Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
- Het proces-verbaal van de terechtzitting van 6 december 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 3 augustus 2023, pagina 11 e.v.;
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 3 augustus 2023, pagina 22 e.v.;
- Het proces-verbaal van bevindingen van 12 oktober 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , pagina 39 e.v.;
- Het proces-verbaal van bevindingen van 6 maart 2024, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 31 e.v;
- Het proces-verbaal van bevindingen van 6 maart 2024, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 2] , pagina 36 e.v.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De schade van benadeelden
Kosten psycholoog
Advocaatkosten in verband met echtscheidingsprocedure
Immateriële schade
Materiële schade
Immateriële schade
8.De toegepaste wettelijke voorschriften
9.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid voor de duur van
160 (honderdzestig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
80 (tachtig) dagen;
wijstde vordering van de benadeelde partij
aftot een bedrag van € 5.000,-- (bestaande uit immateriële schade);
wijstde vordering van de benadeelde partij
toetot een bedrag van € 2.578,-- (bestaande uit € 1.078,-- materiële schade en € 1.500,-- immateriële schade);
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder feit 1 bewezen verklaarde tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.578,--, (zegge: tweeduizend vijfhonderdachtenzeventig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 35 (vijfendertig) dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
wijstde vordering van de benadeelde partij
aftot een bedrag van € 500,-- (bestaande uit immateriële schade);
wijstde vordering van de benadeelde partij
toetot een bedrag van € 500,-- (bestaande uit
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder feit 2 bewezen verklaarde tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 500,--, (zegge: vijfhonderd euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 10 (tien) dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.