Volgens Enerpac had Havator de SBL 1100 in oktober 2015 al acht jaar gebruikt, zonder noemenswaardige problemen. De onderhoudshistorie is haar niet bekend. Partijen zijn op 12 oktober 2015 overeengekomen dat Enerpac vier nieuwe pompen zou leveren. Die pompen zijn geleverd en geïnstalleerd. Daarna is de eerste drum succesvol verplaatst. Bij deze verplaatsing is geconstateerd dat de strokesensors ‘out of calibration’ waren geraakt na de vervanging door Havator van de strokesensor van lift vier. [naam 1] heeft toen met succes een kalibratie uitgevoerd om de strokesensors te ijken. Bij de voorbereiding van de tweede verplaatsing is een foutmelding op de afstandsbediening verschenen. Medewerkers van Havator hadden de afstandsbediening al gereset toen [naam 1] arriveerde. [naam 1] heeft alle vier liften gereset, waarna geen foutmelding meer verscheen. Een dag later is het hijsen van de tweede drum goed verlopen, maar is bij het verplaatsen gebleken dat lift twee vooruit reed op de rest. Desondanks heeft [naam 2] via de afstandsbediening opdracht gegeven door te rijden, zonder de positie van de liften te controleren en te corrigeren.
Er is een kromming bij lift twee ontstaan, waarna is afgesproken dat de liften een, drie en vier bijgereden zouden worden. In plaats van de knop om te verrijden in te drukken, heeft [naam 2] gedrukt op de knop om de liften te laten zakken. Vervolgens is de SBL 1100 met drum ingestort.
Van een tekortkoming van Enerpac is geen sprake: zij moest vier nieuwe pompen leveren en heeft dat gedaan. Met behulp van die pompen heeft de eerste verplaatsing succesvol plaats- gevonden. De pompen waren dus geschikt. De kalibratie van de liften was geen onderdeel van de overeenkomst, maar is verricht omdat Havator werkzaamheden aan de strokesensor van lift vier niet goed had uitgevoerd. De kalibratie en de reset zagen bovendien op delen van de SBL 1100 die geen verband houden met het al dan niet synchroon verrijden van lift twee. Noch Inspecta noch [bedrijf] heeft geconcludeerd dat het incident is veroorzaakt door een fout van Enerpac. Havator heeft, in plaats van de SBL 1100 verder te laten onderzoeken, zoals Inspecta voorstelde, deze laten afvoeren en vernietigen. Hierdoor kan de oorzaak van het incident niet meer worden achterhaald.
De omkeringsregel is niet van toepassing. Uit de overeenkomst tot levering van nieuwe pompen vloeit niet voort dat Enerpac verplicht zou zijn de SBL 1100 te laten voldoen aan de ontwerpvoorschriften die voortvloeien uit de Machinerichtlijn en/of te voorzien van de veiligheidsinrichtingen die de Machinerichtlijn voorschrijft.
Wat de overeenkomst uit 2007 betreft kan Fennia nu, na acht jaar intensief gebruik van de SBL 1100, geen beroep meer doen op het niet voldoen aan de Machinerichtlijn. Bedacht moet voorts worden dat de SBL 1100 in 2007 moest voldoen aan de toen geldende eisen. Dat was het geval. De normen uit de Machinerichtlijn, die Fennia heeft genoemd, zijn niet geschonden en zij strekken ook niet tot bescherming tegen een specifiek gevaar dat zich bij het incident heeft verwezenlijkt.
Er zijn diverse oorzaken van het instorten van de SBL 1100 met drum mogelijk. De liften kunnen ieder afzonderlijk, maar ook gelijktijdig met de afstandsbediening worden bestuurd. De SBL 1100 uit 2007 beschikte niet over een automatische synchronisatie van de afstand die de liften afleggen (latere modellen wel). Wel stoppen de liften als een van de liften meer dan vier impulsen meer of minder heeft ontvangen dan de andere liften. [naam 2] moest dus zelf de positie van de liften controleren en zo nodig corrigeren. Hij heeft dat onvoldoende gedaan en uiteindelijk met de afstandsbediening een verkeerde opdracht (zakken in plaats van verrijden) gegeven. Verder lijkt het erop dat Havator na het verplaatsen van de eerste drum iets heeft aangepast aan de rails waarover de liften verreden en vervolgens de lading heeft gehesen en gedurende 30 minuten laten hangen. Dit kan leiden tot een foutmelding. Een onjuist gebruik van de rails of opvulmaterialen kan bovendien leiden tot spanningen in de constructie van de SBL 1100. Ten slotte kunnen slijtage aan de SBL 1100, aanpassingen door Havator en/of een verkeerde plaatsing op de rails tot het incident hebben geleid.
Enerpac betwist dat sprake is geweest van onrechtmatig handelen van [naam 1] , dat Fennia de gestelde betalingen heeft gedaan en dat de schade van Fennia de gestelde omvang heeft.