ECLI:NL:RBOVE:2024:6443

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
3 december 2024
Publicatiedatum
4 december 2024
Zaaknummer
08.192573.24 (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van opzettelijk handelen in harddrugs met metamfetamine

Op 3 december 2024 heeft de Rechtbank Overijssel uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van opzettelijk handelen in harddrugs, specifiek metamfetamine. De verdachte, geboren in 1972 in Joegoslavië en verblijvende in een penitentiaire inrichting, werd op 12 juni 2024 aangehouden op de A1 ter hoogte van Oldenzaal. Hij had samen met een medeverdachte ongeveer veertien kilogram metamfetamine vervoerd, wat resulteerde in een gevangenisstraf van 24 maanden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich bewust was van de strafbaarheid van zijn handelen, ondanks zijn verklaring dat hij dacht dat het om vitamines ging. De rechtbank vond dat de verdachte de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij verboden drugs vervoerde. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 48 maanden geëist, maar de rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder financiële problemen en zijn kwetsbare positie. De rechtbank gelastte ook de teruggave van de in beslag genomen Audi A4 aan de medeverdachte, aangezien deze niet vatbaar was voor verbeurdverklaring. De uitspraak benadrukt de ernst van het handelen in harddrugs en de gevolgen daarvan voor de volksgezondheid.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummer: 08.192573.24 (P)
Datum vonnis: 3 december 2024
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1972 in [geboorteplaats] (Joeogsavië),
nu verblijvende in de PI [locatie].

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 19 november 2024.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van wat door verdachte en zijn raadsman mr. R.D.A. van Boom, advocaat in Utrecht, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair:samen met een ander of alleen ongeveer veertien kilo metamfetamine buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht;
subsidiair:samen met een ander of alleen ongeveer veertien kilo metamfetamine heeft verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, of opzettelijk aanwezig heeft gehad;
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
hij op of omstreeks 12 juni 2024 te Oldenzaal, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 14 kilogram, in
elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende metamfetamine,
zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende
lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij op of omstreeks 12 juni 2024 te Oldenzaal, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 14 kilogram, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal
bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij
de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van
artikel 3a van die wet.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsmotivering

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde, met uitzondering van het medeplegen, wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. De raadsman heeft daartoe samengevat aangevoerd dat verdachte wel het risico heeft gekend dat hetgeen hij vervoerde niet in de haak was. Hij heeft gevraagd of het drugs waren die hij moest vervoeren en hem is gezegd dat het niet zo was. Verdachte heeft het risico dat het wel drugs waren niet daadwerkelijk aanvaard, zodat geen sprake is van voorwaardelijk opzet.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij op verzoek van een man in Belgrado, genaamd [betrokkene], naar Amsterdam is gereden om pakketten op te halen en te vervoeren naar Servië. Hij vond de substantie in de pakketten er wel verdacht uitzien maar had gevraagd of het om drugs ging en daarop had [betrokkene] geantwoord dat de inhoud iets was waarvoor verdachte straf zou kunnen krijgen. Verdachte was in de veronderstelling dat het ging om vitamines voor bodybuilders. Verdachte kende [betrokkene] nauwelijks. Maar omdat [betrokkene] verdachtes schuld van 5.000 euro zou afbetalen als verdachte dit transport zou doen, heeft verdachte er toch mee ingestemd. Op het moment dat verdachte werd staande gehouden was hij onderweg naar München om daarna door te rijden naar Servië.
De feiten en omstandigheden
De rechtbank stelt op grond van het dossier en de behandeling ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
Verdachte en medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte]), zijn op 11 juni 2024 omstreeks 18.51 uur met de Audi A4 van [medeverdachte] Nederland binnengekomen op de A12 ter hoogte van Bergh. Volgens zogenoemde ANPR-hits zijn zij rechtstreeks doorgereden naar Amsterdam. Daar heeft verdachte de later aangetroffen pakketten met metamfetamine verstopt in de verborgen ruimtes in de Audi.
De volgende dag is verdachte vanuit Amsterdam teruggereden in de richting van de Duitse grens met als bestemming München en Servië. Op de A1 ter hoogte van Oldenzaal is hij staande gehouden, omdat het voertuig volgens een ANPR-hit voor controle op verdovende middelen in aanmerking kwam. Tijdens de doorzoeking van de Audi hebben de verbalisanten verborgen ruimtes aan de linker- en rechterzijde van de kofferbak, onder een plaat aan de binnenzijde van de achterbumper en achter een met een schroef bevestigde plaat aan de achterzijde van de bestuurders- en bijrijdersstoel ontdekt. In die ruimtes zaten meerdere doorzichtige plastic zakken met een kristalachtige substantie. De pakketten zijn forensisch onderzocht. De in totaal 28 pakketten hadden een geschat gezamenlijk gewicht van ongeveer 14 kilogram en bevatten, zoals de rechtbank vaststelt op basis van de van elk van de pakketten genomen monsters, metamfetamine.
De overwegingen van de rechtbank
De rechtbank overweegt het volgende.
Verdachte wist dat wat hij vervoerde en buiten het grondgebied van Nederland bracht strafbaar was. Voor zover het al waar is dat een zekere [betrokkene] hem had gezegd dat het niet om drugs ging en dat verdachte dacht dat het vitamines voor bodybuilders waren had verdachte ofwel onderzoek moeten doen naar de inhoud van de pakketten ofwel moeten afzien van het transport. Door dit niet te doen, terwijl daar gelet op zijn gedachte dat het drugs zouden kunnen zijn, de grote hoeveelheid te vervoeren pakketten en de diverse eerder al in de auto aangebrachte verborgen ruimtes alle aanleiding voor was, heeft verdachte bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij verboden drugs, in dit geval metamfetamine buiten het grondgebied van Nederland bracht.
De conclusie
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich samen met een of meer anderen schuldig heeft gemaakt aan de (verlengde) uitvoer van ongeveer veertien kilogram metamfetamine, zoals primair is ten laste gelegd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 12 juni 2024 in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 14 kilogram van een materiaal bevattende metamfetamine, zijnde metamfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte primair meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en in artikel 10 van de Opiumwet. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor het bewezenverklaarde feit.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 48 maanden met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat als de rechtbank tot een veroordeling komt, in de straf tot uitdrukking moet komen dat verdachte geen vol opzet op het feit heeft gehad. Hij heeft een blanco strafblad, had een ondergeschikte rol en heeft zich laten gebruiken om van zijn schuld af te komen. Verdachte is kwetsbaar en hij vereenzaamt in detentie, omdat hij de taal niet spreekt en in verband met de kosten niet kan bellen met de familie in Servië. Aan hem kan wel een voorwaardelijke straf worden opgelegd en ook voor een forse geldboete kan het geld door familie bij elkaar gesprokkeld worden.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid van ongeveer veertien kilogram metamfetamine. Door de uitvoer van harddrugs naar het buitenland wordt de handel in verdovende middelen en export naar het buitenland in stand gehouden. Metamfetamine is een stof die sterk verslavend werkt en schadelijk is voor de volksgezondheid. Het vervoer, de handel en het gebruik van deze verdovende middelen brengen daarnaast vele vormen van (zware) criminaliteit en overlast met zich mee. Verdachte heeft hieraan een bijdrage geleverd. De rechtbank rekent dit verdachte aan, met name omdat hij enkel uit eigen financiële motieven heeft gehandeld.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank de oriëntatiepunten voor de straftoemeting van het LOVS bij Opiumwetdelicten (artikel 2 onder A) tot uitgangspunt genomen. Uitgangspunt voor de uitvoer van een hoeveelheid van tien tot twintig kilo harddrugs is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 48-60 maanden. Gezien deze uitgangspunten kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest in combinatie met een voorwaardelijk strafdeel en/of een geldboete.
De rechtbank houdt echter in straf verminderende zin rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De rechtbank is op basis van hetgeen daarover ter zitting aan de orde is geweest ervan overtuigd geraakt dat bij verdachte sprake is geweest van financiële problemen waarvan door “[betrokkene]” en/of anderen, hoger in de hiërarchie van deze georganiseerde criminaliteit, misbruik is gemaakt. Ook houdt de rechtbank er rekening mee dat de geëiste onvoorwaardelijke gevangenisstraf, gelet op de persoonlijk omstandigheden van verdachte een zware belasting zal vormen.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht, passend en geboden is.
7.4
De inbeslaggenomen voorwerpen
7.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de onder verdachte inbeslaggenomen Audi A4 verbeurd moet worden verklaard.
7.4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen standpunt ingenomen over de inbeslaggenomen Audi.
7.4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave aan de rechthebbende, te weten medeverdachte [medeverdachte], gelasten van de onder verdachte in beslag genomen Audi A4 met het Duitse kenteken
[kenteken], aangezien deze auto niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen.

9.De beslissing

De rechtbank:
bewezenverklaring
- verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
het misdrijf: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het primair bewezen verklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
de in beslag genomen voorwerpen
- gelast de teruggave van de Audi A4 met het kenteken [kenteken] aan de rechthebbende, te weten [medeverdachte].
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Berends, voorzitter, mr. A.M.G. Ellenbroek, en
mr. P.M.F. Schreurs, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B.M. Hoek, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 3 december 2024.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van politie eenheid Oost-Nederland met nummer 2024270007. Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar pagina’s van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
Het proces-verbaal van de terechtzitting van 19 november 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte.
Ik ben op 11 juni 2024 op verzoek van [betrokkene] in de Audi A4 van [medeverdachte] naar Amsterdam gereden om de pakketten in Amsterdam op te halen en naar Servië te brengen. Rond middernacht heb ik zelf de pakketten in de verborgen ruimtes in de auto gestopt. Ik vond de substantie en de pakketjes er verdacht uitzien. Ik heb in Amsterdam de auto bij een park geparkeerd. Ik heb de auto niet afgesloten. Er kwam een man een tas brengen waar de pakketten inzaten. [betrokkene] vertelde mij in Servië, voordat ik naar Amsterdam vertrok, dat de hoeveelheid die ik vervoerde strafbaar was en dat ik het daarom discreet moest doen en de pakketten in de verborgen ruimtes moest verstoppen. [betrokkene] vertelde mij dat ik wel straf zou kunnen krijgen als ik gepakt zou worden met de pakketten in de auto. Ik was met de auto onderweg naar München en zou met de pakketten doorrijden naar Servië.
Het proces-verbaal van bevindingen van [verbalisant 1] en [verbalisant 2], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 13 e.v.
Op woensdag 12 juni 2024, omstreeks 11:24 uur waren wij, verbalisanten, belast met
een onopvallende surveillance. Wij reden op de autosnelweg Al ter hoogte van Oldenzaal.
Aldaar ontvingen wij een Automatic Number Plate Recognition (ANPR) hit van een
personenauto merk Audi, type A4 en voorzien van het Duitse kenteken [kenteken].
In de ANPR hit stond dat het voertuig op verdovende middelen moest worden gecontroleerd.
Wij zagen in de historie van de ANPR hits dat dit voertuig dinsdag 11 juni 2024 om 18:51 uur op de autosnelweg A12 ter hoogte van Bergh Nederland in was gekomen en daarna alleen tot Amsterdam ANPR hits had gegenereerd.
Vervolgens namen wij positie in op de autosnelweg Al ter hoogte van Oldenzaal. Vervolgens zagen wij aldaar het genoemde voertuig met kenteken rijden met daarin een man als bestuurder en vrouw als bijrijder.
Op woensdag 12 juni 2024, omstreeks 12:05 uur, stelden we een verkeerscontrole in ten
aanzien van het genoemde voertuig en bestuurder, aan de Hanzepoort te Oldenzaal.
Desgevraagd toonde de bestuurde, mij verbalisant [verbalisant 1], een Servisch rijbewijs op naam van [verdachte].
Vervolgens heb ik, verbalisant [verbalisant 1], op grond van artikel 96b van het Wetboek van
Strafvordering het voertuig doorzocht.
Vervolgens keek ik in de kofferruimte en zag direct dat de bekleding van de kofferruimte niet overeen kwam met de overige bekleding van het voertuig.
Vervolgens zag ik aan de rechterzijde van de kofferruimte dat er een kier was ontstaan tussen de bekleding en kunststof afwerking. Ik vervolgens in deze kier en zag daar een doorzichtige plastic zak met kristalachtige substantie als inhoud.
Vervolgens heb ik deze zak gepakt en zag daaronder nog een zelfde soort zak. In totaal werden daar twee zakken gevonden, deze werden direct ter plaatse door ons in beslaggenomen.
In de kofferruimte vonden we in de achterbumper een verborgen ruimte. Deze is te
benaderen door plank in de kofferruimte te verwijderen en was er een gat gemaakt in
het carrosserie. Hierdoor kwam je in de verborgen ruimte.
In deze verborgen ruimte werden in totaal 14 doorzichtige plastic zakken met
kristalachtige substantie aangetroffen. Deze zakken werden direct ter plaatse door
ons in beslaggenomen.
Vervolgens stelden wij een onderzoek in naar de achterzijde van de bestuurders- en
bijrijdersstoel. Deze stoelen waren voorzien van een extra bescherm hoes. Bij
het verwijderen van deze hoes zagen wij dat de achter platen van deze stoelen met
schroef waren vast gezet. Dit is niet fabrieksorigineel. Vervolgens keken wij achter
deze platen en zagen daar nog meer hierboven omschreven zakken.
Deze zakken werden direct ter plaatse door ons in beslaggenomen.
Vervolgens hebben wij het genoemde voertuig direct en ter plaatse in beslaggenomen.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict (Hanzepoort Oldenzaal), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 31 e.v.
Ik zag dat er in een afgesloten ruimte een zwartkleurige Audi stond met een Duits
kenteken namelijk '[kenteken]’.
Alle aangetroffen pakketten kwamen mij qua vorm, uiterlijke vertoning en manier van
sealen overeen. In totaal werden er 28 pakketten aangetroffen met een geschat gewicht
van ongeveer 14 kilogram.
Het proces-verbaal forensische onderzoek-vooronderzoek lab, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 51 e.v.
Onderzoek 6 pakketten uit bestuurdersstoel
Wij zagen dat het 6 pakketten betrof, bestaande uit een verpakking met inhoud.
Ik, verbalisant Beumer, heb 2 willekeurige pakketten geselecteerd en de verpakkingen, vanaf heden verpakking A1 en verpakking A2 genoemd, opengesneden. Ik heb de inhoud uit deze verpakkingen gehaald en separaat veiliggesteld, vanaf heden inhoud A1 en inhoud A2 genoemd.
Wij hebben inhoud A1, inhoud A2 en de overige 4 pakketten gezamenlijk in beslag genomen, veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN [code 1], verpakt en verzegeld.
Onderzoek 6 pakketten uit bijrijdersstoel
Wij zagen dat het 6 pakketten betrof, bestaande uit een verpakking met inhoud.
Ik, verbalisant Beumer, heb 2 willekeurige pakketten geselecteerd en de verpakkingen, vanaf heden verpakking B1 en verpakking B2 genoemd, opengesneden. Ik heb de inhoud uit deze verpakkingen gehaald en separaat veiliggesteld, vanaf heden inhoud B1 en inhoud B2 genoemd.
Wij hebben inhoud B1, inhoud B2 en de overige 4 pakketten gezamenlijk in beslag genomen, veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN [code 2], verpakt en verzegeld.
Onderzoek 16 pakketten uit kofferbak
Wij zagen dat het 16 pakketten betrof, bestaande uit een verpakking met inhoud.
Ik, verbalisant Beumer, heb 2 willekeurige pakketten geselecteerd en de verpakkingen, vanaf heden verpakking C1 en verpakking C2 genoemd, opengesneden. Ik heb de inhoud uit deze verpakkingen gehaald en separaat veiliggesteld, vanaf heden inhoud C1 en inhoud C2 genoemd.
Wij hebben de buitenste plastics van verpakking C1 en verpakking C2, inhoud C1, inhoud C2 en de overige 14 pakketten gezamenlijk in beslag genomen, veiliggesteld, gewaarmerkt met SIN [code 3], verpakt en verzegeld.
De sporendragers met SIN [code 1], [code 2] en [code 3] werden overgedragen aan verbalisanten Lekatonpessy en Di Gregorio van de afdeling Verdovende Middelen.
5.
Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 55 e.v.
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Veiliggesteld monster afkomstig van goed [code 2]
Uniek Voorwerp : [code 4]
Uniek Voorwerp : [code 5]
Uniek Voorwerp : [code 6]
Uniek Voorwerp : [code 7]
Uniek Voorwerp : [code 8]
Uniek Voorwerp : [code 9]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Veiliggesteld monster afkomstig van goed [code 3]
Uniek Voorwerp : [code 10]
Uniek Voorwerp : [code 11]
Uniek Voorwerp : [code 12]
Uniek Voorwerp : [code 13]
Uniek Voorwerp : [code 14]
Uniek Voorwerp : [code 15]
Uniek Voorwerp : [code 16]
Uniek Voorwerp : [code 17]
Uniek Voorwerp : [code 18]
Uniek Voorwerp : [code 19]
Uniek Voorwerp : [code 20]
Uniek Voorwerp : [code 21]
Uniek Voorwerp : [code 22]
Uniek Voorwerp : [code 23]
Uniek Voorwerp : [code 24]
Uniek Voorwerp : [code 25]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
Veiliggesteld monster afkomstig van goed [code 1]
Uniek Voorwerp : [code 26]
Uniek Voorwerp : [code 27]
Uniek Voorwerp : [code 28]
Uniek Voorwerp : [code 29]
Uniek Voorwerp : [code 30]
Uniek Voorwerp : [code 31]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
[Afbeelding]
6.
Een geschrift, te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 166:
[Afbeelding]
7.
Een geschrift, te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 167:
[Afbeelding]
8.
Een geschrift, te weten het rapport NFiDent van het Nederlands Forensisch Instituut van 24 juni 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 165:
Het proces-verbaal van onderzoek verdovende middelen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, op pagina 55 e.v.
[Afbeelding]