Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De bewijsmotivering
mebroertje” door [accountnaam 1] , aannemelijk dat [accountnaam 2] de daadwerkelijke broer van [accountnaam 1] is, en dat niet de betekenis van broer(tje) naar straattaal (als “brother” of kameraad/maat) is bedoeld.
[accountnaam 1]. Het dossier bevat geen aanwijzingen dat een ander dan de verdachte (ook) gebruik heeft gemaakt van dit account en verdachte heeft daar bovendien zelf niets over verklaard. Het enkele feit dat de term “Tata” gebruikt wordt wanneer het over de vrouw van [accountnaam 1] gaat en de vrouw van verdachte volgens door de raadsman overgelegde kopie van haar paspoort de Britse nationaliteit heeft maakt dit niet anders. Dat de term “Tata” in zijn algemeenheid gebruikt voor personen met de Nederlandse nationaliteit, betekent niet dat deze term enkel en alleen gebruikt wordt voor mensen die daadwerkelijk juridisch de Nederlandse nationaliteit bezitten. Niet kan worden uitgesloten dat deze term ook gebruikt wordt voor mensen die bijvoorbeeld al een tijd in Nederland wonen of verblijven. En tot slot blijkt alleen al uit dit dossier dat personen meerdere nationaliteiten kunnen bezitten, waardoor dit dossier de mogelijkheid open laat dat de vrouw van verdachte mogelijk naast de Britse ook de Nederlandse nationaliteit heeft. Het argument van de verdediging dat [accountnaam 1] chat over de ramadan, terwijl verdachte geen moslim, sluit evenmin uit dat verdachte gebruik maakte van het Encrochat-account met de nickname [accountnaam 1] . De rechtbank verwerpt de verweren van de raadsman.
Goed/voorwerp van witwassen
Vermoeden van witwassen
De verklaring van de verdachte
Wetenschap illegale herkomst
Medeplegen
Gewoontewitwassen
Conclusie
De criminele organisatie en haar deelnemers
Het oogmerk van de organisatie
De rol van verdachte
Conclusie
Vaststelling middel lijst I Opiumwet
Voorbereidings- en bevorderingshandelingen cocaïnehandel
Medeplegen
Conclusie
- gewoontewitwassen (art. 420bis/ter);
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
medeplegen van gewoontewitwassen;
medeplegen van om een feit, als bedoeld in het vierde/vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich/een ander inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, meermalen gepleegd;
5.De strafbaarheid van verdachte
6.De op te leggen straf of maatregel
7.De toegepaste wettelijke voorschriften
8.De beslissing
als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
medeplegen van gewoontewitwassen;
medeplegen van om een feit, als bedoeld in het vierde/vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zich/een ander inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, meermalen gepleegd;
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren;
gevangennemingvan verdachte, welk bevel afzonderlijk is geminuteerd.