Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
“Ik schiet, ik schiet”.[slachtoffer] hoorde een harde knal. Hij voelde meteen een harde inslag aan de linkerzijde van zijn borst. [slachtoffer] voelde onder zijn T-shirt dat er iets langs zijn borstkas liep. Hij zag een klein rond zwart gaatje. Hij voelde dat er bloed uit het gaatje kwam. [slachtoffer] heeft de bestuurder van Fiat beschreven als een jongeman van 20 of 25 jaar met een licht getinte huidskleur. [2]
“ De jongen heeft gezegd: ik schiet je neer” en ”ik ben geraakt” en “geschoten”.[getuige 1] zag op de linkerborst van [slachtoffer] een ronde plek alsof er een gat in zat, waarbij het leek of zijn huid doorboord was. [3]
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
mishandeling
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8.De schade van benadeelde
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
mishandeling
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling.
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden;
[slachtoffer]toe tot een bedrag van
€ 2.650,00(bestaande uit € 150,00 materiële schade en € 2.500,00 overig nadeel, te weten immateriële schade);
kosten van het gedingdoor de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
€ 408,00, alsook in de kosten van betekening van dit vonnis, de in verband met de tenuitvoerlegging van dit vonnis nog te maken kosten en de kosten vallende op de invordering;
maatregelop dat de verdachte verplicht is ter zake van de bewezen verklaarde feit en tot betaling aan de Staat der Nederlanden van een bedrag van € 2.650,00 (zegge: zesentwintighonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 12 maart 2022 ten behoeve van de benadeelde, en bepaalt, voor het geval volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet mogelijk blijkt, dat gijzeling voor de duur van 26 dagen kan worden toegepast. Tenuitvoerlegging van de gijzeling laat de betalingsverplichting onverlet;
overige niet-ontvankelijkis in de vordering, en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.