17.14uur
[verdachte 1] , historische verkeersgegevens [telefoonnummer 3]
Nieuw toestel/nieuw IMEI nummer
De telefoontoestellen van de verdachten [verdachte 1] en [medeverdachte 2]
[verdachte 1] : IMEI [IMEI-nummer 2] | Telefoon uit: 10.29.29 uur 2-7-2018
[verdachte 1] : IMEI [IMEI-nummer 3] | Laatste registratie: 11.06.48 uur 2-7-2018
[medeverdachte 2] : IMEI [IMEI-nummer 1] | Laatste registratie: 11.54.27 uur 2-7-2018
[verdachte 1] : IMEI [IMEI-nummer 2] | Telefoon aan: 13.03.57 uur 2-7-2018
[verdachte 1] : IMEI [IMEI-nummer 4] | Nieuw toestel 17.13.49 uur 2-7-2018
[medeverdachte 2] : IMEI [IMEI-nummer 7] | Nieuw toestel 19.47.37 uur 2-7-2018
[verdachte 1] : telefoonnummer [telefoonnummer 2] IMEI [IMEI-nummer 2]
[verdachte 1] : telefoonnummer [telefoonnummer 3] IMEI [IMEI-nummer 3] naar
IMEI [IMEI-nummer 4] .
[medeverdachte 2] telefoonnummer [telefoonnummer 1] IMEI [IMEI-nummer 1] naar IMEI [IMEI-nummer 7] .
11. Het proces-verbaal van bevindingen “PVB histo [verdachte 1] en [medeverdachte 2] ”, opgemaakt door [verbalisant 6] van 16 juni 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Algemeen dossier, pagina’s 641, 643 en 644):
Uit de historische verkeersgegevens, blijkt dat zowel [verdachte 1] als [medeverdachte 2]
(bijna) gelijktijdig op 2 juli 2018 de door hun gebruikte telefoontoestellen wisselen met nieuwe toestellen. Het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte 1] was vanaf 11:06:48 uur tot 17:13:49 uur niet gekoppeld met enig telefoontoestel en het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 2] was vanaf 11:54:27 uur tot 19:47:37 uur niet gekoppeld met enig telefoontoestel.
12. Het proces-verbaal van bevindingen PVB onderzoek historische verkeersgegevens van de IMEI nummers [IMEI-nummer 8] en [IMEI-nummer 1] , opgemaakt door [verdachte 2] van 15 februari 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Algemeen dossier, pagina’s 707 - 710):
Na onderzoek van de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] bleek dat in de opgevraagde genoemde periode de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] in onderstaande telefoontoestellen heeft gezeten:
[IMEI-nummer 3] 01-07-2018 01.17.04 uur t/m 02-07-2018 11.06.48 uur
[IMEI-nummer 4] 02-07-2018 17.13.49 uur t/m 06-07-2018 12.02.32 uur
Na onderzoek van de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] bleek dat in de opgevraagde genoemde periode de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] in onderstaande telefoontoestellen heeft gezeten:
[IMEI-nummer 1] 01-07-2018 01.27.32 uur t/m 02-07-2018 11.54.27 uur
[IMEI-nummer 7] 02-07-2018 19.47.37 uur t/m 03-07-2018 15.05.23 uur
354313080107484 03-07-2018 15.27.10 uur t/m 05-07-2018 20.35.30 uur
De bij de verdachten in gebruik zijnde simkaartjes met genoemde telefoonnummers op 02 juli 2018 zijn na respectievelijk 11.06.48 uur ( [verdachte 1] ) en 11.54.27 uur ( [medeverdachte 2] ) in andere telefoontoestellen gedaan.
[IMEI-nummer 3] (igb [verdachte 1] )
In genoemd toestel heeft in de opgevraagde periode onderstaande simkaart/telefoonnummer gezeten:
18-05-2018 09.44.41 uur t/m 02-07-2018 11.06.48 uur [telefoonnummer 3]
Na 02-07-2018, 11.06.48 uur, stonden geen registraties meer geregistreerd. Tijdens doorzoekingen in dit onderzoek werd dit telefoontoestel niet aangetroffen.
[IMEI-nummer 1] (igb [medeverdachte 2] )
In genoemd toestel heeft in de opgevraagde periode onderstaand simkaartje/telefoonnummer gezeten:
31-03-2018 20.51.41 uur t/m 02-07-2018 11.54.27 uur [telefoonnummer 1]
Na 02-07-2018, 11.54.27 uur, stonden geen registraties meer geregistreerd. Tijdens doorzoekingen in dit onderzoek werd dit telefoontoestel niet aangetroffen.
13. Het proces-verbaal van bevindingen chronologische analyse van o.a. historische verkeers-, telefoongegevens i.g.b. [verdachte 1] ; [naam 1] en [medeverdachte 2] , in aanloop naar het verblijf van [verdachte 1] en [naam 1] in het [bedrijf 3] te [vestigingsplaats] , opgemaakt door [verbalisant 6] van 8 november 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Algemeen dossier, pagina’s 645, 648 en 688):
Het blijkt dat de woning van [verdachte 1] ( [adres 9] ) binnen het stralingsdekkingsgebied valt van de KPN cellkid [nummer 2] , gesitueerd op de locatie [adres 17] . Men kan deze cell-id dan ook betitelen als zijnde de “thuiszendmast/cell-id” van [verdachte 1] .
14. Het proces-verbaal van bevindingen onderzoek communicatie netwerk opgemaakt door [verbalisant 7] van 17 oktober 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Algemeen dossier, pagina’s 723-726 ):
Onderzoek:
Op verzoek van het team Letland heb ik op 31 oktober 2019 omstreeks 16.00 uur in perceel [adres 2] een onderzoek ingesteld naar onderstaande KPN cellen:
KPN UMTS
Cel-ID = [nummer 3] Lac= 6020
Locatie = [adres 10]
KPN UMTS Netwerk
Cel-ID = [nummer 4] Lac= 6020
Locatie = [adres 13]
KPN GSM Netwerk
Cel-ID = [nummer 4] Lac= 3330
Locatie = [adres 13]
KPN UMTS Netwerk
Cel-ID = [nummer 5] Lac= 6020
Locatie = [adres 10]
Historisch (NETWPV20180709.Letland):
Ik heb op 9 juli 2018 te 12.30 uur een servingcell meting uitgevoerd in perceel [adres 2] . Ik zag dat KPN UMTS cel [nummer 6] en KPN GSM cel [nummer 6] serving waren in dit perceel.
Ik zag op 9 juli 2018 te omstreeks 14.00 uur dat KPN UMTS cellen [nummer 3] , [nummer 5] en [nummer 4] en KPN GSM cel [nummer 4] als “neighbourcellen” in perceel [adres 2] geregistreerd werden.
Meting 31 oktober 2019.
Ik heb op 31 oktober te 16.00 uur een servingcell meting uitgevoerd in perceel [adres 2] . Ik zag dat KPN UMTS cel [nummer 6] en KPN GSM cel [nummer 6] serving waren. Ik zag dat de UMTS verbindingen tot stand werden gebracht middels KPN UMTS cell [nummer 6] . Ik zag dat de GSM verbindingen tot stand werden gebracht middels KPN GSM cellen [nummer 6] en 11864.
Ik zag op 16 oktober 2019 omstreeks 16.45 uur op verschillende posities in perceel [adres 2] dat het mogelijk was om een verbinding tot stand te brengen met:
- KPN UMTS cel [nummer 3]
- KPNGSM cel [nummer 4]
15. Het proces-verbaal verhoor getuige [getuige 1] van 7 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (ZD01, pagina’s 119, 121 en 122):
Toen wij bij het [locatie] aankwamen was de auto weg. [naam 17] was weg met [medeverdachte 1] . Toen knapte er iets bij [slachtoffer] . Na ongeveer 5 minuten kwam de auto terug. [naam 17] parkeerde de auto voor het [locatie] . [slachtoffer] liep om de auto heen naar [medeverdachte 1] en pakte haar vast. Er ontstond een worsteling tussen [medeverdachte 1] en [slachtoffer] en hij sloeg haar met zijn vuist in het gezicht. [medeverdachte 1] is hierdoor 1 of 2 tanden kwijtgeraakt. [medeverdachte 1] ging knock-out en viel met haar gezicht op de grond. Ze was buiten bewustzijn. Toen ze weer bij kwam zei [medeverdachte 1] steeds: “Krijg de hartkanker, ik steek je neer en ik maak je af.” Ik ben gebleven bij [slachtoffer] en [medeverdachte 1] . Toen de politie weg was werd [medeverdachte 1] binnengelaten bij één van de vrouwen die boven het [locatie] wonen. [medeverdachte 1] was echt boos. Ze stond boven en schreeuwde onder andere: "Ik maak je af, ik maak je dood”. Daarna heb ik [slachtoffer] niet meer gezien. Om 06.42 uur werd ik door [slachtoffer] gebeld. Ik sliep op dat moment en heb hem toen niet gesproken. Om 06.43 uur kreeg ik een sms van hem waarin stond: Broer ik zit in de problemen. Dit gaat niet om handel. Ik wist dat er iets aan de hand was met hem want voor handel zou ik hem niet helpen en dat weet hij. Ik heb nog nooit zo'n sms van hem gehad.
Op 2 juli 2018 had ik met [slachtoffer] afgesproken om naar de stad te gaan. Ik werd gebeld door [naam 18] en hij vroeg mij of ik wist waar [slachtoffer] was omdat hij ook met hem had afgesproken. De volgende morgen ben ik naar het politiebureau gegaan om te informeren of de politie iets van [slachtoffer] wist.
16. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] van, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier, pagina’s 644, 645, 648 - 650):
Ik woon aan de [adres 3] en zag tussen 01:00 uur en 02:00 uur vanaf het raam dat er ruzie gemaakt werd, gebekvecht en geschreeuw. Mijn kamer is naast [locatie] . Er was een ene [slachtoffer] en een ene [medeverdachte 1] . We hebben [medeverdachte 1] naar de wc gelaten. Toen durfde ze niet naar beneden. Toen heeft ze iemand gebeld met mijn telefoon; een vriend van haar en die zou die haar komen ophalen. Op dat moment staat [slachtoffer] voor de deur en schreeuwde dat [medeverdachte 1] naar beneden moest komen. [medeverdachte 1] heeft wel 5 keer weer gebeld waar deze bleven.
17. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier, pagina’s 638, 640 en 642 ):
[medeverdachte 1] heeft met de telefoon van [getuige 2] , twee vrienden gebeld. [medeverdachte 1] zei dat het twee homo’s waren. In de tijd dat [medeverdachte 1] bij ons binnen was, stond [slachtoffer] nog beneden te schreeuwen en hij trapte tegen de voordeur. Hij schreeuwde: “ [medeverdachte 1] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 1] !”. [slachtoffer] schreeuwde: "nog tien seconden of ik trap de deur in".
18. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 4] van 17 juni 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier, pagina’s 795, 798 - 800, 802, 804 - 806 en 808):
A: [slachtoffer] trapte tegen de deur en zei: “dan vermoord ik je". [medeverdachte 1] zei: "Als ik dood ben is er niets aan de hand en als hij dood is gaan we feest vieren”. Ze belde twee homo's met de telefoon van [getuige 2] . Zij konden hem moorden en in de kofferbak doen. Ze werd opgehaald door de twee homo's waar zij van zei dat die wel in staat waren om voor haar een moord te plegen. [medeverdachte 1] belde met de telefoon van [getuige 2] ze kende het nummer uit haar hoofd.
V: Je had verteld van de opdracht geven en de twee homo's. Hoe zei zij dat?
A: Dat ze twee homo's kende die wel in staat waren om een moord te plegen voor haar en in hem in de kofferbak te stoppen en te vermoorden. Ze zei het op een bedreigende manier.
Toen kwamen ze met de auto.
19. Het proces-verbaal verhoor van de getuige [verdachte 1] van 15 oktober 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (PD01, pagina’s 63, 65):
Ik heb in alle slaapkamers gekeken of er iemand was. Ik ben op de knieën gegaan en heb onder het bed gekeken. Ik heb vluchtig gekeken. Ik kan niet bukken.
20. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 2] van 6 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier pagina’s 47-49):
Ik woon aan [adres 18] . Ik zag toen op de klok dat het 05.10 uur was. Ik hoorde iemand schreeuwen achter de woning van de buurvrouw.
21. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 3] van 17 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier pagina’s 34, 36 en 37):
Op 2 juli 2018 ben ik 's morgens om zes uur wakker geworden, er stond iemand bij [medeverdachte 1] achter het huis en die schreeuwde ' [medeverdachte 1] ', ' [medeverdachte 1] ', een keer of vier. Ik zag dat het 06:00 uur was op mijn telefoon. Dat was een mannenstem.
22. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] van 5 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (ZD01 pagina’s 194-197):
V: Wanneer hebt u [medeverdachte 1] in de winkel gezien?
A: Dat was 2 juli 2018, kort nadat de winkel open ging. De winkel opent om 08.00 uur. Daar zag ik [medeverdachte 1] binnenkomen. Ik zag dat er een man bij haar liep. Ze kwamen samen binnen. Ik hoorde toen ze door het poortje naar binnen liepen de man zeggen: “hij moet jouw huis uit”. Ze liepen echt vlak langs me heen. Ik hoorde dit, ik keek om en zag dus [medeverdachte 1] en die man. Dat wat de man zei vond ik raar omdat ze met een andere man liep.
Ik weet dat ze een vriend heeft. Later heb ik gehoord dat hij [slachtoffer] heet.
V: Wanneer hebt u de vriend van [medeverdachte 1] voor het laatst gezien?
A: Dat was 2 juli om 06.30 uur. Ik weet dit tijdstip want op dat tijdstip sta ik altijd voor de personeelsingang als ik moet werken. Het was gewoon licht buiten. Ik herkende hem toen als de vriend van [medeverdachte 1] . Ik zag dat hij naar zijn woning aan [adres 2] liep. Ik kon zien dat hij met een sleutel de deur opende en de deur achter zich dicht deed. Ik heb hem na die ochtend niet weer gezien.
23. Het proces-verbaal verhoor getuige [medeverdachte 1] van 6 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (ZD01, pagina’s 1248, 1250-1253):
[slachtoffer] trok mij uit de auto en begon mij te meppen met de vuist. De politie vroeg of ik aangifte wilde doen. En dat wilde ik niet. Die meisjes die daar boven wonen hebben mij binnen gelaten. Toen ik daar was, kwam [slachtoffer] daar naartoe en ramde op de deur. Hij bleef op de deur staan bonzen. Daar heb ik gebeld met een telefoon van die meisjes. Ik heb [verdachte 1] gebeld, dat nummer weet ik uit mijn hoofd: [telefoonnummer 16] . [verdachte 1] heet [verdachte 1] van achternaam. [verdachte 1] heeft zijn vriend gebeld, die heet [medeverdachte 2] . [medeverdachte 2] is die nacht bij mij gebleven. ’s Morgens zijn wij naar de [supermarkt] gelopen. Het was tegen acht uur 's ochtends.
V: Hoe ging het verder?
A: [medeverdachte 2] zei: “pak je hondje en je medicatie we gaan weg hier’. Dat hebben we gedaan. Ik heb wat kleren en mijn medicatie meegenomen. We liepen richting Boswinkel, [bedrijf 1] .
Ik heb met de telefoon van [medeverdachte 2] mijn moeder gebeld en mijn moeder heeft mij opgepikt met haar auto, wij zijn naar mijn oma gereden. In de auto onderweg naar oma, heb ik [naam 6] gebeld. Hij heeft mij met de auto opgehaald en toen zijn wij naar zijn huis in [adres 7] gereden.
24. Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 4] van 8 augustus 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier, pagina’s 417, 421 en 422):
Ik hoorde aan zijn stem dat hij erg slaperig klonk. Ik had de indruk dat ik hem wakker had gebeld. Ik weet zeker dat ik [slachtoffer] aan de lijn had. Ik hoorde dat aan zijn stem en bovendien hadden we over een kabel tussen televisie en spelcomputer gesproken en hij wist direct waar ik het over had.
25. Het proces-verbaal van verhoor getuige [naam 7] van 24 september 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier, pagina’s 983 -985):
Ik had op 2 juli 2018 in Enschede een afspraak met [naam 1] .
Ik was bij de woning van [naam 1] rond 11.15 uur. [naam 1] sliep die dag bij [verdachte 1] en dat is aan de [adres 9] . Er werd niet opengedaan. Ik heb om 11.26 uur naar [verdachte 1] gebeld op nummer [telefoonnummer 2] . Dit ging toen gelijk over naar de voicemail. Ik ben voor de deur gaan zitten met mijn rug naar de voordeur. Op een gegeven moment zag ik [verdachte 1] naar zijn auto lopen. Dit zal ongeveer omstreeks 11.30 uur zijn geweest. Hij had twee tassen met lege flessen bij zich.
26. Het proces-verbaal verhoor getuige [naam 10] van 6 juli 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Getuigendossier, pagina’s 476-478 en 480)
Het klopt dat mijn nummer [telefoonnummer 17] is. Op 2 juli 2018 zou ik 's avonds samen met [slachtoffer] en [naam 19] naar Amsterdam gaan. Ik had met [slachtoffer] afgesproken dat we uiterlijk om 18.00 uur zouden vertrekken naar Amsterdam. Ik heb [broer van slachtoffer] gebeld om te vragen waar [slachtoffer] was. Ook heb ik [slachtoffer] verschillende keren gebeld en geappt om hem te vragen waar ik hem kon treffen. [slachtoffer] reageerde niet. Dat was echt helemaal niets voor hem. [slachtoffer] reageerde eigenlijk altijd.
Ik ben met [naam 19] naar de woning aan [adres 2] gereden. Ik schat dat we daar rond 18.00 uur a 18.10 uur waren. Ik heb [broer van slachtoffer] wel op de hoogte gehouden, omdat [broer van slachtoffer] het ook vreemd vond dat [slachtoffer] niet was te bereiken.
[naam 19] en ik zijn achter het huis gegaan en ik heb daar ook op de deur en de ramen geklopt en de naam van [slachtoffer] geroepen. Daarna voelde ik aan de achterdeur en deze was wel dicht maar niet afgesloten. Ik opende de achterdeur. Ik riep maar er kwam niemand.
27. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 2] van 4 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Algemeen dossier, pagina 254):
Op 3 juli 2018 omstreeks 17.25 uur heb ik [medeverdachte 1] telefonisch gesproken toen wij op het plaats delict waren. Ik vroeg aan haar waar zij verbleef maar hier kreeg ik geen antwoord op.
28. Het proces-verbaal van bevindingen aanvullende analyse telefoongebruik [slachtoffer] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de week van 25 juni 2018 t/m 4 juli 2018 is het ongebruikelijk dat [slachtoffer] zijn telefoon niet gebruikt.
Slechts in de periode van "slapen" zijn er geen gegevens in de telefoon te zien.
Verder is te zien dat [slachtoffer] continu met de telefoon bezig is en is de telefoon veelvuldig in gebruik.
29. Het proces-verbaal “1e onderzoek plaats delict dinsdag 3 juli 2018” opgemaakt door [verbalisant 8] en [verbalisant 9] van 28 februari 2018 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 163-171 en 174-176):
Op 3 juli 2018 heb ik een forensisch onderzoek ingesteld in en bij de woning aan [adres 2] .
Achter de voordeur van perceel [adres 2] bevond zich een gang. Vanaf de voordeur gezien bevond zich links vooraan in deze gang een ruimte. Voorbij de gangkast bevond zich daar aan de linkerzijde van de gang een trap naar de eerste etage. Vanaf de voordeur gezien bevond zich daar rechts achteraan in deze gang een deur naar de woonkamer. Deze woonkamer bevond zich daar rechts in de woning, en betrof een zogenaamde “doorzon woonkamer”. Vanaf de voordeur gezien bevond zich rechtdoor aan het einde van de gang een deur naar de keuken. Deze keuken bevond zich daar linksachter in de woning.
De genoemde trap gaf toegang tot een overloop op de eerst etage. Deze overloop gaf toegang tot een badkamer aan de linker voorzijde van de woning. De overloop gaf tevens toegang tot een slaapkamer aan de rechter voorzijde van de woning. De overloop gaf verder toegang tot een kamer aan de linker achterzijde van de woning. Tenslotte gaf deze overloop toegang tot een slaapkamer aan de rechter achterzijde van de woning. Tevens bevond zich daar in het plafond van de overloop een vlizotrap welke toegang gaf tot de zolder.
Wij zagen daar op de eerste etage dat alle deuren, dus de deur van de badkamer, de deur van de slaapkamer aan de rechtervoorzijde van de woning en de twee deuren van de kamers aan de achterzijde van de woning, openstonden. Wij zagen daar op de genoemde slaapkamer een tweepersoonsbed staan. Dit bed stond met het hoofdeinde tegen de rechterbuitenmuur. Wij zagen daar op de vloer rechts naast het bed een overleden man liggen. De man was slechts gekleed in een boxershort en hij lag daar deels bovenop een vermoedelijk dekbed, waarbij hij met zijn bovenlichaam in een opgedroogde plas bloed lag. Wij zagen daar op de vloer naast deze man, juist onder het bed, een verschoten huls liggen.
Ik zag geen braakschade aan het slot van de voordeur.
Badkamer 1 etage linker voorzijde
Wij zagen in de badkamer een stoel staan. Op deze stoel en op de grond daarnaast lagen diverse stukken textiel, waaronder kledingstukken en handdoeken.
Kamer 1 etage rechter voorzijde
Wij zagen dat de kamer op de 1e etage aan de rechter voorzijde van de woning was ingericht als slaapkamer. Op deze slaapkamer stond een tweepersoonsbed. Wij zagen dat het tweepersoonsbed was voorzien van twee losse matrassen met daarover één taupekleurig onderlaken. We zagen daar bij het rechter hoofdeinde op het onderlaken diverse vermoedelijke bloedsporen. Ik heb dit onderlaken veiliggesteld en voorzien van SIN AAKU7863NL. Voorafgaande aan het veiligstellen hebben wij het onderlaken gemarkeerd om op deze wijze de boven- en onderzijde aan te geven.
Na het verwijderen van het onderlaken was zichtbaar dat het bed was voorzien van twee afzonderlijke matrassen. We hebben deze matrassen en de bedspiralen uit het bed verwijderd. We zagen daar toen, bij het hoofdeinde onder het rechterdeel van het bed, de reeds eerder genoemde verschoten huls liggen. De huls is voorzien van markeringsbordje 3. Wij zagen dat de huls aan de onderzijde was voorzien van de tekst "9mm S&B". Ik, verbalisant [verbalisant 9] , heb deze huls veiliggesteld en voorzien van SIN AAKQ1203NL.
Op 3 juli 2018, te 20.45 uur, heb ik de rectale temperatuur van het slachtoffer en de directe omgeving gemeten. Ik zag dat het slachtoffer op dat moment een temperatuur had van 27,7 graden en dat de omgeving een temperatuur had van 25,4 graden.
Om 22.35 uur heb ik deze meting herhaald. Ik zag toen dat het slachtoffer een temperatuur had van 27,3 graden en dat de omgeving een temperatuur had van 24,5 graden.
Omdat het slachtoffer op de grond, in de smalle ruimte tussen het bed en de voorgevel van de woning lag, hebben wij ten behoeve van het onderzoek het bed verwijderd. Wij zagen dat het slachtoffer al in een gevorderde staat van ontbinding verkeerde, wij zagen namelijk dat het deel van zijn gezicht wat daar richting de grond lag gekeerd al zeer donker groen tot zwart was verkleurd. Daarnaast roken wij een sterke geur, die wij ambtshalve herkenden als een ontbindingsgeur. Wij zagen verder dat de voorzijde van de borstkast ook deels zeer donker groen tot zwart was verkleurd.
Wij zagen daar tussen het dekbed, juist achter het slachtoffer, een tweede verschoten huls liggen. We hebben deze huls voorzien van markeringsbordje 04. Wij zagen dat de huls aan de onderzijde eveneens onder meer was voorzien van de tekst "9mm S&B". Ik heb deze huls veiliggesteld en voorzien van SIN AAKQ1202NL.
We kregen daar de indruk dat de eerder vermelde ronde aftekening achter het linkeroor mogelijk een in- of uitschot opening betrof. Ik heb daar de omgeving rondom deze ronde aftekening bemonsterd/afgenomen middels een schotresten folie welke is voorzien van SIN AAKU7862NL.
Na het optillen van dit dekbed zagen wij daar op de vloer onder het dekbed een derde verschoten huls liggen. Wij zagen dat de bodem van deze huls, evenals de vorige twee hulzen, ook was voorzien van de tekst "9mm S&B". Ik, verbalisant [verbalisant 9] , heb deze huls veiliggesteld en voorzien van SIN AAKU7858NL.
De volgende sporen/stukken van overtuiging werden in het belang van de bewijsvoering en/of nader onderzoek veiliggesteld.
Monster sporen
Spoornummer : PL0600-2018294929-123130
SIN : AAKU7862NL
Spooromschrijving : Overige, schotresten
Wijze veiligstellen : Folie
Datum/tijd veiligstellen : 4 juli 2018 om 05:34 uur
Plaats veiligstellen : Slachtoffer
Sporendragers
Goednummer : PL0600-2018294929-1758349
SIN : AAKU7863NL
Object : Beddegoed (laken)
Merk/type : Hoeslaken
Bijzonderheden : Bebloed hoeslaken bed slaapkamer
Goednummer : PL0600-2018294929-1758371
SIN : AAKQ1203NL
Object : Munitie (Huls)
Merk/type : Smb 9mm
Bijzonderheden : Slaapkamer, onder het bed rechts
Goednummer : PL0600-2018294929-1758378
SIN : AAKQ1202NL
Object : Munitie (Huls)
Merk/type : 9 Mm
Bijzonderheden : Slaapkamer voorzijde, in dekbed onder slo
Goednummer : PL0600-2018294929-1758400
SIN : AAKU7858NL
Object : Munitie (Huls)
Bijzonderheden : Slaapkamer onder dekbed slo.
30. Het proces-verbaal sporen opgemaakt door [verbalisant 9] , [verbalisant 10] en [verbalisant 11] van 23 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 328, 330, 331 en 333):
Rechts naast de slaapkamer bevond zich de badkamer (bovenaan de trap eerste deur
rechts).Links naast de wasmachine lag een stapel wasgoed. In deze stapel zagen wij dat er op een groenkleurig shirt bloedvlekken zaten alsmede een bebloede handdoek.
Sporendrager(s)
Goednummer : PL0600-2018294929-1759840
SIN : AAJR7215NL
Object : Beddegoed (dekbed)
Bijzonderheden : Slaapkamer
31. Het proces-verbaal sectie, opgesteld door [verbalisant 8] van 5 maart 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 318-320):
Vervolgens is bij het UZA een sectie verricht op dit stoffelijk overschot. Deze sectie werd uitgevoerd door prof. dr. W. Jacobs. Bij de sectie werden een perforatie in de rechterflank en een perforatie rechts naast de mond aangetroffen. Met schotrestenfolie zijn bij de sectie deze twee perforaties bemonsterd. Deze folie van de rechterflank is voorzien van SIN AAKJ3480NL, en de folie rechts naast de mond is voorzien van SIN AAKJ3479NL.
Veiliggestelde sporen/sporendragers
Spoornummer : PL0600-2018294929-123301
SIN : AAKJ3480NL
Plaats veiligstellen : Schotrestfolie bij perforatie rechterflank
Spoornummer : PL0600-2018294929-123302
SIN : AAKJ3479NL
Plaats veiligstellen : Rondom rechterzijde lip en rechter wang
32. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 4 Sv, Schouwverslag, opgesteld door drs. A.J. Schrooyen, forensisch arts van 3 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 378 en 379):
Datum/tijd schouw 03-07-2018 om 18.30 uur
Lijkvlekken niet wegdrukbaar
Ontbinding beginnend
Toelichting ligt achter glas bij zeer warme buitentemperatuur overdag (28”)
Schedel/schedelhuid In de houding zoals be wordt aangetroffen, is achter/boven het linker oor een zwelling zichtbaar met een doorsnee van ongeveer 1 cm. Na draaien van het lichaam naar rugligging, lijkt de huid boven het rechter oor diffuus gezwollen. Het rechter aangezicht is afgeplat.
Aangezicht Het aangezicht is opvallend groen-grijs gekleurd. Bij het aangezicht een enkele vlieg. Het aangezicht is dysmorf.
Rechterbeen Rechter bovenbeen duidelijke lijkvlekken welke nauwelijks, bijna niet, wegdrukbaar zijn.
Borst Links op de borst en links in de hals een onregelmatig begrensde zwart-grijze verkleuringen van de huid. Duidelijke lijkvlekken aanwezig, met name rechts.
33. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het definitief sturingsverslag opgesteld door dr. A.A. Jacobi-Postma, radioloog MUCM en D.R. Warniet, forensisch radiologisch consulente van 9 augustus 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 324 en 326):
Conclusie/bevindingen:
3 metaal dense structuren:
- Aan de rechterzijde van het hoofd ter hoogte van het wandbeen (P1)
- Aan de voorzijde van de schedelbasis rechts (P2)
- Naast de rechterzijde van het tongbeen (P3)
Schedeldefect in het achterhoofd naar de achterste schedelgroeve links (occiput)
Schedeldefect in het wandbeen rechts
Fractuur van de onderzijde van de rechterschedelbasis, van de rechter pterygoidplaat, van de achterste tanden boven- en onderkaak rechts.
34. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 4 Sv, deskundig verslag opgesteld door prof. dr. W. Jacobs van 7 augustus 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 750, 753, 755, 757, 766-768):
De intake, uit- en inwendige schouwing en voorlopige verslaggeving werden begonnen te Antwerpen op 06 juli 2018 omstreeks 11.00 uur en werden beëindigd omstreeks 15.00 uur.
Het lijk verkeert in ingezette staat van ontbinding. Het hoofd is donkergroen verkleurd. De donkergroene verkleuring breidt uit over de hals, bovenarmen en romp. Aan de rand van de donkere verkleuring is er een uitgesproken marbrering. Het lichaam is opgezet door gasvorming. Er is beginnende huidloslating.
Ballistische verwondingen
A. Achter onder het linkeroor, op 14 cm van de kruin, 7 cm links van de middenlijn en 3 cm van het achterhoofdsvlak is er een ovaalronde perforatie van ongeveer 8 mm doormeter. Het letsel wordt op vraag van de aanwezige verbalisanten
uitgesneden.
B. Ter hoogte van de rechterlende, op 60 cm van de kruin, 15 cm rechts van de middenlijn en 7 cm van het rechtvlak is er een ovaalronde perforatie van ongeveer 8 mm doormeter. Het letsel wordt
uitgesneden.
C. 1 cm lateraal onder de rechtermondhoek, op 22 cm van de kruin, 3 cm rechts van de middenlijn en 20 cm van het achterhoofdsvlak is er een ovaalronde circulaire perforatie van 7 à 8 mm doormeter. Het letsel wordt met folies afgekleefd.
Medico-legale bespreking en besluiten
Het stoffelijk overschot verkeerde in vorderende staat van ontbinding. Gezien de gegeven klimatologische omstandigheden (dagtemperaturen tussen 25 en 30°C) is de staat van ontbinding verenigbaar met een postmortaal interval van enkele dagen tot een week.
Betrokkene vertoonde uitwendig volgende ballistische letsels:
A. perforatie achter /onder het linkeroor
B. perforatie t.h.v. de rechterlende
C. perforatie lateraal onder de rechtermondhoek
Bij het inwendig onderzoek werden projectielen aangetroffen op volgende lokalisaties:
- P1: rechts temporaal (rechter slaapbeen)
- P2: achter het rechter kaakgewricht
- P3: thv rechterzijde strottenhoofd
Inwendig werden volgende traumata en trauma-gerelateerde afwijkingen gezien:
schedel:
- ballistische schedelperforatie rechts temporaal (‘keyhole’ aspect)
- ballistische schedelperforatie links occipitaal - verweekte hersenen (ontbinding) met nog indicaties voor intracerebrale bloeding
mond en hals:
- beschadiging van tandelementen thv de rechterbovenkaak
- bloedingen thv de rechterhalsspieren
thorax:
- rechtszijdige hemothorax
- perforaties rechterlong
- perforatie rechter ribbenrooster tussen ribben 8/9
Op het lichaam van [slachtoffer] konden 3 kogelbanen geïdentificeerd worden:
- van achter-onder het linkeroor (A) naar het rechter slaapbeen (P1)
o Het betreft een kogelbaan die letaal is en een direct incapaciterend karakter heeft.
- van de rechterlende (B) naar het rechter strottenhoofd (P3)
o Het betreft een kogelbaan die doorheen de rechter borstholte gaat, letaal kan zijn en niet noodzakelijk een direct incapaciterend karakter heeft.
- van de rechter mondhoek (C) naar achter het rechter kaakgewricht (P2)
o Het betreft een kogelbaan die niet noodzakelijk direct incapaciterend of direct letaal is.
Bij sectie op het lichaam van [slachtoffer] wordt het intreden van de dood verklaard door een craniocerebraal ballistisch trauma.
35. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 4 Sv, deskundig verslag opgesteld door prof. dr. H. Neels van 6 augustus 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 769 en 773):
In het bloed werden volgende concentraties teruggevonden:
THC : 9.1 ng/ml
11-OH-THC : 0.5 ng/ml
THC-COOH : 12 ng/ml
Cocaine : 23 ng/ml
Benzoylecgonine : 526 ng/ml
Methylecgonine : 168 ng/ml
Cocaethyleen : 15 ng/ml
36. Een schriftelijk bescheid als bedoeld in artikel 344 eerste lid onder 5 Sv, een fotomap, bijlage 1 (FO dossier, pagina’s 504, 505 en 507):
Foto 2. FOB-2781.jpg.
Foto 5. FOB-2788.jpg.
37. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, schotenrestenonderzoek opgesteld door ing. R.C. Roepnarain van 30 januari 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 1050, 1053, 1056, 1065, 1068-1070, 1075 en 1076 ):
SIN
Omschrijving NFI
AAKD5668NL
een huiddeel gemerkt letsel B, uitgenomen tijdens de sectie op het lichaam van slachtoffer [slachtoffer]
AAKD5669NL
een huiddeel gemerkt letsel A, uitgenomen tijdens de sectie op het lichaam van slachtoffer [slachtoffer]
SIN
Omschrijving in aanvraag
Omschrijving NFI
AAJR7184NL
folie, bebloede zijde dekbed gat sigment 3d
een schotrestenfolie waarmee een perforatie in dekbed AAJR7215NL is bemonsterd
AAJR7217NL
folie, minder bebloede zijde dekbed gat sigment 3d
een schotrestenfolie waarmee een perforatie In dekbed AAJR7215NL is bemonsterd
AAJR7216NL
folie, minder bebloede zijde dekbed sigment 3d
een schotrestenfolie waarmee een perforatie in dekbed AA3R7215NL is bemonsterd
AAJR7215NL
beddegoed (dekbed)
Een dekbed.
Letsel A
De bevindingen van het onderzoek aan het huiddeel AAKD5669NL en de schotrestenfolie AAKU7862NL van de verwonding achter het linkeroor van slachtoffer [slachtoffer] zijn waarschijnlijker wanneer de schootsafstand tussen 10 en 50 centimeter is, dan wanneer de schootsafstand kleiner dan 10 centimeter of groter dan 50 centimeter is.
Letsel B
De bevindingen van het onderzoek aan het huiddeel AAKD5668NL en de schotrestenfolie AAKJ3480NL van de verwonding in de rechter flank van slachtoffer [slachtoffer] zijn waarschijnlijker wanneer de schootsafstand tussen 25 en 150 centimeter is, dan wanneer de schootsafstand kleiner dan 25 centimeter of groter dan 150 centimeter is.
Letsel C
De bevindingen van het onderzoek aan de schotrestenfolie AAKJ3479NL van de verwonding ter hoogte van de mond van slachtoffer [slachtoffer] zijn waarschijnlijker wanneer de schootsafstand tussen 25 en 150 centimeter is, dan wanneer de schootsafstand kleiner dan 25 centimeter of groter dan 150 centimeter is.
38. Het proces-verbaal van bevindingen opgemaakt door [verbalisant 11] van 28 augustus 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 1534 en 1535):
De ruimte tussen de vloer en de onderzijde van het bed is 19 centimeter hoog.
39. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres 2] ) met bijlage (fotomap), opgesteld door [verbalisant 12] en [verbalisant 9] , van 9 oktober 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 1260, 1262 en 1267):
Ik fotografeerde het zicht onder de onderzijde door van het tweepersoonsbed op de slaapkamer aan de voorzijde van de woning. Ik fotografeerde dit zicht vanaf de trapopgang vanaf de begane grond naar de eerste verdieping van de woning.
40. Het proces-verbaal vooronderzoek lab met bijlage (bijlage 1 Fotomap), opgemaakt door T.S.B. Düking van 12 maart 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 536, 537, 542, 543, 545 en 547):
Er werd een forensisch onderzoek verricht naar biologische sporen aan sporendrager:
Goednummer : PL0600-2018294929-1758349
SIN : AAKU7863NL
Wij hebben vervolgens het hoeslaken verdeeld in sectoren van circa 30 cm bij 30 cm, wat geresulteerd heeft in 30 sectoren. Wij hebben deze sectoren afzonderlijk benoemd met de letters A t/m Z, AA, BB, CC en DD.
Spoornummer : PL0600-2018294929-139228
SIN : AAMJ0344NL
Relatie met SIN : AAKU7863NL
Spoortype : Biologisch
Plaats veiligstellen : Sector t
Bijzonderheden : Tb +
Spoornummer : PLO600-2018294929-139235
SIN : AAMJ0361NL
Relatie met SIN : AAKU7863NL
Spoortype : Biologisch
Plaats veiligstellen : Sector y
Bijzonderheden : Tb -
41. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 4 Sv, DNA-onderzoek, opgesteld door J.L.W. Dieltjes van 28 mei 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 990, ):
Tabel 2 Resultaten en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AAMJ0344NL#01
slachtoffer [slachtoffer] , [medeverdachte 1] ,
[verdachte 1] en minimaal één onbekende persoon
zie ‘Bewijskracht van het vergelijkend DNA-| onderzoek!
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
Bemonstering AAMJ0344NL#01 (sector t)
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van [verdachte 1] REY866 en het DNA-mengprofiel AAMJ0344NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
o bemonstering AAMJ0344NL#01 bevat DNA van vier personen;
o slachtoffer [slachtoffer] en [medeverdachte 1] zijn donoren van DNA in bemonstering AAMJ0344NL#01;
o de onbekende personen in dit mengsel zijn niet onderling of aan [verdachte 1] , slachtoffer [slachtoffer] en [medeverdachte 1] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [slachtoffer] , [medeverdachte 1] , [verdachte 1] en één willekeurige onbekende persoon.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [slachtoffer] , [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AAMJ0344NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
42. Een geschrift als bedoeld in artikel 344 eerste lid, onder 4 Sv, herzien rapport DNA-onderzoek, opgesteld door J.L.W. Dieltjes van 7 augustus 2019, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (FO dossier, pagina’s 996, 998-1000):
Tabel 2 Resultaten en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek
SIN
DNA kan afkomstig zijn van
Matchkans DNA-profiel
AAMJ0361NL#01
slachtoffer [slachtoffer] , [medeverdachte 1] ,
[verdachte 1] en minimaal één
/ onbekende persoon
zie ‘Bewijskracht van het vergelijkend DNA-| onderzoek
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
Bemonstering AAMJ3061NL#01 (sector y).
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van [verdachte 1] REY866 en het DNA-mengprofiel AAMJ0361NL#01 zijn de volgende aannames gedaan:
- bemonstering AAMJ0361NL#01 bevat DNA van vier personen;
- slachtoffer [slachtoffer] en [medeverdachte 1] zijn donoren van DNA in bemonstering AAMJ0361NL#01;
- de onbekende personen in dit mengsel zijn niet onderling of aan [verdachte 1] , slachtoffer [slachtoffer] en [medeverdachte 1] verwant.
Onder deze aannames zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [slachtoffer] , [medeverdachte 1] , [verdachte 1] en één willekeurige onbekende persoon.
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van slachtoffer [slachtoffer] , [medeverdachte 1] en twee willekeurige onbekende personen.
Het verkregen DNA-mengprofiel AAMJ0361NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
43. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport DNA-onderzoek, opgesteld door ing. J.L.W. Dieltjes en dr. J.H.A. Nagel van het NFI van 15 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, (FO dossier, pagina’s 1498-1501):
In aanvraag 051 van deze zaak is verzocht om een evaluatie op activiteitnivéau uit te voeren ten aanzien van verdachte [medeverdachte 1] . Om deze evaluatie op activiteitsniveau goed uit te kunnen voeren worden alle relevante DNA-profielen opnieuw geëvalueerd. Bij deze nieuwe evaluatie met de huidige inzichten van het vergelijkend DNA-onderzoek is voor DNA-mengprofiel AAKQ1202NL#01 van de huls een ander resultaat verkregen dan eerder in aanvraag 037 van deze zaak door het NFI is gerapporteerd.
Resultaten, interpretatie en conclusie
Vanwege het voortschrijdende inzicht van het vergelijkend DNA-onderzoek is het in 2019 verkregen DNA-mengprofiel AAKQ1202NL#01 van een huls nu wel bij het vergelijkend DNA-onderzoek betrokken en geëvalueerd. De overige in het rapport van aanvraag 037 beschreven conclusies blijven onveranderd.
Bewijskracht van het vergelijkend DNA-onderzoek
AAKQ1202NL#01 (vanaf huls)
Ten aanzien van [medeverdachte 1] en [verdachte 1] is per persoon de bewijskracht berekend met behulp van DNAStatistX, waarbij ook rekening is gehouden met de mogelijkheid dat een van de personen in kwestie al of niet één van de donoren is. Hiertoe zijn vier hypothesen opgesteld en is geëvalueerd welke van deze vier hypothesen het DNA-mengprofiel het beste verklaart (zie onderstaande Tabel 3). Tevens is onderzocht of [medeverdachte 1] en [verdachte 1] gezamenlijk donor kunnen zijn van DNA in de bemonstering AAKQ1202NL#01.
Bij de berekeningen zijn de volgende aannames gedaan:
de bemonstering bevat DNA van in totaal drie personen;
de in de tabel vermelde onbekende persoon/personen zijn niet onderling, of aan [medeverdachte 1] en [verdachte 1] verwant.
Uit de resultaten van het vergelijkend DNA-onderzoek en de uitgevoerde berekeningen volgt dat:
DNA-mengprofiel AAKQ1202NL#01 ongeveer 800 duizend keer waarschijnlijker is wanneer [medeverdachte 1] wel donor is, dan wanneer zij geen donor is.
DNA-mengprofiel AAKQ1202NL#01 ongeveer 76 miljoen keer waarschijnlijker is wanneer [verdachte 1] wel donor is, dan wanneer hij geen donor is.
Uit de berekeningen volgt eveneens dat het DNA-mengprofiel AAKQ1202NL#01 het beste wordt verklaard wanneer de bemonstering DNA bevat van [medeverdachte 1] en [verdachte 1] . Het DNA-mengprofiel AAKQ1202NL#01 is ongeveer 2,3 miljoen keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is (dat de bemonstering DNA bevat van [medeverdachte 1] en [verdachte 1] ), dan wanneer één van de andere hypothesen (2, 3 of 4) waar is.
44. Een geschrift als bedoeld in artikel 344, eerste lid, onder 4 Sv, het rapport afronding review DNA-onderzoek, opgesteld door drs T. Kraaijenbrink, NRGD-geregistreerd gerechtelijk deskundige van het FLDO van 30 september 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Voor bemonstering AAKQ1202NL sluiten wij ons aan bij de conclusie van het NFI dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte 1] DNA aan deze bemonstering bijgedragen kunnen hebben. Onze voorkeur zou er naar uit gaan om de resultaten van de bewijskracht-
berekeningen voor iedere verdachte apart te rapporteren, onder de aanname van een tweepersoons mengprofiel.
45. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 oktober 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven de verklaring van deskundige J.H.A. Nagel:
Ik kan uitgaan van een mengprofiel van drie personen zoals ik ook heb gerapporteerd en dat kan ik ook onderbouwen. Maar ik kan ook uitgaan van een mengprofiel van twee personen. Het is, enkel op basis van het profiel zoals we dat hebben gekregen, lastig in te schatten hoeveel donoren daadwerkelijk hebben bijgedragen. Wij hebben bij het NF1 een ander interpretatiemodel gemaakt. Wij hebben deze methode ontwikkeld omdat wij wel eens tegen problemen aanliepen in de interpretatie. Vooral wanneer meerdere verdachten in hetzelfde mengprofiel zouden kunnen zitten. Dit kan spelen bij familieleden maar ook bij twee willekeurige verdachten.
Dan hebben we een vraag die we niet goed kunnen beantwoorden namelijk: kunnen ze ook gezamenlijk donor zijn van een mengprofiel. Daarom hebben we het model aangepast en uitgebreid. Dat is gebaseerd op het artikel van professor Slooten. Het komt erop neer dat je vragen kan beantwoorden door meerdere hypothesen te zetten en de standaard hypothesevorm uit te breiden. Je kan dan heel veel hypothesen opstellen zonder een voorkeur te hebben. Zo kun je ze gezamenlijk mee evalueren en kun je een gewicht hangen aan de kansen dat ze erin zitten. De vraag die daarmee wordt beantwoord is wat de resultaten zijn wanneer ik geen keuze maak tussen een tweepersoons of een driepersoonsmengsel. Ik laat beide mogelijkheden bestaan en wat zou dan de gezamenlijke verklaring kunnen zijn.
Ten aanzien van [verdachte 1] wordt de bewijskracht 65 miljoen.
Ten aanzien van [medeverdachte 1] verandert het naar 600 duizend.
Het getal 2.3 miljoen uit ons rapport van 15 maart 2023 verandert naar 1,2 miljoen.
Deze aangepaste getallen gelden als we aannemen dat er geen voorkeur bestaat voor twee of drie donoren.
46. Het proces-verbaal van de terechtzitting van 16 oktober 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven de verklaring van deskundige B. Kokshoorn:
U, officier van justitie, vraagt mij naar de aanname dat er DNA van het slachtoffer op de huls is terecht gekomen door indirecte overdracht via het dekbed dan wel de vloer en of dit dan ook geldt voor verdachte [medeverdachte 1] . Inderdaad heb ik die kans als zeer klein ingeschat. Mr. Tuma vraagt naar mijn verklaring hoe het DNA van [medeverdachte 1] op de huls terecht kan zijn gekomen. Indirecte overdracht zou inderdaad een verklaring kunnen zijn.
47. Het proces-verbaal van bevindingen eerste gesprek [medeverdachte 1] van 4 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven (Algemeen dossier, pagina’s 369-371):
Op 4 juli 2018 gingen wij naar het adres [adres 7] . Omstreeks 01.55 uur belden wij aan bij de [adres 7] . [medeverdachte 1] zei “er ligt een lijk in de woning ja, ik wil weten wie dat is”.
Ze noemde onder andere:
“Liefst steek ik hem dood”
“Hij zat op de crackpijp”
“Als ik hem vermoord los ik hem op in een badje met zoutzuur”.
Tijdens het afnemen van de schiethanden van [medeverdachte 1] hoorde ik zeggen: “weet je niet hoeveel dagen je later bent?”.
48. Het proces-verbaal uitlating bij teruggave GSM van 9 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Algemeen dossier, pagina’s 380 en 381):
Bij het teruggeven heeft [medeverdachte 1] gesproken over het gegeven dat ze op donderdag 12 juli 2018 een uur de gelegenheid krijgt om afscheid te mogen nemen van [slachtoffer] . Ze vertelde mij dat ze hem nog een keer even mocht zien. Ik merkte op dat ze er rekening mee moet houden dat de kist is afgesloten omdat [slachtoffer] niet meer toonbaar was en dat hij door ontbinding behoorlijk zou ruiken.
Ik hoorde dat [medeverdachte 1] zei: “Ik mag hem niet zien! Is hij in zijn gezicht geschoten?”.
49. Het proces-verbaal bevindingen uitwerking 2 audiogesprekken [broer van slachtoffer] met meldkamer opgemaakt door J.M.H. Werkhoven van 20 juli 2018, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven (Algemeen Dossier, pagina’s 264 en 266 ):
Betreft het gesprek van [broer van slachtoffer] met [naam 20] van RSC op 3 juli 2018 om 11.32 uur.
[broer van slachtoffer] : Goedemorgen, met [broer van slachtoffer] , ik had een vraagje, eh ik heb mijn broer al twee dagen niet gesproken. Is het mogelijk dat hij op het bureau zit.