In deze zaak vordert de curator inzage in het onderzoek dat de notaris heeft verricht in het kader van een aandelentransactie tussen twee personen, met als doel te controleren of de notaris zijn rol als poortwachter correct heeft vervuld. De curator stelt dat hij deze inzage nodig heeft op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank concludeert echter dat de vorderingen van de curator moeten worden afgewezen, omdat er sprake is van een 'fishing expedition'. De rechtbank legt uit dat de curator onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij een rechtmatig belang heeft bij de gevraagde bescheiden. De notaris heeft zich beroepen op zijn geheimhoudingsplicht en de rechtbank oordeelt dat de curator niet kan aantonen dat er 'red flags' waren die de notaris hadden moeten aanzetten tot nader onderzoek. De rechtbank wijst de vorderingen van de curator af en veroordeelt hem in de proceskosten.