ECLI:NL:RBOVE:2024:6446

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
4 december 2024
Zaaknummer
11234793 \ EJ VERZ 24-207
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging relatie- en concurrentiebeding in arbeidsovereenkomst en afwijzing verzoeken ontslag op staande voet

In deze zaak heeft de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Enschede, op 3 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen verzoekster, een administratief medewerkster, en haar werkgever, Kitchen 247 B.V. Verzoekster had de rechtbank verzocht te verklaren dat haar ontslag op staande voet niet rechtsgeldig was en om betaling van verschillende vergoedingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster op 5 juni 2024 zonder toestemming van haar leidinggevende de werkvloer heeft verlaten, wat door de werkgever is aangemerkt als werkweigering. De kantonrechter oordeelde dat de werkgever op goede gronden het ontslag op staande voet heeft gegeven, omdat verzoekster niet heeft voldaan aan de voorwaarden voor het aanvragen van verlof en eerder al was gewaarschuwd voor haar gedrag. De rechtbank heeft het relatie- en concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst vernietigd, maar heeft de overige verzoeken van verzoekster afgewezen. Verzoekster is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 947,00. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor werknemers om zich aan de afspraken en gedragsregels binnen hun werk te houden, en dat een ontslag op staande voet onder bepaalde omstandigheden rechtsgeldig kan zijn.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Enschede
Zaaknummer : 11234793 \ EJ VERZ 24-207
Beschikking van de kantonrechter van 3 december 2024
in de zaak van
[verzoekster],
wonende te [woonplaats],
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: mr. H.C. van der Weide,
advocaat te Vroomshoop,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KITCHEN 247 B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Hengelo (O),
verwerende partij,
hierna te noemen: Kitchen 247,
gemachtigde: mr. J.A. Macken,
advocaat te Breda.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het op 30 juli 2024 ter griffie van deze rechtbank binnengekomen verzoekschrift van [verzoekster] met een achttal producties;
  • het op 25 oktober 2024 ter griffie van deze rechtbank binnengekomen verweerschrift van Kitchen 247 met een negental producties;
  • de brief van 28 oktober 2024 van de gemachtigde van Kitchen 247, met een tweetal producties;
  • de aantekeningen van de griffer van de mondelinge behandeling van het verzoek d.d. 5 november 2024, bij welke gelegenheid [verzoekster] een viertal loonspecificaties in het geding heeft gebracht.
1.2.
Beschikking is bepaald op vandaag.

2.Waar gaat het over?

2.1.
[verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1999, is op 1 april 2024 in dienst getreden bij Kitchen 247. De laatste functie die [verzoekster] vervulde, is die van administratief medewerkster, met een salaris van € 2.408,21 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag die maandelijks wordt uitgekeerd, gebaseerd op een fulltime dienstverband van 37 uur per week.
2.2.
De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor bepaalde tijd met een duur van 7 maanden.
2.3.
Bij Kitchen 247 gold een flexibele inloop, dat wil zeggen dat werknemers mochten starten tussen 7 uur en 11 uur, zo lang er die dag (in het geval van [verzoekster]) wel 7,4 uren gewerkt worden.
2.4.
In mei 2024 worden werknemers van Kitchen 247 aangesproken op het niet opnemen van pauzes en het “sparen” van pauze uren. Tijdens een meeting eind mei heeft Kitchen 247 duidelijk gemaakt dat pauze uren opgenomen moeten worden en het niet is toegestaan geen pauzes te nemen en deze uren te sparen (productie 8).
2.5.
Op 3 juni 2024 ontvangt [verzoekster] een officiële waarschuwing. Kitchen 247 wijst [verzoekster] op het juist inklokken en uitklokken en de consequenties van het niet op de juiste manier uitvoeren hiervan. Ook wordt [verzoekster] er in de mail op gewezen dat zij haar uren niet heeft gemaakt omdat zij 30,03 uur heeft gewerkt in 4 dagen. In de mail wordt [verzoekster] er verder op gewezen dat in het contract staat dat zij 37 uren werkt over vijf dagen verdeeld.
2.6.
[verzoekster] is het er niet mee eens dat zij haar uren niet heeft gemaakt. Zij laat dit Kitchen 247 weten bij e-mail bericht van 4 juni 2024. Zij bericht onder andere dat zij vanaf die dag haar pauzes zal gaan nemen, zoals [naam 1] wil, en dat zij het fijn zal vinden als haar uren van de afgelopen week goed in het systeem staan. Zij ziet dat er standaard een uur af gaat, terwijl zij geen pauzes heeft genomen. In de mail heeft [verzoekster] de gewerkte uren van de afgelopen 2 weken gezet en of en zo ja hoeveel pauze zij heeft opgenomen. [verzoekster] sluit af met:
“dit betekent dat ik wel mijn uren heb gewerkt.”
2.7.
Op 4 juni 2024 wordt [verzoekster] door [naam 2] (directeur van Kitchen 247, hierna [naam 2]) aangesproken op haar gedrag: het slaan met deuren en dichttrappen van deuren met de voet en geen normaal gedrag bij collega’s. [verzoekster] heeft dit gedrag ontkend.
2.8.
Op 5 juni 2024 vraagt [verzoekster] aan een van haar leidinggevenden vrij of deelt zij mee die middag niet te werken.
2.9.
[naam 2] probeert daarop [verzoekster] telefonisch te bereiken, maar [verzoekster] neemt haar telefoon niet op. Via de telefoon van [naam 3] krijgt [naam 2] contact met [verzoekster].
[naam 2] vraagt [verzoekster] waarom zij die middag niet wil werken. [verzoekster] heeft de reden daarvan niet willen vertellen. [naam 2] laat [verzoekster] daarop weten dat zij geen toestemming krijgt om die middag eerder te vertrekken. [verzoekster] is het hier niet mee eens. Er ontstaat een discussie. [naam 2] wijst [verzoekster] op werkweigering en ontslag (verzoekschrift § 11). [verzoekster] verlaat na het gesprek de werkvloer.
2.10.
Op 5 juni 2024 te 10:22 uur stuurt [naam 2] aan [verzoekster] een e-mail met onder meer de navolgende inhoud:
[… .]
Gisteren heb ik jou aangesproken op jouw gedrag. Met deuren smijten, deuren dicht trappen met je voet en geen normaal gedrag bij collega’s.
[… .]
Tevens ben je bij [naam 4] het kantoor binnengekomen met de mededeling dat je vanmiddag vrij neemt, hiervoor geef ik je expliciet geen toestemming. Afspreken tijdens werktijd doe je in overleg met je werkgever en meld je niet als mededeling.
Ik zal wanneer je toch weg bent vanmiddag dit zien als werkweigering. Waarmee ontslag op staande voet zal volgen. [… .]
2.11.
Op 5 juni 2024 te 10:30 uur stuurt [naam 2] aan [verzoekster] een e-mail met onder meer de navolgende inhoud:
[… .]
Jij bent weggegaan zonder iets te melden. Je hebt alleen tegen [naam 5] gezegd ik ben hier weg.
Waaruit ik kan/moet concluderen dat jij uit bent op een breuk.
Bij deze krijg je dan ook ontslag op staande voet.
A.
Je mag noet (ktr: niet)
zonder je te melden weggaan.
B.
Dit wordt gezien als werkweigering.
Na ons gesprek gisteren vind ik het erg jammer dat dit zo loopt, maar helaas laat je mij geen andere keuze dan deze
Tevens neem jij de telefoon niet op van mij.
[… .]
2.12.
Bij brief van haar gemachtigde d.d. 2 juli 2024 heeft [verzoekster] zich verweerd tegen het haar gegeven ontslag op staande voet. In deze brief heeft [verzoekster] tevens aangegeven dat een terugkeer op de werkvloer wat haar betreft niet aan de orde is.
2.13.
[verzoekster] heeft per 12 juli 2024 een functie elders aanvaard op basis van 16 uur per week.

3.Het verzoek van [verzoekster]

3.1.
verzoekt de kantonrechter dat zij voor recht verklaart dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. [verzoekster] verzoekt voorts dat de kantonrechter Kitchen 247 veroordeelt aan haar te betalen een bedrag van:
  • € 5.201,74 bruto aan gefixeerde schadevergoeding;
  • € 291,36 bruto aan transitievergoeding;
  • € 8.768,72 bruto aan billijke vergoeding;
  • € 740,93 bruto aan opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen;
Ten aanzien van het relatie- en concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst verzoekt [verzoekster]
primairvoor recht te verklaren dat tussen partijen geen rechtsgeldig relatie- en concurrentiebeding is overeengekomen.
Subsidiairverzoekt zij het relatie- en concurrentiebeding te vernietigen en
meer subsidiairverzoekt zij veroordeling van Kitchen 247 aan haar een vergoeding te betalen op grond van artikel 7:653, lid 5 BW.
[verzoekster] verzoekt voorts Kitchen 247 te veroordelen tot het verstrekken van een deugdelijke bruto-netto specificatie op straffe van een op te leggen dwangsom.
3.2.
Kitchen 247 voert verweer tegen de verzoeken van [verzoekster]. Zij geeft tevens aan [verzoekster] niet te houden aan het overeengekomen concurrentie- en relatiebeding.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vraag die dient te worden beantwoord is of in het onderhavige geval sprake is geweest van een rechtsgeldig gegeven ontslag op staande voet. Op grond van artikel 7:677 lid 1 BW is ieder van de partijen bevoegd de arbeidsovereenkomst onverwijld op te zeggen om een dringende reden, onder onverwijlde mededeling van de reden aan de wederpartij.
4.2.
Tussen partijen is niet in geding of Kitchen 247 aan de wettelijke vereisten van een onverwijlde opzegging en onverwijlde mededeling van de dringende reden heeft voldaan, zodat hier in rechte van zal worden uitgegaan.
4.3.
Volgens artikel 7:678 lid 1 BW worden voor de werkgever als dringende redenen beschouwd zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, die ten gevolge hebben dat van de werkgever redelijkerwijze niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, zoals bijvoorbeeld: het hardnekkig weigeren te voldoen aan redelijke bevelen of opdrachten, door of namens de werkgever verstrekt (artikel 7:678, lid 2 aanhef, sub j BW). Voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een dringende reden dienen alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in aanmerking te worden genomen zoals de aard en de ernst van wat de werkgever als dringende reden aanmerkt, de aard van de dienstbetrekking, de duur ervan en de wijze waarop de werknemer de dienstbetrekking heeft vervuld, alsook de persoonlijke omstandigheden van de werknemer, zoals haar leeftijd en de gevolgen die het ontslag op staande voet voor haar zouden hebben.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat sprake is van een dringende reden als bedoeld in de wet en daartoe wordt het navolgende overwogen. [verzoekster] heeft op 5 juni 2024 geweigerd te werken. Volgens [verzoekster] heeft zij niet enkel medegedeeld dat zij de middag vrij moest, maar heeft zij toestemming gevraagd aan haar leidinggevende om de middag niet te werken. Uitgaande van de juistheid van de stelling van [verzoekster] volgt hier uit dat zij dus wist dat zij toestemming nodig had voor het vrij nemen van een middag. Het vragen van verlof gaat normaliter in overleg. De reden voor het verlof speelt hierbij vanzelfsprekend een rol met name als, zoals hier, op korte termijn (dezelfde dag) om verlof wordt gevraagd. Ondanks verzoeken daartoe van [naam 2] heeft [verzoekster] echter geweigerd te vertellen wat de reden is van haar plotselinge benodigde afwezigheid voor de middag. Hierbij is van belang dat [naam 2] zich heeft gerealiseerd dat de reden voor het verlof een persoonlijke zou kunnen zijn en heeft hij haar de gelegenheid geboden de noodzaak van het verlof in algemene zin toe te lichten. Ook dat heeft [verzoekster] geweigerd. [naam 2] heeft dan ook op goede grond toestemming voor haar afwezigheid voor die middag mogen weigeren. [verzoekster] had dus geen toestemming om niet te werken.
4.5.
[verzoekster] heeft vervolgens hoog spel gespeeld door direct na het telefoongesprek met [naam 2] zonder zijn toestemming de werkvloer te verlaten onder de mededeling ‘ík vertrek’. Dit terwijl [naam 2] [verzoekster] vooraf heeft gewaarschuwd voor de consequenties van het zonder toestemming verlaten van de werkplek en het dus weigeren om te werken. Pogingen van [naam 2] om [verzoekster] na haar vertrek telefonisch te benaderen zijn op niets uitgelopen, omdat [verzoekster] de oproepen niet beantwoordde.
4.6.
Zoals hierboven staat vermeld dienen voor de beoordeling van de vraag of er sprake is van een dringende reden alle feiten en omstandigheden in aanmerking te worden genomen, waaronder de duur van de dienstbetrekking en de wijze waarop de werknemer de dienstbetrekking heeft vervuld. Hierbij speelt dus ook een rol dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan en [verzoekster] nog maar twee maanden bij Kitchen 247 aan het werk was. Ook weegt mee dat zij gedurende die periode er op is aangesproken dat zij haar uren niet maakte en dat van haar werd verwacht dat zij 37 uur zou werken over vijf dagen. [verzoekster] heeft in de twee maanden dat zij werkzaam was een officiële waarschuwing ontvangen en de dag voor het ontslag op staande voet heeft [naam 2] haar nog aangesproken op haar (wan)gedrag. In de ontslagbrief wordt ook naar dit gesprek verwezen. Het voorval is dus niet een op zichzelf staand incident. Ook is zij gewaarschuwd voor de consequenties van het weggaan zonder toestemming. Toch kiest zij er voor de werkvloer zonder toestemming te verlaten. Zij wordt geacht de consequenties daarvan te hebben aanvaard. De gedragingen van [verzoekster] hebben naar het oordeel van de kantonrechter tot gevolg dat van Kitchen 247 als werkgever redelijkerwijs niet gevergd kan worden de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] langer te laten voortduren.
4.7.
De kantonrechter is van oordeel dat aan de vereisten voor een ontslag op staande voet is voldaan, ook indien alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waaronder de persoonlijke omstandigheden van [verzoekster] en de gevolgen van een ontslag op staande voet. De kantonrechter heeft de reden van [verzoekster] voor het niet willen werken niet als omstandigheid meegewogen. [verzoekster] heeft immers ook ter zitting geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit haar reden volgt. Aan de voorwaarden voor de door [verzoekster] verzochte vergoeding vanwege onregelmatige opzegging is niet voldaan zodat deze worden afgewezen.
4.8.
Door [verzoekster] verzochte billijke vergoeding en transitievergoeding zullen eveneens worden afgewezen, nu het gegeven ontslag op staande voet in stand blijft en Kitchen 247 niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld.
4.9.
[verzoekster] verzoekt tevens uitbetaling van niet genoten vakantiedagen. Zij gaat daarbij uit van de door haar opgebouwde vakantiedagen tot 1 augustus 2024.
De kantonrechter kan [verzoekster] hierin niet volgen. De arbeidsovereenkomst is immers geëindigd met het per 5 juni 2024 gegeven ontslag op staande voet waarin zij heeft berust. Kitchen 247 is in haar eindafrekening uitgegaan van in de periode 1 april 2024 tot met 5 juni 2024 door [verzoekster] 33,37 uur opgebouwde vakantiedagen, waarvan [verzoekster] 18,4 uren heeft opgenomen, zodat zij recht heeft op uitbetaling van 14,97 uren x € 15,02 bruto = afgerond € 225,00. Kitchen 247 heeft onweersproken gesteld dat zij bij de eindafrekening aan [verzoekster] 15,89 uren heeft uitbetaald, zodat zij naar het oordeel van de kantonrechter aan haar betalingsverplichtingen uit hoofde van de bestaand hebbende arbeidsovereenkomst meer dan waartoe zij verplicht was heeft voldaan. Het hierop gebaseerde verzoek ter zake niet genoten vakantiedagen dient dan ook te worden afgewezen.
4.10.
Nu de verzoeken van [verzoekster], voor zover betrekking hebbend op de betaling door Kitchen 247 van enig bedrag, worden afgewezen, dient het hierop betrekking hebbende verzoek tot verstrekking van een bruto-/netto-specificatie te worden afgewezen.
4.11.
Een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is alleen rechtsgeldig indien uit de bij dat beding opgenomen schriftelijke motivering van de werkgever blijkt dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. Kennelijk acht Kitchen 247 een voldoende zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang in het geval van [verzoekster] niet (meer) aanwezig, nu zij [verzoekster] niet wenst te houden aan het in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentie- en relatiebeding. De kantonrechter zal deze bedingen op grond van artikel 7:653, lid 3, aanhef sub a BW dan ook vernietigen.
4.12.
[verzoekster] zal als de in overwegende mate in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld, tot op vandaag aan de zijde van Kitchen 247 begroot op € 947,00, te weten:
€ 812,00 aan salaris gemachtigde;
€ 135,00, aan nakosten,
€ 947,00 totaal.

5.De beslissing

5.1.
vernietigt het relatie- en concurrentiebeding zoals opgenomen in artikel 11 van de tussen partijen bestaand hebbende arbeidsovereenkomst;
5.2.
wijst de verzoeken van [verzoekster] voor het overige af;
5.3.
veroordeelt [verzoekster] in de (na-)kosten van deze procedure tot op heden begroot op € 947,00, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 14 dagen na heden;
5.4.
verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.M. Marsman, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 december 2024.