ECLI:NL:RBOVE:2024:6874

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
ak_24_4324
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om voorlopige voorziening tegen sluiting woning wegens overtreding Opiumwet

Op 19 december 2024 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan op een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker die in bezwaar was gegaan tegen een besluit van de burgemeester van Zwolle. Dit besluit, genomen op 12 december 2024, hield in dat de burgemeester een last onder bestuursdwang had opgelegd wegens een overtreding van de Opiumwet. De burgemeester had besloten om de woning van de verzoeker te sluiten voor een periode van drie maanden, met ingang van 20 december 2024, om 11:00 uur. De verzoeker had verzocht om meer tijd om samen met zijn begeleider van Talent in Zorg een andere geschikte woning te vinden.

Tijdens de zitting op 19 december 2024 werd het verzoek behandeld, waarbij de verzoeker aanwezig was, bijgestaan door zijn begeleider, en de gemachtigde van de burgemeester. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende grond was voor de burgemeester om de last onder bestuursdwang op te leggen, gezien het Damoclesbeleid en de handhavingsmatrix die de burgemeester hanteert. De voorzieningenrechter oordeelde dat de sluiting van de woning voor drie maanden evenredig was, vooral omdat de huurovereenkomst per 1 januari 2025 was opgezegd en er waarschijnlijk al crisisopvang beschikbaar was voor de verzoeker.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, wat betekent dat de verzoeker de woning uiterlijk op 20 december 2024 om 11:00 uur moest verlaten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en er stond geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL
Zittingsplaats Zwolle
Bestuursrecht
zaaknummer: ZWO 24/4324
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 19 december 2024 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker], uit [woonplaats 1], verzoeker

en

de burgemeester van de gemeente Zwolle, de burgemeester

(gemachtigde: mr. P. Mulder).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: [derde belanghebbende] uit [woonplaats 2].

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker van 18 december 2024 gericht tegen het besluit van de burgemeester van 12 december 2024. Daarbij is aan verzoeker een last onder bestuursdwang opgelegd wegens een overtreding van artikel 2 van de Opiumwet gelezen in samenhang met artikel 13b van die wet. Gelast wordt het pand aan de [address] te sluiten met ingang van vrijdag 20 december 2024 om 11:00 uur en gesloten te houden tot donderdag 21 maart 2025 om 11:00 uur. Verzoeker is daarmee één week de tijd geboden om aan de last te voldoen.
1.1.
Verzoeker heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Daarnaast heeft hij de voorzieningenrechter verzocht tot het treffen van een voorlopige voorziening. Verzoeker wenst (enkel) meer tijd om – samen met zijn begeleider van Talent in Zorg – een andere geschikte woning te vinden.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 19 december 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, bijgestaan door zijn begeleider [naam] van Talent in Zorg, de gemachtigde van de burgemeester en derde-partij.
1.3.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Gelet op de feiten en de bestuurlijke rapportage zoals de burgemeester die heeft mogen interpreteren staat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter vast dat er een bevoegdheid is om een last onder bestuursdwang op te leggen op grond van artikel 13b van de Opiumwet. Gelet op het Damoclesbeleid van de burgemeester en de handhavingsmatrix die daarbij gehanteerd wordt kon de burgemeester gebruik maken van die bevoegdheid door de woning te sluiten voor drie maanden.
Dan draait het enkel nog om de vraag of de sluiting voor drie maand, die morgen (20 december 2024) ingaat, evenredig is.
Daarbij neemt de voorzieningenrechter in aanmerking dat – zoals ter zitting is bevestigd – de huurovereenkomst is opgezegd per 1 januari 2025 en dat verzoeker om die reden dan toch al de woning moet hebben verlaten. Op zitting is zelfs gebleken dat verhuurder een afspraak heeft gemaakt met Talent in Zorg als formele huurder van de woning, dat deze uiterlijk 20 december 2024 leeg moet en zal worden opgeleverd. Daarnaast blijkt uit de mededeling van zowel de gemachtigde van de burgemeester als de begeleider van verzoeker op zitting dat er waarschijnlijk al een crisisopvang in de vorm van een kamer voor verzoeker beschikbaar is.
Alles tezamen ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. Hij wijst het verzoek tot schorsing van het besluit af. Concreet betekent dit dat verzoeker morgen (20 december 2024) om 11:00 uur uit de woning moet zijn.

Conclusie en gevolgen

De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 december 2024 door mr. J.H.M. Hesseling, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.C. Smitstra, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.