heeft vrijspraak bepleit voor dit onderdeel van de tenlastelegging.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Zoals al is vastgesteld, is de Audi kort na vertrek bij de juwelierszaak in botsing gekomen met de Volkswagen Tiguan van [slachtoffer 2] . Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende komen vast te staan dat [slachtoffer 2] om de vlucht te beletten met zijn auto (succesvol) is ingereden op de vluchtende Audi. Hoewel het handelen van [slachtoffer 2] moedig was en zelfs verondersteld kan worden dat zonder zijn ingrijpen de plofkraak niet, dan wel veel moeilijker had kunnen worden opgelost, betekent dat niet dat de Audi, wiens inzittenden er juist veel aan gelegen was om ongeschonden de plaats delict te verlaten, het ongeval heeft veroorzaakt.
Dit maakt naar het oordeel van de rechtbank dat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat door verdachten geweld is gepleegd of gedreigd is met geweld tegen [slachtoffer 2] . De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.
Feit 3 Betrokkenheid als bedoeld in artikel 7 WVW 1994
De rechtbank overweegt dat niet kan worden vastgesteld wie van de vijf inzittenden van de Audi die auto bestuurde ten tijde van het verkeersongeval met [slachtoffer 2] . Er was sprake van medeplegen van de plofkraak door alle vijf verdachten, waarbij de rollen volstrekt inwisselbaar waren. Bovendien hebben de verdachten er alles aan gedaan om gezamenlijk in de Audi de plaats delict te verlaten. Wanneer dit niet lukt vluchten zij gezamenlijk weg van de plaats van het ongeval. Geen van de verdachten heeft hierbij zijn persoonsgegevens kenbaar gemaakt terwijl zij wisten of moesten vermoeden dat aan de auto van [slachtoffer 2] schade was toegebracht. In het licht van het vorenstaande maakt het naar het oordeel van de rechtbank niet uit wie de bestuurder was en zijn alle inzittenden als betrokkene aan te merken in de zin van artikel 7 WVW 1994.
Feit 4 Vernieling panden
De verdediging heeft betoogd dat onder ‘gebouw’ als bedoeld in artikel 352 Sr het moet gaan om een gebouw en niet om onderdelen daarvan en dat (voorwaardelijk) opzet, in het bijzonder de aanmerkelijke kans daarbij, niet bewezen kan worden omdat het NFI over de schade niet heeft gerapporteerd en onderzoek door TNO niet heeft plaatsgevonden.
Naar het oordeel van de rechtbank miskent de raadsman in zijn uitleg van de door hem aangehaalde rechtspraak dat die rechtspraak betrekking heeft op wat óók onder een gebouw moet worden verstaan, bijvoorbeeld in 1930 een perronoverkapping. Uit deze rechtspraak volgt niet dat als het een onderdeel van een gebouw betreft niet aan de delictsomschrijving van artikel 352 Sr kan worden voldaan. Dat is ook logisch omdat het bij beschadiging als in 352 Sr bedoeld veelal sprake zal zijn van een onderdeel.
Verder overweegt de rechtbank dat bij het tot ontploffing brengen van een grote hoeveelheid van een sterk explosief middel als waarvan sprake was, in een winkelstraat met diverse panden in de omgeving van het direct getroffen pand van de [bedrijf 1] waarbij grote schade aan dat pand is opgetreden, de kans meer dan aannemelijk is dat ook omliggende panden getroffen worden en schade lijden. Verdachten hebben door te handelen zoals vastgesteld deze aanmerkelijke kans dan ook bewust aanvaard.
De rechtbank verwerpt de verweren van de verdediging.
Feit 5
- Medeplegen
De verdediging heeft gesteld dat de betrokkenheid van verdachte bij dit feit niet kan worden bewezen.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Zoals hiervoor is uiteengezet is sprake van medeplegen nu de verdachten gezamenlijk de plofkraak hebben gepleegd, was er sprake van een nauwe en bewuste samenwerking gericht op het gezamenlijk uitvoeren van het delict, waarbij de rollen volstrekt inwisselbaar waren. De vraag wie van de verdachten terwijl zij gezamenlijk op weg waren om in Rijssen de plofkraak te plegen onderweg de kentekenplaten van de auto van [slachtoffer 8] heeft gehaald is in dit kader dan ook niet relevant. De rechtbank verwerpt het verweer.
- Braak of verbreking
Voor bewezen verklaring van het bestanddeel braak of verbreking ingevolge artikel 311 Sr moet sprake zijn van het toebrengen van schade.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van het dossier niet worden vastgesteld dat bij de diefstal van de kentekenplaten van de auto van [slachtoffer 8] sprake is geweest van het toebrengen van schade. De rechtbank spreekt verdachte dan ook vrij van dit onderdeel van de tenlastelegging.
3.3.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op
of omstreeks22 december 2023 te Rijssen in de gemeente Rijssen-Holten, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,
opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door in/op/aan een pand
(gelegen aan de [adres 2]
), enkele honderden tot 500 gram,
in ieder geval een aanzienlijke hoeveelheid,zogenoemd flitspoeder, bestaande uit
(onder meer
)kaliumperchloraat en aluminium
(poeder
),
in ieder geval een dergelijk krachtig pyrotechnisch mengsel, aan te brengen en
/of (vervolgens
)dat zogenoemde flitspoeder op enige wijze aan te steken en
/oftot ontploffing te brengen,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor dat pand en
/ofde in dat pand aanwezige inventaris/goederen en/
ofde nabij gelegen panden,
in elk gevaar gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor één of meer
bewoners van omliggende/bovenliggende woning(en) en/of (toevallige) voorbijgangers, in elk geval levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderente duchten was;
2.
hij op
of omstreeks22 december 2023 te Rijssen in de gemeente Rijssen-Holten, in een pand gelegen aan de [adres 2] , tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,een
(grote
)hoeveelheid sieraden en
/ofhorloges,
in elk geval enig goed,
geheel of ten deletoebehorende aan [bedrijf 1] en/of [slachtoffer 3]
, in ieder geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/
hebbenverschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik heeft /
hebbengebracht door middel van braak
/verbreking,
welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat hij verdachte en/of zijn mededader(s), met het (vlucht)voertuig, te weten een personenauto van het merk Audi, met hoge snelheid is/zijn weggereden, waarbij op de vluchtweg een botsing is ontstaan met de personenauto, merk Volkswagen, van voornoemde [slachtoffer 2];
3.
hij, als degene die al dan niet als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Rijssen, gemeente Holten-Rijssen op de [adres 2] , op
of omstreeks22 december 2023, de
(voornoemde
)plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander
(te weten [slachtoffer 2]
)letsel en/of schade was toegebracht;
4.
hij op
of omstreeks22 december 2023, te Rijssen, in de gemeente Rijssen-Holten,
tezamen en in vereniging met
één of meerandere
(n
), althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk een gebouw, te weten
- een winkelpand
(kinderkledingwinkel [bedrijf 2]
)en inventaris en
/oftwee woningen, gelegen aan de [adres 3] en [adres 4] ,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] ,
althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders
en
/of
- twee winkelpanden
(waaronder [bedrijf 3]
)en twee woningen (appartementen), gelegen aan de [adressen] ,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 6] ,
althans aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
en
/of
- een winkelpand
([bedrijf 4]
), gelegen aan de [adres 5] en
/ofeen woning, gelegen aan [adres 6] ,
geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 7] , heeft
/hebbenvernield
en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
5.
hij in
of omstreeksde periode van 21 december 2023 tot en met 22 december 2023, te Holten, in de gemeente Rijssen-Holten, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen,2 kentekenplaten voorzien van het kenteken [kenteken 1] ,
in elk geval enig
goed,die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 8] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) die weg te nemen
goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak/verbreking.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 1, 2, 3, 4 en 5 meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

4.1
Ontbrekend bestanddeel in toegewezen vordering 314a Sv
De oplettende lezer zal hebben opgemerkt dat in de toegewezen vordering op grond van 314a Sv het bestanddeel ‘wegnemen’ ontbreekt zodat, na bewezenverklaring, ontslag van alle rechtsvervolging wegens niet kwalificeerbaarheid zou moeten volgen.
De rechtbank neemt die beslissing niet maar beschouwt deze omissie in dit specifieke geval als een kennelijke verschrijving die voor verbetering vatbaar is.
De rechtbank overweegt daarbij a) dat de voorlopige dagvaarding wél het bestanddeel wegnemen bevat en b) na een eventueel hoger beroep reparatie van de 314a Sv kan worden gevorderd zodat de verdachte door deze verbetering niet in zijn belangen wordt geschaad.
4.2
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 157, 310, 311 en 352 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en artikel 176 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW1994). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1, feit 2 en feit 4
de eendaadse samenloop van
het misdrijf: medeplegen van het opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
en
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
en
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig gebouw dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen;
feit 3
het misdrijf: overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 5
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft oplegging gevorderd van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 60 maanden, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht een onvoorwaardelijk strafdeel op te leggen van maximaal 30 maanden en om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte zoals deze uit de reclasseringsrapportage naar voren zijn gekomen.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De feiten
Verdachte heeft samen met vier anderen een plofkraak gepleegd op [bedrijf 1] in [adres 2] . Zij hebben een winkel uitgekozen in een kleine plaats in Twente nabij de als vluchtweg geschikte A1. Ze hebben gebruik gemaakt van een kort daarvoor gestolen auto (Audi), onderweg gestolen kentekenplaten, extra kledingsets, mondkapjes, bivakmutsen, handschoenen, hoofdlampjes en een krachtig explosief bestaande uit zogenoemd flitspoeder. In de Audi werden door de politie bovendien een jerrycan benzine en een soort gieter aangetroffen. Het is een feit van algemene bekendheid dat bij criminele expedities zoals een plofkraak ingezette gestolen auto’s na gebruik doorgaans in brand worden gestoken om sporen uit te wissen. Door een aanzienlijke hoeveelheid van het flitspoeder aan de gevel van de [bedrijf 1] te bevestigen hebben de verdachten het rolluik en de ruit van de [bedrijf 1] eruit geknald en vervolgens een zeer grote hoeveelheid dure sieraden en horloges gestolen. Al met al getuigt de hele hiervoor geschetste voorbereiding en uitvoering van een zorgvuldig voorbereide en professioneel opgezette actie die slechts is doorkruist door het ingrijpen van [slachtoffer 2] .
Dat de impact van deze gebeurtenis op de eigenaar van de juwelierszaak, als ook de door verdachte en medeverdachten veroorzaakte ravage in zijn zaak, enorm is geweest staat buiten kijf. Door de zware ontploffing is niet alleen grote schade ontstaan aan het pand van de [bedrijf 1] maar ook aan omliggende winkelpanden en de zich daarboven bevindende bewoonde woningen, waar op dat moment mensen nietsvermoedend lagen te slapen. Een dergelijke grote ontploffing in een bewoonde winkelstraat raakt bovendien de gehele samenleving in een plaats als Rijssen. Feiten als deze veroorzaken gevoelens van onveiligheid en onrust. Verdachte is aan dit alles voorbij gegaan en had slechts oog voor zijn eigen financieel gewin. Dit alles rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
In een heldhaftige maar gevaarlijke reactie van [slachtoffer 2] , die na de plofkraak met zijn auto de vertrekkende vluchtauto van de verdachten tot stoppen heeft gedwongen, zijn beide auto’s op elkaar gebotst. De verdachten hebben daarna direct de auto verlaten en zijn al rennend van de plaats van het ongeval weggevlucht, zonder zich te bekommeren om mogelijk letsel of schade bij [slachtoffer 2] . Ook dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie betreffende verdachte van 6 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor vermogensfeiten zoals woninginbraken, een geweldsfeit en overtreding van de Wet wapens en munitie, als ook dat hij in België is veroordeeld wegens een ‘diefstal na illegale toegang tot eigendom’.
Rapportage
De reclassering Nederland heeft op 23 december 2023 en 28 maart 2024 over verdachte gerapporteerd. De adviezen bevatten onder meer het volgende. Verdachte had destijds een bijstandsuitkering en staat ingeschreven op het adres van de gemeente [gemeente 1] , hij was voor de detentie bij zijn vader woonachtig samen met zijn stiefmoeder en zusje en hij heeft een relatie met een in [plaats 3] wonende vrouw. Opmerkelijk feit is dat die vrouw op 23 december 2023, dus daags na de plofkraak, bevallen is van een dochter van verdachte. Verdachte vindt het moeilijk dat hij niet bij hen kan zijn. Verdachte kan na detentie werken in het bedrijf van een vriend in [gemeente 2] , hij wenst bij zijn partner en dochter te gaan wonen en hij wil ook een eigen huurwoning in de buurt van [gemeente 1] . Een inschatting van het recidiverisico kan niet worden gemaakt.
De reclassering komt op basis van de beschikbare informatie niet tot een advies of interventies en/of toezicht nodig zijn.
De verdere strafmaatoverwegingen
De ernst van de gepleegde feiten rechtvaardigt naar het oordeel van de rechtbank het opleggen van een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf. De LOVS-oriëntatiepunten geven als uitgangspunt van denken voor een plofkraak waarbij gemeen gevaar voor goederen is ontstaan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaren. De rechtbank houdt er in deze zaak in strafverzwarende zin rekening mee dat er sprake is van medeplegen en dat bij de planning en uitvoering sprake is geweest van een bijzondere professionaliteit, maar ook dat het een plofkraak betrof op een winkelpand waarin zich ook een bewoonde bovenwoning bevindt, dat er veel schade is toegebracht aan dit pand en aan de omliggende, eveneens bewoonde, panden, de grote impact op de getroffen [bedrijf 1] en zijn buren en het feit dat de verdachten in hun vlucht de plaats van een ongeval hebben verlaten.
De rechtbank is alles overziend van oordeel dat aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van veertig maanden passend en geboden is, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Dat verdachte daardoor nog langer niet bij zijn partner en hun dochter dan wel elders kan wonen is iets wat voor zijn eigen rekening en risico komt, een risico dat hij zich voor het plegen van deze strafbare feiten had kunnen realiseren.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vorderingen van de benadeelde partijen
- De vordering van [slachtoffer 8]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van
€ 325,00 (driehonderdvijfentwintig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde schade is opgevoerd als immateriële schade.
- De vordering van [slachtoffer 1]
heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 21.917,75 (eenentwintigduizend negenhonderdenzeventien euro en vijfenzeventig eurocent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de volgende posten:
- herstelwerkzaamheden schade € 2.155,35
- toekomstige herstelwerkzaamheden € 7.377,00
- matrassen € 380,00
- hoofdkussens en hoeslakens € 499,63
- huur bouwdroger € 1.201,40
- slurpzakken € 103,31
- enveloppen € 16,49
- huur zeecontainer € 629,10
- kraanwerkzaamheden container € 189,38
- lunch bouwmedewerkers € 21,83
- afvoer (bouw)materiaal € 78,10
- mortel € 17,17
- tapijt € 1.777,98
- kosten stukadoor € 150,00
- glasvezelbehang € 41,28
- glasvezellijm en plinten € 29,73
- werkuren benadeelde € 7.250,00
Ter zitting is door de dochter van de benadeelde partij toegelicht dat alle facturen bij de vordering zijn gevoegd en dat van deze facturen geen enkele door de verzekering is vergoed. Ook is toegelicht dat een schade-expert die kort na 22 december 2023 het pand heeft bekeken, geen lekkage heeft geconstateerd in de kelder en dat deze lekkage later is ontdekt. Volgens de aannemer is de in februari 2024 geconstateerde lekkage te wijten aan de plofkraak.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft het standpunt ingenomen dat beide benadeelde partijen niet ontvankelijk zijn in de vordering.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft eveneens betoogd dat beide benadeelde partijen niet ontvankelijk zijn in de vordering.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
- De vordering van [slachtoffer 8]
De benadeelde partij heeft als immateriële schade (de rechtbank begrijpt: materiële gevolgschade) opgevoerd het niet kunnen gebruiken van de auto, het moeten afzeggen van afspraken en het moeten lenen van een andere auto.
De door de benadeelde partij gestelde schade betreft niet onderbouwde schade. De rechtbank zal de vordering afwijzen nu een onderbouwing ontbreekt en de vordering is betwist.
- De vordering van [slachtoffer 1]
Op basis van de bij de vordering ingediende stukken is duidelijk dat aan het pand van de benadeelde partij schade is ontstaan ten gevolge van een lekkage. De rechtbank is van oordeel dat op basis van de onderliggende stukken onvoldoende is komen vast te staan dat rechtstreeks verband bestaat tussen deze door de benadeelde geleden schade en het bewezenverklaarde handelen van verdachte. Een rapportage die onbetwistbaar leidt tot deze conclusie ontbreekt immers en een enkele, korte, opmerking in die zin van de aannemer is onvoldoende. Aldus kan niet zonder meer worden aangenomen dat de benadeelde partij door het handelen van verdachte rechtstreekse schade is toegebracht. Het in de gelegenheid stellen van de benadeelde partij om deze schadeposten alsnog nader te onderbouwen levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal de benadeelde partij die gelegenheid niet bieden.
De rechtbank zal de benadeelde partij daarom in de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 47, 55 en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, feit 2 en feit 4:de eendaadse samenloop van
het misdrijf: medeplegen van het opzettelijk een ontploffing teweeg brengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
en
het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
en
het misdrijf: opzettelijk en wederrechtelijk enig gebouw dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen;
feit 3het misdrijf: overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994;
feit 5het misdrijf: diefstal door twee of meer verenigde personen.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 1, 2, 3, 4 en 5 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
40 (veertig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
- De vordering van [slachtoffer 8]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 8] (feit 5) geheel af;
- De vordering van [slachtoffer 1]
- bepaalt dat de benadeelde partij: [slachtoffer 1] (feit 4): in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Venekatte, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek en
mr. T.M. Weeda, rechters, in tegenwoordigheid van D.A.C. Brockotter, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 20 december 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen voor de feiten 1, 2, 3, 4 en 5, in onderling verband en samenhang bezien.
Wanneer wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland onderzoek Moerbei23 met nummer ON2R023090/PL0600-2023586997 en enkele losse processen-verbaal. Tenzij anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
De bewijsmiddelen zijn voorzien van kopjes.
Omdat de (‘papieren’) paginanummers nauwelijks leesbaar zijn, wordt waar mogelijk het ondernummer van de processen-verbaal vermeld.
Voor zover in de bewijsmiddelen conclusies van verbalisanten en deskundigen zijn opgenomen neemt die rechtbank deze over en maakt ze tot de hare.
iPhone(s)
1.
Het proces-verbaal ten behoeve van raadkamer 10 januari 2024 van 5 januari 2024 (PL0600-2023586997-37), voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 4 - 5 (digitaal):
Tijdens het onderzoek werden twee telefoons inbeslaggenomen, één van verdachte [medeverdachte 1] en één van
verdachte [naam 1] . De data uit de inbeslaggenomen telefoons van de verdachten dient (lees: dienen) nader te worden onderzocht en geanalyseerd.
2.
Het proces-verbaal van aanhouding van [medeverdachte 1] van 24 december 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 62 - 63:
Toen ik (de rechtbank begrijpt: verbalisant [verbalisant 1] ) op de Reggesingel reed hoorde ik een hondengeleider zeggen dat hij een verdachte situatie zag. Hij zag 3 in het donker geklede mannen in een voertuig stappen op de [adres 9] . Ik hoorde even later de hondengeleider zeggen dat hij het voertuig staande had gehouden op de [adres 9] , vlak voor de [adres 8] . Ik zag op de hoek van de [adres 8] met de [adres 9] opvallende dienst voertuigen staan. Ook zag ik een zwarte Volkswagen Polo staan met daarin 4 personen. Ik zag dat een van de hondengeleiders bezig was met het controleren van de bestuurder. Ik hoorde hem zeggen dat hij van de bijrijder rechts voorin ook al een id kaart had gevorderd. Deze had hij in de hand. De bijrijder rechts voorin gaf ook aan dat hij al zijn legitimatiebewijs had afgegeven.
Ik kreeg toen een rijbewijs in handen gedrukt met verzoek deze te controleren. Dit rijbewijs werd mij overhandigd door de collega hondengeleider. Ik zag dat dit rijbewijs op naam van [medeverdachte 1] stond. Ik heb hem hierop uit het voertuig laten stappen en gevraagd om zijn zakken leeg te maken. Ik zag dat hij uit zijn zakken onder andere een telefoon en soort van kruissleutel haalde. Deze kruissleutel was ongeveer 7.5 cm lang. Ik zag dat dit een speciale sleutel was. Ambtshalve weet ik dat men deze sleutels ook gebruikt worden om zogenaamde klappaaltjes in wegafsluitingen te bedienen.
3.
Het proces-verbaal van bevindingen nr. 25 van 27 december 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 545 - 548:
Op 22 december 2023 bij de aanhouding van verdachte [medeverdachte 1] werd onder hem een Apple
Iphone type 8 in beslag genomen. Deze telefoon is vervolgens door de collega’s van het team
Digitale Ondersteuning veiliggesteld. De veiliggestelde image werd ter beschikking gesteld aan het
onderzoeksteam.
Op woensdag 27 december 2023 heb ik, verbalisant [verbalisant 2] , een snelle zoekslag gemaakt op de tijdlijn. Ik heb gezocht op de datum 22 december 2023 rond het tijdstip van de explosie
(04.51 uur) en gekeken naar de locaties die waren opgeslagen in deze telefoon.
Door mij werden de locaties door middel van de coördinaten op een kaart opgezocht en hiervan heb ik de screenshots hieronder weergegeven.
De plaats delict is door middel van een groende pijl weergegeven. De locatie van de telefoon van verdachte [medeverdachte 1] is op de screenshots als volgt weergegeven:
[afbeelding]
22-12-2023 04:51:36 uur
[afbeelding]
22-12-2023 04:52:00 uur:
[afbeelding]
22-12-2023 04:52:13 uur:
[afbeelding]
Op de 3 hierboven weergegeven screenshots is te zien dat de telefoon van de verdachte een
beweging maakt in de richting van de Plaats Delict bij [bedrijf 1] aan de [adres 2] te Rijssen.
22-12-2023 04:54:31 uur:
[afbeelding]
22-12-2023 04:55:04 uur:
[afbeelding]
Op de 2 hierboven weergegeven screenshot is te zien dat de telefoon van de verdachte een
beweging maakt weg van de Plaats Delict. Te zien is dat de telefoon zich verplaatst in de richting van de [adres 10] . Dit komt overeen met de verklaring van getuige(n) die de verdachten hebben zien wegrennen in de richting van de [adres 10] .
4.
Het proces-verbaal van bevindingen nr. 26 van 27 december 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 549 - 555:
Op 27 december 2023, heb ik verbalisant [verbalisant 3] onderzoekhandelingen verricht aan de
volgende gegevensdrager:
Omschrijving : Smartphone
Merk: Apple
Type : iPhone 8 (D201AP)
Onderzoeksvraag:
- Staat er informatie op de smartphone met betrekking tot de gekwalificeerde diefstal rondom de pleegdatum 22 december 2023.
Ik heb mij hierbij beperkt tot de internethistorie, zoekhistorie en berichten.
Internet en zoekhistorie:
In de internet historie/ zoekhistorie heb ik gefilterd op resultaten met de term 'Rijssen'.
Ik zie hierbij het volgende:
[afbeelding]
Te zien is dat er op 22 december 2023 vanaf 03:45:12 uur tot 04:02:14 uur meerdere keren gezocht
werd op de zoektermen: ‘ [bedrijf 1] ’, “politie rijssen’, en ‘foto’s van politiepost rijssen’.
In de chatgeschiedenis van de gebruiker van de Apple iPhone 8 zijn, onder andere, twee gesprekken te zien.
Een gesprek tussen de gebruiker van de Apple iPhone 8 in de chat genoemd:
[gebruikersnaam 4]
en:
[gebruikersnaam 5] .
Een gesprek tussen de gebruiker van de Apple iPhone 8 in de chat genoemd:
[gebruikersnaam 1]
en:
[gebruikersnaam 2] .
De gebruiker van de iPhone 8 is in de chat genoemd ‘ [gebruikersnaam 1] '
Beiden gesprekken zijn hieronder weergegeven:
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
5.
Het proces-verbaal van bevindingen, nr. 30, van 3 januari 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 555 - 560:
Ik verbalisant [verbalisant 3] heb onderzoekhandelingen verricht aan de volgende gegevensdrager:
Omschrijving: Smartphone
Merk: Apple
Type : iPhone 8 (D201AP)
Telefoon locaties:
Op de Apple iPhone 8 werden tussen 22-12-2023 03:55:47 en 22-12-2023 09:34:50 locaties vastgelegd middels GPS, draadloze netwerken (wifi) en telefoonmasten. Deze locaties, met tijdstippen, zijn inzichtelijk gemaakt middels Politie Atlas.
Er werden pas locaties vastgelegd vanaf het eerste genoemde tijdstip 22-12-2023 03:55:47. Ik zie dat er vanaf 22-12-2023 03:55:47 een reisbeweging gemaakt werd vanaf de omgeving Nationaal Park Veluwezoon, ten noorden van Arnhem, in de richting van Rijssen. Vanaf 04:42 uur op 22-12-2023 werden er locaties vastgelegd in Rijssen.
Specifieke locaties in Rijssen:
Vanaf 04:42 uur werden er meerdere locaties vastgelegd in Rijssen. Waaronder een draadloos netwerklocatie op het plaats delict.
Op 22-12-2023 04:51:59 werd er een draadloos netwerklocatie vastgelegd op de locatie [adres 2] te weten de [bedrijf 1] .
De diefstal vond plaats op 22-12-2023 omstreeks 04:52 uur (tijdstip eerste melding).
Locatie aanhouding [medeverdachte 1] :
Op vrijdag 22 december 2023 om 07:15 uur werd de verdachte [medeverdachte 1] aangehouden op de locatie [adres 8] .
Tussen 04:45 uur en 04:55 uur werden een aantal reisbewegingen vastgelegd tussen het centrum van Rijssen (plaats delict) en de omgeving [adres 8] (locatie aanhouding).
Er is een cluster van vastgelegde locaties te zien in de omgeving van de [adres 8] tussen 04:46 uur en 07:45 uur.
Omstreeks 07:52 uur is een reisbeweging te zien in de richting van Borne, Politie arrestantencomplex.
Stappen/ afstand meter Apple iPhone 8:
Op de Apple iPhone 8 was een stappenteller/ afstandmeter actief. Op 22-12-2023 tussen 04:00 uur en 05:00 uur is een opvallende stijging te zien in afgelegde afstand.
[afbeelding]
Afbeeldingen Apple iPhone 8:
Op de Apple iPhone 8 staan een aantal afbeeldingen opgeslagen.
[afbeelding]
6.
Het proces-verbaal van bevindingen nr. 3 van 5 augustus 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 746:
Locatiegegevens telefoon verdachte [medeverdachte 1] :
Uit onderzoek blijkt dat de telefoon van verdachte [medeverdachte 1] (Iphone 8) zich op 22 december 2024 om 3:55:47 uur in de nabijheid van de ANPR camera bij knooppunt Waterberg bevindt.
Uit onderzoek blijkt dat de telefoon van verdachte [medeverdachte 1] zich op 22 december 2024 tussen 4.31 en 4.36 uur in de directe omgeving van de carpoolplaats Markelo bevind, alwaar het voertuig van aangever [slachtoffer 8] met kentekenplaten [kenteken 1] geparkeerd stond. Deze locatiegegevens zijn opvallend omdat vóór en na deze beweging de telefoon zich verplaatst over de Al in de richting van Rijssen. Op basis van het locatiebeeld wordt geconcludeerd (de rechtbank neemt deze conclusie over) dat het toestel van verdachte [medeverdachte 1] de A1 heeft verlaten, in de omgeving van de af- en toerit van de A1 heeft rondgereden waarbij de carpoolplaats werd aangedaan.
Uit het locatiebeeld kan worden opgemaakt dat de A1 wordt verlaten, er in de omgeving van de parkeerplaats van een horecagelegenheid aldaar wordt gereden en vervolgens de provinciale weg is vervolgd in de richting van Holten tot aan de carpoolplaats, vervolgens keert en weer terugbeweegt naar en over de Al in de richting van Rijssen. Er zitten ca. 5 minuten tussen het heen- en terugbewegen van en naar de carpoolplaats van waar de kentekenplaten werden weggenomen.
Aantreffen kentekenplaten [kenteken 1] :
Uit onderzoek is gebleken dat op 22 december 2024 omstreeks 5.00 uur de grijze Audi S4, eerder voorzien van de Belgische kentekenplaten [kenteken 3] , op de plaats delict aan de [adres 2] te Rijssen word aangetroffen waarbij het voertuig is voorzien van de gestolen kentekenplaten [kenteken 1] . De Belgische kentekenplaten worden dan op de bijrijdersstoel van het voertuig aangetroffen.
Opmerking verbalisant:
De carpoolplaats Markelo is gelegen nabij de afrit aan de Al. Deze afrit betreft de laatste afrit vóór de afrit Rijssen.
Handschoenen/bivakmuts uit boxershort [medeverdachte 1]
7.
Het proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2023 nr. 6, voor zover inhoudend zakelijk weergegeven op pagina 336:
Vandaag, 22 december 2023 omstreeks 08:00 uur, sloot ik, verbalisant [verbalisant 4] de verdachte [medeverdachte 1] in in het arrestantencomplex te Borne. Ik was met de verdachte in een ophoudkamer. Ik was de verdachte aan het fouilleren, hierbij gingen alle kledingstukken uit behalve de boxershort en sokken. Ik zag dat
de verdachte zelf uit zijn boxershort handschoenen en een bivakmuts haalde.
Alle goederen zijn in beslag genomen.
Aangiften
8.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] nr. 55 van 22 december 2023, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 338 - 339:
Ik ben eigenaar van [bedrijf 1] , gelegen aan [adres 2] . Op donderdag 21 december 2023, omstreeks 22:30 uur, heb ik samen met mijn broer, [naam 3] , de winkel onbeschadigd afgesloten.
Op vrijdag 22 december 2023, omstreeks 04:51 uur, werd ik gebeld door mijn broer. Ik hoorde van hem dat er iets mis was in de winkel. Ik heb gelijk op mijn mobiele telefoon de beelden in de winkel bekeken. Ik zag mist en rook op deze beelden. Ik ben vervolgens gelijk naar de winkel gereden. Ik zag dat er glas op de grond lag. Ik zag dat de winkel aan de buitenzijde beschadigd was. Ik zag dat de etalages waar de juwelen in lagen vernield waren. In de vernielde etalages lagen verschillende horloges van de merken: Iwc, Cartier, Breitling en Omega. Ik zag dat deze horloges weggenomen waren. Mijn pand is door de explosie zwaar beschadigd. De daders hebben meerdere sieraden weggenomen.
9.
Het proces-verbaal van bevindingen met bijlage, nr. 38, voor zover inhoudend zakelijk weergegeven op pagina 342-352:
Aangever [slachtoffer 3] verklaarde: Hierbij overhandig ik u de definitieve lijst met goederen die weggenomen dan wel beschadigd zijn. Deze zijn op 22 december 2023 met geweld weggenomen uit mijn winkel aan de [adres 2] . [2]
10.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] van 15 januari 2024, PL0600-2024022070-2,, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 362 - 363:
Ik ben eigenaar van een winkelpand aan de [adres 3] . Ik woon met mijn man boven deze winkel en aan de achterkant van deze woning, woont onze dochter. Het officiële huisnummer van onze dochter is nummer [adres 4] . Maar het is één pand en het behoort mij in eigendom geheel toe. Als je voor ons pand staat, is rechts van ons pand een [bedrijf 1] gevestigd met woningen daarboven. Tussen onze panden is een smal gangetje.
Op donderdag 21 december 2023 was dit pand in een goede staat.
Op 22 december 2023 werd ik wakker werd van een harde knal. Ik trok de slaapkamerdeur open en deze komt uit in de hal. Ik zag allemaal glas liggen. Ik kan u de schade als volgt omschrijven.
Ten aanzien van onze woning op de eerste verdieping:
Ik zag, dat bijna alle ramen eruit lagen in onze woning op de eerste verdieping. Alle ramen hebben een bovenlicht met glas-in-lood. Met uitzondering van het raam in de woonkamer, die heeft dubbel glas. En de andere uitzondering is het dubbele raam in de hal, die is in zijn geheel glas-in-lood. De delen glas met bovenlicht glas-in-lood zijn : 2/100 cm breed, 2/75 cm breed, 1/85 cm breed. Deze zijn 200 cm hoog. Het dubbele raam in de hal is 165 cm breed (die heeft onder en boven glas-in-lood) en is 238 cm hoog.. Het raam in de woonkamer is 180 cm breed en 200 cm hoog en dat is dubbel glas.
Ik zag, dat op de badkamer twee vloertegels en vier wandtegels zijn ontzet. Daar zitten barsten in. In de hal zit tegen de buitenmuur een betimmering. Deze buitenmuur grenst aan het tussengangetje zijde [bedrijf 1] . Ik zag, dat de betimmering ook ontzet is.
Ten aanzien van de woning van onze dochter (perceel [adres 4] ) :
Ik zag, dat haar voordeur beschadigd was. Ik zag, dat het slot van de deur ontzet was en ik zag, dat het bovenlicht (glas) eruit lag. Het bovenlicht van deze deur is 100 cm breed en bestaat uit twee raampjes enkel glas. De voordeur van onze dochter zit in het gangetje tussen de [bedrijf 1] en ons pand. Voor dit gangetje zit een hek en daar zit een brievenbus aan vast. Ik zag, dat ook deze brievenbus vernield was door de explosie. Net als ook de lamp met bewegingsmelder, die in dat gangetje hing.
Ten aanzien van de winkel:
Ik zag, dat de voorzijde ontzet was. De voorzijde bestond voornamelijk uit grote glazen ramen van boven tot onder, enkel glas. Ik zag, dat twee van deze grote glazen ramen kapot waren. Ik zag, dat ook de winkeldeur kapot was. Deze winkeldeur is ook van glas. De hoogte van deze glazen is ongeveer 225 cm, en de breedte van de winkelpui is ongeveer 800 cm. Ook de luifel van de winkel is ontzet.
11.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] van 22 januari 2024, PL600-20240382823-2, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 356 - 358:
Ik ben eigenaresse van de kinderkledingwinkel [bedrijf 2] aan de [adres 3] .
Op donderdag 21 december 2023 was ik nog tot 21.00 uur in mijn winkel geweest. Mijn winkel was toen nog in een goede staat.
Ik huur het pand aan de [adres 3] van [slachtoffer 4] (de rechtbank begrijpt: [slachtoffer 4] ). De winkelruimte die ik huur bevindt zich op de begane grond.
Ik zag dat er twee grote ramen van de winkelpui gesneuveld zijn. Ik zag, dat er allemaal glas aan de voorzijde van de winkel lag, maar dat er ook veel glas in de etalage lag. Ik had één van deze grote ramen bestickerd voor mijn winkel. De schade van de ramen wordt natuurlijk in de aangifte genoemd van [slachtoffer 4] , maar de bestickering op het raam is mijn eigendom. De kosten voor het aanbrengen van deze stickers bedraagt ongeveer € 1.00,00. Daarnaast had ik producten in mijn etalage staan. Ik zag dat ook deze vernield waren door het glas, wat daar terecht is gekomen: kinderschoentjes, een kerststal van Nijntje, en dergelijke. De kosten hiervoor bedragen ongeveer € 250,00. Ik zag dat het buitenbord vernield is. Ik zag, dat het hele bord bol staat. Het buitenbord waar ik over spreek is een groot rechthoekig RVS bord van ongeveer 60 x 85cm en die staat op een RVS poot van ongeveer een meter hoog. Ik gebruik dit bord voor reclameposters. Ik kan het bord nu niet meer gebruiken en zal deze moeten laten repareren. De kosten hiervoor bedragen ongeveer € 450,00.
12.
Het proces-verbaal van aangifte met bijlagen van [slachtoffer 6] van 5 maart 2024 , PL0600-2024103319-2 voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 366 - 374:
Ik ben eigenaar van het pand [adres 11] - [adres 12] . Dit pand bestaat in zijn geheel uit twee winkelruimtes op de begane grond en appartementen op de eerste en tweede verdieping. De winkelruimtes zijn genummerd [adres 11] en [adres 12] , de appartementen daarboven zijn genummerd [adres 13] en [adres 14] .
Op 22 december 2024 zag ik een enorme ravage. Ik zag vooral glasschade. Diverse ramen waren gesneuveld. Mevrouw [naam 4] woont in het appartement direct naast het pand van de [bedrijf 1] , zij woont op nummer [adres 13] . Ik zag, dat de grootste thermopane ruit aan de voorzijde van haar appartement kapot was. Ik ben de rest van het pand doorgegaan. In het appartement [adres 14] (naast die van mevrouw [naam 4] ) zag ik, dat vooral de twee zijramen naast het grote voorraam kapot waren. Dit appartement heeft een klein dakkapelletje bovenop en ik zag, dat ook daar een ruit van gesneuveld was. Ik zag, dat er allemaal dakpannen aan de voor- en achterkant van dit pand afgevallen waren.
Ik heb zag, dat van het pand van [bedrijf 3] op nummer [adres 12] de winkelruit kapot was.
De bijlage bij de aangifte maakt melding van de schade aan het winkelpand aan de [adres 2] nummer [adres 11] :
Factuur Herstelwerk schade [adres 11]
[afbeelding]
[afbeelding]
13.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] van 3 juni 2024, PL600-2024253881-2 voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 375 - 376:
Op 22 december 2023 werd ik even voor 05.00 uur in de ochtend wakker door een harde knal. Ik woon boven de winkel aan de [adres 5] . Het adres van onze woning aan de achterkant van de winkel is [adres 6] . Dit is tegenover de [bedrijf 1] .
We keken uit het raam. We zagen dat er bij [bedrijf 1] een plofkraak gaande was. We zagen dat er een auto voor [bedrijf 1] stond met de neus in de richting van het Schild. Ik zag dat de etalageruit kapot was. Ik zag, dat er een aantal personen in de etalage stonden in het donker gekleed en ik zag, dat ze bivakmutsen op hadden. Ik zag, dat ze aan het graaien waren. Ik zag, dat ze een aantal lichtgekleurde big-bags bij zich hadden. Ik zag, dat ze daar van alles in stopten. Ik zag, dat ze die big-bags achter in de kofferbak van de auto stopten. Ik zag dat iemand van de bovenste woning boven [bedrijf 1] een dumbell naar beneden gooide. Ik zag dat de mannen naar boven keken, in de auto stapten en wegreden in de richting van het Schild. Ik hoorde een harde knal. Ik zag dat de auto die zojuist weggereden was een botsing had met een andere auto.
Ik zag dat we schade hadden aan ons pand (de rechtbank begrijpt: het winkelpand aan de [adres 2] ). Ik zag namelijk, dat de kap van de elektrische schuifdeur helemaal los hing en ik zag, dat de bedrading er los onder hing. Ik zag verder dat onze inpandige brievenbus zelfs open was gesprongen en ik zag dat het slot eruit was gesprongen. Ik zag, dat het slot op straat lag. Boven in onze woning ( de rechtbank begrijpt: aan [adres 6] ) heb ik alle ramen nagekeken. Ik zag, dat zich één raam aan de voorzijde op de eerste verdieping helemaal gewrikt had.
14.
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] van 22 december 2023, PL600-2023587307-2 voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 740:
Ik, [slachtoffer 8] , wil aangifte doen van diefstal van mijn kentekenplaten. Op 21 december 2023 omstreeks 18.15 uur reed ik in mij Volkswagen Up met kenteken [kenteken 1] in de richting van Holten. Ik heb mijn auto op de carpoolplaats aan de [adres 7] langs de A1 geparkeerd. Op het moment dat ik het voertuig achterliet zaten de kentekenplaten nog op het voertuig.
Getuige [slachtoffer 2]
15.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] van 22 december 2023, nr. 3 voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 379 - 380:
Ik woon schuin tegenover [bedrijf 1] in Rijssen. Ik ben de zwager van de eigenaar van [bedrijf 1] . Op 22 december 2023 omstreeks 04:45 uur lag ik te slapen in mijn woning. Mijn vrouw en kinderen lagen ook te slapen. Mijn dochter slaapt aan de voorkant van de woning. Haar raam is aan de kant van de [adres 2] . Ik hoorde opeens een heel hard geluid. Ik hoorde de ruiten van het appartement trillen.
Ik zag een auto voor de deur bij [bedrijf 1] staan. Ik hoorde het alarm van [bedrijf 1] afgaan. Ik rende naar buiten. Ik stapte in mijn auto, een Volkswagen Tiguan. Het kenteken van mijn auto is [kenteken 4] . Ik reed vanaf [adres 6] en [adres 10] naar de [adres 2] . Ik wilde naar [bedrijf 1] toe en de auto voor [bedrijf 1] blokkeren. Ik nam de bocht richting de [adres 2] en zag direct de auto al rijden. Direct daarop volgde de aanrijding tussen ons al.
Ik zag dat de rechterkant van de Audi helemaal beschadigd was. Ik zag dat mijn eigen auto aan de rechterkant helemaal kapot was. Ik kon niet meer rijden in mijn auto.
Camerabeelden
16.
Het proces-verbaal van bevindingen van 4 januari 2024, nr. 35, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 405 - 473:
Op 4 januari 2024 stelde ik een onderzoek in naar de gevorderde en hierna verkregen
camerabeelden van [bedrijf 1] te [adres 2] , gelegen aan de [adres 2] . De beelden zijn bekeken en beschreven van 22 december 2023 04:47 uur tot en met 22 december 2023 04:55 uur.
De omschrijving bij de screenshot is door mij waargenomen van de bewegende beelden, kleuren op
deze beelden worden beschreven als de ogenschijnlijke kleur die ik heb waargenomen. De screenshots zijn gemaakt vanuit drie cameraposities die in chronologische volgorde van gebeurtenissen zijn gebeurd.
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.29 SR buiten Linksvoor. Voertuig, grijskleurige Audi, komt vanuit de [adres 10] , [adres 15] aanrijden over de [adres 2] .
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.35 SR buiten rechtsvoor. Voertuig, grijskleurige Audi, remt en komt tot stilstand
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.40 SR buiten rechtsvoor, portier linksachter gaat open
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.44 SR buiten rechtsvoor, persoon NN1 linksachter met capuchon
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.48 SR buiten rechtsvoor, persoon NN1 linksachter met capuchon opent kofferbak
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.50 SR buiten rechtsvoor, persoon NNI met capuchon haalt grote witte zakken uit de kofferbak
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.52 SR buiten rechtsvoor, persoon NN2 rechtsvoor en persoon NN3 rechtsachter verlaten het voertuig
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.55 SR buiten rechtsvoor, persoon NN2 rechtsvoor legt een donkere tas met lange
hengsels op de grond
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.56 SR buiten rechtsvoor, persoon NN2 rechtsvoor hangt de donkere tas over zijn schouder en persoon NNI linksachter haalt meerdere witte grote zakken uit het voertuig
[afbeelding]
Omschrijving: 04.48.59 SR buiten rechtsvoor, persoon NN4 stapt linksachter uit het voertuig
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.08 SR buiten linksvoor, persoon NN2 met ogenschijnlijk lichtkleurige handschoen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.09 SR buiten rechtsvoor, persoon NN2 (voor in beeld) met ogenschijnlijk lichtkleurige handschoenen en klein voorwerp in zijn rechterhand en NN4 lopen naar de voorzijde van [bedrijf 1]
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.09 SR buiten rechtsvoor, persoon NN2 en NN4 lopen naar de voorzijde van [bedrijf 1]
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.10 SR buiten linksvoor, persoon NN2 met beiden handen naar elkaar toe met vast
daartussen een vermoedelijk klein voorwerp
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.12 SR buiten rechtsvoor.NN1 pakt twee lange voorwerpen, ogenschijnlijke slagwapens, uit de kofferbak
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.12 SR buiten rechtsvoor.NN4 met aan de bovenzijde van de handschoenen ogenschijnlijk oranje kleur loopt met rechthoekig voorwerpen in zijn handen naar de voorzijde van [bedrijf 1] achter NN2 aan
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.19 SR buiten linksvoor, persoon NN2 en NN4, respectievelijk links en rechts van elkaar, staan naast elkaar aan de voorzijde van [bedrijf 1] Rijssen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.49.36 SR buiten rechtsvoor, persoon NN1 en NN3 (met hoofdlampje) blijven wachten ter hoogte van [bedrijf 5]
[afbeelding]
Omschrijving: 04.50.20 SR buiten linksvoor.NN4 met ogenschijnlijke oranjekleurige bovenzijde van de handschoenen met donkerkleurige binnenzijde
[afbeelding]
Omschrijving: 04.50.21 SR buiten rechtsvoor, persoon NN3 staat te wachten links van [bedrijf 5] terwijl het voertuig verderop in de straat heeft gekeerd en weer voorlangs komt rijden
[afbeelding]
Omschrijving: 04.50.23 SR buiten linksvoor. Voornoemd voertuig passeert NN2 en NN4
[afbeelding]
Omschrijving: 04.50.33 SR buiten rechtsvoor, persoon NNI en NN3 lopen weg in de richting van het steegje naast [bedrijf 6]
[afbeelding]
Omschrijving: 04.50.48 SR buiten linksvoor. Voornoemd voertuig stopt ter hoogte van [adres 10] , [adres 15] en NN2 loopt met versnelde pas in de richting van de [adres 15]
[afbeelding]
Omschrijving: 04.50.57 SR buiten linksvoor. Ogenschijnlijk kleine vonkjes landen op de straat voor [bedrijf 1] Rijssen en lijken afkomstig te zijn waar zojuist NN2 en NN4 hebben gestaan
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.27 SR buiten linksvoor. NN2 en NN4 komen weer in beeld
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.29 SR buiten rechtsvoor, explosie vindt plaats bij [bedrijf 1] Rijssen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.30 SR buiten linksvoor. Explosie vindt plaats
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.33 SR buiten rechtsvoor, persoon NN1 en NN3 lopen met versnelde pas het steegje uit naast [bedrijf 6] in de richting van [bedrijf 1] Rijssen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.37 SR buiten rechtsvoor, persoon NNI en NN3 lopen met versnelde pas en één van hen, pakt de twee slagvoorwerpen op
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.40 SR buiten linksvoor. Vier NN in beeld, allen richting [bedrijf 1] Rijssen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.42 SR buiten linksvoor. NN1 of NN3 overhandigt met rechts een breekvoorwerp aan NN2 of NN4, pakt deze aan met zijn linkerhand
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.49 SR buiten linksvoor. NN4 met breekvoorwerp klimt als eerste naar binnen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.49 SR buiten linksvoor. NN2 klimt als tweede naar binnen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.51.51 SR buiten rechtsvoor. NN-persoon komt met witte zakken aanlopen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.52.13 SR buiten linksvoor. NNI of NN3 doet grote witte tas naar binnen. Voertuig komt achterwaarts de [adres 2] in rijden
[afbeelding]
Omschrijving: 04.52.16 SR Entree. NN2, met ogenschijnlijk breekvoorwerp, komt in beeld binnen bij [bedrijf 1] Rijssen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.52.19 SR buiten linksvoor. NNI of NN3 klimt als laatste NN ook naar binnen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.52.34 SR buiten linksvoor. Grote witte zak wordt naar buiten gedaan
[afbeelding]
Omschrijving: 04.52.41 SR buiten linksvoor. Eerste NN komt naar buiten en pakt de weggewaaide witte zak en keert terug naar [bedrijf 1]
[afbeelding]
Omschrijving: 04.52.49 SR buiten linksvoor. Voornoemde NN klimt weer naar binnen met grote witte zak
[afbeelding]
Omschrijving: 04.53.19 SR buiten linksvoor. Grote witte zak naar buiten
[afbeelding]
Omschrijving: 04.53.21 SR buiten linksvoor. NN naar buiten
[afbeelding]
Omschrijving: 04.53.37 SR buiten linksvoor. Twee NN-personen naar buiten
[afbeelding]
Omschrijving: 04.53.42 SR buiten linksvoor. Derde NN naar buiten
[afbeelding]
Omschrijving: 04.53.57 SR buiten linksvoor. Twee NN-personen komen retour richting [bedrijf 1] Rijssen
[afbeelding]
Omschrijving: 04.54.19 SR buiten linksvoor. Laatste NN naar buiten
[afbeelding]
Omschrijving: 04.54.32 SR buiten linksvoor. Komt een voertuig vanuit de [adres 15] in de richting van de [adres 2] rijden
[afbeelding]
Omschrijving: 04.54.33 SR buiten linksvoor. Het voertuig vanuit de [adres 15] komt in aanraking met het vertrekkende voertuig vanuit het plaats delict
[afbeelding]
Omschrijving: 04.54.47 SR buiten linksvoor. Personen stappen uit het voornoemde voertuig en lopen met versnelde pas in de richting van de [adres 10]
17.
Het proces-verbaal van bevindingen bewakingsbeelden [bedrijf 7] [adres 16] van 16 januari 2024, nr. 54 voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 474 - 481:
Ik verbalisant [verbalisant 3] heb beelden bekeken aangeleverd door [bedrijf 7] gelegen aan de [adres 16] . [bedrijf 7] bevindt zich schuin tegenover [bedrijf 1] .
Over deze beelden kan ik het volgende verklaren:
Op 22-12-2023 om 04:48:33 uur (tijdstip beelden) zie ik een grijskleurige Audi in beeld komen.
Deze rijdt van links naar rechts door beeld. Op 22-12-2023 om 04:48:33 uur (tijdstip beelden) zie ik dat de grijskleurige Audi tot stilstand komt. Op 22-12-2023 om 04:48:53 uur (tijdstip beelden) zie ik een persoon uit de grijskleurige Audi stappen vanuit de linkerzijde. Ik zie dat deze persoon de kofferruimte opent en hier twee wit kleurige big bags uithaalt. Ik zie vervolgens dat meerdere personen handelingen verrichten bij de grijskleurige Audi. Op 22-12-2023 om 04:49:12 uur (tijdstip beelden) zie ik twee personen, geheel in het donker gekleed, in de richting van [bedrijf 1] lopen. Ik zie dat de voorste persoon (1) een tas op de schouder draagt. Ik zie dat de achterste persoon (2) met beide handen een klein voorwerp vasthoudt. Ik zie dat de grijskleurige Audi rechts uit beeld verdwijnen. Op 22-12-2023 om 04:49:28 uur (tijdstip beelden) zie ik een derde persoon in de reflectie van een pand aan de overzijde van de straat. Op 22-12-2023 om 04:50:25 uur (tijdstip beelden) zie ik dezelfde grijskleurige Audi voor de [bedrijf 7] langsrijden. Van rechts naar links door beeld. Ik zie vervolgens een persoon, met een hoofdlamp, handelingen verrichten voor het pand van [bedrijf 1] . Ik zie vervolgens meerdere personen wegrennen links uit beeld. Op 22-12-2023 om 04:50:25 uur (tijdstip beelden) zie ik een explosie/knal bij het pand [bedrijf 1] . Op 22-12-2023 om 04:51:41 uur (tijdstip beelden) zie ik twee personen in beeld komen vanaf de rechterzijde. Ik zie dat de voorste persoon, nader te noemen NN1, een lang voorwerp vast heeft. Dit voorwerp heeft de vorm en afmetingen van een sloophamer. Ik zie dat de tweede persoon, nader te noemen NN2, welke rechts in beeld komt, twee voorwerpen vast heeft. Deze voorwerpen hebben de vorm en afmetingen van breekijzers. Op 22-12-2023 om 04:51:45 uur (tijdstip beelden) zie ik vanaf de linkerzijde een derde persoon, nader te noemen NN3, in beeld komen. Ik zie dat deze persoon een hoofdlamp draagt.
Ik zie dat deze persoon iets aanneemt van NN2 Op 22-12-2023 om 04:51:45 uur (tijdstip beelden) zie ik dat NN3 twee, de op breekijzer gelijkende, voorwerpen vast heeft. Ik zie dat NN1 een voorwerp, gelijkend op een sloophamer, op de grond neerlegt. Ik zie dat NN2 terugloopt in de richting van de grijze Audi. Op 22-12-2023 om 04:51:53 uur Ik zie dat NN2 twee, wit kleurige, big bags pakt en richting [bedrijf 1] loopt. Op 22-12-2023 om 04:53:46 uur (tijdstip beelden) zie ik meerdere personen links uit beeld lopen. Ik zie dat één van de personen één of meerdere witkleurige big bags bij zich draagt. Op 22-12-2023 om 04:54:13 uur (tijdstip beelden) zie ik vanaf de linkerkant één persoon terug het beeld in lopen. Op 22-12-2023 om 04:54:20 uur (tijdstip beelden) zie ik wederom meerdere personen links uit beeld lopen komende vanaf [bedrijf 1] .
18.
Het proces-verbaal van bevindingen, camerabeelden getuige [getuige] , van 4 januari 2024, nr. 31, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 493 - 495:
Op 4 januari 2023 kreeg ik het verzoek om de camerabeelden uit te kijken welke door
getuige [getuige] vrijwillig ter beschikking zijn gesteld.
Op de camerabeelden zijn lampen te zien van een voertuig. Vervolgen is te zien dat er personen om het voertuig heen lopen, een aantal van deze personen hebben een lampje bij zich. Een aantal seconden later zie ik het voertuig weg rijden, je ziet de lampjes van de personen in het voertuig. Het voertuig is zilver van kleur en het betreft een sedan uitvoering. Ik zie dat de camerabeelden mee draaien met de rijrichting van het voertuig. Ik zie dat er een ijsbaan in beeld komt. Ik hoor een claxon van een auto en direct daarna hoor ik een harde knal. Een aantal seconden later zie ik dat hetzelfde voertuig weer in beeld komt, aan de achterzijde van de ijsbaan. Ik zie dat het voertuig de alarmlichten aan heeft. Ik zie dat het voertuig tot stilstand komt. Ik zie dat de airbag van het voertuig is uitgegaan. Ik zie het portier van de bijrijder en het portier achter de bijrijder opengaat. Ik zie uit beide portieren personen stappen met een lampje op het hoofd, Ik zie uit de linkerzijde van het voertuig ook twee personen stappen, een van deze personen heeft tevens een lampje op zijn hoofd. Er is nog een persoon te zien die uit de richting van het voertuig komt. Ik zie in totaal vijf personen wegrennen in de richting van de [adres 15] en linksaf slaan de [adres 10] in.
19.
Het proces-verbaal van bevindingen [bedrijf 8] , van 16 januari 2024, nr. 49, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 511 - 512:
Op 22 december 2023 heeft de politie de camerabeelden gevorderd van [bedrijf 8]
gevestigd aan de [adres 12] . Naar aanleiding van deze vordering heeft de politie de camerabeelden ontvangen met betrekking tot de periode van 22 december 2023 te 04.00 uur tot en met 05.00 uur.
Op de camerabeelden aan de voorzijde van het pand is om 04:58:40 uur te zien dat er 5 personen, donker gekleed, aan de overzijde van de straat rennen. Op het beeld gezien vanuit de rechterzijde in de richting van de linkerzijde.
Op de camerabeelden aan de rechterzijde van het pand is om 04:55:11 uur te zien dat er 5
personen, donker gekleed, aan de overzijde van de straat rennen. Op het beeld gezien vanuit de rechterzijde in de richting van de linkerzijde. Op de camerabeelden aan de linkerzijde van het pand is om 04:55:09 uur te zien dat er een 5-tal paar benen aan de overzijde van de straat rennen. Op het beeld gezien vanuit de rechterzijde in de richting van de linkerzijde. Een printje van deze camerabeelden is te onduidelijk. De aangeduide tijdstippen komen niet met elkaar overeen. [3]
Aantreffen verdachten
20.
Het proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2023, nr. 2, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 324:
Op 22 december 2023, omstreeks 05:07 uur, kwam ik ter plaatse op de incident locatie op de [adres 2] . Ik zag dat er een grijze Audi, voorzien van kentekenplaten [kenteken 1] , midden in de winkelstraat stond. Ik zag ook een zwarte Volkswagen Tuguan (de rechtbank begrijpt: Tiguan) staan voorzien van kenteken [kenteken 4] . Dit voertuig had forse schade. Ik zag dat er veel rookontwikkeling uit de getroffen [bedrijf 1] kwam. Ik zag dat er meerdere ruiten van zowel de [bedrijf 1] als omliggende panden kapot waren. Ik zag dat de straat bezaaid was met glas.
Ik heb in de omgeving rondgereden en gezocht naar de verdachten van de plofkraak.
Omstreeks 06:20 uur was de speurhondengeleider ter plaatse. Samen met mijn diensthond ging ik met de speurhondengeleider mee ter ondersteuning. Tijdens het onderzoek van de speurhondengeleider werd er een aantal sierraden aangetroffen ter hoogte van de [adres 10] .
Omstreeks 07:03 uur vertrok ik met mijn dienstauto vanaf het plaats delict. Ik reed over de [adres 8] in de richting van de N347. Ik zag in de verte dat er links van de weg ter hoogte van de [adres 8] , 3 mannen liepen met versnelde pas. Ik zag dat de mannen schichtig om zich heen keken. De mannen kwamen uit de richting van het plaats delict en uit de richting waar de verdachten naartoe gerend waren. Ik zag dat de mannen allemaal in het donker gekleed waren en hoodies droegen. Ik zag dat de mannen overstaken in de richting van de [adres 9] . Ik zag dat er een zwarte Volkswagen Polo voorzien van kenteken
[kenteken 2] aan kwam rijden vanuit de [adres 9] . Ik zag dat de 3 mannen naar de Volkswagen Polo liepen en instapten. Ik reed met mijn dienstvoertuig naar de Volkswagen Polo en reed deze klem. Ik vorderde van alle inzittenden een geldig identiteitsbewijs. De bestuurder
overhandigde mij een geldig rijbewijs. Hij gaf op te zijn: [naam 1] geboren op [geboortedatum 2] -2002.
21.
Het proces-verbaal van aanhouding van 22 december 2023,nr. 42, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 216 - 217:
Op 22 december 2023 om 09:21 uur, werd door ons op de locatie Wolvesweg, Enter, binnen de gemeente Wierden, aangehouden als verdachte: [medeverdachte 4] , geboren [geboortedatum 3] 2002 in [geboorteplaats 2] .
Omstreeks 09:00 uur werden wij gestuurd door de meldkamer naar de Wolvesweg in Enter. Er was door een omstander gebeld naar de meldkamer dat er twee personen liepen over de Wolvesweg in Enter in de richting van Delden. Deze personen zouden zijn natgeregend en hadden niets bij zich. Omstreeks 09:15 uur kwamen wij ter plaatste op de locatie welke de meldkamer ons had geplaatst. Wij zagen dat hier niemand aanwezig was en zijn dus doorgereden over de A1 richting Delden in de vermoedelijke looprichting welke melder had opgegeven. Toen wij over de A1 reden zagen wij in de verte twee personen staan bij een informatiebord van de omgeving. Dit was op de kruising Kartelaarsdijk, Wolvesweg en Zeendamsweg te Enter/Wierden en op ongeveer 800 meter van de locatie waar melder ze zou hebben zien lopen.
Wij, verbalisanten, reden op deze twee personen af. Wij zagen dat beide personen volledig in het donker gekleed waren en beide een capuchon op hadden. Hierop vertelde ik, naar later bleek verdachte [verdachte] geboren [geboortedatum 1] 1997 te [geboorteplaats 1] , dat deze met verbalisant [verbalisant 5] tien meter naar rechts mocht lopen. Wij zagen dat de kleding van de personen volledig doorweekt was. Ik, verbalisant [verbalisant 13] vroeg vervolgens aan de andere persoon of hij een identiteitsbewijs bij zich had. De persoon identificeerde zich middels een rijbewijs als [medeverdachte 4] geboren [geboortedatum 3] 2002 te [geboorteplaats 2] . Ik vroeg hem wat zij op deze plek deden. Ik hoorde dat verdachte [medeverdachte 4] antwoordde te zijn gegaan op een feestje bij een meisje in Rijssen en dat de andere jongen hem had geholpen nadien en ze verdwaald waren.
22.
Het proces-verbaal van aanhouding van 22 december 2023, nr. 41, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 184 - 185:
Op 22 december 2023 om 09:17 uur, werd door ons op de locatie Wolvesweg, Enter, binnen de gemeente Wierden (kruising kartelaarsdijk/infobord), aangehouden als verdachte: [verdachte] , geboren [geboortedatum 1] 1997 in [geboorteplaats 1] . Ik, verbalisant [verbalisant 5] ,
vroeg wie hij was. Ik hoorde dat hij stotterend zei hoezo dan? Ik vroeg nogmaals wie hij was. Ik hoorde dat hij zei dat hij [verdachte] was. Ik, verbalisant [verbalisant 5] , vroeg welke [verdachte] . Ik hoorde dat hij zei gewoon [verdachte] . Ik vroeg aan hem wat zij hier aan het doen waren. Ik hoorde dat hij zei: "We waren hier net met twee 'Chickies' Ik, verbalisant [verbalisant 5] , zag dat de kleding doorweekt was van water. Het regende op het moment van aanhouding al ongeveer één uur.
Tijdens het vervoer naar het arrestantencomplex te Borne roken wij een penetrante benzinelucht van de verdachte afkomen.
DNA
23.
Het proces-verbaal van afname DNA-materiaal van 5 februari 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 179:
Op 5 februari 2024 heeft [verbalisant 6] (…) (rechtbank: vervolg naam onleesbaar), forensisch rechercheur, in aanwezigheid van mij, getuige [verbalisant 7] , hoofdagent, van de hiervoor genoemde verdachte (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 3] , geboortedatum [geboortedatum 4] 2003) ingevolge het bevel van de officier van justitie en overeenkomstig het bij of krachtens artikel 151b lid 1 Sv ten behoeve van DNA-onderzoek afgenomen: wangslijm. Het DNA-materiaal werd na verpakking voorzien van een identiteitszegel overeenkomstig het op dit formulier geplakte zegel.
[afbeelding]
24
Het proces-verbaal waarneming en afname celmateriaal nr. 115 van 1 februari 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina’s 139 – 140:
In aanwezigheid van mij, verbalisant [verbalisant 8] , werd op donderdag 1 februari 2024 door mij, [verbalisant 9] , verbalisant en niet betrokken bij het onderhavige opsporingsonderzoek op verzoek van de officier van justitie, A.C. Waterman, van de verdachte [medeverdachte 2] geboren: 21 juli 2002 in Utrecht wangslijmvlies afgenomen.
Het afgenomen celmateriaal is door [verbalisant 9] in beslag genomen. Het celmateriaal is op de voorgeschreven wijze verpakt en voorzien van een identiteitszegel. Op dit identiteitszegel is de naam en geboortedatum van de verdachte aangebracht. Een identiek identiteitszegel is op dit proces-verbaal aangebracht. De verpakking werd door [verbalisant 9] verzegeld.
[afbeelding]
Voorwerpen in Audi S4, VW Polo en kledingpakket
25.
Het proces-verbaal van bevindingen forensisch onderzoek plaats delict, nr. 72, van 24 januari 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina’s 574 – 583:
Op 22 december 2023 om 08:20 uur kwam ik verbalisant [verbalisant 10] voor forensisch onderzoek
aan op de locatie [adres 2] . Later in dit onderzoek sloot ik verbalisant [verbalisant 11] aan op 22 december 2024 omstreeks 11:30 uur. Het PD onderzoek is verricht in en nabij een winkelpand met bovenwoning, [adres 2] .
PD-onderzoek buiten.
Ik, [verbalisant 10] , zag ter plaatse dat van het getroffen pand, de naast gelegen panden en de hier tegenover gelegen panden diverse schade aan ruiten, dakpannen en of gevelbekleding. Ik zag dat de ruit, links aan de voorzijde geheel niet meer aanwezig was. Op de bestrating lagen diverse glasdelen en of geveldelen. Ik verbalisant [verbalisant 10] heb ter plaatse diverse glasdelen verzameld in een daarvoor bestemde papieren zak en voorzien van de benodigde gegevens en hiermee veiliggesteld (AAOT0019NL). Dit raam betrof de explosiehaard en de omliggende gevel was zwaar beschadigd.
Tevens zag ik op enkele tientallen meters een VW Tiguan, zwart van kleur, voorzien van kenteken
[kenteken 4] en was zwaar beschadigd aan de rechter voorzijde. Ik zag dat het rechter voorwiel was afgebroken van de vooras en dat de bumper hier was beschadigd. Hierachter stond een Audi 34, zilverkleurig, voorzien van kenteken [kenteken 1] , zwaar beschadigd aan de linker zijkant. De airbag was aan deze linkerzijde uitgevouwen. Deze schade past bij een aanrijding van deze twee voertuigen. Ik verbalisant [verbalisant 10] heb in de Audi S4 een onderzoek uitgevoerd omtrent de veiligheid. Hierbij werd door een wegklapbaar deel van de achterzitting de kofferruimte doorzocht. Hierbij werd een zak met daarin sieraden waargenomen en een jerrycan met brandstof. Tevens werd hierin deze kofferruimte een voorhamer aangetroffen. Na deze waarnemingen werd dit voertuig voor een vervolgonderzoek afgesleept naar een politie locatie te Almelo.
Aansluitend heb ik verbalisant [verbalisant 10] ter plaatse het kozijn en de omliggende geveldelen bemonsterd van de explosiehaard met daarvoor bestemde doekjes en container (AAOT0017NL). Bij een gevel op bij benadering 56 meter van de explosiehaard, [adres 17] , heb ik tevens een gevel bemonsterd met daarvoor bestemde doekjes en container (AAOT0018NL). tevens als referentie heb ik daarvoor bestemde doekjes en container (AAOT0020NL ) veiliggesteld.
PD-onderzoek binnen.
Omstreeks 11:30 kwam ik verbalisant [verbalisant 11] ter plaatse en werd het onderzoek binnen in de juwelierszaak samen met verbalisant [verbalisant 10] uitgevoerd. In de gang achter de inpandige etalage was alles zwaar beschadigd passend bij een explosie. Op de vloer lagen onderdelen van de etalage, delen van een rolluik en glas. Ter plaatse heb ik verbalisant [verbalisant 10] enkele glasdelen welke hier op de vloer lagen, veiliggesteld in een daarvoor bestemde envelop (AAOT0021NL). Wij zagen in de winkel diverse vitrines. Van drie vitrines aan de linker zijde waren de ruiten gebroken. Op de vloer lag glas, transparant, vlak en gehard. Ik verbalisant [verbalisant 10] zag in de breukvlakken van dit glas, ribmarks.
Bijzonderheden glasbreuk,
ribmarks.
Glasbreuken welke ontstaan door stomp botsend geweld hebben een herkenbare gebogen rand en een breukvlak met ribmarks, gebogen haakvormige kenmerken in de breukvlakken. Ter plaatse heb ik verbalisant [verbalisant 10] enkele glasdelen welke hier op de vloer lagen, veiliggesteld in een daarvoor bestemde envelop (AAOT1147NL).
Het onderzoek in de kern was gericht op het vinden van sporen welke de dader(s) en of explosief zouden kunnen identificeren. Hier werd een deel van de gelaagde ruit, welke naar binnen op de vloer was gevallen, bemonsterd met daarvoor bestemde doekjes en opgeslagen in een daarvoor bestemde container (AAOT0024NL).
Onderzoek explosiehaard.
Op de buitenzijde van de gelaagde ruit was een gebogen kenmerk waarneembaar. De schade was hier rond dit raam duidelijk aanwezig. Zowel de etalage dan wel de ombouw van de etalage was zwaar beschadigd.
Vervolgonderzoek in de winkel.
Wij zagen in de winkel dat beide deuren van de etalagegangen open stonden. Op een deur aan de rechterzijde werd schade waargenomen passend bij stomp botsend geweld. Op de vloer nabij diverse glasdelen lag een voorhamer met een grijs blauwe steel. Gezien het totaalbeeld aan schade en onze bevindingen was deze voorhamer gebruikt om ruiten te vernielen. Wij zagen in de etalage aan de rechterzijde een breekijzer zwart/grijs van kleur. Gezien het totaalbeeld aan schade en onze bevindingen was deze breekijzer gebruikt om een deur te openen en of vernielen.
Op de vloer in de gang naar de explosiehaard lag een spaanplaat. Dit was een deel van een vitrine welke door de explosie / drukgolf op de vloer was gevallen. Hierop was door onderzoek een schoenspoor waarneembaar. Echter was dit schoenspoor gezet in stof en was er beweging in waarneembaar. Dit schoenspoor werd middels een daarvoor bestemde folie afgenomen en veiliggesteld (AAOT0027NL). Op de vloer in de winkel werd tevens een schoenspoor waargenomen door onderzoek. Dit schoenspoor werd middels een daarvoor bestemde folie afgenomen en veiliggesteld (AAOT0026NL).
Voertuigonderzoek.
Aansluitend werd door ons het voertuig onderzocht welke op de hierboven genoemde locatie werd veiliggesteld cq gestald. Het betrof een vierwielig voertuig, merk 118, type S4, kleur zilvergrijs, kentekenplaat voor- en achterzijde [kenteken 1] . In de kofferbak van dit voertuig lagen diverse goederen. Wij zagen een grote witte zak met daarin diverse sieraden. In de kofferbak lag nog een grote witte zak. Door onderzoek hierin bleek deze leeg te zijn. Tevens zagen wij in de kofferbak een jerrycan met daarin een vloeistof. Deze jerrycan rook naar brandstof. In de kofferbak lag een breekijzer zwart/grijs van kleur. In de kofferbak lag een voorhamer met een blauw/grijze steel. Op de voorstoel rechts lagen twee kentekenplaten, wit van kleur met rode opdruk (België), [kenteken 3] .
Samenvattende bevindingen.
De explosie en of explosieve verbranding vond plaats op een vroege vrijdag ochtend. Het meest aannemelijk was dat door het opzettelijk achterlaten van een explosief op de ruit van de [bedrijf 1] van genoemd pand een explosie en of explosieve verbranding was ontstaan.
Gezien de aangetroffen situatie, onderzoeksresultaten en de ons bekomen informatie was het mogelijk dat hier een explosie en of explosieve verbranding had plaats gevonden door dat hier opzettelijk een explosief was ingebracht en ontstoken.
Overzicht veiliggestelde sporen en sporendragers
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
26.
Het proces-verbaal van forensisch onderzoek voertuig, nr. 118, van 24 januari 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina’s 613 - 616:
Op woensdag 10 januari 2024 om 11:00 uur kwam ik verbalisant [verbalisant 10] naar aanleiding van een gekwalificeerde diefstal met geweld in/uit winkel, voor forensisch onderzoek aan op Forensische Opsporing locatie Almelo.
Ik was bevoegd om op deze locatie een onderzoek in te stellen op basis van mijn aanstelling als opsporingsambtenaar en de taak die ik hier als zodanig te vervullen had.
Het betrof een vierwielig voertuig, merk Volkswagen, type Polo, kenteken voor- en achterzijde
[kenteken 2] . Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen.
Door onder de bestuurderszitting te zoeken zag ik een in elkaar gepropt stel handschoenen, oranje van kleur, rode maatrand. Ik zag door onderzoek aan deze handschoenen dat deze aan de binnenzijde grijs waren van kleur. Gezien het totaalbeeld waren deze gebruikt en waren van het merk Werkcmann.
Aansluitend door onder de bijrijderszitting te zoeken zag ik een in elkaar gepropt stel handschoenen, oranje van kleur, groene maatrand. Ik zag door onderzoek aan deze handschoenen dat deze aan de binnenzijde grijs waren van kleur. Gezien het totaalbeeld waren deze gebruikt en waren van het merk Werkcmann.
Tevens zag ik onder de bestuurderszitting een bivakmuts, zwart van kleur. Deze bivakmuts heb ik een daarvoor bestemde verpakking verpakt en voorzien van de benodigde gegevens (AAOT0119NL). Door vervolgonderzoek onder de bijrijderszitting zag ik non twee bivakmutsen, zwart van kleur. Deze bivakmutsen heb ik een daarvoor bestemde verpakkingen verpakt en voorzien van de benodigde gegevens (AAOT0120NL en AAOT0121NL).
Bijzonderheden
Voorafgaand aan mijn onderzoek werd ik gevraagd om uit een reeds onderzocht voertuig, Audi S4, welke ook in dit onderzoek was veiliggesteld, een telefoonkaart veilig te stellen. Ik heb deze telefoonkaart in een daarvoor bestemde verpakkingen verpakt en voorzien van de benodigde gegevens (AAOT0118NL).
Overzicht veiliggestelde sporendragers
[afbeelding]
27.
Het proces-verbaal van bevindingen van 22 december 2024, nr. 19, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 328:
Nadat de vier inzittenden van de personenauto met het kenteken [kenteken 2] door collega's aan waren gehouden, liep ik terug naar mijn dienstvoertuig. Op het moment dat ik mij vlak bij mijn dienstvoertuig bevond, zag ik dat in de voortuin van een woning een zwart gekleurd pakket van kleding lag. Later bleek mij dat deze woning was gelegen aan de [adres 9] . Ik zag dat het pakket aan de zijde van de [adres 8] in de tuin lag. Ik zag dat dit pakket een ronde vorm had, waardoor ik wist dat dit pakket gevuld was. Ik zag tevens dat dit pakket achter
het hek, half in struiken was blijven hangen. Ik zag dat de plaats waar dit pakket in de tuin lag, zich op een afstand van ongeveer tien meter bevond van de plaats van aanhouding van de vier verdachten.
28.
Het proces-verbaal van forensisch onderzoek bedrijf, nr. 110, van 24 januari 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina’s 628 – 631:
Op 5 januari 2024 om 12:20 uur kwam ik, verbalisant [verbalisant 10] voor forensisch onderzoek aan op [adres 18] . Ik was bevoegd om op en aan deze kleding en of goederen een onderzoek in te stellen op basis van mijn aanstelling als opsporingsambtenaar en de taak die ik hier als zodanig te vervullen had.
Onderzoek kledingpakket
Op het bureau van politie te Almelo was een zak met daarin een kledingpakket in een daarvoor bestemde ruimte geplaatst. Ik heb dit kledingpakket uit elkaar gehaald en de kledingstukken en of goederen apart verpakt en voorzien van informatie. Ik trof na het openen van de zak een joggingbroek welke was dichtgeknoopt. Na het open van deze joggingbroek trof ik diverse kleding aan en ook twee in elkaar geknoopte stukken kleding. Na het openen van alle in elkaar geknoopte kledingpakketten zag ik in totaal drie jassen/vesten zwart van kleur, drie joggingbroeken zwart van kleur, verpakking
van een mondkapje, twee paar sokken aangetast door gebruik en zwart van kleur. Tevens zag ik door onderzoek twee hoofdlampen en twee mondkapjes in deze kledingpakketten. Ik zag door onderzoek in een jas/vest een stukje glas van bij benadering twee bij twee millimeter. Dit glas was transparant en was gezien het grillige totaalbeeld van een gebroken ruit afkomstig. Dit stukje glas heb ik veiliggesteld in een daarvoor bestemde verpakking (AAOT0131NL) voor een mogelijk vervolgonderzoek.
Overzicht veiliggesteld spoor en sporendragers
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
29.
Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek Audi S4 [kenteken 5] ,nr. 46, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 562 - 563:
Op 10 januari 2024 omstreeks 12:15 uur hebben wij, verbalisanten [verbalisant 12] en [verbalisant 3] , onderzoek verricht aan de in beslag genomen Audi S4 voorzien van kenteken [kenteken 5] .
Aantreffen bonnetje [bedrijf 9]
Onder de bijrijdersstoel trof ik een, in elkaar verfrommeld, bonnetje aan. Ik zag dat het ging om een bonnetje [bedrijf 9] gelegen aan de [adres 19] . Ik zag dat het ging om een transactie van een [bedrijf 10] met een bedrag van 20,- euro. Ik zag dat deze transactie gedaan werd op: 21 december 2023 om 17:36:16 uur.
Schoenspoor
30.
Het proces-verbaal van forensisch onderzoek nr. 126, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 643 - 645:
Op 11 januari 2024 om 09:00 uur kwam ik, verbalisant [verbalisant 10] , voor forensisch onderzoek aan op Forensische Opsporing te Enschede.
Ik heb de mij aangeboden goederen uit de verpakking genomen en op een daarvoor geschikte ondergrond geplaatst. Deze heb ik macroscopisch onderzocht, gefotografeerd en onderzocht op beschadiging, glasdelen, glassplinters en of glasresten. Enkele schoenen hadden in de zool resten waarvan ik vermoed dat dit glasresten, glassplinters zouden kunnen zijn.
Overzicht veiliggestelde sporendragers
De hierna omschreven sporendragers werden gewaarmerkt en veiliggesteld.
[afbeelding]
31.
Het proces-verbaal uitslag vergelijkend schoensporenonderzoek, nr. 136,
voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 657 - 659:
ONTVANGEN MATERIAAL
Op 26 februari 2024 ontving ik, verbalisant,
[B] Een paar schoenen met de opdruk van het logo van het merk Nike, SIN AAQR2328NL, in beslag genomen onder [medeverdachte 3] geboren op [geboortedatum 4] 2003.
Langs digitale weg ontving ik:
1) Een folie met schoenafdruksporen, SIN AAOT0026NL;
2) Een folie met een schoenafdrukspoor, SIN AAOT0027NL;
Een fotomap genaamd PD-onderzoek behorende bij proces PL0600-2023086997.
Voor het vergelijkend onderzoek zijn door mij drie foto's geselecteerd uit de fotomap PD-onderzoek te weten:
3) Een foto met schoenafdruksporen, gemaakt op 22 december 2023, gewaarmerkt met fotonummer WBF_5757, PL0600-2023586997;
4) Een foto met schoenafdruksporen, gemaakt op 22 december 2023, gewaarmerkt met
fotonummer WBF 5732, PL0600-2023386997.
Op 11 maart 2024 ontving ik, van afdeling Sporenbeheer, Team Forensische Opsporing:
[C] Een paar schoenen met de opdruk van het merk Fila, SIN AAQR2329NL, in beslag genomen, onder een onbekende verdachte NN PL060C M 231222 0821 [4] ;
VRAAGSTELLING
Zijn de schoensporen 1) tot en met 5) veroorzaakt met de schoenen A1 tot en met D).
RESULTATEN
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen enerzijds het meest omvangrijke schoenspoor op foto 3) en anderzijds de zolen van de schoenen [B] en de hiermee vervaardigde proefsporen komt gezien het weergegeven profiel en vorm van het spoor de rechterschoen in aanmerking als mogelijke veroorzaker van het spoor.
Voorts is gebleken dat:
- Het profiel overeenkomt;
- De afmetingen praktisch overeenkomen.
Onverklaarbare verschillen zijn niet waargenomen.
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen enerzijds het schoenspoor plaatsing [4.2] op foto [4]| en anderzijds de zolen van de schoenen [C] en de hiermee vervaardigde proefsporen komt gezien het weergegeven profiel en vorm van het spoor de rechter- of linkerschoen in aanmerking als mogelijke veroorzaker van het spoor.
Voorts is gebleken dat:
- Het profiel overeenkomt;
- De afmetingen praktisch overeenkomen.
Onverklaarbare verschillen zijn niet waargenomen.
CONCLUSIE
Op grond van het vergelijkend schoensporenonderzoek concludeer ik, dat:
Het meest omvangrijke schoenspoor op foto [3] is veroorzaakt met een rechterschoen, soortgelijk aan de rechterschoen B). Door het ontbreken van karakteristieke overeenkomsten kon niet worden vastgesteld dat het spoor daadwerkelijk is veroorzaakt met de rechterschoen [3].
Het schoenspoor plaatsing [4.2] op foto [4] is veroorzaakt met een schoen, soortgelijk aan de rechter- of linkerschoen. Door het ontbreken van. karakteristieke overeenkomsten kon niet worden vastgesteld dat het spoor daadwerkelijk is veroorzaakt met de rechter- of linkerschoen [C].
Explosievenonderzoek
32.
Een schriftelijk bescheid, te weten het deskundigenverslag opgemaakt en elektronisch ondertekend door dr. J. Dalmolen, tekenbevoegd NFI-deskundige, getiteld Explosievenonderzoek naar aanleiding van een explosie bij een juwelierswinkel in Rijssen op 22 december 2023, van 31 juli 2024,voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 717 – 731:
Tabel 1. De via de Frontdesk NFI ontvangen onderzoeksmaterialen.
Spoor Identificatie omschrijvingen zoals in de aanvraag
Nummer (SIN)
AAOT0017NL "Monster | Buitenzijde pand | Monster (evt kruitresten)"
AAOT0018NL* "Monster | Buitenzijde pand | Monster (kruit)"
AAOT0020NL* "Monster | Buiten | Betreft doekjes (ref monster)"
AAOT0024NL "Monster | Op raam binnenzijde pand | Raam lag op de grond, dit i.v.m. blast, raam bemonsterd"
* Onderzoeksmaterialen [AAOT0018NL en AAOT0020NL] zijn geen bemonsteringen die door de FO genomen zijn om eventuele sporen van een explosieve lading te achterhalen, maar betreffen zogenaamde controlemonsters. Uit navraag bij de FO is mij bekend dat controlemonster [AAOT0018NL] genomen is op enige afstand van de plaats van de explosie en dient om uit te sluiten dat er 'van nature' al sporen van explosieve stoffen in de omgeving van de plaats delict voorkomen. Onderzoeksmateriaal [AAOT0020NL] betreft ongebruikte doekjes (gaasjes) in een gesloten verpakking en dient als controlemonster om vast te stellen wat het achtergrondsignaal is van de door de FO gebruikte doekjes/gaasjes.
Onderzoeksvragen
De onderzoeksvragen aan het deskundigheidsgebied Explosies & Explosieven van het NFI zijn als volgt geformuleerd:
1. Is te achterhalen welke explosieve stof er is gebruikt?
2. Is een inschatting te maken van de hoeveelheid explosieve stof die tot ontploffing is gebracht?
3. Zo ja, wat is de gevaarzetting geweest ten tijde van de ontploffing?
4. Is de kracht van een explosief mede afhankelijk van de constructie c.q. 'verpakking' van het explosief?
5. Welke uitspraak/uitspraken kan/kunnen worden gedaan over de constructie van het explosief in onderhavige zaak en de invloed daarvan op de kracht van de explosie?
6. Heeft (de explosie van) het explosief, gegeven de concrete plaatsing van het explosief, gevaar opgeleverd voor de bebouwde omgeving en (eventuele) bewoners? Met bebouwde omgeving bedoel ik de bouwconstructie van het gebouw / het pand waarin de [bedrijf 1] gevestigd is.
Conclusies
Op grond van de onderzoeksresultaten wordt het volgende geconcludeerd:

1. Is te achterhalen welke explosieve stof er is gebruikt?

Ja, het chemisch sporenbeeld past bij een ontploffing van een explosieve lading op basis van in ieder geval kaliumperchloraat en aluminium(poeder). Mengsels op basis van kaliumperchloraat en een metaalpoeder staan ook wel bekend onder de naam 'flitspoeder'. Flitspoeders zijn krachtige pyrotechnisch mengsels. Al bij geringe opsluiting zal het ontsteken van flitspoeder leiden tot een explosie.

2. Is een inschatting te maken van de hoeveelheid explosieve stof die tot ontploffing

is gebracht?

3. Zo ja, wat is de gevaarzetting geweest ten tijde van de ontploffing?

Ja, op basis van het schadebeeld (uitgewerkt in §6.2) schat ik in dat het gaat om de ontploffing van een explosieve lading op basis van flitspoeder in de ordegrootte van enkele honderden grammen tot 500 gram flitspoeder.
33.
Een schriftelijk bescheid, te weten het deskundigenverslag opgemaakt en elektronisch ondertekend door dr. P.D. Zoon, tekenbevoegd NFI-deskundige, getiteld Vergelijkend glasonderzoek naar aanleiding van een plofkraak te Rijssen op 22 december 2023 van 22 maart 2024,voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 665 - 671:
Te onderzoeken materiaal
Tabel 1 Overzicht te onderzoeken materiaal
Sporendragers
AAOT0131NL* Glas; In verfrommelde vest (pakketje)
Referentieglas
AAOT0019NL Glas; Buiten [bedrijf 1] voor vitrine
AAOT0021NL Glas; Binnen bij [bedrijf 1] , in gang
AAOT1147NL Glas; Binnenzijde [bedrijf 1]
* Het glasdeeltje is afkomstig uit het pakket met kleding ( de rechtbank begrijpt: het kledingpakket aangetroffen nabij de VW Polo zoals gerelateerd in het daarop betrekking hebbende bewijsmiddel in deze bijlage).
Vraagstelling en hypothesen
Op het aanvraagformulier is de volgende vraagstelling geformuleerd:
"Glas van de kleding AAOT0131NL vergelijken met glas van de plaats delict. Zijn deze glassporen afkomstig van glas van de winkel?"
Bij vergelijkend glasonderzoek worden glassporen vanaf de sporendrager(s) en referentieglas met elkaar vergeleken en wordt bepaald of de resultaten beter passen bij hypothese 1 of bij de alternatieve hypothese 2. Voor deze zaak zijn de volgende hypothesen geformuleerd:
Hypothese 1
Het onderzochte vlakglasspoor is afkomstig van een van de gebroken ruiten.
Hypothese 2
Het onderzochte vlakglasspoor is afkomstig van een willekeurig andere ruit.
Conclusie
Het glasspoor [AAOT0131NL] uit het kledingpakket komt overeen met het referentieglas "Binnenzijde [bedrijf 1] " [AAOT1147NL]. Hiervoor geldt dat de resultaten van het vergelijkend glasonderzoek veel waarschijnlijker zijn wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
34.
Een schriftelijk bescheid, te weten het deskundigenverslag opgemaakt en elektronisch ondertekend door dr. P.D. Zoon, tekenbevoegd NFI-deskundige, getiteld Aanvullend vergelijkend glasonderzoek naar aanleiding van een plofkraak te Rijssen op 22 december 2023 van 13 juni 2024,voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 677- 685:
Te onderzoeken materiaal
Tabel 1 Overzicht te onderzoeken materiaal
SIN Omschrijving volgens het aanvraagformulier
Sporendragers
AAQR2327NL Schoeisel (Schoen); Under armour, charged commit tr 31 mt eur 46
Tabel 2 Overzicht te onderzoeken materiaal
SIN Omschrijving volgens het aanvraagformulier
Referentieglas
AAOT0019NL Glas; Buiten [bedrijf 1] voor vitrine
AAOT0021NL Glas; Binnen bij [bedrijf 1] , in gang
AAOT1147NL Glas; Binnenzijde [bedrijf 1]
Toelichting: het referentieglas is ontvangen bij aanvraag 001.
Vraagstelling en hypothesen
Op het aanvraagformulier is de volgende vraagstelling geformuleerd:
"Indien in de schoenzolen (AAQR2327NL) glas aanwezig is moeten deze vergeleken worden met het referentieglas in deze casus."
Bij vergelijkend glasonderzoek worden glassporen vanaf de sporendrager(s) en referentieglas met elkaar vergeleken en wordt bepaald of de resultaten beter passen bij hypothese 1 of bij de alternatieve hypothese 2. Voor deze zaak zijn de volgende hypothesen geformuleerd:
Hypothese 1
Eén of meer van de onderzochte vlakglassporen zijn afkomstig van de gebroken ruit(en).
Hypothese 2
Alle onderzochte vlakglassporen zijn afkomstig van (een) willekeurig andere ruit(en).
Conclusie
Uit de schoenen [AAQR2327NL] van de verdachte zijn glassporen veiliggesteld die overeenkomen met twee soorten referentieglas. Hiervoor geldt dat de resultaten van het vergelijkend glasonderzoek tenminste zeer veel waarschijnlijker1 zijn wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
35.
Een schriftelijk bescheid, te weten het deskundigenverslag opgemaakt en elektronisch ondertekend door Ing. J.L.W. Dieltjes, tekenbevoegd NFI-deskundige, getiteld Rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een plofkraak in Rijssen op 22 december 2023 van 8 april 2024, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 699 - 703 :
Forensische Opsporing Politie Eenheid Oost-Nederland heeft verzocht om veertien bemonsteringen
te onderwerpen aan een DNA-onderzoek. Tevens is verzocht om de DNA-profielen van verdachten [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [naam 1] en [medeverdachte 3] te betrekken bij het vergelijkend DNA-onderzoek.
SIN omschrijving bemonstering relatie met SIN
[afbeelding]
Bij het onderzoek betrokken personen
Resultaten, interpretatie en conclusie van het onderzoek
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
[afbeelding]
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
DNA-profielen AARE3111NL#01, AARE3112NL#01 en AARE3119NL#01 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [medeverdachte 2] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige onbekende persoon.
DNA-profielen AARE3113NL#01 en AARE3118NL#01 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte [medeverdachte 3] , dan wanneer het DNA afkomstig is van een willekeurige onbekende persoon.
DNA-mengprofielen AARE3114NL#01, AARE3115NL#01 en AARE3116NL#01 zijn elk meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer het DNA afkomstig is van verdachte 1. [medeverdachte 3] en een willekeurige onbekende persoon, dan wanneer het DNA afkomstig is van twee willekeurige onbekende personen.
iPhone [naam 1]
36.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 1] van 1 februari 2024, nr. 60, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina 289:
Opmerking verbalisant: De telefoon (iPhone 14) die was geschakeld met de VW Polo waarin je werd aangehouden heette: iPhone van [alias] .
37.
Het proces-verbaal van bevindingen van 15 mei 2024, nr. 65, voor zover inhouden, zakelijk weergegeven op pagina 531-543:
Door het team Digitale Opsporing werd een zogeheten image gemaakt van de onder verdachte [naam 1] in beslag genomen Iphone 14. Deze image werd door mij onderzocht. Ik heb onder andere gezocht op Rijssen. Dit gaf twee resultaten. Een bleek een navigatieroute die op 22 december 2023 gereden is richting Rijssen.
De GPS coördinaten geven aan dat de Route gestart werd op 22 december 2023 om 05.37 uur (de melding van de plofkraak was om 04.52 uur) en ging van: [adres 20] (52.009005, 5.087830) naar [adres 21] .
Het account [gebruikersnaam 3] is gekoppeld aan het toestel en deze is dus in gebruik bij verdachte
[naam 1] . Er is te zien dat er een aantal keren contact is met snapchatgebruiker [gebruikersnaam 2] .
Voor de volledigheid ook nog een overzicht van de zogeheten call gesprekken (telefoongesprekken via chatapplicaties zoals Snapchat) uit de chat.
[afbeelding]
Verklaring verdachte [medeverdachte 2]
38.
Het losbladig proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] van 7 augustus 2024, nr. 66, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina’s 2 – 5 van 16:
Ik wil verklaren over mijn eigen rol. Ik ben naar de stad geweest in de avond (de rechtbank begrijpt: de avond van 22 december 2023). Daar ben ik een persoon tegen gekomen en die vroeg mij wat ik die dag later zou doen. Die persoon vroeg of ik meeging naar iets spannends, serieus en waar ik ook
iets aan kon verdienen. Daar heb ik eigenlijk gelijk ja op gezegd. Ik weet de tijd niet meer, maar het was in de nacht. Er werd mij verteld dat ik niets mee moest nemen. Toen hebben we een tijd afgesproken, er werd mij verteld dat ik diegene daarna niet meer kon bereiken. Het was aan de [plaats 2] .
Een kwartier of 10 minuten daarvoor ben ik naar de afgesproken plek gegaan. Vervolgens verscheen er een auto die daar ging parkeren. Toen is er iemand uitgestapt, die heeft daarna om zich heen gekeken of hij iemand zag. Vervolgens deed hij de kofferbak open. Daar zag ik allerlei spullen in, onder andere 2 grote hamers en ander gereedschap. Ik zag ook zakken, van die witte grote zakken. Vervolgens heb ik ook kleren en handschoenen gekregen. Deze heb ik over mijn normale kleren heen moeten trekken werd mij verteld. Vervolgens toen ik eenmaal alles aan had, zijn we ingestapt. Ik ben ingestapt. Om vervolgens weg te rijden uit mijn buurt, uit [plaats 2] . Toen tijdens de rit richting die plek, ik weet de naam niet meer, kwam er een gesprek voor wat nou eigenlijk de bedoeling was wat ik zou doen. Wat dat spannends en serieus nou echt was. Toen werd erg gezegd dat bepaalde personen de [bedrijf 1] zouden "geven" en dat mijn rol was, mijn taak was dat ik uit zou stappen eenmaal daar aangekomen en dat ik de hamers, breekijzers en gereedschap die ik voor het eerst zag in de kofferbak voordat we weg reden, uit moest laden en de tassen op de grond moest zetten. Vervolgens moest ik in een steegje wachten totdat bepaalde personen de [bedrijf 1] zouden geven. Vervolgens had ik al het idee gekregen, omdat ik hamers en gereedschap had gezien dat het om een inbraak zou gaan en er werd gesproken over een [bedrijf 1] . Eenmaal wachtend duurde het ff in het steegje. Ik keek terug naar de [bedrijf 1] , zag ik vonkjes bij 1 van de ramen en toen was er eigenlijk een enorme knal. Wat ook mijn taak zou zijn is naar binnen gaan in de [bedrijf 1] en de spullen die nodig waren naar binnen brengen. Vervolgens ben ik naar binnen gegaan en was mijn taak om sieraden te schuiven in 1 van de witte zakken die ik ook had meegenomen. Ik had hamers, zakken en breekijzers uit de auto gehaald. Wat ik heb meegekregen is dat er werd gezegd dat er een [bedrijf 1] zou worden gegeven.
V: Maar wat versta jij er dan onder?
A: Ik dacht dat daarmee een inbraak bedoeld werd. Toen ik eenmaal binnen was lag de zak die ik binnen had gebracht wel voor mij, en vervolgens heb ik een kist of een pallet ofzo waar sieraden op waren in de tas gedaan. Vervolgens heb ik de tas gesleept naar de uitgang omdat ik al bijna niets meer kon zien. Ik heb de tas eruit gedragen en ben vervolgens zelf uit de [bedrijf 1] geklommen. Eenmaal buiten ging ik weer terug half naar binnen, ik schreeuwde "Weg", "Weg". Vervolgens heb ik de tas die buiten stond getild in de kofferbak, of er kwam een tas nog uit en die in de kofferbak gelegd. Ik ben vervolgens ingestapt.
V: Waar ben je ingestapt?
A: In die Audi.
Uiteindelijk toen iedereen in de auto zat werd de auto in de richting uit het centrum gereden waar ook een andere auto op de weg stond. Die auto was aan. Eenmaal toen er geprobeerd werd om langs die auto te rijden om weg te rijden volgde er een harde klap aan de zijkant van de auto, toen de bestuurder van de auto die daar stond in onze reed. Vervolgens sprongen de airbags en deed de auto niets meer en ben ik uit de auto gerend zonder iets mee te nemen of dergelijke. Ik ben uit paniek weggerend zonder dat ik daar de weg wist. Toen had ik geen inschatting hoelang ik aan het rennen was, maar het duurde wel ff. Veel paniek nogmaals ik wist niet waar ik was. Ik heb ergens gelegen en vervolgens ben ik op de hoogte gesteld dat ik zou worden opgehaald. Even later ben ik aangehouden in de auto waarin ik mij bevond.
Er is wel een tussenstop gedaan voordat we bij de plek aan kwamen waar we moesten zijn. In mijn beleving is er tijdens deze tussenstop wel een ander kenteken op de Audi gezet.
Ik heb die dag oranjekleurige handschoenen aangehad.
V: Ook tijdens de kraak?
A: Ja.
V: Heb jij deze handschoenen onder de bestuurderstoel neergelegd?
A: Ik weet wel dat de handschoenen die ik aan had in de auto lagen. Ik droeg wel een bivakmuts.
V: Heb jij een bivakmuts gedragen ten tijde van de kraak?
A: Ja
V: Kort bij de plek, ongeveer 10 meter, van waar je bent aangehouden is een pakket gevonden waarin kleding zat. Wat kun je hierover vertellen?
A: Ja, mijn kleding heb ik uitgedaan. Dat pakket bevat ook mijn kleding. Daar zat een zwarte broek in, die ik over mijn spijkerbroek heen te dragen want dit moest ik over mijn kleding dragen. Daar zat ook een zwart vest in, wat ik over mijn coltrui heb gedragen. Mijn mondkapje zat er ook in.
V: Kort na de aanhouding zijn jouw schoenen in beslag genomen, wil je hier wat over verklaren?
A: Ja, dat waren Fila schoenen met de kleur zwart.
Verklaring verdachte [naam 1]
39.
Het proces-verbaal van verhoor van [naam 1] van 25 december 2023, nr. 22, voor zover inhoudend, zakelijk weergegeven op pagina’s 282-283:
Om 5 uur s ochtends (de rechtbank begrijpt op 22 december 2023) belde mijn vriend mij. Hij zei tegen mij dat bepaalde vrienden van ons in de problemen waren en of ik daarbij kon helpen. Ik vroeg wie er in de problemen waren en hij zei daarop de namen Dat zijn goede vrienden van mij. Mijn vriend zei dat hij al bij mij beneden stond met de auto en toen ben ik naar beneden gegaan en ik ben ingestapt. We zijn naar zijn huis gereden en daar ben ik in een zwarte Volkswagen van zijn broer gestapt en toen reden we naar het tankstation. Daar hebben we getankt. Mijn vriend had contact met de vrienden die problemen hadden en hij reed voorop. Ik reed achter hem aan. We kwamen in Rijssen aan en mijn vriend had contact met die anderen. We reden rondjes Rijssen want we konden ze niet vinden. Ik ben de vriend met wie ik richting Rijssen ben gegaan kwijtgeraakt. Ik belde toen die vriend van waar ben je. Hij legde uit waar hij was. Ik had mijn vriend nog steeds aan de lijn. Ik wilde niet constant rondjes rijden en ik ben gaan wachten. Ik stond geparkeerd aan de weg. Op enig moment zag ik die vrienden, zo’n 10 seconden daarna. Hun liepen naar mij toe en ze hadden mijn auto nog niet bereikt. Ik zag de politie al op een afstand die was aan het kijken en volgde hun waar ze naartoe liepen. Uiteindelijk stapten die vrienden bij mij in. Toen ik wilde vragen wat er aan de hand was, zag ik dat de politieauto mijn auto blokkeerde. De politie stapte uit en vroeg naar mijn ID.

Voetnoten

1.De relatie tussen de belastende voorwerpen en verdachten zou nog kunnen worden verstevigd als brondocumenten beschikbaar zouden zijn voor het hiervoor al gememoreerde in het algemeen proces-verbaal gerelateerde feit dat het omhulsel van de telefoonkaart past bij de simkaart in de iPhone van [medeverdachte 1] – met in die iPhone een overvloed aan belastende informatie – welk omhulsel is aangetroffen in de bij de plofkraak gebruikte Audi.
2.De rechtbank begrijpt deze verklaring aldus dat alle goederen op deze lijst bij de plofkraak zijn weggenomen en dat een deel ervan na terugvinden beschadigd bleek.
3.De rechtbank constateert dat de tijdstippen van de drie camera’s niet synchroon lopen, wijt dit aan de instellingen van de camera’s en oordeelt de minieme tijdsverschillen van ondergeschikt belang omdat de waargenomen beelden zonder twijfel dezelfde gebeurtenissen betreffen.
4.Deze NN-verdachte was, naar later is vastgesteld, [medeverdachte 2] , die dat in zijn verhoor bevestigt.