Op 9 december 2024 heeft de Rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van opzettelijk handelen in drugs. De verdachte, geboren in 1983, werd beschuldigd van het telen van hennepplanten in de uitoefening van een beroep of bedrijf. De tenlastelegging betrof het opzettelijk telen van 104 hennepplanten op 8 februari 2022 in een pand in [plaats]. Tijdens de openbare terechtzitting op 25 november 2024 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De officier van justitie eiste een bewezenverklaring van het opzettelijk telen van 104 hennepplanten, terwijl de verdediging betoogde dat het aantal planten lager was en verzocht om een lagere straf. De rechtbank oordeelde dat wettig en overtuigend bewezen was dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan, maar sprak hem vrij van het feit dat hij dit in de uitoefening van een beroep of bedrijf had gedaan. De rechtbank legde een taakstraf op van 90 uren op, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn behandeling voor gokverslaving en het feit dat hij sindsdien niet meer in aanraking was gekomen met de politie. De rechtbank achtte de verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde feit, dat in strijd was met de Opiumwet.