ECLI:NL:RBOVE:2024:6896

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
ak_24_2957
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de weigering van een Wajong-uitkering door het UWV

In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, wordt het beroep van eiser tegen de weigering van het UWV om hem een Wajong-uitkering toe te kennen, beoordeeld. Eiser, geboren op [geboortedatum], heeft van 2013 tot 2017 VMBO leerwegondersteunend onderwijs gevolgd en een diploma behaald. Van 2017 tot 2018 heeft hij een MBO-opleiding Autotechnicus gevolgd, maar deze niet afgerond. Eiser heeft op 6 juli 2023 een Wajong-uitkering aangevraagd, maar het UWV heeft deze aanvraag op 27 december 2023 afgewezen, met als argument dat eiser over arbeidsvermogen beschikt. Eiser is van mening dat hij geen arbeidsvermogen heeft en dat zijn beperkingen duurzaam zijn. Hij heeft psychodiagnostisch onderzoek ondergaan, waaruit blijkt dat hij licht tot matig verstandelijk beperkt is en moeite heeft met het nakomen van afspraken en het begrijpen van instructies.

De rechtbank heeft het beroep op 26 november 2024 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en het UWV aanwezig waren. De rechtbank concludeert dat het UWV overtuigend heeft gemotiveerd dat eiser beschikt over basale werknemersvaardigheden, ondanks zijn beperkingen. De rechtbank wijst erop dat de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige hebben vastgesteld dat eiser, met de juiste begeleiding, in staat is om instructies te begrijpen en afspraken na te komen. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft besloten dat eiser op zijn achttiende verjaardag over arbeidsvermogen beschikte en dat hij daarom geen recht heeft op een Wajong-uitkering. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Almelo
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/2957

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. K.W.M. Jansen),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen, verweerder (het UWV),
(gemachtigde: L.A.P. ter Laak).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de weigering om aan hem een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) toe te kennen.
1.1.
Het UWV heeft met het besluit van 27 december 2023 aan eiser geen Wajong-uitkering toegekend. Met het bestreden besluit van 24 juni 2024 op het bezwaar van eiser is het UWV bij dat besluit gebleven.
1.2.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 26 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van het UWV.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt het bestreden besluit. Zij doet dat aan de hand van de argumenten van eiser, de beroepsgronden.
3. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Feiten
4.1.
Eiser is geboren op [geboortedatum]. Hij is dus op [datum] achttien jaar oud geworden. Vanaf 2013 tot 2017 heeft eiser VMBO leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) gevolgd en een diploma behaald. Van 2017 tot 2018 heeft hij MBO BB Autotechnicus gedaan. Deze opleiding heeft hij niet afgerond. In de periode november 2017 tot en met
september 2019 heeft eiser bij diverse werkgevers gewerkt.
4.2.
Eiser heeft op 6 juli 2023 gevraagd om beoordeling van zijn arbeidsvermogen en verzocht om een Wajong-uitkering. Dit heeft geleid tot de besluitvorming, zoals vermeld onder ‘Inleiding’.
Standpunten van partijen
Standpunt UWV
5. Het UWV heeft geweigerd om aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat eiser volgens het UWV over arbeidsvermogen beschikt. Het UWV heeft dit gebaseerd op verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek.
Standpunt eiser
6. Eiser stelt zich op het standpunt dat hij recht heeft op een Wajong-uitkering. Eiser is van mening dat hij geen arbeidsvermogen heeft en dat zijn beperkingen duurzaam zijn. Eiser vindt dat de rapporten van de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige een onjuist en onrealistisch beeld geven van zijn werkelijke (medische) beperkingen.
6.1.
Volgens eiser beschikt hij duurzaam niet over basale werknemersvaardigheden. Eiser heeft te maken met ontwikkelingsproblematiek en een matig- tot lichtverstandelijke beperking. Daardoor kan hij geen afspraken nakomen en geen instructies begrijpen. Uit psychodiagnostisch onderzoek van Trajectum van 20 maart 2024 is gebleken dat eiser licht tot matig verstandelijk beperkt is. Bij eiser is sprake van een disharmonisch intelligentieprofiel. Voor verbale vaardigheden scoort eiser licht verstandelijk beperkt. Hierdoor ontstaat volgens de onderzoekers snel de neiging om eiser te overschatten. Hij komt verbaal sterker over. Daardoor heeft het UWV hem overschat. Eiser benadrukt dat hij meerdere malen moet worden herinnerd aan afspraken. Uit het onderzoek blijkt ook dat eiser grote moeite heeft met problemen analyseren en overzien, gedachten hierover ordenen, oplossingen bedenken en uitvoeren. Ten aanzien van het werkgeheugen heeft Trajectum geconcludeerd dat sprake is van functioneren op de ondergrens van een licht verstandelijk beperkt niveau. De motorische- en denksnelheid van eiser bevindt zich op matig verstandelijk beperkt niveau, wat erop wijst dat hij zeer veel tijd nodig heeft om informatie te verwerken. Daarbij heeft de onderzoeker opgemerkt dat eiser op het laatstgenoemde onderdeel de minimaal haalbare score behaalt. Dit betekent dat hij mogelijk voor snelheid op een lager niveau functioneert. Verder wijst eiser erop dat volgens Trajectum de huidige woonsituatie van eiser fors overvragend is voor hem. Bij zijn niveau van functioneren zou begeleid wonen in een (24-uurs)voorziening meer passend zijn. Ook schrijft Trajectum dat regulier werk niet haalbaar is en dat eiser meer op zijn plaats is op een aangepaste werkplaats of dagbesteding, omdat hij anders snel overvraagd zal worden.
6.2.
Eiser denkt dat hij een soort stoorzender zal zijn op de werkvloer. Volgens hem is sprake van beperkingen in communicatie en tussenmenselijke interacties en relaties. Eiser heeft in het verleden geenszins aangetoond dat hij kan participeren in een arbeidsorganisatie, of een baan voor langere tijd kan behouden. Eiser is onvoldoende in staat om zich aan verplichtingen en afspraken te houden. De houding van eiser speelt hierbij ook een rol, maar hij kan hier vanwege zijn verstandelijke beperking niet veel aan doen. Eiser wijst op een rapport van 23 juli 2024 van Reclassering Nederland. Hieruit blijkt dat het reclasseringstoezicht vanwege een strafrechtelijke veroordeling voortijdig negatief is beëindigd. De reclassering is van mening dat eiser zich onvoldoende heeft gehouden aan de voorwaarden horende bij de voorwaardelijke veroordeling. De reclassering ziet geen mogelijkheden voor gedragsverandering en risicobeperking. Ten tijde van het reclasseringstoezicht stelde eiser zich niet begeleidbaar op. Dit is voor een gedeelte te verklaren door zijn psychosociaal functioneren. De reclassering merkt zijn psychosociaal functioneren en zijn houding aan als criminogene factor. [1] Verder rapporteert de reclassering dat het eiser onvoldoende lukt om zelfstandig keuzes te maken en praktische regelzaken op orde te brengen.
6.3.
Eiser verwijst naar een gelijksoortige zaak, waarin de verzekeringsarts bezwaar en beroep de afwijzing van een Wajong-uitkering heeft herzien, omdat betrokkene niet beschikte over basale werknemersvaardigheden. Eiser heeft een IQ van onder de 55. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is in het rapport over de soortgelijke situatie van mening dat de zwakbegaafdheid dan van een zo duidelijke ernst is, dat opdrachten niet meer begrepen worden. Bovendien wordt het beschut werk ernstig verstoord.
Reactie UWV
7. In het verweerschrift blijft het UWV bij zijn standpunt. Het UWV heeft dit gebaseerd op een nader rapport van 28 oktober 2024 van de verzekeringsarts bezwaar en beroep, waarbij de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep zich aansluit.
Overwegingen van de rechtbank
Beoordelingskader
8.1.
De voor de beoordeling van het beroep belangrijke wet- en regelgeving is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
8.2.
Volgens de regels die van toepassing zijn heeft iemand geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
Een taak is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.
8.3.
Volgens de Nota van Toelichting bij het met ingang van 1 januari 2015 gewijzigde Schattingsbesluit [2] staat de term ‘mogelijkheden tot arbeidsparticipatie’ gelijk aan het begrip ‘arbeidsvermogen’. Arbeidsvermogen is het vermogen van een individu om doelgerichte handelingen in een arbeidsorganisatie te verrichten die resulteren in producten of diensten die een economische waarde hebben, waarmee wordt bedoeld dat een werkgever bereid is loon te betalen voor een verrichte taak.
In de Nota van Toelichting worden deze vereisten toegelicht.
Ad 1: (…)
Ad 2: Basale werknemersvaardigheden zijn vaardigheden waarover iemand altijd moet beschikken om als werknemer in een arbeidsorganisatie te kunnen functioneren. Het gaat daarbij om andere vaardigheden dan die nodig zijn om aan de specifieke eisen uit het takenbestand te kunnen voldoen. Een voorbeeld van een basale werknemersvaardigheid is het na kunnen komen van afspraken tussen werknemer en de werkgever.
Ad 3: (…)
Ad 4: (…)
8.4.
De rechtbank moet beoordelen of het UWV aan eiser terecht geen Wajong-uitkering heeft toegekend. Partijen zijn verdeeld over de vraag of eiser op zijn achttiende verjaardag en daarna over arbeidsvermogen beschikt. Het geschil spitst zich toe op de vraag of eiser basale werknemersvaardigheden heeft. De rechtbank zal ingaan op het verzekeringsgeneeskundig en het arbeidskundig onderzoek.
Verzekeringsgeneeskundige en arbeidskundige onderzoeken
9.1.
Het UWV heeft zijn standpunt gebaseerd op rapporten van 6 september 2023 en
10 juni 2024 van een verzekeringsarts respectievelijk een verzekeringsarts bezwaar en beroep en op rapporten van 21 december 2023 en 21 juni 2024 van een arbeidsdeskundige respectievelijk een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep. De verzekeringsarts heeft eiser gezien en gesproken tijdens een spreekuur en hem psychisch en lichamelijk onderzocht. Hij heeft de aanvraag en de daarbij gevoegde medische informatie bij zijn beoordeling betrokken. Ook heeft de verzekeringsarts informatie opgevraagd bij de huisarts. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft het dossier van eiser bestudeerd.
De arbeidsdeskundige en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben het dossier van eiser ook bestudeerd. Ze hebben eveneens met eiser gesproken. De arbeidsdeskundige heeft overlegd met de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft overleg gehad met de verzekeringsarts bezwaar en beroep.
9.2.
De verzekeringsartsen en de arbeidsdeskundigen zijn van mening dat eiser over basale werknemersvaardigheden beschikt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben het rapport van 20 maart 2024 van Trajectum bij hun beoordeling betrokken en gaan er vanuit dat eiser functioneert op de grens tussen een matig en licht verstandelijk beperkt niveau en dat sprake is van een disharmonisch intelligentieprofiel. Naar aanleiding van het rapport van Trajectum hebben de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep een aantal beperkingen toegevoegd. Ondanks deze extra beperkingen beschikt eiser volgens hen over basale werknemersvaardigheden. In de verzekeringsgeneeskundige en arbeidskundige rapporten staat dat eiser beperkt is in het ontwikkelen van vaardigheden. Hij heeft een licht verminderd leer- en begripsvermogen. Eiser heeft extra ondersteuning nodig bij het aanleren en (verder) ontwikkelen van vaardigheden/handelingen. Verder is eiser beperkt in herinneren. Hij heeft moeite met het onthouden van veel en/of complexe informatie. Instructies zullen zo nodig enkele keren herhaald moeten worden. Eiser kan wel kleine hoeveelheden concrete informatie onthouden, als dit op een duidelijke en gestructureerde manier wordt aangeboden. De begeleider kan helpen herinneren en helpen door opdrachten/instructies te herhalen. Verder is sprake van een beperking in het zelfstandig ondernemen van enkelvoudige of meervoudige taken en het structureren. Het werk dient daarom duidelijk, voorspelbaar en (voor)gestructureerd te zijn, met één taak tegelijk. Hij moet het werk in kleine overzichtelijke stappen kunnen doen en één voor één. Eiser heeft moeite om zelf zijn dag in te richten en in werk zal voor hem dan ook structuur moeten worden aangebracht in zijn werkzaamheden/taken. Een begeleider kan ondersteunen als extra structuur nodig is. Verder is eiser beperkt in het realiseren van handelingstempo. Eiser heeft een trage verwerkingstijd en zal met name bij nieuwe handelingen meer tijd nodig hebben. Ook het omgaan met stress en andere mentale eisen is beperkt. Aan eiser mogen geen hoge mentale eisen gesteld worden. Zo moet het werk duidelijk en voorspelbaar zijn. Verder kan eiser geen grote verantwoordelijkheid dragen. De eindverantwoordelijkheid of grote verantwoordelijkheid voor het werk moet daarom niet bij eiser liggen. Volgens de rapporten kan eiser, ondanks zijn beperkingen, instructies van een werkgever begrijpen en onthouden, opdrachten van een werkgever uitvoeren en afspraken met een werkgever nakomen. Mits van goede wil kan eiser blijk geven van goed werknemerschap en zich handhaven in een arbeidsorganisatie waarbinnen hij bij voortduring laat zien dat hij een regelmatige loonwaardige taak kan uitvoeren. Eiser zal niet een soort van 'stoorzender' zijn op de werkvloer. Eiser is immers niet ernstig beperkt in de volgende activiteiten, of zijn beperkingen daarin kunnen gecompenseerd worden met aanpassingen of voorzieningen: het ontwikkelen van vaardigheden, het herinneren, het richten van de aandacht, het zelfstandig ondernemen van taken, het uitvoeren van dagelijkse routinehandelingen, communiceren, het kunnen aangaan van interacties en relaties en het omgaan met meerderen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep wijst erop dat eiser zelfstandig bij de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige op het spreekuur is verschenen en zijn rijbewijs heeft gehaald. Hieruit blijkt dat eiser afspraken kan nakomen en instructies kan begrijpen en opvolgen. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep merken verder op dat voor de Wajong-beoordeling niet van belang is of eiser regulier werk kan doen. Ook als eiser bijvoorbeeld met begeleiding kan werken, alleen beschut werk kan doen of een voorziening nodig heeft om te kunnen werken is sprake van arbeidsvermogen.
9.3.
Met de verzekeringsgeneeskundige en arbeidskundige rapporten is voldoende gemotiveerd dat eiser, ondanks de beperkingen die uit het rapport van Trajectum blijken, over basale werknemersvaardigheden beschikt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben de beperkingen die eiser in zijn beroep noemt besproken en toereikend toegelicht waarom eiser desondanks over arbeidsvermogen beschikt. De rechtbank vindt het aannemelijk dat als eiser in zijn werk wordt begeleid op een manier die past bij zijn beperkingen hij dan afspraken kan nakomen, instructies kan begrijpen, problemen kan analyseren en overzien, gedachten hierover kan ordenen en oplossingen kan bedenken en uitvoeren. De verzekeringsarts bezwaar en beroep wijst er in haar nadere rapport van 28 oktober 2024 op dat ook hulpmiddelen mogen worden gebruikt om zich bepaalde afspraken te herinneren. Op basaal niveau wordt van een werknemer gevraagd dat hij in staat is om zich op basis van instructies een bepaalde werkroutine in te prenten en vervolgens deze routine te blijven herhalen, met hooguit incidentele bijsturing. Ondanks zijn verminderde intellectuele vermogens is eiser volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep tot dit basale niveau in staat. Het hebben van een verstandelijke beperking betekent volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet dat 'communicatie' en 'tussenmenselijke interacties en relaties' niet mogelijk zijn. Bij communicatie gaat het om de vraag of eiser in staat is om een eenvoudige instructie te begrijpen en uit te voeren. Nu eiser zijn VMBO-diploma en rijbewijs heeft behaald, is duidelijk dat eiser hiertoe in staat is. De verzekeringsarts bezwaar en beroep wijst erop dat eiser (weliswaar na uitgebreid oefenen met moeder) ook heeft geleerd om zelf te internetbankieren. Uit de praktijk blijkt naar de mening van de verzekeringsarts bezwaar en beroep ook dat eiser wel interacties en relaties kan aangaan. Zij noemt dat eiser tijdens de verschillende spreekuren en hoorzitting bij het UWV contact maakt, zodat sprake is van interactie. Ook wijst zij erop dat eiser contacten heeft met een drietal vrienden.
9.4.
De rechtbank overweegt verder dat het feit dat eiser zou zijn aangewezen op begeleid wonen in een (24-uurs)voorziening niet met zich brengt dat hij geen arbeidsvermogen heeft. Begeleid wonen is immers iets anders dan het niet hebben van arbeidsvermogen en de criteria om beide aspecten te beoordelen zijn verschillend.
9.5.
Trajectum schrijft dat voor eiser regulier werk niet haalbaar is en dat hij meer op zijn plaats is op een aangepaste werkplaats of dagbesteding. Uit wat hiervoor is overwogen blijkt dat ook sprake kan zijn van arbeidsvermogen als geen sprake is van regulier werk. Daarom leidt deze constatering niet tot de conclusie dat eiser de benodigde basale werknemersvaardigheden mist. Dat eiser op laag niveau functioneert en veel tijd nodig heeft om informatie te verwerken kan worden opgevangen door de begeleider, waarbij de rechtbank van belang vindt dat hier niet de eisen gelden, die bij regulier werk worden gesteld. Uit een uitspraak van de Centrale raad van Beroep (CRvB) [3] volgt dat de behoefte aan begeleiding bij het verrichten van werkzaamheden op zichzelf niet in de weg staat aan het kunnen aannemen van arbeidsvermogen.
9.6.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep is in haar nadere rapport van 28 oktober 2024 ook ingegaan op wat Reclassering Nederland schrijft. Hieruit blijkt volgens de verzekeringsarts bezwaar en beroep niet dat eiser zich (in een werksituatie) onvoldoende aan verplichtingen en afspraken kan houden. Zij wijst erop dat gedrag hierin ook een rol speelt en dat dit niet voortkomt uit ziekte of gebrek. Verder merkt de verzekeringsarts bezwaar en beroep nogmaals op dat werk op een 'beschutte werkplek' ook werk is in het kader van de Wajong. Hiermee heeft het UWV voldoende toegelicht waarom de brief van Reclassering Nederland niet leidt tot de conclusie dat eiser niet over basale werknemersvaardigheden beschikt.
9.7.
In een andere casus heeft een verzekeringsarts bezwaar en beroep overwogen dat bij een IQ van minder dan 55 de verstandelijke beperking zodanig is dat opdrachten niet meer begrepen worden en het beschut werk ernstig verstoord wordt, zodat geen sprake meer is van basale werknemersvaardigheden. Volgens eiser betekent dit dat bij een IQ van minder dan 55 altijd basale werknemersvaardigheden ontbreken. De rechtbank kan eiser hierin niet volgen. Zij verwijst naar de eerder genoemde uitspraak van de CRvB [4] . Uit deze uitspraak volgt dat alleen het IQ niet bepalend is voor het antwoord op de vraag of betrokkene over arbeidsvermogen beschikt. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft er in haar nadere rapport van 28 oktober 2024 dan ook terecht op gewezen dat de context uit de door eiser bedoelde zaak volledig ontbreekt en dat de beoordeling in die individuele zaak niets zegt over de situatie en beoordeling daarvan voor eiser. De overwegingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep in de andere casus leiden dan ook niet tot de conclusie dat eiser niet over basale werknemersvaardigheden beschikt. In de verzekeringsgeneeskundige en arbeidskundige rapporten is de verstandelijke beperking van eiser en ook de mate daarvan voldoende meegewogen. De rechtbank ziet geen aanknopingspunten voor het oordeel dat eisers mogelijkheden zijn overschat.
9.8.
Dit alles leidt de rechtbank tot de conclusie dat het UWV overtuigend heeft gemotiveerd dat eiser beschikt over basale werknemersvaardigheden. Dat eiser een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur, ten minste vier uur per dag belastbaar is, of in ten minste twee uur per dag het wettelijk minimumuurloon kan verdienen staat niet ter discussie. Dit betekent dat het UWV er terecht vanuit gaat dat eiser op zijn achttiende en daarna verjaardag over arbeidsvermogen beschikte en dat hij daarom geen recht heeft op een Wajong-uitkering.

Conclusie en gevolgen

10. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.T. de Kwaasteniet, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.A.H. Beenen-Oskam, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hoger beroepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hoger beroepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
Artikel 1a:1. Jonggehandicapte
1. Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
2 De ingezetene die op de dag, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, beperkingen ondervindt als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling, maar op grond van het eerste lid niet aangemerkt wordt als jonggehandicapte, wordt alsnog jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen, indien hij binnen vijf jaar na die dag duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft, indien dit voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan hij beperkingen als gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling ondervond, op de dag, bedoeld in onderdeel a of b.
4 Onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben wordt in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen de situatie verstaan waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
5 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot een periodieke herbeoordeling om vast te stellen of betrokkene duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft.
6 De beoordeling van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie wordt gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig en voor zover nodig een arbeidskundig onderzoek.
7 Bij de beoordeling, bedoeld in het zesde lid, maakt de verzekeringsarts zo veel mogelijk gebruik van wetenschappelijke inzichten die de beoordeling van de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie kunnen ondersteunen.
8 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld.
Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten
Artikel 1a. Geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie
1. Betrokkene heeft geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
2 Een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, is de kleinste eenheid van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.
3 Bij ministeriële regeling kunnen met betrekking tot het eerste lid nadere regels worden gesteld.

Voetnoten

1.Criminogene factoren zijn keenmerken en omstandigheden van mensen en hun omgeving, die bijdragen aan het plegen van delicten en daardoor ook ten aanzien van recidive een voorspellende waarde kunnen hebben, zie https://www.juridischwoordenboek.nl/zoek/criminogene+factoren
2.Staatsblad 2014, 359, p. 5 e.v.
3.CRvB 10 augustus 2022 ECLI:NL:CRVB:2022:1762
4.CRvB 10 augustus 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1762