Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer: 11403178 EJ VERZ 300/24
Beschikking van de kantonrechter van 13 december 2024
op het verzoek van:
I. L. Kruizinga,
geboren op 22 december 2007 ,
verzoekende partij, hierna te noemen: Kruizinga ,
procederend in persoon.
1.De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 4 november 2024 ontvangen verzoekschrift;
- de mondelinge behandeling van 5 december 2024. Van het verhandelde tijdens de zitting heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Ter zitting zijn verschenen Kruizinga en haar ouders.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.
2.Het verzoek
2.1.
Kruizinga verzoekt de kantonrechter haar handlichting te verlenen in de zin van artikel 1:235 Burgerlijk Wetboek (BW).
3.De beoordeling
3.1.
Handlichting is het verlenen van bevoegdheden, waardoor een zestien- of zeventienjarige in bepaalde opzichten handelingsbekwaamheid als meerderjarige verkrijgt.
3.2.
Kruizinga heeft uitgelegd dat zij bezig is met het opzetten van haar eigen kledingwebshop. Op dit moment verkoopt Kruizinga al kleding via Instagram. Daarnaast volgt zij de opleiding Ondernemer & Handel op het ROC van Twente . Kruizinga heeft aangegeven dat zij een zakelijke bankrekening wil openen voor haar kledingwebshop. Hiermee kunnen klanten de bestelling direct afrekenen, waarmee haar webshop een professionele uitstraling krijgt. Daarnaast heeft Kruizinga toegelicht dat zij op de hoogte is van de verplichtingen die het ondernemerschap met zich meebrengen. Zo heeft Kruizinga verklaard al een eerste aangifte bij de belastingdienst te hebben ingediend.
3.3.
De kantonrechter stelt vast dat de beide wettelijke vertegenwoordigers, haar ouders, mondeling hebben verklaard het volste vertrouwen te hebben in hun dochter en haar plannen met het nog op te richten bedrijf. De ouders van Kruizinga zijn ook beide ondernemers, zodat zij Kruizinga kunnen ondersteunen bij haar onderneming.
3.4.
Gelet op het verzoek met toelichting en artikel 1:235 BW, is de kantonrechter van oordeel dat het verzoek moet worden toegewezen.
3.5.
Over de publicatieplicht oordeelt de kantonrechter als volgt. In artikel 1:237 BW is bepaald dat de beschikking waarbij de handlichting is verleend bekend moet worden gemaakt in de Staatscourant en in twee in de beschikking aan te wijzen dagbladen. De bedoeling van de wetgever daarbij is geweest dat op die manier zo veel mogelijk personen kennis kunnen nemen van de handlichting. Omdat tegenwoordig de toegang tot internet voor iedereen beschikbaar is, heeft de publicatie van de handlichting op het internet naar het oordeel van de kantonrechter hetzelfde, zo niet een ruimer effect dan de in de wet voorgeschreven wijze van publicatie. Nu de Staatscourant op internet beschikbaar is en publicatie kosteloos is, kan daarmee naar het oordeel van de kantonrechter worden volstaan, naast publicatie van de niet geanonimiseerde beschikking op www.rechtspraak.nl. De griffier zal zorgen voor die publicaties.
4.De beslissing
De kantonrechter
4.1.
verleent Kruizinga handlichting tot het mogen openen van een zakelijke bankrekening voor haar online webshop;
4.2.
bepaalt dat de handlichting door de griffier zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en op www.rechtspraak.nl.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M.S. Kuipers, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 13 december 2024.