3.1.[partij A] vordert - na wijziging van eis - in conventie:
1. het [partij B] hoofdelijk te verbieden op enigerlei wijze (waaronder schriftelijk, mondeling, telefonisch, per sms, e-mail of social media of via derden, anders dan contact tussen advocaten) contact op te nemen of zich op welke wijze dan ook in verbinding te stellen met [partij A] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per overtreding, met een maximum van € 25.000,- dan wel een bedrag of vergelijkbaar verbod door U E.A. in goede justitie te bepalen, alsmede;
2. het [partij B] hoofdelijk te verbieden om zich te bevinden in het gebied, deel uitmakende van het perceel kadastraal bekend gemeente [locatie] , dat gelegen is binnen de als volgt omschreven grenzen:
Een rechte lijn, met als beginpunt het midden tussen de toegangsdeur van [partij A] en de toegangsdeur van [partij B] , welke lijn loodrecht (90 graden) staat op de noordoostelijke zijgevel van de woning, en welke loopt tot de schuur (welke lijn bij benadering 10 meter lang is)
Een rechte lijn lopende langs de gevel van de schuur annex paardenstal en langs de paardenbak in noordwestelijke richting tot aan de sloot
Een rechte lijn lopende parallel aan de sloot in zuidwestelijke richting, tot het snijpunt met:
Een rechte lijn lopende parallel aan de noordwest-zuidoost liggende sloot, tot het snijpunt met:
Een rechte lijn lopende parallel aan de zuidwest-noordoost gelegen heg die de afscheiding vormt tussen de tuin van het achterhuis en de tuin van het voorhuis en die (enigszins) in het verlengde ligt van de onder 1 bedoelde lijn, een en ander zoals bij benadering aangegeven op onderstaande schets:
alsmede het hen te verbieden zich binnen een straal van tien meter rondom [partij A] te bevinden wanneer [partij A] vanuit het geel gemarkeerde gebied naar de openbare weg loopt of zich elders in het geel gemarkeerde gebied bevindt, alles op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- per overtreding, met een maximum van € 5.000,- dan wel een bedrag of vergelijkbaar verbod door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, alsmede;
3. [partij B 1] te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis de camera's A, B, E, F, en G (productie 17) te verwijderen en verwijderd te houden alsmede het hem te verbieden een (nieuwe) camera te plaatsen die zicht heeft op het Gehuurde (het geel gearceerde gedeelte zoals weergegeven op productie 15), op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [partij B 1] met voldoening aan deze veroordeling in gebreke blijft, met een maximum van € 25.000,00, dan wel een bedrag of vergelijkbaar verbod door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, alsmede;
4. het [partij B] hoofdelijk te verbieden, [partij A] (met haar auto) dan wel bezoek (met auto) van [partij A] de toegang tot het Landgoed te weigeren, actief te benaderen en aan te spreken, dan wel [partij A] of haar bezoek de toegang tot het Landgoed op enige andere wijze te ontzeggen (door bijvoorbeeld objecten op de weg te plaatsen dan wel andersoortige blokkades op te werpen) alsmede te verbieden beletselen op te werpen tegen parkeren door [partij A] dan wel haar bezoek van zijn/haar auto in het geel gemarkeerde gebied zoals aangegeven op productie 15, alsmede het [partij B] te verbieden hun honden los te laten lopen in het geel gemarkeerde gebied of het gebied tussen het geel gemarkeerde gebied en de openbare weg, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij met voldoening aan deze veroordeling in gebreke blijven, met een maximum van € 25.000,- dan wel een bedrag of vergelijkbaar verbod door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, alsmede;
5. het [partij B] hoofdelijk te verbieden de door [partij A] opnieuw te plaatsen brievenbus te verwijderen dan wel haar post te verwijderen, te verplaatsen of onder zich te nemen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij met voldoening aan deze veroordeling in gebreke blijven, met een maximum van € 5.000,- dan wel een bedrag of vergelijkbaar verbod door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, alsmede;
6. [partij B] te veroordelen om binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis hun inschrijving op het adres [adres 1] door te hebben gehaald en zich te hebben ingeschreven op het adres [adres 2] , op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij met voldoening aan deze veroordeling in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,00, dan wel een bedrag of vergelijkbaar gebod door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, alsmede;
7. het [partij B] hoofdelijk te verbieden de gft-, papier- en rest- afvalcontainer van [partij A] (geregistreerd op huisnummer [nummer 1] ) te gebruiken of te verwijderen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij met voldoening aan deze veroordeling in gebreke blijven, met een maximum van
€ 5.000,- dan wel een bedrag of vergelijkbaar verbod door de kantonrechter in goede justitie te bepalen, alsmede;
8. [partij B] hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de gebruikelijke nakosten, een en ander te voldoen binnen twee dagen na betekening van het vonnis, en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt-te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.