Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Ambtshalve toetsing.
102,00
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de stichting Woonstichting Vechthorst, gevestigd te Nieuwleusen, een vordering ingediend tegen een gedaagde die een woning huurt van Vechthorst. De gedaagde heeft een huurachterstand van € 2.393,27 opgebouwd, die is ontstaan door persoonlijke omstandigheden, waaronder het verlies van zijn identiteitskaart en het wachten op een verblijfsvergunning. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 november 2024 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Vechthorst vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning, evenals betaling van de huurachterstand.
De kantonrechter heeft ambtshalve beoordeeld of de vordering tot ontbinding van de huurovereenkomst gerechtvaardigd is. Gezien de omvang van de huurachterstand, oordeelt de kantonrechter dat deze voldoende gewicht heeft om de ontbinding te rechtvaardigen. De gedaagde heeft erkend dat hij de huurachterstand moet betalen, en er is geen verweer gevoerd tegen de vordering van Vechthorst. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur en de ontruiming van de woning binnen 14 dagen na betekening van het vonnis. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de zijde van Vechthorst.
Het vonnis is uitgesproken door mr. R.F. van Aalst op 3 december 2024 en is uitvoerbaar bij voorraad. De kantonrechter heeft de vordering van Vechthorst toegewezen, inclusief de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.