ECLI:NL:RBOVE:2024:6697
Rechtbank Overijssel
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake weigering Wlz-indicatie en noodzaak voor 24-uurs zorg
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, wordt het beroep van eiser tegen de beslissing van het CIZ om zijn aanvraag om zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) af te wijzen, beoordeeld. Eiser, een 70-jarige man met een licht verstandelijke beperking en fysieke klachten, heeft op 16 november 2022 een aanvraag ingediend voor zorg. Het CIZ heeft deze aanvraag op 6 januari 2023 afgewezen, en na bezwaar is deze afwijzing op 6 juli 2023 gehandhaafd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 21 december 2023 gegrond werd verklaard, waarna het CIZ opnieuw op het bezwaar heeft beslist en wederom de aanvraag heeft afgewezen op 10 mei 2024.
De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek door het CIZ tekortschiet. De medisch adviseur heeft onvoldoende gemotiveerd dat 24-uurs zorg in de nabijheid niet nodig is en dat er geen blijvende zorgbehoefte is. De rechtbank stelt vast dat er aanwijzingen zijn voor ernstig nadeel in de huidige situatie van eiser, zoals het uit prullenbakken eten en de invloed van familieleden. De rechtbank concludeert dat het CIZ onvoldoende heeft aangetoond dat de zorgbehoefte van eiser kan worden opgevangen met planbare zorgmomenten. De rechtbank geeft het CIZ de gelegenheid om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen binnen acht weken, met de mogelijkheid om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak, waarbij ook de vergoeding van griffierecht en proceskosten nog niet aan de orde zijn. De uitspraak is gedaan door rechter T.J. Thurlings-Rassa, in aanwezigheid van griffier W. Veldman.