ECLI:NL:RBOVE:2024:646

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
6 februari 2024
Zaaknummer
08/273905-23, 08/303316-22, 08/331649-22 (t.tz.gev.) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Strafzaak tegen verdachte wegens diefstal en belediging van ambtenaren

Op 6 februari 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal en belediging van ambtenaren. De verdachte, geboren in Saoedi-Arabië en momenteel verblijvende in de PI Almelo, werd beschuldigd van het stelen van een fles drank uit de Jumbo Supermarkt in Deventer op 18 oktober 2023, en van het beledigen van twee politieambtenaren op 21 november 2022. Tijdens de zitting op 23 januari 2024 heeft de officier van justitie, mr. G.A. Hendriks, de vordering ingediend, terwijl de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S. van der Marel.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de diefstal heeft bekend, maar heeft hem vrijgesproken van de belediging van de verbalisanten, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij op de hoogte was van het winkelverbod. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel schuldig was aan de diefstal en de belediging van de politieambtenaren, en legde een maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders op voor de duur van twee jaren. De rechtbank overwoog dat de verdachte een veelpleger is met een lange geschiedenis van strafbare feiten en dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om recidive te voorkomen en de problematiek van de verdachte aan te pakken.

De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen rechtmatige verblijfsstatus heeft en dat er een duidelijke samenhang is tussen zijn financiële problemen en delictgedrag. De ISD-maatregel werd gezien als een kans voor de verdachte om zijn situatie te verbeteren en recidive te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Zwolle
Parketnummers: 08/273905-23, 08/303316-22, 08/331649-22 (t.tz.gev.) (P)
Datum vonnis: 6 februari 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1983 in [geboorteplaats] (Saoedi-Arabië),
geen vast woon- of verblijfplaats hier te lande,
nu verblijvende in de PI Almelo te Almelo.

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 23 januari 2024
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. G.A. Hendriks en van wat door verdachte en zijn raadsvrouw mr. S. van der Marel, advocaat in Putten, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er na wijziging van de tenlastelegging van 23 januari 2024, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
Parketnummer 08/273905-23
feit 1:de diefstal van een fles drank van de Jumbo;
feit 2:het overtreden van een winkelverbod bij de Jumbo;
Parketnummer 08/303316-22
het beledigen van twee verbalisanten;
Parketnummer 08/331649-22
het overtreden van een gebiedsverbod.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Parketnummer 08/273905-23
1
hij op of omstreeks 18 oktober 2023 te Deventereen fles drank (rode wijn), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan deJumbo Supermarkt, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomenmet het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;2
hij op of omstreeks 18 oktober 2023 te Deventer in het besloten lokaal op/aanBoreelplein 4, 7411 EH Deventer bij supermarkt de Jumbo, althans bij een ander ofanderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen immerswas hem, verdachte, met ingang van 9 december 2022 schriftelijk de toegang totvoornoemde supermarkt ontzegd (voor de duur van 24 maanden);
Parketnummer 08/303316-22
hij op of omstreeks 21 november 2022 te Deventer opzettelijk (een) (politie)ambtena(a)r(en), te weten [verbalisant 1] (Hoofdagent Eenheid Oost-Nederland) en/of [verbalisant 2] (Hoofdagent Eenheid Oost-Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, (mondeling en/of door feitelijkheden) heeft beledigd,door een middelvinger aan die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] te tonen en/of te spugen in de richting van die [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] en/of (daarbij) hem/haar/hen de woorden toe te voegen: "Fuck you", althans handelingen/gebaren en/of woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Parketnummer 08/331649-22
hij op of omstreeks 20 december 2022 in de gemeente Deventeropzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een gebiedsverbod, kenmerkOV/ 355370-2022, krachtens een wettelijk voorschrift, te weten artikel 172a van deGemeentewet, gedaan door of namens de burgemeester van gemeente Deventer, inelk geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eersteen/of tweede lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich in de periode van 20 december2022 tot 20 maart 2023 niet mocht bevinden in/op het gebied omsloten door devolgende wegen/wateren:Achter de Broederen, Beestenmarkt, Boterstraat, Brink, Bergstraat 2 tot en met 4,Broederenplein, Boreelplein, Duivengang, Engestraat, Gibsonstraat (totBinnensingel), Golstraat, Graven, Grote Kerkhof, Grote Overstraat, Grote Poot,Hofstraat, Houtmarkt-Pikeursbaan (tussen Bergkerkplein en Damstraat),Keizerstraat (tot Brinkpoortstraat), Kleine Overstraat, Kleine Poot, Korte AssenstraatKorte Bisschopstraat, Lamme van Dieseplein, Lange Bisschopstraat, Nieuwe Markt,Nieuwstraat, Pontsteeg, Proosdijpassage, Sandrasteeg, Sijzenbaan, Smedenstraat,Spijkerboorsteeg, Striksteeg, Stromarkt, Stationsplein, Treurnietsgang, Vispoort,Vleeshouwerstraat, Vispoort, Walstraat (tot aan Bergkerkplein), WaterstraatZandpoort, door, zich op voornoemde datum om 16:40 uur in/op, althans op een openbare weg of plaats gelegen in voornoemd gebied te bevinden;
3. De bewijsmotivering [1]
3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de feiten met de parketnummers 08/273905-23 en 08/303316-22 wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De officier van justitie vordert vrijspraak voor het feit met parketnummer 08/331649-22, het overtreden van een gebiedsverbod, omdat uit de bewijsmiddelen niet ondubbelzinnig blijkt dat verdachte op de hoogte was van het gebiedsverbod.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de belediging van de verbalisanten, omdat er naast het proces-verbaal van bevindingen geen aanvullend bewijs is. De raadsvrouw heeft wat betreft het feit met parketnummer 08/331649 aangevoerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken, omdat niet blijkt uit het dossier dat het opgelegde gebiedsverbod behoorlijk aan verdachte bekend is gemaakt. Datzelfde geldt voor feit 2 onder parketnummer 08/273905-23, zodat de raadsvrouw ook voor dat feit verzoekt om vrijspraak. Wat betreft feit 1 onder parketnummer 08/273905-23 refereert de raadsvrouw zich betreffende de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Parketnummer 08/273905-23
Ten aanzien van feit 1
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van dit feit op grond van de volgende bewijsmiddelen, waarbij de rechtbank - nu verdachte dit feit heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit - conform artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (Sv), zal volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van de zitting op 23 januari 2024, bevattende de bekennende verklaring van verdachte;
-het proces-verbaal van aangifte namens Jumbo Supermarkt van 18 oktober 2023, pagina 8;
- het proces-verbaal van bevindingen van 19 oktober 2022, pagina 10.
Ten aanzien van feit 2
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 2 ten laste is gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Voor het opzettelijk niet voldoen aan een bevel, inhoudende een winkelverbod, moet vaststaan dat het verbod aan verdachte bekend was. Nu zich in het dossier geen door verdachte ondertekend ontvangstbewijs noch een ander bewijsmiddel bevindt waaruit blijkt dat het winkelverbod verdachte in persoon (en in zijn eigen taal) heeft bereikt, kan verdachtes wetenschap van het bestaan van het winkelverbod niet worden vastgesteld. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken.
Parketnummer 08/303316-22
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben in een proces-verbaal van bevindingen beschreven dat verdachte zijn middelvinger naar hen opstak, terwijl hij riep “Fuck you”. Toen de verbalisanten verdachte aan een vervoersfouillering wilden onderwerpen, draaide verdachte zich om en spuugde vervolgens in hun richting. [2]
Op de voet van artikel 344, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv), kan het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar dat in de wettelijke vorm is opgemaakt en dat mededeling van door hemzelf waargenomen of ondervonden feiten of omstandigheden behelst, als bewijsmiddel worden gebruikt. Op grond van het tweede lid van artikel 344 Sv is het mogelijk dat het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft gepleegd enkel wordt aangenomen op grond van het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar. De rechtbank verwerpt dan ook het verweer van de raadsvrouw en acht de belediging wettig en overtuigend bewezen.
Parketnummer 08/331649-22
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte ten laste is gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Voor het opzettelijk niet voldoen aan een bevel, inhoudende een gebiedsverbod, moet vaststaan dat het verbod aan verdachte bekend was. Nu zich in het dossier geen door verdachte ondertekend ontvangstbewijs noch een ander bewijsmiddel bevindt waaruit blijkt dat het gebiedsverbod verdachte in persoon (en in zijn eigen taal) heeft bereikt, kan verdachtes wetenschap van het bestaan van het gebiedsverbod niet worden vastgesteld.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de opgegeven bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 08/273905-23
1
hij op 18 oktober 2023 te Deventer een fles drank, toebehorend aan deJumbo Supermarkt, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Parketnummer 08/303316-22
hij op 21 november 2022 te Deventer opzettelijk politie-ambtenaren, te weten [verbalisant 1] (Hoofdagent Eenheid Oost-Nederland) en [verbalisant 2] (Hoofdagent Eenheid Oost-Nederland), gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling en door feitelijkheden heeft beledigd,door een middelvinger aan die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] te tonen en te spugen in de richting van die [verbalisant 1] en [verbalisant 2] en daarbij hen de woorden toe te voegen: “Fuck you”.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 266, 267 en 310 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezen verklaarde levert op:
Parketnummer 08/273905-23
feit 1
het misdrijf:
diefstal
Parketnummer 08/303316-22
het misdrijf:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd

5.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten.

6.De op te leggen straf of maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat aan verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (hierna: ISD-maatregel) wordt opgelegd voor de duur van twee jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft – mocht de rechtbank tot een bewezenverklaring komen – primair bepleit verdachte geen ISD-maatregel op te leggen, maar in plaats daarvan verdachte voor het feit met parketnummer 08/303316-22 een geldboete van € 150,00, voor het feit met parketnummer 08/331649-22 een geldboete van € 100,00 dan wel een taakstraf van 20 uur en voor de feiten met parketnummer 08/273905-23 een gevangenisstraf voor de duur van 8 weken op te leggen. Subsidiair heeft de raadsvrouw verzocht aan verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van het voorarrest met daarbij een voorwaardelijk gedeelte met oplegging van de voorwaarden om mee te werken met de reclassering dan wel om mee te werken aan een behandeling voor zijn alcoholgebruik.
6.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal en aan het beledigen van twee verbalisanten. Hij heeft bij het plegen van deze feiten geen rekening gehouden met de schade, hinder en ergernis die hij aan benadeelden toebrengt. Uit het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 7 december 2023 blijkt dat verdachte in het (recente) verleden veelvuldig is veroordeeld wegens het plegen van feiten waarmee hij overlast voor anderen heeft veroorzaakt, zoals het beledigen dan wel bedreigen van verbalisanten en het overtreden van een gebiedsverbod.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het advies van het indicatieoverleg van het NIFP van
13 november 2023, waarin drs. N.A. Schoenmaker (GZ-psycholoog) heeft geconcludeerd dat er geen contra-indicaties aanwezig zijn, mocht er overwogen worden een ISD-maatregel op te leggen. Verdachte staat geregistreerd als veelpleger en is al eerder veroordeeld tot een ISD-maatregel. Verdachte is een man die bekend is met pathologie op het vlak van middelen, alcohol en cannabis, waardoor er sprake is van jarenlang maatschappelijk disfunctioneren.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op het reclasseringsadvies van 5 januari 2024, waarin de reclassering verdachte beschrijft als een zeer actieve veelpleger die dagelijks alcohol en cannabis gebruikt. De delicten die hij pleegt zijn veelal gepleegd onder invloed van alcohol. Verdachte heeft geen rechtmatige verblijfsstatus, hij heeft geen vaste woon- of verblijfplaats en het is voor hem niet mogelijk om legaal te werken. Hij heeft een onoverbrugbare afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Er lijkt een duidelijke samenhang te zijn tussen gebrek aan financiële draagkracht en zijn delictgedrag. Verdachte heeft een aantal jaren geleden een poging gedaan terug te keren naar het land van herkomst, maar dat bleek onmogelijk door gebrek aan officiële papieren. De reclassering ziet enkel risicofactoren en de hulpverlening is uitgeput. Op het moment dat verdachte uit detentie komt is de kans op recidive hoog. Een ISD-maatregel zou de nodige zorg kunnen bieden en kan een stok achter de deur zijn om de vicieuze cirkel van vastzitten, vrijkomen en terugvallen te doorbreken. Ook kan de ISD-maatregel worden gezien als een kans om de mogelijkheden van terugkeer naar het land van herkomst te onderzoeken. De reclassering adviseert dan ook tot de oplegging van een onvoorwaardelijke ISD-maatregel.
Oplegging van een straf of maatregel
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de aard van de bewezen verklaarde feiten, de relevante documentatie van verdachte en de adviezen van de reclassering en het NIFP, de oplegging van een ISD-maatregel passend is.
De rechtbank stelt vast dat aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m Sr aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt.
Bewezen is verklaard dat verdachte misdrijven heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel justitiële documentatie van 7 december 2023 blijkt dat verdachte in de vijf jaar voorafgaand aan de feiten meer dan drie keer onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf voor een misdrijf. De in dit vonnis bewezen verklaarde feiten zijn begaan na tenuitvoerlegging van die straffen.
De rechtbank heeft in dat verband onder meer gelet op de navolgende onherroepelijke veroordelingen ter zake van misdrijven:
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Overijssel van 3 april 2023, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één week;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Amsterdam van 6 april 2023, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Overijssel van 24 maart 2023, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie weken;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Amsterdam van 23 juni 2022, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Amsterdam van 14 oktober 2021, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien dagen;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Overijssel van 121 januari 2021, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Overijssel van 24 juni 2020, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee weken;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Amsterdam van 28 september 2020, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf dagen;
  • het vonnis van de politierechter van de rechtbank Overijssel van 24 juli 2019, waarbij verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van één maand.
De rechtbank stelt verder vast dat uit de reclasseringsadviezen blijkt dat het recidiverisico van verdachte als hoog moet worden ingeschat. Er moet ernstig rekening mee worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan. Het is tot nu toe niet gelukt om een geslaagd hulpverleningstraject in gang te zetten.
Het is daarom dat de veiligheid van personen en goederen het opleggen van de maatregel eist.
De rechtbank overweegt dat oplegging van de ISD-maatregel strekt tot de beëindiging van recidive van een verdachte en de beëindiging van overlast veroorzakend gedrag in de samenleving. De maatregel kan daarnaast bijdragen aan een oplossing van de problematiek van een verdachte en de aanhoudende justitiecontacten.
Alles overwegende zal de rechtbank aan verdachte een onvoorwaardelijke ISD-maatregel opleggen. Dat in dit vonnis niet alle feiten bewezen worden verklaard brengt daarin geen verandering. Aan de voorwaarden voor het opleggen van de ISD-maatregel wordt immers voldaan. Om de mogelijkheden van de ISD-maatregel optimaal te kunnen benutten, acht de rechtbank het van groot belang dat voldoende tijd wordt genomen om de ISD-maatregel ten uitvoer te leggen. Daarom zal de rechtbank de maatregel opleggen voor de maximale termijn van twee jaren.

9.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 38n, 57 en 63 Sr.

10.De beslissing

De rechtbank:
vrijspraak
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 van parketnummer 08/273905-23 ten laste gelegde en het feit ten laste gelegd onder parketnummer 08/331649-22, heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 van parketnummer 08/273905-23 ten laste gelegde en het feit ten laste gelegd onder parketnummer 08/303316-22, heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feiten
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Parketnummer 08/273905-23
feit 1
het misdrijf:
diefstal
Parketnummer 08/303316-22
het misdrijf:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
maatregel
- legt aan verdachte op de
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, voor de duur van
2 (twee) jaren.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. Eshuis, voorzitter, mr. J.T. Pouw en mr. M. ter Riet, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A. de Bruin, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 6 februari 2024.
Buiten staat
Mr. J.T. Pouw is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit wat betreft parketnummer 08/273905-23 pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2023484006, wat betreft parketnummer 08/303316-22 pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022543305 en wat betreft parketnummer 08/331649-22 pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland met nummer PL0600-2022589419. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
2.Proces-verbaal van bevindingen van 21 november 2022, met nummer PL0600-2022543305-3, pagina 5 en 6.