9.De beslissing
- vernietigt de strafbeschikking inzake 08.257200.21;
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 08.317553.21 bij feit 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 08.257200.21 en 08.317553.21 bij feit 1 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
parketnummer 08.257200.21: het misdrijf: mishandeling;
parketnummer 08.317553.21, feit 1: het misdrijf: afpersing, meermalen gepleegd;
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder 08.257200.21 en onder 08.317553.21 bij feit 1 bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
schadevergoeding
[slachtoffer 2]
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] toe tot een bedrag € 412,54 (bestaande uit € 12,54 materiële schade en € 400,-- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 412,54 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2021;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 412,54, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 juni 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
achtdagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 2] voor het meer of andere gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] toe tot een bedrag € 905,- (bestaande uit € 205,-- materiële schade en € 700,-- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van
€ 905,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 april 2021;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het bewezen verklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 905,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 april 2021 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van
achttiendagen kan worden toegepast;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] voor het meer of andere gevorderde niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [slachtoffer 3] (onder 08.317553.21 bij feit 2) in het geheel niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.M. Weeda, voorzitter, mr. P. van Kesteren en mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van S. Wongsokerto, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 19 december 2024.
Mr. P. van Kesteren en mr. P.M.F. Schreurs zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van parketnummer 08.257200.21
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met dossiernummer PL0600-2021302486 van 15 september 2021. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van aangifte (met foto’s) van [slachtoffer 2] van 1 juli 2021, pagina’s 3 tot en met 10, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op zaterdagavond 26 juni 2021 omstreeks 19.30 uur had ik samen met mijn vriendin [getuige] onze fietsen in stalling in een oude fietstelling achter het ROC gezet. Wij zijn bij een groep van 4 jongens gaan staan omdat de jongens ons riepen. Eén van de jongens riep tegen mijn vriendin "ik wil jou neuken". Op dat moment zijn wij weer richting onze fietsen gelopen. De jongen schat ik rond de 21 jaar, deze jongen liep achter ons aan en schold ons uit voor "kankerhoer", "hoeren". Ik heb toen tegen de jongen gezegd "doe eens normaal en praat niet zo tegen ons". De jongen greep mij bij mijn keel met zijn rechterhand. Ik had een aantal krassen in mijn nek zitten en een wondje aan mijn mond. Een paar minuten later voelde ik pijn. Ik ben op de grond gevallen. Toen ik weer opstond heeft de jongen mij een klap op mijn rechter achterhoofd gegeven.
Daarna zijn wij toch nog even de stad in geweest, ondanks de pijn die ik voelde.
In de stad zijn wij een aantal jongeren tegen gekomen die ook op de parkeerplaats
waren. Ik heb hen gevraagd of één van hen de jongen kende die mij heeft mishandeld.
Eén van de jongeren heeft zijn naam, telefoonnummer en adres gegeven: [verdachte] , [telefoonnummer] , [adres 3] . De jongen die mij dit heeft door gegeven ken ik niet en weet zijn naam ook niet. Van deze jongen heb ik het instagram account gekregen van [verdachte] . Op dit account heb ik foto's van hem gevonden. Ik herkende hem gelijk.
2. Het proces-verbaal van verhoor getuige van [getuige] van 8 juli 2021, pagina’s 16 tot en met 18, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben op 26 juni 2021 getuige geweest van een mishandeling van mijn vriendin
[slachtoffer 2] . Op 26 juni 2021, omstreeks 21.15 was ik samen met [slachtoffer 2] op de [adres 2] . Op een gegeven moment liepen wij langs een groep jongens. Ik hoorde dat een van die jongens iets naar ons riep. Voor de duidelijkheid noem ik deze jongen 1. Een paar minuten later kwam er ineens een andere jongen uit die groep naar ons toelopen. Wij waren op dat moment nog in gesprek met de jongen die ons eerder riep. Voor de duidelijkheid noem ik deze jongen 2.
Ik hoorde dat die tweede jongen, die naar ons toe kwam lopen ons uitschold voor
'Hoeren'. Ik hoorde ook dat jongen 2 tegen mij riep: "Ik wil je neuken". Ik negeerde jongen 2 en liep al weg in de richting van de [adres 4] .
Ik hoorde dat [slachtoffer 2] tegen jongen 2 riep: "Zo praat je niet tegen mij en tegen mijn vriendin", of woorden van die strekking. Ik keek toen achterom en zag dat [slachtoffer 2] door jongen 2 bij haar keel werd gegrepen. Ik zag dat jongen 2 [slachtoffer 2] met een van zijn handen bij haar keel pakte. Ik weet niet meer welke hand dit was. Ik ben toen snel naar jongen 2 gelopen en heb hem een duw gegeven.
Direct nadat ik jongen 2 had geduwd, gaf hij mij een klap in mijn gezicht. Ik zag en voelde dat jongen 2 mij met een van zijn tot vuisten gebalde handen tegen de rechterkant van mijn hoofd sloeg.
Ik heb gehoord dat de instagram naam van de dader [verdachte] was. Ik heb nog een bericht gekregen van deze [verdachte] via Snapchat. Ik kreeg het bericht van deze [verdachte] via Snapchat ongeveer 3 of 4 dagen na het incident. [verdachte] schreef toen: "Het was niet de bedoeling om jullie pijn te doen, het spijt me" of woorden van die strekking.
3. Een schriftelijk bescheid, te weten een brief van huisarts [huisarts] van 11 mei 2022:
Relevante regels uit het journaal:
29-06-21 S aangevallen door jongen in de stad: nagels in de nek : rondom de keel mn links midden ook krassen, daarnaast op re achterhoofd diverse pijnlijke plekken bij aanraking.
4. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte van 14 september 2021, pagina’s 20 tot en met 24, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb die dag bij [adres 2] een conflict gehad met 2 meisjes. Ik heb een van die twee meisjes een platte hand in het gezicht gegeven en de andere heb ik in het gezicht gedrukt zo van: ga weg van mij. Ik wil er bij zeggen dat ik dit heb besproken met de meisjes, familie [slachtoffer 2] , en dat andere meisje. Ik beken sowieso dat ik heb geslagen hoor. Ik heb de ene uit woede in het gezicht geslagen en de andere in het gezicht gedrukt.
Ten aanzien van parketnummer 08.317553.21 feit 1
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met dossiernummer PL0600-2021195103 van 8 december 2021. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
1. Het proces-verbaal van verhoor aangever (met bijlagen: foto verdachte, schermafbeelding bankafschrijving 150 euro, betaalverzoek 55 euro, appberichten) van [slachtoffer 1] van 19 mei 2021, pagina’s 110 tot en met 119, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Adres: [adres 1]
Postcode: [adres 1]
Plaats: [adres 1]
Een paar weken terug begon het allemaal omdat [slachtoffer 3] de lachgastanks had leeg laten lopen van [medeverdachte] . Maandagmiddag volgens mij 26 april stond [verdachte] aan de deur bij mij aan de [adres 1] . Ik zei dat [slachtoffer 3] er niet was. Toch liep hij naar binnen. [verdachte] zei dat hij geld wilde, ik zei dat ik dat niet heb en toen sloeg hij mij in het gezicht met een vuistslag. Daarna moest ik 150 euro pinnen. Op een gegeven moment ben ik wel gaan pinnen omdat ik het niet verder wilde laten escaleren. Wij, [verdachte] en ik, zijn toen naar de pinautomaat gelopen bij het winkelcentrum Boswinkel volgens mij ABN. Hij bedreigde mij dat ik dit aan niemand mocht vertellen want ander laat hij mij slapen, daarmee dacht ik dat hij dood bedoelde.
[verdachte] appte mij op 28 april 2021 dat hij 55 euro wilde hebben en hij stuurde een tikkie.
[afbeelding]
2. Het proces-verbaal van bevindingen van 15 februari 2024, aanvullend procesdossier 2 pagina’s 1 en 2, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 11-01-2024 gegevens gevorderd over de periode 26-04-2021 tot en met 29-04-2021 van nummer [rekeningnummer] t.n.v. [slachtoffer 1] .
Op de uitgeleverde mutaties is te zien dat er op 27-4-2021 om 13:10 uur € 150,= contant is opgenomen en op 28-4-2021 om 13:04 uur een tikkie betaald is van € 55,=.
3. Het proces-verbaal van bevindingen (met als bijlagen screenshots) van 9 juni 2021 pagina’s 126 tot en met 141, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
De camerabeelden van de ING bank zijn middels vordering opgevraagd. Betreft de camerabeelden van 27 april 2021 en opname tijdstippen tussen 12:45 uur en 13:30 uur. De pinner is door mij ambtshalve herkend als [slachtoffer 1] . Op de achtergrond is een NN persoon te zien die kennelijk de NN verdachte is.
4. Het proces-verbaal van bevindingen (met als bijlagen screenshots) van 30 juli 2021 pagina’s 142 en 143, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Mij was door de coördinator van onderzoeksteam Maki21 verzocht aangever [slachtoffer 1] foto's te tonen van de beveiligingscamera bij de pinautomaat. Terwijl ik aangever [slachtoffer 1] deze foto’s toonde hoorde ik hem zeggen: “Dit is [verdachte] die mij heeft geslagen en bedreigd”.