6.3De gronden voor een straf of maatregel
De rechtbank heeft het verzoek tot nader onderzoek door de reclassering ter terechtzitting afgewezen.
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij in het bijzonder het volgende van belang.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich in een periode van twaalf maanden schuldig gemaakt aan diverse strafbare feiten, waarvan een vijftal - zij het verminderd- aan haar kan worden toegerekend. Zij heeft mishandelingen gepleegd, zich tegen haar aanhouding verzet, levensmiddelen gestolen en zich driemaal schuldig gemaakt aan lokaalvredebreuk, waarvan een keer in een voor de openbare dienst bestemd lokaal, te weten een bibliotheek. Verdachte heeft met haar gedrag overlast veroorzaakt. De rechtbank rekent dit de verdachte aan.
-
Justitiële Documentatie
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van verdachte van 9 september 2024. Hieruit blijkt dat verdachte op 23 juni 2021 is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. Op 11 mei 2023 heeft de politierechter in de rechtbank Gelderland verdachte voor een tweetal strafbare feiten ontslagen van alle rechtsvervolging.
-
Rapportages
De rechtbank heeft gelet op de hiervoor genoemde rapportage van de psychiater en het reclasseringsadvies van 11 november 2024, opgemaakt en ondertekend door [naam 2], reclasseringswerker bij Reclassering Nederland.
De psychiater heeft gerapporteerd dat om de kans op herhaling van agressief gedrag in te perken, een intensieve en langdurige klinische behandeling en begeleiding noodzakelijk is. De behandeling en begeleiding dienen plaats te vinden in een gedwongen en gesloten kader op een forensische afdeling met een hoog beveiligingsniveau. De psychiater adviseert om TBS met dwangverpleging op te leggen, gelet op het hoge recidive risico, de ernst en hardnekkigheid van de pathologie, het gebrek aan inzicht en de zorgmijdende houding van verdachte. Eerdere interventies, in de vorm van een zorgmachtiging, hebben niet geleid tot gedragsverandering.
De reclassering ziet geen mogelijkheden om met interventies of toezicht het recidiverisico te beperken of het gedrag van verdachte te veranderen. De reclassering adviseert negatief over TBS met voorwaarden. Eerdere zorgmachtigingen en opnames hebben niet tot het gewenste resultaat geleid. De enige mogelijkheid ter vermindering van de kans op recidive en letselschade is een (fors) dwingend kwader om verdachte medicatie te blijven toedienen en de bescherming van de maatschappij te kunnen waarborgen. De reclassering volgt sluit zich aan bij het advies van de psychiater over de oplegging van TBS met dwangverpleging.
De op te leggen straf of maatregel
-
Strafoplegging
In strafmatigende zin houdt de rechtbank rekening met de verminderde toerekening van de feiten aan verdachte. De rechtbank zal, alles overwegend, een gevangenisstraf voor de duur van een maand met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht opleggen. Voor een andere dan een vrijheidsbenemende straf ziet de rechtbank geen aanleiding en de op te leggen onvoorwaardelijke gevangenisstraf is passend en geboden. De voorlopige hechtenis van verdachte is bij afzonderlijk bevel door de rechtbank met ingang van 21 november 2024 opgeheven.
-
TBS met dwangverpleging
Terbeschikkingstelling kan slechts worden gelast, indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen dat eist, bij verdachte sprake is van de in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1º bedoelde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens en sprake is van bewezenverklaring van een misdrijf als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2º, Sr.
Bij verdachte is sprake van de in artikel 37a, eerste lid, aanhef en onder 1º bedoelde gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
De vraag is echter of voldaan wordt aan de eis van een misdrijf als bedoeld in artikel 37a, eerste lid, onder 2º, Sr: een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld of de limitatief opgesomde misdrijven in het artikel. De rechtbank oordeelt dat de bewezenverklaarde mishandelingen niet voldoen aan dat vereiste. De diefstal zou wel grondslag voor oplegging van de TBS-maatregel kunnen bieden. Maar hoewel de rechtbank intensieve en langdurige behandeling van verdachte noodzakelijk acht, rechtvaardigt de bewezen verklaarde diefstal niet de conclusie dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, de oplegging van de TBS-maatregel eist. De rechtbank zal daarom de TBS-maatregel niet aan verdachte opleggen.
-
Geen maatregel ex artikel 38v Sr
De rechtbank zal geen vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38v Sr opleggen, nu de wet die ruimte niet biedt. Artikel 38v Sr maakt oplegging van deze maatregel immers alleen mogelijk bij een veroordeling voor een strafbaar feit of wanneer met toepassing van artikel 9a Sr geen straf of maatregel wordt opgelegd. Nu de verdachte door de rechtbank ten aanzien van het onder parketnummer 08-139672-24 onder feit 1 bewezenverklaarde zal worden ontslagen van alle rechtsvervolging is van een veroordeling geen sprake en evenmin van toepassing van artikel 9a Sr.