ECLI:NL:RBOVE:2024:6701

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 december 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
08-296568-23 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor ontuchtige handelingen en kinderporno via misleiding van minderjarigen

Op 13 december 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het misleiden van minderjarigen via Snapchat. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en moet zich melden bij de Reclassering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich voordeed als een 12-jarig meisje en meerdere minderjarigen heeft aangezet tot het verrichten van ontuchtige handelingen en het delen van naaktfoto's en video's. De feiten vonden plaats tussen 15 mei 2023 en 3 juli 2023. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verspreiden van kinderporno en het aanzetten van minderjarigen tot seksuele handelingen, waarbij hij gebruik maakte van een Snapchat-account. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de impact op de slachtoffers en hun families. De verdachte heeft een gevangenisstraf opgelegd gekregen, met bijzondere voorwaarden voor zijn behandeling en toezicht door de reclassering. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen, die immateriële en materiële schade hebben geleden door de daden van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08-296568-23 (P)
Datum vonnis: 13 december 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1994 in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 29 november 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. J.C. Stam, advocaat in Borne, naar voren is gebracht.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van de slachtofferverklaringen die door
mr. M. Schaap, advocaat in Groningen, namens [slachtoffer 1] en haar ouders zijn voorgedragen en van wat namens hen overigens is aangevoerd.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van de slachtofferverklaringen die door
mr. M. Koorengevel, advocaat in Gorinchem, namens [slachtoffer 2] en haar ouders zijn voorgedragen en van wat namens hen overigens is aangevoerd.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 29 november 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1:de minderjarigen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 1] online door misleiding heeft aangezet tot het verrichten van ontuchtige handelingen;
feit 2:heeft geprobeerd de minderjarigen [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6] en [slachtoffer 2] online door misleiding aan te zetten tot het verrichten van ontuchtige handelingen;
feit 3:kinderporno heeft verspreid, aangeboden, vervaardigd, verworven, in het bezit heeft gehad en/of zich daartoe de toegang heeft verschaft en daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 mei 2023 tot en met 3 juli 2023 te [plaats], in elk geval in Nederland, (telkens)
door misleiding,
te weten door
- zich, met een, door hem verdachte gemaakt, account met de naam “[accountnaam]”, op Snapchat voor te doen als een 12 jarig, in elk geval een minderjarig meisje, en/of
- zich voordoende als die genoemde [accountnaam] contact te zoeken en/of
- in chatgesprekken (kinderpornografische) opnamen, als voorbeeld, mee te sturen,
[slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 2] 2012, (periode 15 mei 2023 t/m 15 juni 2023) en/of
[slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 3] 2013, (periode 1 juli 2023 t/m 2 juli 2023),
die de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt,
(telkens) opzettelijk heeft bewogen ontuchtige/seksuele handelingen (met zichzelf) te verrichten,
te weten
- het maken van (een) opname(n) (foto(’s) en/of video(’s)) van hun blote borst(en), vagina(‘s), billen en/of vinger(s) in/op vagina en/of tussen schaamlippen en/of
- deze opname(n) in chatgesprekken met hem, verdachte, te delen;
2.
hij op één of meerdere tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 15 mei 2023 tot en met 3 juli 2023 te [plaats], in elk geval in Nederland, (telkens)
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door misleiding,
[slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum 4] 2013, (periode 19 mei 2023 t/m 16 juni 2023),
[slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 5] 2009, (periode eind mei 2023 t/m 15 juni 2023),
[slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 6] 2010, (periode 15/16 juni 2023) en/of
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 7] 2009, (periode 15 mei 2023 t/m 18 juni 2023),
die de leeftijd van achttien jaren nog niet had(den) bereikt,
opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en/of van hem, verdachte, te dulden,
- zich op Snapchat, met een account met de naam “[accountnaam]” heeft voorgedaan als een 12 jarig, in elk geval een minderjarig meisje, genaamd [accountnaam],
- ( als [accountnaam]) (chat)contact heeft gezocht met de hiervoor genoemde minderjarige personen,
- ( in die chats) heeft gevraagd of zij opnamen (foto(’s) en/of video(’s) wilden maken van hun blote borst(en), vagina, billen en/of seksuele handelingen (vinger(s) in/op vagina en/of tussen schaamlippen), en/of deze opnamen in de chats met hem te delen, en/of
- ( daartoe) (kinderpornografische) opnamen, als voorbeeld, heeft meegestuurd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in of omstreeks de periode van de maand december 2022 tot en met 3 juli 2023 te [plaats], in elk geval in Nederland,
meermalen, althans eenmaal
telkens
een hoeveelheid afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s - en/of een hoeveelheid gegevensdragers (mobiele telefoons, merk Samsung), bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft
verspreid,
aangeboden (aan [slachtoffer 3], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6], [slachtoffer 2] en/of onbekend gebleven perso(o)n(en)),
vervaardigd (van [slachtoffer 1] en/of onbekend gebleven perso(o)n(en)),
verworven,
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst (Snapchat) de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal en/of anaal penetreren van het lichaam van
een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het met de/een penis, mond/tong en/of vinger(s) oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Toonmap Foto 8)
en/of
het met vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(Toonmap Foto 30)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
(Toonmap Foto 18)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;

3.De bewijsmotivering

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard met inbegrip van het maken van een gewoonte van het verwerven, bezitten van en (online) toegang verschaffen tot de kinderpornografische afbeeldingen onder feit 3.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft alle tenlastegelegde feiten bekend. De raadsman heeft zich ten aanzien van de bewezenverklaring van de feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt, op basis van de inhoud van de hierna opgesomde bewijsmiddelen, de volgende feiten en omstandigheden vast.
Op 3 juli 2023 trad een drietal zedenrechercheurs binnen in de woning van verdachte, gelegen aan de [adres] in [plaats], naar aanleiding van meerdere meldingen bij de Frontoffice zeden in Rotterdam met betrekking tot het Snapchat-account “[accountnaam]”. Het aan het Snapchat-account gekoppelde IP-adres had de zedenrechercheurs naar voornoemd adres geleid. Verdachte was de gebruiker van voornoemd Snapchat-account. Hij deed zich op dit account, al ongeveer twee jaar lang, voor als een twaalfjarig meisje. Door middel van dit account benaderde hij minderjarigen en vroeg hij hen om naaktfoto’s en -video’s van zichzelf te maken en met hem te delen. Om bij de ontvangers de illusie te wekken dat zij daadwerkelijk contact hadden met een twaalfjarig meisje, stuurde hij zelf ook kinderpornografisch materiaal naar hen. De door hem verzonden kinderpornografische beelden dienden ook als voorbeeld voor de beelden die verdachte van de minderjarigen wenste te ontvangen. Door deze werkwijze heeft verdachte [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]), toen 10 jaar oud, en [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3]), toen 11 jaar oud, ertoe bewogen om van zichzelf naaktfoto’s en -video’s te maken en te versturen naar hem. Verdachte heeft op dezelfde manier ook geprobeerd om [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4]), toen 9 jaar oud, [slachtoffer 5] (hierna: [slachtoffer 5]), toen 13 jaar oud, [slachtoffer 6] (hierna: [slachtoffer 6]), toen 13 jaar oud, en [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]), toen 13 jaar oud, naaktfoto’s en -video’s te laten maken en naar hem te sturen. De zedenrechercheurs namen op 3 juli 2023 diverse gegevensdragers van verdachte in beslag. In totaal werden op de gegevensdragers van verdachte 327 foto’s en 77 video’s aangetroffen die als kinderpornografisch werden beoordeeld.
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde feiten op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte deze feiten heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen [1] .
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 29 november 2024, voor zover inhoudende de bekennende verklaring van verdachte;
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 1], namens [slachtoffer 3], van 26 september 2023, pagina 98 e.v.;
Het proces-verbaal bevindingen informatief gesprek zeden met [aangever 1] van 18 juni 2023, p. 94 e.v.;
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2], namens [slachtoffer 1], van 21 augustus 2023, pagina 138 e.v.;
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 3], namens [slachtoffer 4], van 18 juni 2023, p. 104 e.v.;
Het proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden met [naam 1] van 17 juni 2023, pagina 110 e.v.;
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 4], namens [slachtoffer 6], van 18 september 2023, op pagina 118 e.v.;
Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 5], namens [slachtoffer 2], van 21 juni 2023, pagina 125 e.v.;
Het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (TBKK) van 11 augustus 2023, opgemaakt door verbalisant [verbalisant], inclusief de bijlage collectiescan, p. 74 e.v.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 15 mei 2023 tot en met 3 juli 2023 in Nederland,
door misleiding, te weten door
- zich, met een, door hem verdachte gemaakt, account met de naam “[accountnaam]”, op Snapchat voor te doen als een 12 jarig, in elk geval een minderjarig meisje, en
- zich voordoende als die genoemde [accountnaam] contact te zoeken en
- in chatgesprekken (kinderpornografische) opnamen, als voorbeeld, mee te sturen,
[slachtoffer 3], geboren op [geboortedatum 2] 2012, (periode 15 mei 2023 t/m 15 juni 2023) en
[slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum 3] 2013, (periode 1 juli 2023 t/m 2 juli 2023), die de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige/seksuele handelingen (met zichzelf) te verrichten,
te weten
- het maken van opnamen (foto’s en/of video’s) van hun blote borsten, vagina‘s, billen en vingers op vagina en tussen schaamlippen en
- deze opnamen in chatgesprekken met hem, verdachte, te delen;
2.
hij in de periode van 15 mei 2023 tot en met 3 juli 2023 in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om door misleiding,
[slachtoffer 4], geboren op [geboortedatum 4] 2013, (periode 19 mei 2023 t/m 16 juni 2023),
[slachtoffer 5], geboren op [geboortedatum 5] 2009, (periode eind mei 2023 t/m 15 juni 2023),
[slachtoffer 6], geboren op [geboortedatum 6] 2010, (15 juni 2023) en/of
[slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum 7] 2009, (periode 15 mei 2023 t/m 18 juni 2023),
die de leeftijd van achttien jaren nog niet hadden bereikt,
opzettelijk te bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem, verdachte, te dulden,
- zich op Snapchat, met een account met de naam “[accountnaam]” heeft voorgedaan als een 12 jarig, genaamd [accountnaam],
- ( als [accountnaam]) (chat)contact heeft gezocht met de hiervoor genoemde minderjarige personen,
- ( in die chats) heeft gevraagd of zij opnamen (foto’s en/of video’s) wilden maken van hun blote borsten, vagina, billen en/of seksuele handelingen (vinger(s) in/op vagina en/of tussen schaamlippen), en deze opnamen in de chats met hem te delen, en
- ( daartoe) (kinderpornografische) opnamen, als voorbeeld, heeft meegestuurd,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij in de periode van de maand december 2022 tot en met 3 juli 2023 in Nederland, een hoeveelheid afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s - en/of een hoeveelheid gegevensdragers (mobiele telefoons, merk Samsung), bevattende afbeeldingen, te weten foto’s en/of video’s -
van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken,
heeft verspreid, aangeboden (aan [slachtoffer 3], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6], [slachtoffer 2] en onbekend gebleven personen, vervaardigd (van [slachtoffer 1] en onbekend gebleven perso(o)n(en)), verworven, in bezit gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst (Snapchat) de toegang heeft verschaft
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het met de/een penis oraal en anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met de/een penis, mond/tong en/of vinger(s) oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het met vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en borsten van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en
het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
(waarna) door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de foto's/films nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er sprake is van meerdaadse samenloop.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat ten aanzien van feit 1 tenlastegelegde sprake is van eendaadse samenloop met hetgeen onder feit 3 ten laste is gelegd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 45, 240b (oud) en 248a (oud) van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Naar het oordeel van de rechtbank leveren de bewezenverklaarde gedragingen onder feit 1 en de bewezen verklaarde gedragingen onder feit 3 niet een zodanig samenhangend, zich min of meer op dezelfde plaats en tijd afspelend feitencomplex op dat de verdachte daarvan in wezen voor ieder feit één verwijt wordt gemaakt. Immers, op slechts een zeer klein gedeelte van de 327 foto’s en 77 video’s met daarop kinderpornografische afbeeldingen die op de gegevensdragers van verdachte werden aangetroffen werden slachtoffers van het onder feit 1 bewezenverklaarde (mogelijk) geïdentificeerd. Op het overige aangetroffen kinderpornografisch materiaal zijn andere (deels nog te identificeren) minderjarigen afgebeeld, zodat naar het oordeel van de rechtbank geen sprake is van eendaadse samenloop.
Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1
het misdrijf: door misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 2
het misdrijf: poging tot door misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3
het misdrijf: een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vierentwintig maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Aan het voorwaardelijk strafdeel dienen de bijzondere voorwaarden, zoals door de reclassering geformuleerd in haar rapport van
14 november 2024, te worden gekoppeld.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat aan verdachte een flinke voorwaardelijke gevangenisstraf, waarvan één dag onvoorwaardelijk in verband met het taakstrafverbod, opgelegd dient te worden. Aan de voorwaardelijke gevangenisstraf kunnen de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden, met uitzondering van de passage met betrekking tot de verplichte medicatie-inname, worden gekoppeld. Daarnaast kan aan verdachte een taakstraf van 360, of zelfs 480 uren, opgelegd worden.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het (online) misleiden van meerdere minderjarigen en aan een poging daartoe, door zich op Snapchat voor te doen als de twaalfjarige [accountnaam]. Verdachte zocht via dit platform – naar eigen zeggen “
at random” – contact met minderjarigen. Om de slachtoffers te doen geloven dat zij daadwerkelijk contact hadden met een minderjarig meisje, stuurde verdachte seksuele afbeeldingen waarop minderjarigen te zien waren. Daarmee heeft verdachte zich ook schuldig gemaakt aan het verspreiden van kinderpornografie. Verdachte bewoog de minderjarige slachtoffers om ontuchtige handelingen, in de zin van het versturen van naaktfoto’s en -video’s, te verrichten. In enkele gevallen heeft verdachte de minderjarigen daartoe geprobeerd te dwingen, door op het moment dat zij geen nieuwe foto’s en video’s wilden sturen dreigende berichten naar hen te versturen. Hij heeft bij het door hem gepleegde seksuele misbruik enkel oog gehad voor zijn eigen seksuele behoeften en op geen enkele manier rekening gehouden met de gevoelens van de zeer jonge slachtoffers en de mogelijke nadelige gevolgen van zijn handelen voor hun ontwikkeling. Dit soort feiten brengt, juist aan minderjarigen die nog aan het begin van hun seksuele ontwikkeling staan, schade toe. Verdachtes handelen heeft een grote impact gehad op de slachtoffers als ook op hun ouders, zoals ook is gebleken uit de ter terechtzitting voorgedragen slachtofferverklaringen. Op de school van [slachtoffer 1] is bekend geworden dat zij naaktvideo’s heeft verzonden. Zij werd hiermee dusdanig gepest, dat zij genoodzaakt was om van school te wisselen. Op de bij verdachte in beslag genomen gegevensdragers werd een grote hoeveelheid kinderporno aangetroffen. Bij het maken van kinderpornografie worden kinderen op grove wijze seksueel misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte heeft door zijn handelingen een bijdrage geleverd aan de instandhouding van deze strafbare praktijk, waarmee wereldwijd kinderen ernstig worden beschadigd. De rechtbank rekent dit alles de verdachte aan.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 28 mei 2024. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft ook kennis genomen van het over verdachte opgemaakte reclasseringsadvies van 14 november 2024, opgemaakt door [naam 2], reclasseringswerker bij Reclassering Nederland, alsmede van de voortgangsevaluatie van de behandeling bij Transfore van 1 november 2024, opgemaakt door L.C.A. Christenhusz, klinisch psycholoog. Hieruit komt het volgende naar voren. De aanleiding voor de bewezenverklaarde feiten lijkt gelegen te zijn in een gebrek aan aansluiting bij leeftijdsgenoten op seksueel gebied. Deze aansluiting meende verdachte wel vinden bij minderjarigen. Een combinatie van onzekerheid, gebrek aan seksuele ervaring en sociale druk lijken een rol te hebben gespeeld bij het gedrag van verdachte. Verdachte is vrijwillig gestart met een behandeling bij Transfore. Hij is zeer gemotiveerd om te voorkomen dat dit gedrag zich herhaalt. Hij heeft zich terugtrokken uit zijn sociale netwerk. De reclassering acht dit zorgelijk. Het terugkeren in de maatschappij zal aandacht behoeven tijdens een eventueel reclasseringstraject. Een beschermende factor is dat verdachte steun ervaart vanuit zijn familie en de behandelgroep bij Transfore. De reclassering schat het risico op recidive in als gemiddeld. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering acht een meldplicht en een ambulante behandeling geïndiceerd. Daarnaast dient verdachte te vermijden dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal.
De rechtbank heeft ter terechtzitting een zeer schuldbewuste verdachte gezien. Verdachte heeft er blijk van gegeven dat zijn eigen handelen en de gevolgen voor de slachtoffers daarvan hem niet onberoerd laten. Ook voor verdachte zelf heeft zijn handelen de nodige gevolgen gehad. Hij leidt tegenwoordig een geïsoleerd bestaan. Verdachte is gestopt met zijn werk op een kinderdagverblijf en met het vrijwilligerswerk bij de voetbal. Daarnaast heeft zijn vriendengroep afstand van hem genomen.
De op te leggen straf of maatregel
De rechtbank ziet aan de ene kant een verdachte die zeer schuldbewust is, vrijwillig is gestart met behandelingen en niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit. Aan de andere kant is sprake van een verdachte die zeer ernstige feiten heeft gepleegd, met grote gevolgen voor de slachtoffers en hun families. Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een (deels) onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende straf is, omdat de aard en ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde door een lichtere strafrechtelijke afdoening van de zaak miskend zouden worden.
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen, oordeelt de rechtbank dat oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden is. De rechtbank ziet in het over verdachte opgemaakte reclasseringsrapport aanleiding om aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden te verbinden, zoals die door de reclassering zijn geadviseerd. De rechtbank zal, anders dan door de verdediging is bepleit, de passage met betrekking tot de verplichte inname van medicatie laten staan in de bijzondere voorwaarden. Gelet op de aard en de ernst van de bewezenverklaarde feiten acht de rechtbank het wenselijk dat verdachte, indien de zorgverlener daartoe aanleiding ziet, medicatie inneemt.

7.De schade van benadeelden

7.1
De vordering van de benadeelde partijen
De vordering van [slachtoffer 1] (feit 1)
[slachtoffer 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 6.613,80, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de schadepost reiskosten, die zijn gemaakt in het kader van de behandeling van [slachtoffer 1] bij “KieN”, ad € 613,80.
Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 6.000,-- gevorderd.
De vordering van [slachtoffer 2] (feit 2)
[slachtoffer 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in dit strafproces. De benadeelde partij vordert verdachte te veroordelen om schadevergoeding te betalen tot een totaalbedrag van € 1.272,56, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop de schade is ontstaan. De gevorderde materiële schade bestaat uit de schadepost reis- en parkeerkosten ad € 22,56. Ter vergoeding van immateriële schade wordt een bedrag van € 1.250,-- gevorderd. Bovendien wordt ter vergoeding van proceskosten een bedrag van € 107,64 gevorderd.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen voor toewijzing vatbaar zijn, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De vordering van [slachtoffer 1]
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering van de materiële schade, omdat de gevorderde materiële schade onvoldoende is onderbouwd. De raadsman heeft de hoogte van de gevorderde immateriële schade betwist en verzocht om de gevorderde immateriële schadevergoeding (aanzienlijk) te matigen.
De vordering van [slachtoffer 2]
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de gevorderde materiële schade en de gevorderde proceskosten afgewezen dienen te worden. De gevorderde reis- en parkeerkosten die zijn gemaakt voor het bezoeken van een advocaat, betreft geen rechtstreekse schade. Deze kosten dienen te worden beschouwd als proceskosten. Nu de benadeelde partij procedeert met bijstand van een gemachtigde dienen deze kosten, gelet op artikel 238 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de jurisprudentie van de Hoge Raad, afgewezen te worden.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van [slachtoffer 1] (feit 1)
-
Materiële schade
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder feit 1 bewezen verklaarde rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is naar het oordeel van de rechtbank voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 613,80, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum van de laatste behandeling bij “KieN”, te weten 11 januari 2024.
-
Immateriële schade
De rechtbank is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het gepleegde feit immateriële schade heeft geleden. De rechtbank zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade, rekening houdend met in de rechtspraak in soortgelijke gevallen toegekende bedragen, naar billijkheid vaststellen op een bedrag van € 4.000,--. De rechtbank zal de vordering voor dat deel toewijzen, te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de benadeelde partij de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De vordering van [slachtoffer 2] (feit 2)
-
Materiële schade en proceskosten
De rechtbank is van oordeel dat de gevorderde reiskosten, die zien op de afspraken met de advocaat, geen rechtstreekse materiële schade betreft. Het verzoek om vergoeding van deze reiskosten valt onder de proceskosten. Omdat voor de toekenning van proceskosten volgens de Hoge Raad zoveel mogelijk aansluiting moet worden gezocht bij het civielrechtelijke proceskostenvergoedingsrecht, betekent dit strikt genomen dat deze kosten alleen zouden kunnen worden toegekend in het onder artikel 238, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering genoemde geval, namelijk als door de benadeelde partij in persoon (dus zonder gemachtigde) wordt geprocedeerd. In deze procedure heeft de benadeelde partij geprocedeerd met bijstand van een gemachtigde en dus niet in persoon. Bijzondere omstandigheden op grond waarvan in dit geval een uitzondering zou moeten worden gemaakt, zijn gesteld noch gebleken. De rechtbank wijst de gevorderde materiële schade en de proceskosten derhalve af.
-
Immateriële schade
Door de gebezigde bewijsmiddelen en de behandeling op de terechtzitting is komen vast te staan dat verdachte door het onder feit 2 bewezen verklaarde rechtstreeks schade heeft toegebracht aan de benadeelde partij. De opgevoerde schadepost is niet betwist en voldoende onderbouwd en aannemelijk. De rechtbank zal het gevorderde daarom toewijzen tot een bedrag van € 1.250,-- , te vermeerderen met de verschuldigde wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
7.5
De schadevergoedingsmaatregel
De benadeelde partijen hebben verzocht en de officier van justitie heeft gevorderd de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
De rechtbank zal de maatregel als bedoeld in artikel 36f Sr opleggen, aangezien verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de feiten is toegebracht.
Als door de verdachte niet volledig wordt betaald, kan deze verplichting worden aangevuld met respectievelijk 56 (zesenvijftig) en 22 (tweeëntwintig) dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder feit 1, feit 2 en feit 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1, het misdrijf: door misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 2
,het misdrijf: poging tot door misleiding een persoon waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen en van hem te dulden, meermalen gepleegd;
feit 3
,het misdrijf: een afbeelding en gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreiden, aanbieden, vervaardigen, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder feit 1, feit 2 en feit 3 bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien de verdachte voor het einde van de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende algemene voorwaarde niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
De rechter kan de tenuitvoerlegging ook gelasten indien de verdachte gedurende de
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende bijzondere voorwaarden niet is nagekomen:
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- zich op afspraken met de reclassering meldt, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt. De reclassering zal contact met verdachte opnemen voor de eerste afspraak;
- zich laat behandelen door Transfore of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling is reeds gestart in vrijwillig kader en wordt door verdachte voortgezet. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt;
- vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
• het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
• het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd.
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen.
Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van verdachte. De reclassering kan voor
technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat de verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
schadevergoeding
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) toe tot een bedrag van € 4.613,80 (bestaande uit € 613,80 materiële schade en € 4.000,-- immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (feit 1) van een bedrag van € 4.613,80 (bestaande uit € 613,80 materiële schade en € 4.000,-- immateriële schade), de materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2024 en de immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2023;
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder feit 1 bewezen verklaarde tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 4.613,80 (zegge: vierduizend zeshonderddertien euro en tachtig cent) (bestaande uit € 613,80 materiële schade en € 4.000,-- immateriële schade), de materiële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 11 januari 2024 en de immateriële schade te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 2 juli 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 56 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor een deel van € 2.000,-- niet-ontvankelijk is in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2 ) af tot een bedrag van € 130,20 (bestaande uit € 22,56 materiële schade en € 107,64 proceskosten);
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2) toe tot een bedrag van € 1.250,-- (bestaande uit immateriële schade);
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2) van een bedrag van € 1.250,-- (te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2023)
- veroordeelt de verdachte daarnaast in de kosten van het geding door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
- legt de
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van het onder feit 2 bewezenverklaarde feit tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 1.250,-- (zegge: duizend tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 18 juni 2023 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 22 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
- bepaalt dat als de verdachte heeft voldaan aan zijn verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van bedoeld bedrag daarmee de verplichting van de verdachte om aan de benadeelde partij het bedrag te betalen, komt te vervallen, en andersom, als de verdachte aan de benadeelde partij het verschuldigde bedrag heeft betaald, dat daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat der Nederlanden van dat bedrag komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.G.J. Gehring, voorzitter, mr. L.J.C. Hangx en
mr. R. Hamers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. Kleinlugtenbeld, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 december 2024.
Buiten staat
Mr. Hamers is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer Vatroeier/ RTRBC23180. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.