ECLI:NL:RBOVE:2024:6609

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
10 december 2024
Zaaknummer
324303 FT RK 24/753
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot moratorium op basis van artikel 287b Faillissementswet wegens gebrek aan inkomsten en betalingscapaciteit

Op 19 november 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, een stichting, een verzoek indiende tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en om een moratorium te verkrijgen op de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis. Dit ontruimingsvonnis was eerder uitgesproken op 30 juli 2024, waarbij de huurovereenkomst tussen verzoeker en verhuurder deltaWonen was ontbonden. Verzoeker had een betalingsachterstand opgelopen en had geen inkomsten aangetoond, waardoor de rechtbank oordeelde dat de tijdige huurbetaling niet kon worden gegarandeerd. De verhuurder had herhaaldelijk geprobeerd verzoeker te helpen en was coulant geweest in de ontruimingsprocedure. De rechtbank concludeerde dat het toewijzen van een moratorium zou leiden tot een verdere toename van de schuld aan de verhuurder, wat niet de bedoeling kon zijn. Daarom werd het verzoek afgewezen. De rechtbank droeg verzoeker op om uiterlijk 17 december 2024 schriftelijk te bevestigen of hij zijn verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling handhaaft of intrekt. Indien dit niet tijdig gebeurt, zal verzoeker niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Toezicht
Zittingsplaats Zwolle
Zaaknummer: 324303 FT RK 24/753
Datum vonnis: 19 november 2024
Vonnis van de rechtbank Overijssel, enkelvoudige kamer voor burgerlijke zaken, op het verzoek van:

[verzoeker]

wonende te [woonplaats],
verzoeker, verder ook te noemen: [verzoeker],
tegen

de stichting Stichting deltaWonen,

gevestigd te Zwolle,
verweerster,
verder ook te noemen: deltaWonen en/of verhuurder,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders te Utrecht,
verder ook te noemen: de deurwaarder.

Het procesverloop

[verzoeker] heeft een verzoek gedaan tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling en heeft tevens verzocht om verweerster te verbieden over te gaan tot tenuitvoerlegging van het vonnis van de rechtbank Overijssel, Team Kanton en Handelsrecht, zittingsplaats Zwolle, d.d. 30 juli 2024 tot ontruiming van de woning van [verzoeker] aan de [adres] (verzoek ex artikel 287b Faillissementswet).
Bij exploit van 8 november 2024 heeft de deurwaarder de ontruiming van de woning van [verzoeker] aan de [adres] aangezegd voor donderdag 21 november 2024 vanaf 08:30 uur.
In verband met de korte termijn die nog rest tot de dag waartegen de ontruiming thans is aangezegd, zal de rechtbank heden een beslissing nemen op het verzoek ex artikel 287b Faillissementswet (verzoek moratorium) op basis van de aangeleverde stukken zonder partijen nu te horen.

De beoordeling van het verzoek en de motivering van de beslissing

De feiten
Uit het verzoekschrift en de nagezonden stukken blijkt dat de huurovereenkomst tussen [verzoeker] (en zijn inmiddels ex-partner mevrouw [naam 1] (hierna: [naam 1])) en deltaWonen is aangegaan op 13 maart 2020. Vrij snel na de ingangsdatum van de huurovereenkomst ontstond er een betalingsachterstand. Ondanks de hulp van Financiën op Koers en Maatschappelijk werk De Kern heeft dit niet tot een oplossing geleid waarna deltaWonen het dossier over heeft gedragen aan haar deurwaarder.
Na een gerechtelijk procedure te zijn gestart, ontving deltaWonen op 4 april 2023 een ontruimingsvonnis. Naar aanleiding van dit vonnis is deltaWonen in gesprek gegaan met [verzoeker] (en [naam 1]) en is in maart 2024 een gebruikersovereenkomst getekend. In april 2024 is de gebruikersovereenkomst omgezet naar een huurovereenkomst voor bepaalde tijd. [verzoeker] (en [naam 1]) beloofden de huurbetalingen voor de komende maanden en de aflossingen met betrekking tot de ontstane huurachterstand, tijdig te zullen voldoen. Vanaf april 2024 is er echter geen enkele huurbetaling meer voldaan en ook aan de aflossingsverplichting van de huurachterstand die bij de deurwaarder lag werd niet voldaan.
Bij vonnis van 30 juli 2024 is de huurovereenkomst van [verzoeker] (en [naam 1]), met verweerster (opnieuw) ontbonden en zijn [verzoeker] en [naam 1] veroordeeld de woning aan de [adres] te ontruimen. Bij exploit van 8 november 2024 heeft de deurwaarder de ontruiming aangezegd op donderdag 21 november 2024 vanaf 08:30 uur.
Verzoek ex art. 287b Fw
Bij verzoek, ingekomen ter griffie op 18 november 2024, heeft [verzoeker] de rechtbank verzocht om op grond van artikel 287b Faillissementswet de tenuitvoerlegging van het vonnis van 30 juli 2024 tot ontruiming van de woning van [verzoeker] gedurende een periode van zes maanden te verbieden om een minnelijk traject te kunnen starten.
[verzoeker] is op 29 oktober 2024 in beeld gekomen bij medewerkers van de afdeling Sociaal Domein van de gemeente Kampen. Dit nadat zij kennis hadden genomen van een brief van de deurwaarder over de geplande ontruiming op 21 november 2024. Hierop is contact gezocht met het Budget Adviesbureau Deventer (BAD).
[verzoeker] heeft aan de medewerkers van het BAD verklaard dat de afgelopen periode moeizaam is verlopen. Zijn relatie verliep slecht en zijn vriendin heeft hem verlaten. Ook heeft hij veel zorgen om zijn zieke moeder waar hij veel is om voor haar te zorgen. Daarnaast heeft hij langere periodes zonder inkomen gezeten, wat veel financiële stress tot gevolg had. [verzoeker] heeft verklaard te beseffen dat hij in een eerder stadium om hulp had moeten vragen, maar nu de geplande ontruiming dichterbij komt wil hij toch hulp van de gemeente. [verzoeker] heeft verklaard mogelijk zicht te hebben op werk.
Met spoed is op 13 november 2024 een verzoek om onderbewindstelling ingediend. Bij beschikking van 15 november 2024 is [naam 2] h.o.d.n. [bedrijf], tot beschermingsbewindvoerder benoemd.
Op de vraag van de rechtbank hoe [verzoeker] de huur voor de komende maanden kan waarborgen heeft mevrouw [naam 3] van het BAD verklaard dat de beschermingsbewindvoerder, op het moment dat er inkomen is, de huurbetalingen zal voldoen. Ondanks diverse verzoeken daartoe heeft [verzoeker] geen arbeidsovereenkomst of andere documenten aangeleverd waaruit blijkt dat hij de komende maanden een inkomen heeft.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank concludeert dat het verzoek ex artikel 287b Faillissementswet (verzoek moratorium) voldoet aan de vereisten die zijn genoemd in voornoemd artikel. [verzoeker] heeft tegelijkertijd met de indiening van het verzoek op grond van artikel 287b Faillissementswet, een verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling ingediend, het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling is nog niet door de rechtbank behandeld en er is sprake van een bedreigende situatie in de zin van een gedwongen woningontruiming.
De rechtbank is echter van oordeel dat het verzoek moratorium moet worden afgewezen, nu [verzoeker] geen inkomsten heeft, althans deze niet door [verzoeker] zijn aangetoond, waardoor de tijdige huurbetaling vanaf de eerstvolgende vervaldatum van de huur, zijnde
1 december 2024, niet kan worden gegarandeerd. Voorwaarde voor opschorting van de tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis in de vorm van de toekenning van een verzoek moratorium is immers dat de lopende huurverplichtingen moeten worden voldaan. Daarnaast is gebleken dat deltaWonen, sinds het aangaan van de huurovereenkomst, diverse keren heeft getracht om [verzoeker] te helpen en heel coulant is geweest ten aanzien van de ontruiming van de woning. Het toewijzen van een voorlopig moratorium, zonder dat de huur voor de komende maanden kan worden gewaarborgd, zou een toename van de schuld aan deltaWonen tot gevolg hebben en dat kan niet de bedoeling zijn. De verzochte voorziening wordt daarom afgewezen.
De rechtbank draagt [verzoeker] op de rechtbank uiterlijk 17 december 2024 schriftelijk kenbaar te maken of hij zijn verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling handhaaft dan wel intrekt. Indien de rechtbank uiterlijk 17 december 2024 bovengenoemde schriftelijke mededeling niet heeft ontvangen, zal [verzoeker] niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling.

De beslissing

De rechtbank:
wijst het verzoek ex artikel 287b Faillissementswet af;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Verhoeven en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 november 2024 in tegenwoordigheid van de griffier.