ECLI:NL:RBOVE:2024:6735
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbreken van gronden en relevante documenten
In deze uitspraak van de Rechtbank Overijssel, gedateerd 17 december 2024, heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster niet-ontvankelijk verklaard. Verzoekster had op 3 september 2024 een verzoekschrift ingediend, maar dit voldeed niet aan de vereisten zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In het verzoekschrift ontbraken de gronden van het verzoek en de relevante documenten, zoals een kopie van de beslissing waartegen bezwaar was gemaakt. De griffier had verzoekster op 24 september 2024 gewezen op deze tekortkomingen en haar verzocht om binnen een week de ontbrekende informatie aan te leveren. Verzoekster ontving de aangetekende brief echter pas op 1 oktober 2024, nadat de termijn al was verstreken. Ondanks het betalen van het griffierecht, heeft verzoekster niet gereageerd op de verzoeken om aanvullende informatie. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster niet heeft voldaan aan de eisen voor het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening, waardoor het verzoek niet inhoudelijk kon worden beoordeeld. De rechtbank heeft wel aangegeven dat het beroep tegen het besluit van de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, met zaaknummer AWB 24/2887 WSG, in behandeling zal worden genomen. De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van de juiste documenten en gronden bij een verzoek om voorlopige voorziening.